Campagnes van Goede Doelen die getuigen van witte suprematie, valse sentimentaliteit en neo-kolonialisme kunnen echt niet meer

Al tientallen jaren verbaas ik me over de huilerige en paternalistische filmpjes van organisaties over zielige en hongerende zwarte kinderen in ontwikkelingslanden. Het is valse sentimentaliteit, klagerigheid, neo-kolonialisme, witte suprematie en onecht handelen van een Goede Doelen-industrie die het vooral te doen is om eigen inkomsten. Hun overhead kosten zijn groot en het toezicht daarop is ondoorzichtig. Neem dit bevoogdende filmpje van UNICEF Nederland uit 2017. Het witte perspectief is de focus. Een gevolg van de opkomst van de anti-racisme beweging is dat deze campagnefilmpjes als onwaarachtig te kijk worden gezet.

Het zou gewenst zijn als de Goede Doelen-industrie zelf tot het besef komt dat dit niet meer kan. Het verdient overweging om deze oude filmpjes uit hun archief of van de eigen sociale media te verwijderen. De samenleving voelt al jaren dat dit valse marketing is, maar de Goede Doelen-industrie kan blijkbaar moeilijk afscheid nemen van een achterhaald verdienmodel. Zie voor een overzicht het artikelWAAROM DEZE ONTWIKKELINGS­CAMPAGNES ECHT NIET MEER KUNNEN’ van Emiel Martens en Wouter Oomen op One World.

Bussemaker antwoordt Bergkamp over aankoop Rijksmuseum

unnamed

Kamervragen zijn voor politieke partijen vaak een makkelijk middel om zich te positioneren. Free publicity. In de gevallen dat partijen de publiciteit zoeken doen de antwoorden er niet meer toe. Van de andere kant kan een minister of staatssecretaris een antwoord weer gebruiken om zich te positioneren. Zodat een schaduwspel van vraag en antwoord wordt gespeeld waarbij de kwestie die de aanleiding voor de vraag is uit zicht raakt.

Op 8 mei 2015 stelde Vera Bergkamp (D66) kamervragen aan minister Bussemaker (OCW) over kunstaankopen op de veilingmarkt. Aanleiding was de verwerving door de Rijksmuseum op de TEFAF (13-22 maart 2015) van een schilderij van Jan Asselijn voor 1.200.000 euro terwijl het werk op 3 december 2014 bij Sotheby in Londen werd geveild voor 760.355 euro (= 602.500 GBP). De kwestie waar het om draait is of de directie van het Rijksmuseum adequaat heeft gereageerd op het aanbod op de veilingmarkt, heeft zitten slapen en daarom 439.000 euro teveel betaald heeft voor het werk of er zelfs sprake is van zakelijke belangenverstrengeling.

Bussemakers antwoorden roepen nieuwe vragen op. Bussemaker: ‘Ik heb begrepen dat het Rijksmuseum op de hoogte was dat dit werk eerder op de veiling is aangeboden. Ik heb ook begrepen dat het Rijksmuseum aanvankelijk heeft afgezien van een poging tot aankoop vanwege twijfels over de kwaliteit en de staat van dit werk. Pas na restauratie en nader onderzoek besloot het museum tot een poging om dit werk te verwerven.’

Dit antwoord is in lijn met de verklaring van het Rijksmuseum: ‘Na onderzoek door kunsthistoricus Jeroen Giltaij en restauratie werd het op deze editie van de TEFAF aangeboden door kunsthandelaar Bob Haboldt.’ De beschrijving van de gang van zaken geeft geen antwoord op de vraag of het Rijksmuseum optimaal opereerde. Het is merkwaardig dat een museum dat met onderzoek en restauratie in een werk investeert en samenwerkt met de handelaar deze als beloning een hogere prijs dient te betalen ondanks eigen inspanningen. Waarom wist het Rijksmuseum bij een winstmarge van 58% voor de handelaar geen lagere aankoopprijs te bedingen?

Bussemaker geeft dus geen antwoord op de vragen van Bergkamp. Omdat ze die niet kan geven. De minister heeft gelijk dat een aankoop de eigen verantwoordelijkheid van een museum is. Zelfs als ze zou menen dat het Rijksmuseum deze aankoop niet handig heeft aangepakt kan ze dat publiekelijk niet zeggen. Daarom kleden de ambtenaren van de minister met rituele herhaling de vragen aan met allerlei overbodige en zelfs onjuiste opmerkingen. Feit dat de Stichting Rijksmuseum Fonds is aangesloten bij het Centraal Bureau voor Fondsenwerving (CBF) met een CBF-Keur zegt absoluut niet dat ‘inrichting van de interne beslisprocessen aan strenge normen voldoet’. Toezichthouder van de goede doelen CBF toetst kwantitatief en niet kwalitatief.

Foto: Jan Asselijn, De doorbraak van de Sint Anthonisdijk in Amsterdam1651. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.

Ongelijk van Halbe Zijlstra’s cultuurbeleid opnieuw aangetoond

geven

Halbe Zijlstra (VVD) wist hoe het zat toen hij staatssecretaris van cultuur (2010 -2012) was. Zo pretendeerde hij. Bezuinigen op kunst door de overheid kon omdat particulieren en bedrijven in het financiële gat zouden springen. Dat was ‘Een nieuwe visie op cultuurbeleid’ zoals hij dat in een kamerbriefMeer dan kwaliteit, een nieuwe visie op cultuurbeleid‘ van 10 juni 2011 presenteerde. Er is niets van Zijlstra’s plannen uitgekomen, want de markt had weinig behoefte om in het gat te stappen dat de overheid bewust liet ontstaan. Er werd al in 2010 door vele kanten voor gewaarschuwd dat hij het bij het verkeerde eind had. Het was niet meer dan blufpoker en nattevingerwerk zonder onderzoek waar de VVD’er zich op baseerde. Op weg naar de volgende functie zonder verantwoording af te hoeven leggen voor zijn miscalculaties. Met rampzalige gevolgen.

Vandaag wordt de onjuistheid van Zijlstra’s beleid opnieuw bevestigd. Daan van Lent citeert voor NRC uit het morgen te verschijnen tweejaarlijkse rapport ‘Geven in Nederland’ van het Centrum voor Filantropische Studies aan de VU: ‘Giften aan cultuur zijn sinds 2011 verder teruggelopen. (..) De daling is opmerkelijk, omdat de overheid in 2011 besloot fors te bezuinigen op cultuur en een beleid inzette dat instellingen juist meer geld zouden moeten aantrekken uit de particuliere sector. (..) De daling komt vooral door sterk dalende sponsorgelden. De onderzoekers geven daarvoor geen verklaring. Maar uit jaarverslagen van culturele instellingen bleek vorig jaar al dat musea, orkesten, toneel- en dansgezelschappen bij bedrijven merken dat deze sinds de recessie de hand op de knip houden en bovendien geen zin hebben om in het gat te springen dat de overheden hebben laten liggen liggen.’ Nogmaals, het was voorspeld dat het zo zou gaan.

Het is dus allemaal nog veel erger dan wat Zomergast Johan Simons in 2013 zei: ‘Onze vorige staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra die zei dat hij blij was dat hij geen verstand had van kunst, want dan kon hij heel makkelijk snijden. Ik weet niet of er überhaupt bezuinigd moet worden, daar zijn ook andere stemmen, maar de manier waarop die man omgegaan is met ons kunstenaars neem ik hem zeer kwalijk en zal ik hem ook altijd kwalijk nemen. Het gaat niet aan dat iemand die staatssecretaris van Cultuur is dat durft te zeggen, terwijl een staatssecretaris van Cultuur het hoort op te nemen voor cultuur. Ook al krijg je als opdracht om te bezuinigingen dan moet je dat serieus uitleggen. (..) Je kunt toch niet zeggen als je een ministerie onder je hebt blij te zijn niet zoveel verstand van kunst te hebben om makkelijker te kunnen snijden. (..) Ik vind het respectloos beleid. We hebben te maken met een regering die redelijk respectloos met de kunst omgaat.’

De VVD is de oorzaak voor de recente kaalslag op cultuur en heeft dat in de afgelopen jaren voorbereid en vormgegeven. Eerst binnen de VVD-fractie bij monde van cultuurwoordvoerder Han ten Broeke, in 2010 door VVD-informateur Ivo Opstelten in het regeerakkoord en in de uitvoering door staatssecretaris Halbe Zijlstra. Een toelichting bij het rapport ‘Manifestaties van de vrijheid des geestes’ van de Teldersstichting claimde de eigen verdienste: Omdat cultuur en sport voor de gemiddelde burger vrijetijdsactiviteiten zijn, vormen van vermaak, rijst de vraag hoe de gewijzigde taakopvatting van de overheid op de terreinen van cultuur en sport zich verhoudt tot de liberale staatsopvatting. Voor de VVD is cultuur een vorm van vermaak. Dan is blijkbaar alles geoorloofd om de burgers wat op de mouw te spelden en slecht doordacht beleid voor te zetten.

Schlaraffenland
Foto 1: Schermafbeelding van hoofdstuk ‘1.5 Geven aan cultuur’ uit kamerbrief ‘Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid’ van Halbe Zijlstra (2011).

Foto 2: Pieter Bruegel de Oude, ‘Luilekkerland’ (1567). Collectie: Alte Pinakothek, München.

Parodie Downton Abbey met George Clooney en vaste cast

Een parodie van het Britse kostuumdrama Downton Abbey voor het charitatieve Text Santa dat geld ophaalt voor goede doelen. Van dit kostuumdrama wordt nu door de NCRV het vijfde seizoen uitgezonden. De parodie steekt de draak met de conventies van de Engelse hogere klasse die lastig kan wennen aan maatschappelijke veranderingen en de eigen privileges ongaarne afstaat en zich stijfjes door de tijd beweegt. Maar ook met de bedienden op de onderverdieping die zichzelf zo wegcijferen in dienst van de werkgever dat het lachwekkend wordt. Gasten als Jeremy Piven (Mr. Selfridge) en George Clooney als ‘the Marquis of Hollywood’ laten de vaste cast van Downton Abbey ontdooien. Eindelijk. Maar: voor maar negen minuten. Het blijft immers een parodie.

Doneren naar Text Santa kan hier.

Waarom uitzondering voor kerken inzake publicatieplicht ANBI?

kerk

PvdA-kamerleden Ed Groot en Ahmed Marcouch stelden vandaag kamervragen aan staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën over de toeschietelijke houding van de Belastingdienst voor kerkgenootschappen inzake de publicatieplicht voor ANBI’s. Sinds 1 januari 2014 moeten Algemeen Nut Beogende Instellingen voldoen aan voorwaarden. Kerken en kloosterorden zijn van de nieuwe voorwaarden uitgezonderd tot 1 januari 2016.

Groot en Marcouch vragen Wiebes waarom er een uitzondering wordt gemaakt voor kerkelijke instellingen en waarom dat voor andere geloofsinstellingen niet geldt. Ze willen weten of en waarom er onderscheid wordt gemaakt tussen geloofsrichtingen. De PvdA’ers stellen niet de vraag waarom voor niet-religieuze ANBI’s geen uitzondering wordt gemaakt. Dat zijn instellingen op het gebied van goede doelen met een maatschappelijk of cultureel nut. Waarom specifiek christelijke instellingen niet zouden kunnen voldoen aan de nieuwe voorwaarden en daarvoor als enige categorie uitstel hebben gekregen is een intrigerende vraag.

Foto: Schermafbeelding van notificatie Belastingdienst over uitzondering publicatieplicht ANBI’s.

Stop alle petities die alle petities willen stoppen. Valse hoop?

petit

Nico van Wijk komt met een petitie die een eind moeten maken aan alle petities. Hedendaags: een petitie over petities. Erg Meta. Want petities zouden valse verwachtingen scheppen. Daar zit wat in. Maar ook een boel niet. Petities moeten zeker niet overschat worden, maar van de andere kant ook weer niet als onbeduidend worden gezien. Want soms dienen ze echt een direct politiek-maatschappelijk nut. Toegegeven, in hun eentje veranderen ze de publieke opinie niet, maar ze kunnen er wel aan meehelpen om de kritiek die leeft en wellicht nog even gauw gemobiliseerd wordt een vorm te geven. Met het verzoek om de tijd en het geld in Stichting AAP ‘of een soortgelijk goed doel voor dieren of mensen‘ te stoppen komt de aap uit de mouw. De hulp aan uitheemse dieren of mensen kent een grens die niets te maken heeft met het houden van petities.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Stop alle petities‘, 17 december 2013. 

Petitie ‘doneerlijk’ vraagt meer inzicht in goede doelen sector

don

De petitie ‘Doneerlijk‘ roept op tot meer transparantie in de goede doelen sector. De indieners constateren dat er ‘Weinig of geen inzicht in uiteindelijke verdeling giften/donaties aan goede doelen‘ is. Feitelijk stellen ze de situatie nog te rooskleurig voor. Het schort ‘m in de charitatieve sector namelijk niet alleen aan de verdeling en de verantwoording van het opgehaalde geld, maar ook aan de verwerving ervan. Tekenen kan hier.

Ondanks politieke initiatieven lukt het niet tot een sluitende verantwoording in deze sector te komen. Waarom voortgang ontbreekt is de vraag. Het heeft vermoedelijk te maken met de schijn van transparantie en weinig betekenisvolle keurmerken die echte transparantie buiten de deur houden. Een jaar geleden concludeerde ik: ‘Er is op meerdere niveau’s iets mis met de sector. De ‘namaak’ goede doelen dienen aangepakt te worden, want het zijn direct mail instellingen die alleen met marketing bezig zijn. Ze geven de sector een slechte naam en er lekt geld weg. Dit probleem is al meer dan 10 jaar bekend. In een gezonde sector waren ze allang aangepakt. Onbegrijpelijk is waarom dit via kwalitatieve certificering, betere accountantscontrole en een agressiever publiciteitsbeleid van het CBF en de VFI nog steeds niet is gelukt. Het simpele antwoord is dat de grotere goede doelen niets te winnen hebben bij transparantie. Ze spelen liever koninkje in hun eigen rijk.’

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘doneerlijk’, 19 november 2013.

Kunnen kunstenaars belangeloos de samenleving steunen?

Help

Help-portrait noemt zichzelf een wereldwijde beweging van fotografen, stylistes, fotobewerkers, drukkers en make-up artiesten die hun tijd, middelen en expertise teruggeven aan mensen in nood. EventHelp Portrait Twente – Help Portrait Twente‘ maakt inzichtelijk wat het is. Beeldend kunstenares Mirna Limon en fotografe Marina de Beukelaer zetten het in Hengelo samen op zodat ‘mensen met lage inkomens de mogelijkheid krijgen om GRATIS op een mooie manier op de foto te worden gezet‘. Op 8 december 2012 was de shoot.

Dat idee van kunstenaars en fotografen om belangeloos hun creativiteit in te zetten voor de lage inkomens is vergelijkbaar met het Amsterdamse initiatief ‘Eenzame Uitvaart‘ van dichter F. Starik om de uitvaart van overledenen ‘waar anders niemand en niemand anders hun uitvaart zou bezoeken’, een bijzonder saluut te brengen met een passend gedicht. De ‘Eenzame Uitvaart‘ zorgt in dat geval voor een ‘dichter van dienst’.

Deze initiatieven gaan voorbij aan de marktwerking. Ze opereren in de marge. De gevestigde kunstwereld kan er moeilijk bezwaar tegen maken. Door de lage commerciële waarde kunnen ze getolereerd worden. Het is aanvullend. De inzet van de kunstenaars is niet helemaal belangeloos omdat ze zich in hun belangeloosheid presenteren. Soms resulterend in bewuste marketing. Soms niet gezocht en liefst wegduikend, maar zonder dat het vernoemde nog ongenoemd kan worden. Iedereen die zich uitspreekt neemt stelling en doorbreekt onvermijdelijk de neutraliteit. Verschil met het ‘sociale’ community art is dat het vanaf de basis werkt met individuen zonder tussenkomst van overheid, kunstencentrum of zelfs de samenleving als gemeenschap.

Is stigmatisering een probleem? Want uit alles blijkt dat iemand die door Help-portrait op de foto wordt gezet een laag inkomen heeft. Of in nood verkeert zoals het wordt genoemd. Is het betuttelend dat een creatieve klasse vanuit een idee van charitas ‘iets teruggeeft’? Als de spreekwoordelijke chocolademelk die koningin Juliana op paleis Soestdijk eens per jaar aan het personeel serveerde. In een incidentele omkering der waarden die eerder de macht bevestigt, dan deze ter discussie stelt. Maar wat kunnen kunstenaars die het goed bedoelen en echt hun tijd en vakmanschap willen inzetten voor een maatschappelijk doel anders doen?

486265_518319234845415_748896700_n

Foto 1: Schermafbeelding van Help-portrait community.
Foto 2: Help Portrait Twente initiatiefnemers: Beeldend kunstenaar Mirna Limon (rechts) en fotografe Marina de Beukelaer.

Hoe lang kunnen burgers het wantrouwen van de VVD nog aan?

media_xl_1441700

Hoe groot moet de legitimiteit van een regering zijn om niet door de vloer te zakken? Kritiek lijkt altijd feller dan voorheen. Tegengeluiden klinken altijd. Toch stapelt de kritiek op met name de VVD zich op. Venijnige en steeds wanhopiger wordende uitspraken fileren het beleid van het kabinet Rutte op belangrijke deelterreinen: economie, veiligheid, zorg, bestuur, onderwijs, wetenschap en cultuur. Paradox van de koers is dat een partij die het begrip ‘Vrijheid‘ in haar naam draagt de vrije ruimte van de burger steeds meer inperkt. Vanuit het wantrouwen jegens de burger. Overdreven overheidsbemoeiienis en zelfgerichtheid worden zo het motto van het kabinet Rutte-Asscher. NRC-commentator Marc Chavannes merkt op: ‘De VVD is als het zo uitkomt net zo dirigistisch als de cliché-PvdA.’ De VVD sluit zich in zelfgekozen separatie mentaal af van de samenleving.

In de sector veiligheid opereert als motorblok van de VVD het duo Teeven en Opstelten als bad en good guy. Opstelten is de double-breasted consigliere die met proefballonnen de grenzen van de rechtsstaat oprekt en Teeven de hitman die zijn slordige baas opjaagt om te scoren. Deze Watt en Halfwatt van de staatsveiligheid trekken steeds meer bevoegdheden naar zich toe, wantrouwen de mondige burger als veiligheidsrisico voor hun positie die floreert in het halfduister en laten het liggen in de opsporing en de aansturing van de politie. In een vlucht naar voren praten ze in ontoetsbare abstracties, plannen en vergezichten omdat ze de kerntaak waarvoor ze ingehuurd zijn niet aankunnen. Opstelten en Teeven zijn bipolair zonder een evenaar te kennen.

De kritiek op de VVD is zo omvangrijk dat het pijn doet aan het verstand. Economisch presteert Nederland slecht sinds Rutte aan de macht is en zakt het ook in vergelijking met de buren weg. Wat de VVD biedt is Tjakka en geen afgewogen beleid. Voormalig staatssecretaris Zijlstra kortte met verwijzing naar de markt als oplossing bovenmatig in het cultuurbudget. Nu blijkt dat de cultuursector de dupe is van een ingezakte goede doelen markt kunnen de honden blaffen wat ze willen maar trekt de caravan van de VVD verder zonder te repareren. Op weg naar wat trouwens? In de chicken race met de PvdA rijdt de VVD hard naar de afgrond. De voet op het gaspedaal is de legitimatie van het eigen gelijk. Een in zichzelf gekeerde partijpolitiek van de VVD keert zich af van goed geïnformeerde en betrokken burgers die niets van deze politiek te verwachten hebben.

img.php

Foto 1: De VVD’ers Fred Teeven (links) en Ivo Opstelten, respectievelijk staatssecretaris en minister van Veiligheid en Justitie, 2012. Credits: ANP.

Foto 2: Het Deense komische duo Watt en Halfwatt (Pat en Patachon) als politie-agent, 1925.

Goede doelen sector profiteert van ontbrekende transparantie

Update 1 februari 2013: Lea Bouwmeester en Mei Li Vos (PvdA) stellen kamervragen aan staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie. Een vervolg van de eerdere vragen uit oktober 2012. Het handelen van het CBF roept vragen op. De transparantie in de goede doelen sector lijkt eerder kleiner dan groter te worden. 

Lea Bouwmeester van de PvdA stelt kamervragen aan de staatssecretarissen Fred Teeven van Veiligheid en Jusititie en Frans Weekers van Financiën over goede doelen. Ze wil weten of de staatssecretarissen op de hoogte zijn van de zogenaamde ‘namaak’ goede doelen. Deze look-a-likes lijken als twee druppels water op bestaande fondsen. En trekken daar fondsen weg. Maar tegelijk heeft ze ook vragen over de transparantie en de betrouwbaarheid van de sector, en de juiste besteding van de fondsen. Argos Radio kaart het aan.

Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) is de Nederlandse toezichthouder waar goede doelen een keurmerk aanvragen. Vaak een voorwaarde om elders toegelaten te worden. Er is kritiek op het functioneren van het CBF dat als een logge, ambtelijke organisatie wordt gezien. Maar het neemt een sleutelpositie in.

Bezwaren zijn dat de toetsing hoofdzakelijk kwantitatief is en de kosten voor kleinere organisaties hoog zijn. Een klein nieuw doel dat een Verklaring van Geen Bezwaar wil aanvragen is daarvoor 1355 euro kwijt. Elk goed doel mag volgens de CBF-reglementen niet meer dan 25% aan fondsenwerving uitgeven. Dat zegt echter niets of de uitgaven volgens de doelstelling worden besteed. En het verbiedt de hoge directeurssalarissen niet.

De Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI) is de brancheorganisatie waarbij de belangrijkste goede doelen zijn aangesloten. Ze besturen met elkaar de sector en drukken hun stempel op de belangenbehartiging en publiciteit. Uitgerekend oud VFI-voorzitter Joop Daalmeijer heeft er kritiek op en zegt zijn vertrouwen in de sector te hebben verloren.

Zwak punt is dat het de problemen met zelfregulering wil aanpakken. Maar zonder sancties en overheidstoezicht werkt dat onvoldoende. De verwijzing naar transparantie wordt zo een middel om de controle op transparantie aan het oog te onttrekken. De politiek op haar beurt laat het gebeuren.

Er is op meerdere niveau’s iets mis met de sector. De ‘namaak’ goede doelen dienen aangepakt te worden, want het zijn direct mail instellingen die alleen met marketing bezig zijn. Ze geven de sector een slechte naam en er lekt geld weg. Dit probleem is al meer dan 10 jaar bekend. In een gezonde sector waren ze allang aangepakt.

Onbegrijpelijk is waarom dit via kwalitatieve certificering, betere accountantscontrole en een agressiever publiciteitsbeleid van het CBF en de VFI nog steeds niet is gelukt. Het simpele antwoord is dat de grotere goede doelen niets te winnen hebben bij transparantie. Ze spelen liever koninkje in hun eigen rijk.

Foto: De blinde bedelaar, 1640-64, maker onbekend.