Bestuur Piratenpartij stapt over naar Forum voor Democratie. Partij is in rechtse richting bijgebogen. Hoe nu verder?

pir

Het schip van de Nederlandse Piratenpartij (PPNL) heeft ernstige averij opgelopen. De NOS bericht dat alle bestuursleden zijn overgestapt naar het Forum voor Democratie (FvD). Het vehikel dat Thierry Baudet rond zich opgetrokken heeft en nu meedoet aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Het bevestigt mijn vermoeden dat de PPNL de afgelopen jaren in rechts vaarwater verzeild was geraakt. De overstap van leden van de in beginsel toch links-liberale of links-anarchistische PPNL naar de rechts-populistische FvD is een politieke oversprong die vrijdenkende Piraten het schaamrood naar de kaken jaagt. Of lijsttrekker Ancilla van de Leest die interviews afneemt voor Café Weltschmerz in politiek opzicht zoveel anders is betwijfel ik.

Op 15 juli 2012 maakte ik hier in een commentaar bekend dat ik lid was geworden van de PPNL. Tegen mijn natuur in omdat ik een natuurlijk wantrouwen heb jegens politieke partijen. Het was de toenmalige lijsttrekker Dirk Poot die me over de streep trok. Hij is een voormalig VVD-stemmer met een links-liberaal wereldbeeld. Iemand die als een wetenschapper bleef uitgaan van de feiten en geen complottheorieën optuigde door feiten te verdraaien. Vanaf 2013 analyseerde hij in de media scherp en deskundig de gebeurtenissen rond Edward Snowden en de NSA. Mij bleef het een raadsel waarom Poot met zijn genuanceerd beoordelingsvermogen en digitale expertise niet ingelijfd werd door de journalistiek of een NGO. Of door de overheid die liever met Bas Eenhoorn in zee ging. Maar bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 12 september 2012 had de PPNL niet meer dan een halve zetel gehaald. Mijn stem en steunbetuiging aan de partij hadden niet geholpen.

In 2014 en 2015 raakte de PPNL uit mijn gezichtsveld. Ik hield me verre van partijbijeenkomsten. De partij haalde nauwelijks de media nog. Tot ik in oktober 2015 een nieuwsbrief van de PPNL las en me doodschrok. Erin stond: ‘De opstelling van de PP t.o.v. de GeenPeil actie is besproken en er is besloten hieraan steun te verlenen omdat alle uitbreidingen van de democratische inspraakmogelijkheden welkom zijn.’ Dat was in de periode dat Geen Peil (voor het commercieel aanjagen van Geen Stijl) in de zomer van 2015 het Oekraïne-referendum had opgestart. Met partners zoals FvD. Naar nu achteraf valt te reconstrueren gebruikten de voormannen Jan Roos (Geen Stijl) en Baudet (FvD) dit referendum als carrière-opstapje naar de partijpolitiek.

Ik schreef op 30 oktober 2015 een brief naar het partijbestuur en vroeg om opheldering: ‘Deze opstelling van de PPNL treft me onaangenaam. Niet alleen omdat ik de campagne van GeenPeil als een conservatief en rechts-populistisch geluid inschat en de PPNL daartoe geen afstand houdt, maar juist omdat de PPNL het nog ondersteunt ook. De reden die wordt gegeven komt me eerlijk gezegd tamelijk naïef voor en doet me opnieuw twijfelen aan het politiek-strategisch inzicht van de leiding van de PPNL. Waar staat de PPNL nou eigenlijk voor als het steun geeft aan een conservatieve EU-scepticus als Thierry Baudet die de belangrijkste geestelijke vader van de campagne tegen het Associatieverdrag met Oekraïne is? (..)// Graag nodig ik het bestuur uit om duidelijk te maken wat de overwegingen waren van de PPNL om steun te verlenen aan genoemde campagne van GeenPeil. Van het antwoord laat ik mijn besluit afhangen of ik mijn lidmaatschap opzeg. Dit laatste bedoel ik niet als dreigement, maar eerder om aan te geven welk belang ik aan deze kwestie hecht. Een lidmaatschap van een politieke partij vat ik op als een afspraak van twee kanten. Ik meende in juli 2012 lid geworden te zijn van een links-liberaal-anarchistische beweging met mooie kernpunten over internetvrijheid, bestuurlijke transparantie, democratisering en andere onderwerpen die me aan het hart gaan en waarin ik me helemaal kan vinden. // Sinds 2012 bespeur ik weinig voortgang in de opbouw van de PPNL en het doordringen van het Piratengeluid in de publiciteit. Op een incidenteel optreden van Dirk Poot na waarvan het me trouwens meestal onduidelijk is of hij voor de partij of op eigen titel optreedt. Ik begrijp de organisatorische en financiële  problemen van de PPNL en wil daar niet te hard over vallen. Maar als de PPNL nu ook al steun verleent aan de campagne van GeenPeil dat ik inschat als een vehikel om de democratie en de EU te verzwakken dan voel ik me niet meer thuis bij zo’n PPNL. Ik zie het als een teken van het wegglijden van de PPNL in een richting die niet de mijne is. Hoe dat dan ook komt. Een halszaak is het allemaal niet. Zo gaat het nu eenmaal. Mensen ontmoeten elkaar en nemen weer afscheid. Vat dit schrijven dan ook niet op als kritiek, maar als een tussenbalans, als een teken van een buitenstaander die hoe dan ook constructief staat tegenover de PPNL.’ 

Constructief was ik tot vandaag. Ik heb dit 11 maanden laten rusten. Maar nu het bestuur van de PPNL in zijn geheel overstapt naar het FvD en ik evenmin vertrouwen heb in de koers van de huidige lijsttrekker voel ik me niet meer gebonden om te zwijgen. De top van de partij heeft de eigen denkbeelden verloochend.

Op 21 december 2015 kreeg ik een mailtje van de nieuwbenoemde penningmeester als reactie op het mailtje waarin ik om opheldering vroeg. Het antwoord bevatte zinsneden die me tegen de haren in streken. Zoals ‘Wie denk jij wel dat je bent als jij de mening van zeer veel Nederlanders kan afdoen als populair of conservatief’ en ‘In een (politieke)discussie is er geen foute mening, maar vrijheid van mening’. Ik laat het hier maar bij, ik vond het niet van het niveau dat ik verwachtte van het hoofdbestuur van een politieke partij. Ik antwoordde op 21 december 2015: ‘Hierbij zeg ik per 1 januari 2016 mijn lidmaatschap op de PPNL op. Ik verzocht via de secretaris om een uitspraak van het bestuur en krijg een in mijn ogen kwalitatief bedenkelijk antwoord van de penningmeester dat naar mijn idee ook nog eens persoonlijke opmerkingen bevat. Dat alles was niet wat ik voor ogen had en verwacht van het landelijk bestuur van een politieke partij. Bestuurlijk en politiek-inhoudelijk voel ik me niet thuis bij de huidige PPNL.’ Ik heb nooit antwoord gekregen van het bestuur.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Het rommelt binnen de Piratenpartij’ van de NOS, 26 september 2016.

Dirk Poot legt uit waar de Piratenpartij voor staat. Something cool?

Als kritisch lid op afstand van de Piratenpartij sta ik positief tegenover de woorden van de beoogd lijsttrekker Dirk Poot. Erik de Vlieger praat open met hem voor Café Weltschmerz. Poot positioneert de Piratenpartij als een partij die de macht van het parlement wil herstellen. Tegen regeringsakkoorden, Brussel en de macht van de multinationals in. Een goed idee dat bij nieuwkomers past, maar hoe gaat Poot dat realiseren? Hij komt overtuigend over als vrijdenker die een prima vertegenwoordiger is van de progressief-liberale stroming in de Nederlandse politiek. Ongenoemd in het gesprek blijft de krakkemikkige organisatie van de Piratenpartij.

00:00 Het kerkzakje door Bram Bakker (NL TRIO 0390 4379 13)
00:38 Introductie
01:55 Waarom stemmen op de Piratenpartij?
02:55 Kernpunten (Copyright)
05:10 Boekdruk-monopoly’s
06:39 Disney en Presley
09:00 Muziekrechten
10:15 Politieke vertaling
10:55 Evenwicht naar een open informatie samenleving
14:10 Piraten zijn de enige partij die de komst van de digitale wereld in hun politieke programma verwerken
18:09 Andere politieke issues?
19:00 Piratenpartij komt voort uit een criminele organisatie?
24:05 Kernenergie versus thoriumreactoren
28:55 Bootvluchtelingen
30:30 Nagesprek: Privacy, Facebook, Stasi, doneren!
36:53 Doneren (NL TRIO 0390 4379 13)

Zie hier voor blogpostings over de Piratenpartij.

Waarom breken Piratenpartijen niet door in Europarlement?

oorlog-zoeklicht04

De druiven zijn zuur voor de Europese piraten. De in het Europarlement vertegenwoordigde Zweedse parlementariërs Christian Engström en Amelia Andersdotter verdwijnen omdat de Zweedse Piratenpartij bleef steken op 2,2%. Te weinig voor een zetel. In schril contrast met de 7,13% uit 2009. De enige vertegenwoordiger van de Piraten in het Europarlement van 751 leden wordt de Duitse Piraterin Julia Reda. Op een haar na miste de Duitse Piratenpartei een tweede zetel. De Nederlandse Piratenpartij haalde 0,8%.

Voorvechter van de Europese Piraten die aangelopen weken vele nationale Piratenpartijen hielp met hun campagne Rick Falkvinge houdt in een analyse de moed erin en zoekt met een zoeklicht naar lichtpuntjes. Hij wijst op oplopende steun in Tsjechië (4,8%), Oostenrijk (2,1%), Luxemburg (4,23%) en Slovenië (2,57%). Maar is objectief genoeg om het een pijnlijk langzame verbetering te noemen. Z’n tegenbewijs dat ‘the political world tends to be that painfully slow for people coming from the Internet’ klopt niet zoals het Zweedse voorbeeld toont. De Piraten boeren als ‘politieke familie’ achteruit. Alleen die politieke werkelijkheid is relevant. 

De kritiek vanuit nationale Piratenpartijen op de institutionele media die politieke partijen die toe willen treden tot het politieke bestel bewust geen platform bieden snijdt hout. Dit is ernstig voor wie de media als controleur van de macht wenst te zien. Dat moet geen poortwachter zijn die de deur sluit. Falkvinge zette op een rijtje hoe de Zweedse Piratpartiet -niet eens een kleine partij- door de Zweedse media steeds weer van debatten, kieswijzers en verslaggeving werd uitgesloten. Dat mechanisme van bewuste uitsluiting werkte ook op Europees niveau. De Zweedse piraat Amelia Andersdotter werd op oneigenlijke gronden uitgesloten van deelname aan de debatten tussen de kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie.

Ook in Nederland werd de Piratenpartij zo goed als genegeerd door de institutionele media en kon daarom het gedachtengoed nauwelijks doordringen tot het electoraat. Een toetredende politieke partij die nog niet in een parlement vertegenwoordigd is ontvangt volgens de Wet Financiering Politieke Partijen in Nederland geen overheidssubsidie en is afhankelijk van free publicity. Als dat zo goed als ontbreekt, dan wordt het onmogelijk om de eigen stem tussen de gevestigde partijen te laten horen. In Duitsland is dat anders geregeld. De Piratenpartei kon zich al professionaliseren en publiciteit maken zonder dat het nog vertegenwoordigd was.

Het is lastig om de vinger te leggen op de nederlaag van de Piratenpartijen. Hun opmars gaat te langzaam. Onbegrijpelijk in het jaar van Edward Snowden, de NSA en de massale spionage van burgers. Ook door tal van Europese landen. Een verklaring is dat Groenen en links-liberale partijen als D66 deze kritiek succesvol weten te verwoorden. Sommige piraten beschouwen dat als opportunisme. Maar omdat het past binnen het gedachtengoed van deze partijen is dat de vraag. Als ze dit gewetensvol blijven doen, dan maakt het niet uit wie de kritiek verwoordt. Voor de bewering dat de institutionele media en de gevestigde politieke partijen de Piratenpartijen uitsluiten zijn voldoende aanwijzingen. Da’s zorgelijk omdat het raakt aan het functioneren van de journalistiek en het politieke bestel. Daarover kunnen de Piratenpartijen met andere nieuwkomers die bewust uitgesloten worden, zoals de Libertarische partijen, een breed maatschappelijk debat opstarten.

Foto: Zoeklicht, 1944.

EP: Schaake (D66) beveelt Andersdotter (Piraten) aan

Nu hoort u het ook eens van een ander. Europarlementariër Marietje Schaake (D66) doet een goed woordje voor Amelia Andersdotter van de Zweedse Piratenpartij. Een endorsement in goed Angelsaksische traditie. Opvallend dat een lid van de ene politieke partij een lid van een andere politieke partij aanbeveelt. Zoiets kan alleen in de EU omdat kiezers alleen op kandidaten in hun eigen land kunnen stemmen. Omdat Nederlanders niet op de Zweedse Amelia Andersdotter mogen stemmen kan Marietje Schaake dit doen omdat een Zweedse kandidaat geen directe concurrent is. Pas verrassend zou zijn als Schaake iemand van de Nederlandse Piratenpartij zou aanbevelen. Zoals lijsttrekker Matthijs Pontier of lijstduwer Dirk Poot. Dat doet ze dus niet.

Toch kan deze aanbeveling een neveneffect hebben. Hoe bescheiden dat ook is. De Nederlandse, Zweedse, Duitse en piraten van andere landen werken nauw samen in de European Pirate Party. Ze zien zichzelf als de enige echt internationale partij die in alle Europese landen hetzelfde basisprogramma volgt. In geen andere Europese ‘familie‘ is die gemeenschappelijkheid tot nu toe gerealiseerd. Een stem voor een Zweedse piraat kan van invloed zijn op de fractievorming en daarom indirect van invloed op kandidaten in andere landen.

Amelia Andersdotter is namens de Europese Piratenpartij kandidaat om voorzitter van de Europese Commissie te worden. Op formele gronden werd ze echter uitgesloten van de debatten tussen de kandidaat-lijsttrekkers (Schulz, Juncker, Verhofstadt etc.) omdat ze samengewerkt heeft met de Groenen. Zo zouden namens deze partij twee kandidaten deelnemen. Maar omdat Andersdotter is genomineerd door de Europese Piratenpartij en namens die partij optreedt is het een onterecht argument om haar om deze reden uit te sluiten. Samen met duo-lijsttrekker Peter Sunde. De Europese Piratenpartij had kritiek op deze uitsluiting: ‘Ons van een debat uitsluiten dat gericht is op jonge kiezers is onzinnig en laat zien dat iemand z’n positie misbruikt‘.

EU-debat verdient niet meer aandacht dan het verdient

eu

Deze petitie roept de Nederlandse publieke omroep op om meer aandacht aan de Europese verkiezingen te besteden en debatten tussen de lijsttrekkers van de grootste partijen in het Europarlement uit te zenden. De oproep vraagt om kanttekeningen. 1) De petitie suggereert dat de lijsttrekkers met zekerheid ook de kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie zijn. Dat suggereren de lijsttrekkers zelf, maar het is nog lang geen uitgemaakte zaak of de regeringsleiders niet zelf de voorzitter benoemen. 2) Niet alle stromingen uit het Europarlement of uit de Europese landen zijn vertegenwoordigd in de vier debatten die gehouden worden. Piraten en Eurosceptici ontbreken zodat de debatten kandidaten uitsluiten. Zo worden de debatten een onderonsje tussen christen-democraten, sociaal-democraten, liberalen en groenen die een vertekend beeld van de stemming onder het electoraat geven. 3) Geen van de kandidaten die aan de debatten deelneemt kan in Nederland gekozen worden. Hoe kan een Nederlandse kijker zich er dan mee identificeren?

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘EU-Debat 15 mei op televisie‘, 2 mei 2014.

Lapavitsas over het tekortschieten van Europees links

Econoom Costas Lapavitsas laat voor The Real News z’n licht schijnen over de stand van de EU, de Europese economie, rechts-nationalistische partijen en Frankrijk. Hij laakt de gevestigde linkse partijen die geen gezonde eurosceptische houding hebben ontwikkeld. Rechts-nationalistische partijen als UKIP, PVV of het Front National vullen het gat dat links heeft laten ontstaan. Toegevoegd kan worden dat Lapavitsas al te makkelijk voorbijgaat aan het euroscepticisme van de SP, de Duitse Die Linke, het Britse Left Unity of het Franse Le Parti de gauche. Maar Lapavitsas toont aan dat de grotere sociaal-democratische partijen als Labour, PvdA, SPD of PS de belangen van de werknemers en de gewone mensen binnen Europa niet dienen.

De valkuil is volgens Lapavitsas dat links meent dat de EU een min of meer progressief project is. Daarmee is dan de kous af. Veel is retoriek: ‘Ze kunnen het kapitalisme bekritiseren en ze bekritiseren het kapitalisme. Ze bekritiseren de Franse werkgevers, de Franse bourgeoisie, en ga zo maar door. Ze zijn daar erg goed in. Maar als het gaat om de Europese Unie en de Europese Monetaire Unie, zijn ze niet erg goed. Ze hebben gewoon geen coherente kritiek, een euroscepsis die daadwerkelijk iets betekent voor de werknemers.’ Kortom, de bewustwording van de grotere partijen zoals de PvdA begint bij het besef dat de EU en de EMU de belangen van de werknemers en de gewone mensen niet dienen. Maar vooral wel de belangen van de grote bedrijven.

Europese verkiezingen gaan samen met stemwijzers. Een onvermijdelijke combinatie. De Stem van Europa is sinds vandaag online. Een initiatief van Necker en iVOX. Het verbaast me niet dat ik met 82% bij de SP uitkom. Maar ondanks deze uitslag stem ik op 22 mei toch Piratenpartij ondanks m’n bezwaren tegen deze partij.

Opslag kentekens: politiek verkoopt burger uit

anpr-camera

De noodzaak voor een politieke partij die principieel en ondubbelzinnig opkomt voor de burgerrechten en die rechten niet ‘weggeeft’ in het politieke spel is deze week toegenomen. Onder vuur ligt de maatregel dat alle kentekengegevens van alle auto’s een maand lang worden bewaard. Via automatische nummerplaatherkenning worden ze opgeslagen. Zodat niet langer het principe geldt dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel is bewezen. Volgens de nieuwe logica is iedereen verdacht. Dit ‘experiment’ is een sluipweg naar de politiestaat.

Onbegrijpelijk is dat partijen als D66 en GroenLinks die altijd van zichzelf zeggen dat ze opkomen voor de privacy en de vrijheden van burgers met deze maatregel akkoord lijken te gaan in Eerste en Tweede Kamer. Wat bezielt deze partijen die het een zeggen en het ander doen? Waarom wisselen ze principes in die ze zeggen te hebben?

Uiteraard zegt de regering dat de toegang tot de database met kentekens voor de veiligheids- en opsporingsdiensten met garanties omkleed is. Want dat zeggen overheden altijd. Maar wie na Edward Snowden regeringen op hun woord vertrouwt is lichtzinnig en wereldvreemd. Het afgeven van dit soort garanties kan in de praktijk helemaal niet nageleefd worden. Opnieuw zet de regering Rutte met minister Ivo Opstelten in de afweging tussen veiligheid en burgerrechten dat eerste voorop ten koste van dat laatste. Opsporing moet, maar kan niet onder het principe dat iedereen verdacht is zonder vermoeden van schuld.

Burgerrechtenbeweging Privacy First ageert tegen de centrale opslag van kentekens. Het heeft aangekondigd een proces te beginnen om de onrechtmatigheid aan te tonen. Mogelijk wint het zoals het dat ook deed bij de centrale opslag van vingerafdrukken bij paspoorten. Burgers moeten het zelf doen.

De les is niet een ontspoorde wet van een ontspoorde minister in een ontspoord kabinet en de vermenging van overheid en bedrijfsleven vanwege het economisch belang van de veiligheidsindustrie. Deze maatregel toont aan dat het systeem van politieke partijen faalt en zelfbewuste, betrokken en verontruste burgers voor de behartiging van hun belangen niet bij de gevestigde politieke partijen terecht kunnen.

Er is een Piratenpartij die wel ondubbelzinnig en principieel opkomt voor de burgerrechten en de internetvrijheid, maar deze partij lukt het maar niet om geloofwaardig te worden en door te breken om alle burgers die verontrust zijn over hun privacy te vertegenwoordigen. Zelfs niet in het jaar van Snowden. Deze burgers worden in Nederland politiek niet vertegenwoordigd. Ze zijn dakloos en overgeleverd aan het opportunisme en de gemakzucht van de politieke klasse die het af laat weten als deze burgers bescherming zoeken tegen de almacht van de staat.

Ontstemd stemmen voor gemeenteraad. Bij gebrek aan beter

Wie ben ik om stemadvies te geven? Dat geef ik dan ook niet. Weet ik veel. Een keuze is ook sterk afhankelijk van de eigen situatie. Als lid van de Piratenpartij kan ik in Utrecht niet op deze partij stemmen omdat die daar niet meedoet. Dat kan wel in Amsterdam, Binnenmaas, Groningen en Zwolle. Wat is in hemelsnaam Binnenmaas? En in Nijmegen op een wilde kandidaat die wel en niet namens de Piratenpartij deelneemt. Geen voorbeeld van een goed draaiende partij. Integendeel. Maar de Piratenpartij verdient een kans om zich te bewijzen. Ze zijn opvallend onder de radar van de publiciteit gebleven. Als aanvalspiloten. Voor de Europese verkiezingen in mei weet ik nu al zeker dat mijn stem naar de Piratenpartij gaat. Daar zie ik de zin van in.

Wat stem ik dan in Utrecht? Verdorie, het is verdomde lastig. Ik onttrek me niet aan de malaise. Sommige maatschappijcritici menen dat vooral de loze beloftes van premier Rutte in vorige campagnes het aanzien van de politiek hebben beschadigd. Of het rancuneus optreden van Diederik Samsom die als het tegenzit en anderen hem weerspreken steeds meer de trekken van een Karpatenkop vertoont. Of komt het doordat landelijke politici de lokale campagnes hebben gekaapt? Met hulp van de media. Zodat lokale partijen op de landelijke televisie nauwelijks aan bod kwamen. Alsof in een verslag van de voetbalcompetitie Ajax en Twente ongenoemd blijven. De twee grootste partijen zullen wel weer de niet-stemmers en de lokale partijen worden.

Het doet er nauwelijks toe wat ik stem. Mijn ideale partij en ideale kandidaat ontbreken toch. En de volgende ook. Evenals de daarop volgende. Ik doe water in de wijn. En daarna nog eens water in de wijn. En dan nog eens. Van de lokale politiek kan ik bij lange na niet begeesterd raken. En die vervreemdende campagne van landelijke politici die net doen alsof ze gekozen kunnen worden in lokale gemeenteraden heeft het me nog eens extra tegengemaakt. Maar ik stem wel. Vol tegenzin in mijn lichaam. Om ontstemd van te worden.

Oproep tot fundamenteel debat over organisatie van Piratenpartij

162193713

Er moet niet te zwaar getild worden aan het feit dat Erwin Lensink namens de Piratenpartij verkiesbaar is voor de gemeenteraadsverkiezingen in Nijmegen. Lensink is landelijk bekend als de waxinegooier. De Piratenpartij is er niet blij mee. Het is een incident dat in alle partijen kan voorkomen. Of staat het voor meer dan dat?

Binnen de partij is in de coördinatie veel misgegaan. Eerst zou het bestuur niet geweten hebben wie ‘Erwin’ was, maar toen weer wel zoals uit een persbericht blijkt. Later beweerde Dirk Poot dat Lensink zich op eigen houtje aangemeld zou hebben bij de Kiesraad, maar zoals BB meldt kan dat niet omdat het ‘H3-1-formulier was per ongeluk al getekend door de voorzitter‘. Toen diende het partijbestuur bij de Raad van State een dag te laat een bezwaarschrift in tegen de verkiesbaarheid van Lensink namens de partij. Een reeks van foutjes. 

Vraag is of de fouten samenhangen of los van elkaar zijn ontstaan. Het ligt trouwens nog ingewikkelder als blijkt dat de Nijmeegse piraten niet en de ledenraad en het landelijk bestuur wel aan de verkiezingen mee wilden doen. Er lijkt sprake van een bedrijfscultuur binnen de Piratenpartij die gekenmerkt wordt door een tekort aan centrale regie. Overigens een keuze waar de meerderheid van de leden op de ledenraad bewust voor kiest. Het is een gevolg van de afweging tussen basisdemocratie en uniformiteit. Met voor- en nadelen. 

Als lid van de Piratenpartij heb ik me de afgelopen jaren herhaaldelijk in discussies op internet met andere leden gemengd over de vraag hoe de afweging tussen centrale regie en basisdemocratie gemaakt kan worden. Intussen ben ik daar mee gestopt. Ik zie aan beide standpunten voor- en nadelen, maar neig toch naar meer centrale sturing. Zeker als het om verkiezingscampagnes gaat die nu eenmaal continuïteit, eenduidige beeldvorming en doelmatig omgaan met middelen vragen. En een snelle en daadkrachtige aanpak in de concurrentie met andere partijen. De Piratenpartij is ondanks alles en het bij sommige leden bestaande idee van eigen ‘exceptionalisme’ in de eerste plaats een ‘normale’ politieke partij en geen pressie- of actiegroep.

Haperingen, dilemma’s en foutjes zijn naar mijn idee terug te brengen tot het zelfbeeld van de piraten. Dat schuurt. Daarom blijft de doorbraak uit. Piraten komen met liberale eisen, maar velen voelen zich anarchisten en buitenstaanders. Hoe kan een maatschappijcriticus als Erwin Lensink zich anders tot de partij aangetrokken voelen? Het geeft te denken dat een partij die als kernpunten onder meer transparant bestuur, internetvrijheid en privacy/ burgerrechten heeft zo weinig steun verwerft in het jaar dat Edward Snowden, de NSA en de blunders van minister Plasterk het nieuws beheersten. Het is de hoogste tijd voor een fundamenteel debat over een andere organisatie waarbij niet de rol van de ledenraad maar de potentiële kiezers centraal staan.

Foto: Vakulenchuk, de leider van de opstand op de Potemkin. Still uit ‘Bronenosets Potemkin‘ (1925) van Sergei Eisenstein.

Piratenpartij moet meer aan de weg timmeren. Kei- en keihard

pirates3_3

Wordt het ooit nog iets met de Piratenpartij? Ik twijfel. Zomer 2012 werd ik lid, maar ik hou m’n hart vast. De Nederlandse Piratenpartij wil maar niet doorbreken. Niet in de peilingen en niet in het publieke debat. Het blijft marginaal. Als het bij de volgende verkiezingen voor gemeenten en Europa niet lukt, dan lukt het nooit.

Wat is er meer nodig dan de onthullingen van Edward Snowden die de vreselijkste schendingen van de privacy aantonen, de scoops van Glenn Greenwald, de NSA die eigenmachtig burgerrechten opzuigt en van Orwellls 1984 een kindersprookje maakt, een AIVD-directeur Rob Bertolee die in het ontwijken van de waarheid z’n eigen waarheid naar zich toetrekt, een regenteske en bullebakkende minister Opstelten en een suffe, sullige minister Plasterk, een kundige lijsttrekker Dirk Poot en een gemotiveerde achterban met het hart aan de goede kant? Secretaris Gerben Brands legt het uit voor radio 1. Dat doet-ie goed. Maar toch overtuigt het niet.

De Nederlandse Piraten maken nog steeds weinig klaar. Ik breek graag een lans voor de partij, maar kan er niet meer van maken dan wat ik zie. Het product dat de Piraten in handen hebben is van goud, maar ze weten het tot nu toe niet te verzilveren. Op geen enkel moment. Waarom niet? Komt het door intern gekissebis? Of hun beroerde publiciteit met een website die een vormgeving heeft uit het jaar nul en maar niet spannend wil worden? Ik gun het de Piratenpartij, en bovenal de Nederlandse politiek zo graag, maar zie geen verbetering. Is het het tekort aan middelen dat een doorbraak door nieuwkomers verhindert? Het is nog 2,5 maand tot de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart. Piraten, gooi de schroom van jullie af. Ga in de aanval. Frontaal.

Foto: ‘Circa 1925: A fencing duel scene from the pirate film ‘Contraband‘, produced by Fred Leroy Granville. (Photo by General Photographic Agency/Getty Images)’