Britse theatermaker Kumar pleit ook voor benoemingen op sleutelposities van mensen met ‘lage’ sociaaleconomische status. Het ontbreken van dat pleidooi is de blinde vlek van de Nederlandse kunst

Schermafbeelding van deel artikelAppoint people of colour to senior theatre roles, British Asian artistic director says; Pravesh Kumar says more diverse voices are needed to bring about creative change‘ in The Guardian, 8 januari 2022.

Interessante ontwikkeling in de Britse toneelwereld. Niet het feit dat de Brits-Aziatische theatermaker Pravesh Kumar pleit voor meer benoemingen op sleutelposities van mensen met een Aziatische achtergrond is bijzonder, maar dat hij in een adem ook pleit voor de benoeming van meer mensen met een ‘lagere’ sociaaleconomische status (‘arbeidersklasse’) is dat wel.

Dat is een slimme opstelling van Kumar omdat het diversiteit breder opvat dan doorgaans gebeurt. Zo worden de verschillen gender en huidskleur gerelativeerd die op dit moment politiek de meeste aandacht krijgen en het meest succesvol zijn en probeert Kumar het activisme van deze twee goed in de markt liggende verschillen aan te vullen met zijn pleidooi voor een bredere vertegenwoordiging.

Hij ziet het risico van politieke bewegingen die tijdelijk de wind mee hebben, maar voorziet dat dit niet duurzaam is. Dat wil hij voor zijn door een bredere basis onder de kunst te leggen met een bredere vertegenwoordiging die de structuur van de kunst en het draagvlak ervoor versterkt.

Kumar hoopt hiermee de vertegenwoordiging in de Britse toneelwereld evenwichtiger te maken, wat de stabiliteit voor de toekomst in zijn ogen verhoogt. Zijn overweging is dat mensen in de kunst uiteraard met hun eigen stem en met hun eigen visie problemen binnen hun eigen gemeenschap aan de orde kunnen stellen, maar dat hiermee het draagvlak voor de kunst van de toekomst niet op een hoger peil gebracht wordt.

In vele Europese landen staat de steun voor de kunst onder druk. Het links-radicale activisme kan de positie van de doelgroepen huidskleur en gender binnen de kunst versterken, maar verzwakt sectoraal het draagvlak van de kunst als geheel.

Niet alleen de rechtse politiek neemt om deze reden afstand van de kunst die hierdoor als ‘linkse hobby’ kan worden voorgesteld, maar ook de meer traditionele delen van de linkse politiek laten het afweten omdat ze zich niet volledig willen associëren met sociaal-culturele onderwerpen om het verwijt voor te zijn de sociaal-economische onderwerpen in te wisselen en in de uitverkoop te doen.

Kumar benoemt het in dit artikel in The Guardian niet, maar zijn bezwaren schemeren er wel doorheen. Het gevaar is dat er een nieuw elitarisme ontstaat volgens die nieuwe breuklijnen van gender en kleur als er op sleutelpositie geen mensen met een ‘lage’ sociaaleconomische status en ‘laag’ opleidingsniveau worden benoemd. Want die laatst groepen worden in de programmering dan onvoldoende bediend en haken af, zo is de redenering.

De politiek die daarop reflecteert heeft ermee een excuus én een reden in handen om de steun voor de kunst te verminderen. Als de kunstsector verstandig is loopt het daarop vooruit en probeert het niet eenzijdig te handelen volgens wat een links-radicale voorhoede van studenten, kunstenaars en kunstprofessionals haar influistert, maar redeneert het vanuit de lange termijn van de kunstsector die alleen kan overleven met breed maatschappelijk draagvlak en diverse creatieve impulsen.

Anders gezegd, om te overleven en overheidssubsidie te blijven ontvangen moet de kunstsector echt divers en inclusief zijn door alle achterstandsgroepen een betere vertegenwoordiging in de kunst te geven. Zodat pas werkelijk een brede diversiteit ontstaat die verder gaat dan de mode van vandaag. Dat hoeft niet door de rechtse politiek en de traditioneel linkse politiek direct een stem in de kunstsector te geven, maar wel door de mensen die deze politiek zegt te vertegenwoordigen beter tot hun recht te laten komen in de kunst via een bredere en meer diverse programmering.

Het is wachten op een uitspraak van een opinieleider in de Nederlandse kunst die pleit voor betere vertegenwoordiging in de kunsten van mensen die door hun sociaaleconomische status en opleidingsniveau niet aan de bak komen, niet gehoord worden en hun zaak in de publieke opinie niet kunnen bepleiten. Straks is de achterstand van mensen van kleur en vrouwen gedeeltelijk weggewerkt, maar is de achterstand van mensen met een ‘lage’ sociaaleconomische status en een ‘laag’ opleidingsniveau verder toegenomen. Het door kunstbobo’s niet zien van die verschillen is de blinde vlek van de Nederlandse kunst.

Amerikaans neofascisme: Er dreigt gevaar van een burgeroorlog die door QAnon en conservatieve kerken wordt voorbereid

Schermafbeelding van deel artikelWe knew QAnon is anti-Semitic. Now we know it’s racist, too’ van Mia Bloom op The Bulletin, 5 juli 2021.

De titel van het artikel van Mia Bloom suggereert dat antisemitisme geen racisme is. Het gaat over QAnon waarvan Bloom al het vermoeden had dat het antisemitisch was. Deze beweging stelt dat de wereld wordt gerund door een kliek van pedofielen die kinderen doden en hun bloed drinken. Volgens QAnon is Donald Trump de persoon die deze kliek gaat ontmaskeren.

QAnon heeft als grootste politieke tegenstrevers Black Lives Matter, dat opkomt voor de rechten van zwarten en zich keert tegen het politiegeweld tegen etnische minderheden, en de zogenaamde antifa (anti-fascistische) groeperingen. QAnon kan op het eerste gezicht niet anders dan neofascistisch genoemd worden met als neofascistische leider Donald Trump.

Wat zich aftekent is een samenklontering van nationalistische witte racistische groeperingen, ofwel de vertegenwoordigers van white supremacy, die verenigd door de krankzinnige QAnon-samenzweringstheorie, een Amerikaanse neofascistische beweging vormen. De sekte van het geloof in Donald Trump snijdt rationalisering af en maakt gelovigen onbereikbaar voor dialoog.

De neofascisten bereiden zich voor op een burgeroorlog. Ze zijn zelfs met steun van de achterban van de Republikeinse partij niet in de meerderheid en hebben dus niet de stemmen, maar wel de wapens, de organisatie en de wil om een opstand te beginnen en de Amerikaanse democratie omver te werpen. Dat gevaar dat aan de oppervlakte kwam op 6 januari 2021 met de bestorming van het Capitool is nog niet geweken. Velen verwachten dat zoiets zich zal herhalen en dan mogelijk succesvol is.

Binnen de Amerikaanse bevolking bestaat volgens een onderzoek een minderheid van 26% die zich kwalificeert als ‘zeer rechts autoritair’. Binnen de Republikeinse partij steunt 39% volgens een ander onderzoek ‘Amerikanen die gewelddadige acties ondernemen als gekozen leiders niet in actie komen’. De retoriek van een falende politiek wordt dagelijks via rechtse omroepen, opruiende sociale media en conservatieve kerken verspreid. Omdat meer dan 74 miljoen Amerikanen op Trump stemden gaat het om 29 miljoen Amerikanen die een opstand tegen de democratie in principe steunen.

De rol van religie als toeleverancier voor volgelingen is in de QAnon-beweging groot. Religie is in potentie een gevaarlijke negatieve kracht omdat de VS een religieus land is waar de rol van religie onvergelijkbaar is met West-Europese landen als Nederland. De verschillende godsdiensten bieden als het ware hun volgelingen op een gouden schaaltje aan aan de complotdenkers van QAnon. Denk aan orthodoxe joden en witte evangelicals die zich makkelijk laten rekruteren.

Doordat deze witte evangelicals zich laten kennen als de grootste aanhangers van de QAnon beweging ontstaat er een wereldwijd sneeuwbaleffect. Want zoals hun naam zegt hebben ze niet als doel om hun geloof door contemplatie te verdiepen, maar door evangelisatie de blijde boodschap van het christendom te verspreiden.

In dat proces van christelijke zending verspreiden ze door fysieke aanwezigheid ter plekke of via internet ook de complottheorieën van QAnon over een joodse kliek van wereldleiders, progressieven en Democraten die het bloed van kinderen drinken. De Amerikaanse zending heeft macht, geld en prestige om anderen in ontwikkelingslanden deze overtuiging op te leggen. Met als gevolg dat de neofascistische revolutie én misleiding via religieuze organisaties over de wereld verspreid wordt.

Dat gebeurt ook binnenlands als slecht opgeleide en geïnformeerde Amerikanen in een economische achterstandspositie en met een grote religieuze ontvankelijkheid aangesproken worden door de cocktail van christelijke blijde boodschap die vermengd is met QAnon samenzweringstheorieën. Het schrijnende is dat vooral Afro-Amerikanen zich laten aanspreken door een theorie die tegen hun belang, menswaardigheid en bestaan ingaat. Zij zullen de slachtoffers zijn van de burgeroorlog die QAnon propageert en zich keert tegen alle Democraten, progressieven en niet witte Amerikanen. Joden incluis.

Na bestorming Capitool is vraag hoe de poging tot staatsgreep zover is kunnen komen en betrokkenen ter verantwoording worden geroepen

Het voormalige Republikeinse congreslid Joe Scarborough en talkhost van ‘Morning Joe‘ windt zich op over de bestorming van het Capitool. Dit werd al weken aangekondigd. Iedereen wist dat het groot zou worden op 6 januari en erom zou spannen. De onvoldoende inzet van de politie en het terughoudende optreden is daarom een raadsel. Waarom werd er geen traangas ingezet toen de relschoppers de barricades overliepen? Waarom verbroederden agenten zich met de relschoppers die het Capitool binnendrongen en hielden ze zelfs de deuren open voor de opstandelingen? Er zijn heel wat verantwoordelijke bestuurders die uitleg moeten geven over de gebrekkige bescherming van het Capitool en het lakse optreden van de manschappen van de Capitol Police.

In de commentaren is al opgemerkt (onder meer door Van Jones op CNN) dat als de opstandelingen leden van BLM of moslims waren geweest (en kun je toevoegen: linkse studenten) de Capitol Police veel harder was opgetreden. Dat is terechte kritiek. Deze politiedienst omvat meer dan 2000 manschappen en dit moest voldoende zijn om het Capitool en de terreinen eromheen te beschermen. Daarnaast had de leiding ervan vooraf assistentie van de politie van DC, de Nationale Garde of politiekorpsen in het omringende Virginia en Maryland kunnen regelen ter versterking. Maar dat is niet voorbereid. De Capitol Police overhandigde de opstandelingen de sleutels van het kasteel. Dat is een teken van landverraad.

Tegen witte herrieschoppers wordt door de gemiddelde agent totaal anders opgetreden dan tegen protestanten die een ander wereldbeeld (en huidskleur) hebben dan de gemiddelde agent. Daarbij komt in Nederland het ontbreken van een goede organisatie en leiding van de politie dat resulteert in ondermaats en ondoelmatig handelen en een slechte werksfeer en in de VS de verregaande militarisering van de politie.

Newsweek is hier ingedoken en constateert in een artikel van 6 januari 2021: ‘Several of the sources said the U.S. Capitol Police—with a strength of more than 2,000 law enforcement officers—might not act, or might be intentionally stood down, because many Congressional Republican leaders wanted the mob to amplify their shrinking voices that the election was illegitimate. There has been no confirmation of this claim. But it’s notable that it took less than 15 minutes for the mob to gain entrance to the Capitol Building–and then virtually nothing was done to eject them.’

Dit valt zowel de politieke leiding die de Capitol Police aanstuurt en niet in het minst president Trump die de initiator van de mislukte staatsgreep was, de leiding ervan als de manschappen die de opstandelingen geen strobreed in de weg legde te verwijten. Ze hebben collectief gefaald. Ze moeten bestraft worden, maar belangrijker voor de toekomst is is dat de commandastructuur en de politie hervormd moeten worden. Ze zijn geen afspiegeling van de samenleving, maar een bijwagen van wit racisme. Waarbij het 90% zwarte Washington DC nog meer uit de toon valt als het dit witte racisme van de Trump aanhangers zou gedogen.

Deze poging tot staatsgreep kan in een volwassen en weerbare democratie niet zonder gevolgen blijven. Een bestorming van het Capitool is al sinds 200 jaar niet meer voorgekomen. Dit past niet in een functionerende democratie. De verantwoordelijken die doelbewust de bescherming hebben afgeschaald moeten wegens plichtsverzuim of landverraad aangeklaagd worden.

Op het niveau van de werkvloer geeft bovenstaande foto een verklaring. Een lid van de Capitol Police die zich verzoent met het gespuis dat zich illegaal toegang tot het Capitool heeft verschaft. Dit doet denken aan het boerenprotest in Nederland waar de radicale boeren in alles worden geholpen door de politie. Dat klopt niet. Er is iets fundamenteel mis met een politieagent die niet beseft wat zijn taak is. Hij moet zich niet verenigen met opstandelingen die een staatsgreep uitvoeren, maar zich hier teweer tegen stellen. Als een politiebeambte niet beseft dat hij of zij niet het rechts-radicale racisme moet dienen, maar de grondwet, dan behoort hij geen agent namens de overheid te zijn.

Deze beschaamde en succesvolle bestorming van het Capitool en de mislukte poging tot staatsgreep gaat dus niet in het minst ook om politiehervorming. Naast een president die anti-democratie en wit racisme vertegenwoordigt. Maar het is zijn omgeving dat gaat van leden van zijn kabinet tot de gewone agenten van de Capitol Police die dit mogelijk hebben gemaakt. Zonder hen had Trump deze poging tot staatsgreep nooit zover door kunnen voeren. Allen dienen verantwoording af te leggen, van hoog tot laag. Er zitten te veel rotte appels in de mand.

Petitie ‘Muslim Lives Matter’ vraagt om tweede, gecorrigeerde versie

De petitieMuslim Lives Matter’ is uiteraard een bewerking van ‘Black Lives Matter’ die wereldwijd steun heeft opgeleverd voor de zwarte bevolking. Of deze petitie hetzelfde doet voor de moslims bevolking valt te betwijfelen. Dat komt omdat er vreemde beweringen in de petitie staan en omdat het voorbijgaat aan de politieke werkelijkheid.

Het is prima als leden van een bevolkingsgroep een petitie plaatsen waarin ze hun recht opeisen. Maar als dat op de verkeerde manier gebeurt, dan werkt het averechts.

Het sentiment dat de islam wordt gekoppeld aan terrorisme volgt direct uit allerlei aanslagen door moslims in Europese landen die zeggen te handelen uit naam van de islam. Daarin zijn de volgelingen van deze godsdienst uniek. Er is geen enkele godsdienst of levensovertuiging die de achterban vraagt om op deze grote schaal aanslagen te plegen tegen andersdenkenden of tegen andere moslims. Het zijn islamitische predikers die deze aanslagen legitimeren  Die koppeling is geen racisme, maar de realiteit van 2020 die door radicale moslims wordt opgeroepen.

Petitionaris Dina Achahabar vergeet dat moslims in Nederland onder het secularisme meer vrijheid hebben dan  moslims in vele landen, waaronder die in de zogenaamde islamlanden. Daar bestaat felle concurrentie tussen stromingen binnen de islam met als gevolg dat een groot deel van de moslims actief wordt tegengewerkt of zelfs vervolgd. Dat georganiseerde onrecht bestaat in Nederland niet waar moslims voor de wet gelijkwaardig zijn aan aanhangers van andere godsdiensten en levensovertuigingen.

Daarom is het een pertinente onjuistheid om de positie van de moslims in Nederland te vergelijken met die van de Joden van de Holocaust. Het valt niet in te zien hoe de positie van de Joden in de Tweede Wereldoorlog, toen er sprake was van bewuste uitroeiing door de nazi’s,  vergelijkbaar is met de positie van de Nederlandse moslims in 2020. Deze vergelijking draagt de kern in zich van de ontkenning van de Holocaust.

De petitionaris heeft gelijk dat de Oeigoeren door de Chinese overheid worden vervolgd. Dat is niet hetzelfde als de Holocaust, maar begint de kenmerken ervan te vertonen. Maar de tragiek van de vervolging van de Oeigoeren is dat alle islamitische landen, inclusief Turkije niet protesteren bij de Chinese leiders tegen die vervolging. Het zijn juist de westerse landen die dat wel, hoewel mondjesmaat, doen terwijl de islamitische landen de ‘ongelijke’ behandeling van de Oeigoeren als een voldongen feit accepteren. Dit geeft de morele zwakte van de internationale moslimgemeenschap aan. Verspelen de moslims hiermee niet hun eigen recht van spreken?

Wie gisteren de discussie over minister Slob en zijn opmerkingen over de homoseksuele identiteit op christelijke scholen heeft gevolgd, zal gezien hebben dat hij hierop van veel kanten kritiek heeft gekregen. Iedereen veel over hem heen en hij moest zijn woorden inslikken. Zo werkt het publieke debat. De christelijke zuil in het bijzonder onderwijs werd stevig de maat genomen en de argumenten van christenen werden onderuit gehaald. Het is dus onjuist dat alleen moslims in een zwart daglicht worden geplaatst. De vergelijking moet eerder zijn dat het de radicale elementen binnen alle godsdiensten zijn die continu kritiek krijgen.

Het is positief dat de petitionaris verwijst naar de bescherming van de rechtsstaat omdat dit betekent dat hiermee de rechtsstaat wordt omarmd. Dat is emancipatie en integratie. Maar het is ongelukkig als moslims die de Nederlandse rechtsstaat verwerpen, zoals salafisten niet genoemd worden. Want zij zijn het die de goedwillende moslims van deze petitie onder druk zetten. Daarom is het interessanter wat deze petitie niet zegt of niet kan zeggen, dan wat het wel zegt. Want wat de petitie zegt is, in alle eerlijkheid voorspelbaar en fantasieloos en volgt de retoriek van het platgetreden pad.

Een en ander vraagt om een tweede versie van deze petitie waarin onjuistheden, slordigheden en het verkeerde gebruik van het begrip ‘racisme’ worden gecorrigeerd en de olifant in de kamer wordt benoemd: de strijd binnen de Nederlandse en internationale islamgemeenschap tussen moslims onderling. Maar daar is moed voor nodig omdat fysieke bedreigingen in die strijd niet geschuwd worden. Deze petitie verdient het om herschreven te worden.

Foto: Schermafbeelding van deel petitieMuslim Lives Matter: ook in beschrijvingen’ van Dina Achahabar  op petities.nl. November 2020.

Hoever kan Michael van der Galien (DDS) gaan met het vertekenen van de waarheid en het creëren van zijn fantasiewereld over de VS?

Mijn reactie bij het artikelBizar! CNN-verslaggever staat voor brandende stad maar roept: ‘Vreedzame demonstraties!’’ van 27 augustus 2020 van De Dagelijkse Standaard-hoofdredacteur Michael van der Galien:

Er staan zoveel onjuistheden in dit stukje van Michael van der Galien dat het geen toeval is. Hij moet eens serieus zijn huiswerk gaan maken of anders ’sprookje’ boven zijn stukken zetten. Dan is het duidelijk dat het fantasie is wat hij opschrijft. Nu zullen sommigen dat niet doorhebben.

Als er een politieagent wordt neergeschoten, dan is het de vraag door wie dat is gebeurd. In Oakland werd in mei tijdens de protesten een agent neergeschoten door luchtmachtsergeant Steven Carrillo. Hij is geen lid van het zogenaamde Antifa of BLM, maar een lid van de rechts-extremistische tak van Boogaloo. Hij kwam naar de stad om agenten neer te schieten, zo wees onderzoek van de FBI uit.

In Kenosha, Wisconsin heeft de 17-jarige witte Kyle Ritterhouse afgelopen week twee mensen gedood tijdens protesten. Hij maakte het witte suprematie-teken en was deel van een gewapende militie. Hij zei de politie te willen helpen met het handhaven van de orde, maar onduidelijk is welk ander doel dan provocatie en het ophitsen van mensen tegen elkaar de moord op twee mensen dient. De ouders van de in de rug geschoten Afro-Amerikaanse Jacob Blake hadden demonstranten verzocht om terughoudend te zijn en wat hun zoon was overkomen niet te gebruiken als reden voor straatgeweld.

De beschuldiging van de activistische journalist Andy Ngo dat Jacob Blake een crimineel is kan niet onafhankelijk bevestigd worden. Ngo is een conservatief die werkt voor het Canadees conservatieve nieuwsmedium The Post Millennial. Hij wordt ervan beschuldigd een rechtse provocateur te zijn die het er om te doen om demonstranten in een kwaad daglicht te zetten. Zijn werk gaat uit van zijn individuele ervaring en niet van de feiten. Zijn bevindingen moeten dan ook met een korreltje zout genomen worden. Zeker in het geval dat ze niet onafhankelijk bevestigd kunnen worden zoals in Kenosha. Ngo fantaseert zijn eigen werkelijkheid over Jacob Blake, BLM en het zogenaamde antifa bij elkaar. Ngo kijkt selectief en heeft een blinde vlek voor het optreden van rechts-extremistische, witte milities die hij niet ziet. Mogelijk speelt zijn achtergrond als Vietnamees-Amerikaanse homo daarbij een rol en wordt zijn activistische journalistiek door projectie en wensdenken vermengd met zijn wil tot acceptatie van een specifiek beeld van mannelijkheid.

Afgelopen dinsdag gaf president Trump in een tweet CNN een compliment omdat het de eerste dag van de Republikeinse conventie bijna in zijn geheel had uitgezonden, terwijl Fox News was afgehaakt: ‘Very appreciative that @CNN covered the vast majority of the Republican Convention last night. That was really good for CNN, while at the same time being good for our Country. Thank you!’. Zo zit buiten de fantasiewereld van Van der Galien de werkelijkheid in elkaar: het ‘linkse’ CNN zendt de Republikeinse conventie uit en krijgt een compliment van Trump, terwijl het ‘rechtse’ Fox News die conventie grotendeels aan zich voorbij laat gaan en steeds meer kritiek krijgt van Trump. De president richt zich steeds meer op OAN (One American News Network) dat hij naar zijn hand kan zetten en de Trump-cult beter volgt dan Fox waarvan steeds meer journalisten ongelukkig zijn met het feit om spreekbuis van een specifieke politicus te zijn.

Zeker zijn er protesten in Amerikaanse steden die uit de hand lopen. Maar het is niet in alle gevallen duidelijk wie daarvoor verantwoordelijk zijn. In elk geval niet de vreedzame demonstranten die protesteren tegen sociale ongelijkheid, antiracisme en het militaristische optreden van bepaalde politiekorpsen. Soms zijn het relschoppers of criminelen die vooral ’s avonds laat en ’s nachts de onrust aangrijpen om te plunderen. Maar ze zijn apolitiek en hebben niets met BLM of links-radicalisme te maken. Soms zijn het witte provocateurs of rechts-extremistische milities die zich uiteindelijk tegen de overheid keren en een contrarevolutie op gang willen brengen door het zaaien van chaos en waanzin. Probleem is dat Trump de FBI praktisch onder curatele heeft gesteld zodat het onderzoek naar de criminelen, witte milities en links-radicalen gepolitiseerd is en op dit moment geen onafhankelijk onderzoek naar de oorzaak van het ontstaan van de rellen in steden naar buiten kan worden gebracht.

Het impressionistische aanstippen van Van der Galien die zich op onbetrouwbare bronnen baseert valt op te vatten als rechts-radicaal activisme. Het is er hem om te doen om op te hitsen en een vertekend beeld van de werkelijkheid te creëren  Hij is niet op zoek naar de feiten, maar stelt zich tevreden met de vertekening van de waarheid die binnen zijn politieke retoriek past. Hij kopieert dat van internet en plaatst dat door op DDS. Opgevat als amusement is dat vermakelijk en in zekere zin ook belangrijk omdat hij hiermee opereert als barometer van maatschappelijk ongenoegen. Hoever hij kan gaan in het navolgen van de vertekeningen en leugens is de vraag waarvoor Van der Galien staat. Met het oprekken van de waarheid creëert hij steeds meer zijn eigen absurde schijnwereld. Dat is groots theater. Maar de vraag is uiteindelijk wie dat betaalt als de adverteerders het te bont vinden worden en de abonnees aangeven echt geïnformeerd te willen worden.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelBizar! CNN-verslaggever staat voor brandende stad maar roept: ‘Vreedzame demonstraties!’’ van Michael van der Galien op DDS, 27 augustus 2020.

Amputeren van films om politieke denkbeelden is geen oplossing. Kunstenaars en kunstjournalisten moeten zich er tegen verzetten

De weg die NRC’s filmredacteur Coen van Zwol kiest is heilloos. Namelijk het wegpoetsen van vlekjes uit films om politieke redenen. Het valt te bezien of hij de gevolgen van zijn eigen betoog dat wat terloops en laconiek tot stand lijkt te zijn gekomen goed inschat. Er valt best iets voor te zeggen dat films opnieuw gemonteerd worden volgens de inzichten van de regisseur (directors cut) omdat dat past bij de integriteit van het werk, maar het gaan snijden in film wegens veranderende maatschappelijke en politieke ontwikkelingen is een zee om te drinken. Er komt geen einde aan. Dat leidt er namelijk toe dat bij elke maatschappelijke ontwikkeling werken van fictie door de veranderende omstandigheden aangepast moeten worden. Dat is onzinnig. Het was beter geweest als Van Zwol daar stelling tegen had genomen. Maar dat inzicht verwoordt hij niet. Daarnaast lijkt zijn kijk op deze kwestie te beperkt door al te makkelijk aan te haken bij de mode van het moment.

Opvallend aan Van Zwols betoog is dat hij de meest opvallende, controversiële film uit de Amerikaanse filmgeschiedenis niet noemt. Namelijk ‘The Birth of a Nation’ (1915) van D.W. Griffith dat bij de uitbreng al beschouwd werd als controversieel vanwege de politieke inhoud. De geschiedenis van de omgang met deze film is een voorbeeld hoe dat in de praktijk kan werken. Erin wordt de Ku Klux Klan verheerlijkt en het idee van witte suprematie aangehangen. De waardering van dit meesterwerk geeft aan hoe er met klassiekers omgegaan moet worden. Het wordt ondanks de bedenkelijke politiek inhoud beschouwd als een mijlpaal in de filmgeschiedenis vanwege onder meer de vernieuwing van de filmtaal. Het amputeren van deze film ontneemt het zicht op de ontwikkeling van de filmgeschiedenis. Dat is ongewenst, ongelukkig en onwetenschappelijk.

Van belang is dat de kritiek op deze film niet werd ingegeven door het recente antiracismedebat dat vanuit de VS is overgewaaid naar Europa, maar al 100 jaar bestaat. De paradox is dat dat de film heeft gered voor een simplistische lezing die nu allerlei films en tv-series treft die ervan worden beticht politiek niet correct te zijn. De promotie van een film tot wetenschappelijk belangrijk werk beschermt het tegen het publieke debat over populaire cultuur dat weinig stabiel en rechtlijnig is. De prijs daarvoor is dat ‘The Birth of a Nation’ ooit in het filmtheoretische debat van filmwetenschappers als David Bordwell of Kristin Thompson is geannexeerd en daardoor geïsoleerd is geraakt. Zeg, het circuit van verantwoorde vertoningen op universiteiten of filmclubs.

Dat staat ver af van de commerciële amortisatie die films nu treft op platforms als Netflix. Films moeten voor een breed publiek aanvaardbaar gemaakt worden door de controversiële aspecten ervan weg te snijden. Dat betreft niet alleen controversiële aspecten die nu onder invloed van het antiracisme en MeToo-debat centraal staan, maar ook gewone politieke standpunten die niet passen in het beleid van behoudzuchtige holdings. Een politiek aspect blijkt dus bij nader inzien ook, of zelfs uitsluitend, een commercieel aspect te zijn.

Essentie van de filmgeschiedenis is dat films in hun eigen tijd tot stand zijn gekomen en niet herschreven dienen te worden. Uiteraard kunnen ze zonodig achteraf in een context geplaatst worden door achtergronden bij de film te geven. Maar de film zelf moet niet gewijzigd worden door vermeende controversiële passages eruit te knippen. De erkenning dat een politiek verwerpelijke film of een film met politiek verwerpelijke passages samen kan gaan met de waardering ervoor vanwege andere kwaliteiten is het begin van een goede omgang met de film- en televisiegeschiedenis. In 1992 bestempelde het U.S. Library of Congress ‘The Birth of a Nation’ als “culturally, historically, or aesthetically significant” en nam het op in de National Film Registry. Het American Film Institute zette het op plek 44 van 100 belangrijke Amerikaanse films.

Waardering of gewoonweg achting voor een film wil niet zeggen dat ermee de politieke inhoud wordt erkend, maar dat de waarde van de film ondanks die politieke inhoud wordt erkend. Het huidige politiek debat over identiteit is een gevaar voor werken van fictie. De valkuil van dat debat is de gemakzucht ervan om kunst als wisselgeld voor politieke doeleinden te beschouwen. Dat tast de integriteit van kunstwerken aan. Daar moeten kunstenaars en kunstjournalisten zich teweer tegen stellen. Kunst die toch al zo kwetsbaar is wordt om politieke redenen onterecht verder in het verdomhoekje geplaatst. Hiermee verdwijnt de functie van kunst dat een venster op de tijd geeft waarin het gemaakt wordt uit zicht. Juist bij film is dat een belangrijke functie.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelDie film, kan dat eigenlijk nog wel?’ van Coen van Zwol in NRC, 18 augustus 2020.

Foto 2: Still uit The Birth of a Nation (1915) Van D.W. Griffith. Met Walter Long.

Alt-right van de Lage Landen uit zich met open brief over het vrije debat

‘Gun de ander wat jij jezelf gunt’ is een treffend uitgangspunt voor de open samenleving. Soms claimen opinieleiders die leus aan te hangen, terwijl ze in hun doen en laten het omgekeerde doen. Mooie woorden kosten niks. Mooie woorden kunnen bij nader inzien vals klinken.

Nu is er een open brief van rechtse opinieleiders die pleit voor het vrije debat. Daar kan in theorie niemand tegen zijn, maar wie het zeggen maakt verdacht. Het leidt tot publicitaire acrobatiek die onwaarachtig toont. Of de open brief veel thermiek krijgt om geloofwaardig op te stijgen en overtuigend te landen kan daarom betwijfeld worden. Vermoedelijk landt de brief uitsluitend bij de achterban van FvD en PVV.

Zo is er dus een brief waar inhoudelijk weinig op aan te merken valt. De brief spreekt zich uit tegen de ‘cancel culture’. Dus de uitsluiting van deelnemers aan het publieke debat omdat ze de verkeerde mening of de verkeerde huidskleur zouden hebben. Dat is ongewenst en dient bestreden te worden.

Wat de brief ongeloofwaardig maakt is de subtekst ervan. Ofwel, de verborgen, impliciete betekenis ervan die niet wordt genoemd, maar als bekend wordt verondersteld. Rechtse propaganda wordt vermomd als ruimdenkende, liberale, humane grootmoedigheid.

Hoe moeten we de partijen die zich uiten in het actuele antiracisme-protest onderscheiden en welke rol spelen de ondertekenaars van deze open brief? Welnu, er is een kleine (links)-radicale voorhoede die zich militant en onverdraagzaam opstelt. Die verdient kritiek zoals die in de brief verwoord wordt. Maar de meerderheid van de demonstranten die zich uitspreekt tegen (uitingen van) racisme is niet radicaal, maar deel van de ‘zwijgende meerderheid’. In de VS is president Trump verrast door de breedte van het protest tegen racisme zodat hij daar geen passend antwoord op heeft.

De ‘framing’ van de brief door de koppeling van het antiracisme-protest aan radicalisme is daarom niet zo zinvol. De brief bestrijdt iets wat er in werkelijkheid niet is. Op sociale media wordt dat een ‘stropop’ genoemd. De brief dient zo maar één doel, namelijk de mobilisatie en bolstering van de eigen achterban én een poging om de beeldvorming te beïnvloeden door een idee van kracht en eengezindheid te geven.

Een bijverschijnsel van de brief is dat het een inkijkje biedt in de alt-right achtige beweging van Nederland en Vlaanderen. De beweging voelt zich vermoedelijk sterk genoeg om met een open brief collectief uit de kast te komen. Dat is het nieuwsfeit van deze open brief, niet de inhoud ervan die niet past bij de afzenders ervan.

NB: Initiatiefnemers van de brief zijn Bart Collard en Raisa Blommestijn. Ze zijn beide verbonden aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid; Instituut voor Metajuridica; Rechtsfilosofie van de Universiteit Leiden. De eerste is gepromoveerd bij Paul Cliteur en de laatste werkt onder supervisie van Afshin Ellian aan een proefschrift.

 

Vragen over de rol van het NMVW in de ‘Museale voorziening slavernijverleden: hoe, wat en waar?’ van de gemeente Amsterdam

Amsterdam benoemt een regiegroep én een klankbordgroep om te onderzoeken hoe een ‘museale voorziening’ over het trans-Atlantische slavernijverleden vorm moet krijgen. Ofwel, hoe, wat en waar? De schijn van belangenverstrengeling ligt op de loer omdat directeur Stijn Schoonderwoerd van het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) lid van de klankbordgroep is. Men kan zich afvragen of dit verstandig is. Gaat hij over zijn eigen museum feedback geven en adviseren?

Men voelt aan alles dat de rol van Schoonderwoerd in de klankbordgroep niet klopt. Hij zit er in voor zijn eigenbelang. Vanuit oppervlakkigheid en politieke mode wil hij niet samenwerken, maar annexeren en controleren. Of blokkeren. Hij wil regie houden over zijn economisch museummodel van roulerende tentoonstellingen (zit er daarom geen inhoudelijk persoon in de klankbordgroep?) maar weet niet hoe hij een museum inhoudelijk moet regisseren. Hij wil ongetwijfeld een slavernijmuseum erbij claimen, alleen voor zijn eigen glorie. Waarom stelt hij het gebouw van het het Tropenmuseum niet beschikbaar zodat het een nationaal museum van en over het slavernijverleden kan worden en treedt hij zelf terug? Dan kan die beperkende koepel van het NMVW worden ontmanteld waarvan de totstandkoming geen inhoudelijke, maar slechts een economische reden heeft. Met Leiden gericht op historische wetenschap en culturele antropologie, Rotterdam op stad, verzamelaars en handel. Betrokkenen bij de gemeente Amsterdam valt te verwijten dat ze onvoldoende hebben nagedacht over het evenwichtig samenstellen van de regie- en klankbordgroep. Ze lijken op de automatische piloot de usual suspects te hebben uitgenodigd zonder besef wat dat in de praktijk voor gevolgen heeft.

Foto’s: Schermafbeeldingen van berichtMuseale voorziening slavernijverleden: hoe, wat en waar?’ van de gemeente Amsterdam, 3 juli 2020.

Campagnes van Goede Doelen die getuigen van witte suprematie, valse sentimentaliteit en neo-kolonialisme kunnen echt niet meer

Al tientallen jaren verbaas ik me over de huilerige en paternalistische filmpjes van organisaties over zielige en hongerende zwarte kinderen in ontwikkelingslanden. Het is valse sentimentaliteit, klagerigheid, neo-kolonialisme, witte suprematie en onecht handelen van een Goede Doelen-industrie die het vooral te doen is om eigen inkomsten. Hun overhead kosten zijn groot en het toezicht daarop is ondoorzichtig. Neem dit bevoogdende filmpje van UNICEF Nederland uit 2017. Het witte perspectief is de focus. Een gevolg van de opkomst van de anti-racisme beweging is dat deze campagnefilmpjes als onwaarachtig te kijk worden gezet.

Het zou gewenst zijn als de Goede Doelen-industrie zelf tot het besef komt dat dit niet meer kan. Het verdient overweging om deze oude filmpjes uit hun archief of van de eigen sociale media te verwijderen. De samenleving voelt al jaren dat dit valse marketing is, maar de Goede Doelen-industrie kan blijkbaar moeilijk afscheid nemen van een achterhaald verdienmodel. Zie voor een overzicht het artikelWAAROM DEZE ONTWIKKELINGS­CAMPAGNES ECHT NIET MEER KUNNEN’ van Emiel Martens en Wouter Oomen op One World.

Antwoord aan Fidan Ekiz – Waar het oproepen tot een boycot begint, gedijt het vrije woord

Journalist Fidan Ekiz plaatste op de rechts-radicale site TPO het opinie-artikelFidan Ekiz – Waar het oproepen tot een boycot begint, eindigt het vrije woord’. Aanleiding is de kwestie Johan Derksen en zijn recht om in het programma VI verkeerde grappen te maken met een racistische ondertoon. Met Ekiz ben ik het over dit onderwerp hartgrondig oneens. Ik vermoed dat ze een denkfout maakt en in de verkeerde stelling blijft hangen. Ik betwist het recht van Derksen niet, maar zet daar het recht naast om hem te kritiseren. Dat is een opvatting waar meningen kunnen botsen en waarbij alle middelen uit de kast kunnen worden gehaald. Inclusief een oproep tot een boycot van adverteerders aan een commercieel programma. Ekiz  heeft trouwens veel woorden nodig om iets simpels te zeggen. Daarnaast haalt ze er van alles bij dat haar betoog eerder vertroebelt dan verheldert. Dat geeft geen vertrouwen in de houdbaarheid van haar denkbeelden.

Het debat gaat erover wat de publieke opinie is en hoe die werkt. Dat doorgedacht valt het nog ruimer op te vatten. Het gaat er in de kern over wat de samenleving is. Kan een sponsor van een commerciële omroep met verwijzing naar een politiek doel door een publieksactie opgeroepen worden om afstand te nemen van een programma? Zijn dat achterbakse streken of is dat een toelaatbaar middel om in de openbaarheid politiek te bedrijven? Ik vermoed het laatste.

Een voorbeeld maakt dat wellicht duidelijk. Op dit moment speelt de vrees in de VS dat president Trump oneigenlijke middelen in zal zetten om de verkiezingen van november 2020 te verstoren. Hij ligt ver achter in de peilingen. Naast de optie van het beginnen van een oorlog ter afleiding is er een breed programma van kiezersonderdrukking dat ervoor moet zorgen dat kiezers die op Joe Biden willen stemmen ontmoedigd worden om naar de stembus te gaan. Dat gebeurde ook in 2016. Daarom worden nu bedrijven door Democraten onder druk gezet om zich uit te spreken voor eerlijke verkiezingen. Zo wordt het in Georgia machtige Coca-Cola onder druk gezet door activisten om op hun beurt het Republikeinse bestuur van de staat onder druk te zetten om te zorgen voor eerlijke verkiezingen. Ook voor de eigen werknemers.

Het gaat dus over de bandbreedte van het publieke debat. Waar moet dat getrokken worden? Dit leert dat de grenzen van een open en weerbare democratie mede bepaald worden door de opvatting van politieke cultuur en de werking van de samenleving. De media zijn daar een integraal onderdeel van. Ofwel, is politiek alleen ‘politiek’ in enge zin of moet dat ruimer opgevat worden? Dit gaat over de emancipatie van de deelnemers aan het publieke debat. En omgekeerd over de dominantie van opinieleiders die anderen het recht op een open debat ontzeggen.

Daar komt het meningsverschil over het onder druk zetten van sponsors van het programma VI van Talpa op neer. Het gaat niet over Boomsma of Derksen. Zij zijn de toevallige passanten in dit verhaal. Ekiz neemt het te nauw als ze zegt dat het vrije woord eindigt waar de oproep tot een boycot begint. Dat geldt alleen binnen haar enge perspectief. De oproep tot een boycot kan evengoed opgevat worden als de ultieme werking van een levende democratie waar het vrije woord als nooit tevoren bloeit. Zonder beperkingen en taboes.

Tegenstanders van een boycot zoals Youp van ’t Hek die Arie Boomsma persoonlijk aanvielen houden het misverstand in de lucht dat er in de afgelopen jaren nooit oproepen waren om de adverteerders van VI tot een boycot te bewegen. Zodat ze het indirect kunnen koppelen aan het zogenaamde radicalisme van de BLM-beweging. Ook die framing is onjuist. De boycot van VI is een terugkerend onderwerp. Zo vroegen belangengroepen als het COC en TNN (Transgender Netwerk Nederland) in februari 2018 aan de toenmalige sponsors Heineken, Gillette en Toto van de omroep RTL die toen het programma VI uitzond om hun medewerking aan dat programma te stoppen.

De radicalisering in de programmering van VI volgt direct uit het commercieel belang. Die kan daarom logischerwijze alleen beantwoord worden door het commercieel belang van het programma en de omroep die het uitzendt rechtstreeks te verzwakken. Via een oproep tot een advertentieboycot dus. Zoals in Georgia alleen het machtige Coca-Cola het bestuur van de staat onder druk kan zetten. Dat past perfect binnen de publieke opinie. De oproep tot een boycot is een directe vertaling van het vrije woord en een toelaatbaar middel om het publieke debat te voeren. Ekiz heeft een te beperkte opvatting van wat de democratie, het publieke debat en de vrijheid van meningsuiting zijn.

Foto 1: Schermafbeelding van deel opinie-artikelFidan Ekiz – Waar het oproepen tot een boycot begint, eindigt het vrije woord’ op TPO, 2 juli 2020.

Foto 2: Schermafbeelding van deel commentaarCOC en TNN vragen sponsoren Heineken, Gillette en Toto stekker uit Voetbal Inside van RTL te trekken’ van George Knight, 4 februari 2018.