Fondsenwervingsactie Jill Stein voor hertelling stemmen. Geen zekerheid dat verkiezingen niet gehackt zijn

De paradox kan niet groter zijn. De presidentskandidaat van de Groene partij Jill Stein legt op het door het Kremlin gecontroleerder staatsmedium RT America (voorheen Russia Today) uit dat ze een fondswervingsactie is gestart voor een hertelling in drie cruciale staten Pennsylvania, Wisconsin en Michigan. Trump won in deze staten met een verschil van in totaal 55.000 stemmen. Als Clinton deze staten wint, dan heeft zij de meerderheid in het Electoral College en wordt tot president gekozen. Omdat Clinton terughoudend is heeft Stein het initiatief genomen. Ze kan dat omdat ze als presidentskandidate belanghebbende is. Stein zegt in een verklaring bij de fondsenwervingsactie dat het haar niet te doen is om Hillary Clinton te helpen, maar de betrouwbaarheid van het kiessysteem te vergroten. Er wordt naar het Kremlin gekeken dat via hacks in de stemmachines de uitslagen zou kunnen hebben gemanipuleerd. Er zijn sterke aanwijzingen dat Russische hackers via WikiLeaks lekken van de Democratische partij verspreidden om Clinton in diskrediet te brengen.

De Clinton-campagne is om drie redenen terughoudend bij de actie om een hertelling aan te vragen. Het wil zich niet laten kennen als slechte verliezer en evenmin suggereren dat het vindt dat het systeem ‘rigged’ is. Iets wat Trump altijd beweerde. Totdat hij gewonnen had. Verder is er twijfel onder computerdeskundigen en statistici over de grond voor de claim. Zie hier een artikel in The Guardian. In districten met stemmachines in Wisconsin zou Trump disproportioneel gewonnen hebben, terwijl dat in districten met papieren stembiljetten niet het geval was. Waarom dat dan voor Pennsylvania en Michigan ook zou gelden is onduidelijk, behalve dat de verschillen er klein waren. In Michigan werden trouwens alleen papieren stembiljetten gebruikt.

Op de claim over het verschil tussen papieren en elektronisch stemmen komt computerwetenschapper J. Alex Haldeman terug. Zijn naam werd dinsdag genoemd in een verslag in New York Magazine dat de kwestie in de openbaarheid bracht. Hij en anderen namen contact op met John Podesta van de Clinton-campagne. Later die dag zegt Haldeman in een update dat er waarschijnlijk geen sprake is van een cyberaanval op stemmachines. Maar uitsluiten doet hij het evenmin. Het ‘zou kunnen’. Amerikaanse elektronische stemmachines kennen problemen, zijn kwetsbaar voor cyberaanvallen en sommige staten handelen naïef en nalatig. De enige manier om dat volgens Haldeman te controleren is een hertelling: ‘The only way to know whether a cyberattack changed the result is to closely examine the available physical evidence — paper ballots and voting equipment in critical states like Wisconsin, Michigan, and Pennsylvania. Unfortunately, nobody is ever going to examine that evidence unless candidates in those states act now, in the next several days, to petition for recounts.’ 

Op de site Five Thirty Eight van de gezaghebbende statisticus Nate Silver wordt dat verschil tussen de uitslagen in districten met papieren biljetten en stemmachines in een artikel van Carl Bielik en Rob Arthur verklaard uit demografische verschillen die te maken hebben met leeftijd en opleiding, en niet-witte kiezers. Deze auteurs sluiten achter evenmin uit dat de verkiezingen gehackt waren. Hoe geavanceerder en slimmer de hackers handelden, hoe geavanceerder en gedetailleerder het onderzoek moet zijn om dat op te sporen.

Een hertelling kan het vertrouwen in het kiessysteem ondermijnen. En is daarom een paardenmiddel. Maar het feit dat het debat over de soliditeit van het stemproces zo hoog oploopt laat zien dat elektronisch stemmen zonder ingebouwde zekerheden politiek niet transparant, technisch onbetrouwbaar en maatschappelijk ongewenst is. Zeker vanwege cyberaanvallen door vreemde mogendheden op westerse landen is het naïef om blind te vertrouwen op elektronisch stemmen. De opkomst van het populisme heeft de inzet verhoogd.

In Nederland wordt sinds 2009 met rood potlood en papier gestemd. Commissies volgen elkaar op, zo blijkt uit een overzicht van de Kiesraad. In recente debatten stond het stemgeheim centraler dan een hack door installatie van malware. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken opteert vanwege het kostenaspect voor herinvoering van elektronisch stemmen, maar wil zekerheden ingebouwd zien. Zo drukken kamerleden en computerdeskundigen hem op het hart. Bedrijven zijn gevraagd om op dit eisenpakket een nieuw product te ontwikkelen. In een lelijk woord heet dat ‘marktuitvraag’. Naar verwachting maakt Plasterk eind 2016 bekend wat de uitkomst hiervan is. Bij de Tweede Kamer verkiezingen van 15 maart 2017 wordt nog met potlood en papier gestemd. Een geruststellende gedachte voor wie de Amerikaanse discussie in ogenschouw neemt.

Lennart Booij wordt conservator vormgeving bij Stedelijk Museum

sm

Een overstap van de galerie- naar de museumsector. In een persbericht maakt het Stedelijk Museum bekend dat Lennart Booij per 24 februari 2016 de afdeling Vormgeving van het Stedelijk gaat versterken. Naast Carolien Glazenburg (grafische vormgeving) en Ingeborg de Roode (industriële vormgeving). Desgevraagd laat hij in een tweet weten te stoppen met zijn kunsthandelDR. LENNART BOOIJ, RARE ITEMS AND FINE ART’ die gespecialiseerd is in kunst uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Met onder meer René Lalique en Picasso. 

Booij was jarenlang politiek actief in de PvdA en brengt een belangrijk netwerk mee. Met die informatie in het achterhoofd kan de aanbeveling van Bart van der Heide, hoofd Conservatoren en Onderzoek van het Stedelijk Museum begrepen worden: ‘Hij onderscheidt zich door een gedegen wetenschappelijke kennis, en is de uitgelezen persoon om hedendaagse ontwikkelingen in de vormgeving te plaatsen in een bredere artistieke, sociaaleconomische en politieke context.’ Christiaan Braun -zie hier en hier– moet nog even afwachten. 

Foto: Schermafbeelding van tweets bij bericht van het Stedelijk Museum, 28 januari 2016.

Tussen goedpraters en kwaadsprekers: meeste Nederlanders zwegen in 2015 over de vluchtelingen

ANP-31988124-2048x1517

2015 was lastig. Vluchtelingen namen met gevaar voor eigen leven en dat van hun kinderen de boot naar Europa. Opvang had geen halszaak moeten zijn, maar de reactie erop legde van alles bloot en voedde de onzekerheid. Mede door een slechte voorbereiding van de landelijke overheid die afgelopen jaren tegen het advies van het COA in opvanglocaties had gesloten. In een reactie op die reactie kwam het Nederlands kabinet met misleiding en spin om eigen falen en verdeeldheid te verhullen door de spreekwoordelijke Apotheker van Aleppo als hoogopgeleide vluchteling te presenteren met de suggestie dat hij snel bij ging dragen aan de Nederlandse economie, terwijl uit Duits onderzoek blijkt dat slechts 10% van deze vluchtelingen hoogopgeleid is. In Nederland is 30% van de bevolking hoogopgeleid. In vooral de regionale media verschenen ineens kunstzinnige, musicerende en vluchtelingen zoals wij die redelijk Engels spraken, terwijl de analfabeten, de door oorlog getraumatiseerden en religieuze hardliners onder de vluchtelingen buiten beeld bleven.

De reactie legde veel bloot dat onder druk niet klopte en de werkelijkheid niet weerstond. Er was de onmacht van de EU om door te pakken en een strategische visie te formuleren op het eigen functioneren. De EU was niet in staat om de eigen buitengrenzen te bewaken. Er was het gebrek aan bestuurlijk besef van het openbaar bestuur op gemeentelijk niveau om het belang van de eigen burgers voorop te zetten. Bij vestiging van azc’s moesten vele burgemeesters er door protest aan herinnerd worden dat ze niet volgens partijpolitieke lijnen hun partijgenoten in Den Haag moesten volgen, maar ingehuurd waren om het belang van de eigen inwoners voorop te zetten. Er was een harde kern van buitenlandhaters die door zowel het ontbreken van de controle op en registratie van de vluchtelingstroom alsook door de tweespalt in het kabinet tussen VVD en PvdA en de aantoonbaar te rooskleurige verhalen als een geschenk munitie in handen kreeg. Er was een meerderheid van bezorgde burgers die zich zowel niet thuis voelde bij de verhullende verhalen van kabinet en overheden die overduidelijk de regie verloren hadden als bij degenen met een ideologie van haat die het niet ging om het vinden van een oplossing, maar om het politiseren van iets wat in aanleg gewoon probleembeheer was.

Door de tweespalt die feitelijk een driespalt was werd 2015 een schizofreen jaar omdat velen vreesden door overreactie en lui denken ingedeeld te worden bij de verkeerde groep. Ze waren op hun dood om door associatie waartegen geen weerwoord bestond gestigmatiseerd te worden en hielden daarom meer dan ze eigenlijk wilden hun mond. Dit alles ging ten koste van de redelijke middenweg die onnodig verzwakte en ruim baan gaf aan de goedpraters en de kwaadsprekers. De meerderheid van goedwillende Nederlanders heeft niets tegen vluchtelingen , maar maakt zich vooral ongerust over de eigen toekomst en dat van hun kinderen.

Foto: Minister Ploumen met de fiets in het VN-vluchtelingenkamp Al Zaatari, maart 2015. Credits EPA / Jamal Nasrallah.

Om politieke redenen ontkent Duitse politiek chaos bij opvang asielzoekers

Journalist Wierd Duk en politicoloog René Cuperus zijn in Duitsland op stap en constateren in een artikel in De Volkskrant dat de opvang van de asielzoekers (vluchtelingen/migranten) een chaos is maar om politiek correcte redenen niet wordt toegegeven door de politiek: ‘Van wanhopige vrijwilligers horen we dat het opvangsysteem volledig is ingestort – ‘In sich kollabiert‘ -, maar dat dit naar buiten toe niet mag worden toegegeven. Duk en Cuperus schetsen een ontluisterend beeld: ‘Uit gesprekken van een van ons met hulpverleners, mensenrechtenactivisten en politiewoordvoerders rijst een beeld op van onderling geweld, etnische en religieuze twisten, verkrachtingen, dwangprostitutie, van malafide private bewakingsfirma’s die in de asielzoekerscentra’s criminele zaakjes optuigen en van christenen en jezidi’s die worden gemolesteerd.’

De chaos en de wantoestanden in de asielcentra geeft radicaal-rechts wind in de zeilen. Ook in Nederland waar de PVV van Geert Wilders in de peilingen winst boekt. Om haar harde imago dat ontstond rond de Griekse schuldencrisis te verzachten nodigde kanselier Merkel Syrische vluchtelingen uit om naar Duitsland te komen. Met als gevolg dat hierdoor een stroom van allerlei groepen naar Duitsland -maar ook naar andere Noordwest-Europese landen- versneld op gang kwam zodat die nu niet meer te sturen en controleren valt.

Burgemeester bekritiseert gebrekkige regie bij AZC Heerenveen

Het is chaos in het opvangcentrum Heerenveen, zo zegt burgemeester Tjeerd van der Zwan in het Friesch Dagblad. Hij stelt dat het het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) de hoge asielinstroom niet aankan: ‘Het COA heeft de situatie volstrekt niet onder controle. Het is nu in het wilde weg doorsturen van vluchtelingen.’ Ook andere burgemeesters menen dat het COA de situatie niet onder controle heeft.

Ook het COA blijkt te zijn overvallen door de hoge en snelle instroom van asielzoekers. Daar past enig begrip voor. Maar het is ongewenst dat niet overheden regels stellen, maar asielzoekers in de chaos hun eigen weg zoeken en daarom regels gaan stellen. Soms zijn ze niet eens geregistreerd zodat er vragen zijn over hun herkomst en status en het onduidelijk is of ze een terecht beroep kunnen doen op de vluchtelingenwet. De landelijke overheid dient het initiatief terug te nemen en zo snel mogelijk ruime middelen voor selectie beschikbaar te stellen. Economische migranten en vluchtelingen van wie aangetoond wordt dat ze zich anders voordoen dan ze zijn dienen zo snel en doelmatig mogelijk uitgeselecteerd en uitgezet te worden. Zodat de echte vluchtelingen goed opgevangen kunnen worden en aan werk en huisvesting geholpen kunnen worden.

Als het COA achter de feiten blijft lopen als het nu bij bepaalde opvangcentra doet dan ontbreekt voldoende overheidscontrole en wordt de asielzoekers onvoldoende duidelijk gemaakt hoe de Nederlandse democratie, rechtsstaat en samenleving werken en wat hier de rechten en plichten zijn. Op de naleving ervan dient goed toezicht te zijn. Het ministerie van Veiligheid & Justitie dat eindverantwoordelijk is moet bedrijfsmatiger opereren dan het nu doet. Zoals de voorbeelden van de afgelopen jaren leren is dit ministerie geen toonbeeld van doelmatigheid. Dat baart zorgen omdat de asielzoekers nu op het juiste pad moeten worden gezet.

Onvoldoende feiten over de migranten. De karavaan trekt verder

De opvang van vluchtelingen, iedereen heeft er een mening over. Sommigen menen dat ze geholpen moeten worden omdat ze uit een oorlogsgebied komen. Of uit desolate vluchtelingenkampen in Turkije. Anderen menen dat het niet allen vluchtelingen zijn, maar ook economische migranten uit Albanië, Macedonië of Servië die helemaal geen wettelijk recht op asiel hebben. Of ze menen dat het geen Syrische vluchtelingen, maar niet-Syrische vluchtelingen zijn. Zoals Pakistanen, Afghanen of Irakezen of anderen van heel ver weg.

Omdat vanwege het wanbeleid van de EU de buitengrenzen van de EU niet meer worden bewaakt en daardoor registratie en controle ontbreekt, zijn er geen harde cijfers over de samenstelling van de vluchtelingen en migranten. Eenderde van de Syriërs zou hoogopgeleid zijn. Maar is dat van het totaal of geldt dat per gezinshoofd? Is 10% economisch migrant of 50%? We hebben geen idee. Maar de wethouder van Winsum en al zijn collega’s in het land weten op voorhand hoe het zit. En da’s best knap zonder dat de feiten bekend zijn.

Veinzen van gelijkheid: het koninklijk huis. Van Dijkhuizen verzwijgt nevenfunctie

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan anderen. Aldus, het boek Animal Farm (1945) van George Orwell. En daar staat aan het einde van dit fragment het volk van dieren dat deze leuze op de muur leest. En het nog gelooft ook en zelfs instemmend klikt. Ja, zo moet het zijn. Maar in de praktijk werkt het niet zo. Alle dieren -of mensen- zijn ongelijk. Wat is erger? De ongelijkheid of het veinzen van gelijkheid?

In Nederland zijn alle burgers gelijk, maar zijn de leden van het koninklijk huis meer gelijk dan anderen. Dat uit zich niet alleen in het principe van de erfopvolging dat voorbehouden is aan de leden van het koninklijk huis, maar uit zich ook in de toepassing van regels. Die gelden voor de burgers, maar niet voor de monarchie.

ABN-bankier Kees van Dijkhuizen heeft als nevenfunctie het toezicht op de ‘financiële holding‘ van koning Willem-Alexander en leden van de koninklijke familie. Deze Stichting Bewind houdt onder meer toezicht op het vermogen en wikkelt de erfenissen af van leden van de Oranjes, aldus een bericht in De Volkskrant. Van Dijkhuizen heeft deze nevenfunctie verzwegen en niet in de documenten van de bank vermeld, terwijl deze volgens de voorschriften wel gemeld moet worden. Een woordvoerder geeft als reden de ‘hoge sensitiviteit en privacy’. En omdat ‘deze nevenfunctie de persoonlijke levenssfeer van de koninklijke familie raakt’ wordt deze niet gemeld. Daarom meldt Van Dijkhuizen in strijd met de voorschriften deze nevenfunctie niet. Maar alle dieren zouden toch gelijk zijn? Of niet? Nogmaals, wat is erger? De ongelijkheid of het veinzen van gelijkheid?

Belangenverstrengeling bij Toneelschrijfprijs 2015. Hoe is het toezicht op de Taalunie geregeld?

tu

De Vlaams-Nederlandse Taalunie heeft zichzelf beschadigd door de kwestie Freek Mariën met zijn zuster Ruth Mariën in de jury voor de toekenning van de Taalunie Toneelschrijfprijs 2015 van 10.000 euro. Wijbrand Schaap heeft er voor het Cultureel Persbureau aandacht aan besteed in een kritisch artikel

Uitleg van ‘secretaris’ Steven Peters dat bij de besluitvorming in de jury Ruth Mariën terugtrad schiet tekort omdat dit de rol van de Raad van Toezicht (RvT) ongenoemd laat die volgens principe 8 van de Governance Code Cultuur bij belangenverstrengeling essentieel is: ‘Besluiten over het aangaan van transacties of relaties waarbij tegenstrijdige belangen kunnen spelen behoeven vooraf goedkeuring van de raad van toezicht.’

De RvT had bij de toekenning van de prijs vooraf goedkeuring moeten geven. Dat dat blijkbaar niet gebeurde is er een aanwijzing voor  dat bij de Taalunie de Governance Code niet correct of niet volledig wordt toegepast en mogelijk dat de RvT die toezicht moet houden niet functioneert. In het organisatieschema van de Taalunie is geen RvT terug te vinden, wel een Comité van Ministers met van Nederlandse kant minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker. En er is een Interparlementaire Commissie die als taak heeft de controle van het beleid. Hierin zitten de volgende Nederlandse parlementariërs: Martin Bosma (PVV), Harm Beertema (PVV), Pieter Duisenbert (VVD), Roald van der Linde (VVD), Paul van Meenen (D66), Loes Ypma (PvdA) en de Eerste Kamerleden Helmi Huijbregts-Schiedon (VVD), Pia Lokin-Sassen (CDA) en Janny Vlietstra (PvdA). Een voorlopige conclusie kan zijn dat bij de Taalunie het toezicht niet bestaand is of op te grote afstand staat.

Het functioneren van de Taalunie vraagt om kamervragen aan minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker. Hoewel het gezien hun eigen rol overweging verdient om de vragen aan premier Mark Rutte (Algemene Zaken) te stellen. Van belang is om te weten hoe de omstandigheden waren waaronder de prijs werd toegekend met een zuster in de jury en een broer die werd beloond. Essentieel is om te weten hoe het toezicht op het functioneren van de Taalunie is geregeld. Omdat niet op voorhand vaststaat of de leden van de Interparlementaire Commissie betrokken waren is het raadzaam dat parlementariërs van andere partijen de kamervragen stellen vanwege mogelijke belangenverstrengeling vanuit de Interparlementaire Commissie.

Foto: Omslag Jaarverslag 2014 van de Taalunie.

Nemen Bussemaker en de RvT van het Nieuwe Instituut het toezicht serieus?

1231084_559415037446137_595489219_n

Gisteren schreef ik in een update in de kwestie van belangenverstrengeling van Het Nieuwe Instituut/ Guus Beumer: ‘Minister Jet Bussemaker antwoordt in een brief Kees van der Hoeven en neemt het op voor de RvT en voorzitter Koos van der Steenhoven. De RvT zou volgens Bussemaker correct gehandeld hebben en de code voor goed bestuur gevolgd hebben. Zodat er geen enkel geval van belangenverstrengeling is, of daar in de afgelopen jaren sprake van is geweest. Van der Hoeven betwijfelt dat en vraagt zich af of Bussemaker haar antwoord wel onafhankelijk van de RvT heeft geformuleerd. Ofwel, is het antwoord van Bussemaker wel onpartijdig? Er ontstaat bestuurlijk zo een nieuw probleem met politieke dimensies in dit dossier: het ministerie baseert zich op Van der Steenhoven die tegelijk bron van informatie en onderwerp van kritiek is.’ 

Freek Ingen Housz wordt genoemd als contactpersoon in de brief van Bussemaker. Uit z’n LinkedIn-profiel blijkt dat hij bij OCW een hogere beleidsadviseur (augustus 2002 – november 2011) was toen Van der Steenhoven daar secretaris-generaal was (september 2003 – oktober 2010). Nu moet Ingen Housz zijn oude baas objectief beoordelen. Lukt dat? In dit dossier lopen allerlei belangen, loyaliteiten en netwerken door elkaar heen. Met de vervolgvraag: is Koos van der Steenhoven de geschikte persoon om toezicht te houden?

De belangenverstrengeling van Guus Beumer die z’n levenspartner Herman Verkerk 29 opdrachten gunde is door publicaties in de media onderhand goed zichtbaar geworden, maar de belangenverstrengeling tussen Freek Ingen Housz en Koos van der Steenhoven of tussen laatstgenoemde en minister Bussemaker onttrok zich tot nu toe aan de kritiek. Dat verandert. Hoogleraar goed bestuur Mijntje Lückerath zegt vandaag in De Volkskrant in een artikel met de titel ‘Toezichthouder Het Nieuwe Instituut zit fout’ over de toestemming van de RvT over Verbeek: ‘Ja, zij hebben een inschattingsfout gemaakt.’ De NRC gaat in een commentaar minder ver dan Lückerath: ‘Deze achteloze afweer van zowel de RvT van Het Nieuwe Instituut als de minister is behalve onfatsoenlijk jegens de belastingbetaler ook schadelijk voor de hele culturele sector.

Bussemaker oordeelde in haar brief aan Kees van der Hoeven dat de RvT ‘uiterst zorgvuldig’ is geweest, maar de vraag rijst of Bussemaker en haar ambtenaren wel objectief genoeg zijn om dat oordeel te kunnen geven. Bussemakers brief is geen weerlegging van de kritische vragen van Van der Hoeven, maar door de poging tot gladstrijken van iets dat niet gladgestreken kan worden juist een bevestiging van de belangenverstrengeling. Loopt dat via Koos van der Steenhoven en de RvT rechtstreeks tot in de kantoren van OCW waar het onder elkaar geregeld wordt? Dat vraagt om kamervragen over de opstelling van Bussemaker en haar ambtenaren in deze kwestie. De geloofwaardigheid van de minister en de RvT van Het Nieuwe Instituut staan ter discussie.

Foto: Minister Jet Bussemaker, 2013.

Neemt de RvT van het Nieuwe Instituut het toezicht serieus?

bo1

Update 17 augustus 2015: Minister Jet Bussemaker antwoordt in een brief Kees van der Hoeven en neemt het op voor de RvT en voorzitter Koos van der Steenhoven. De RvT zou volgens Bussemaker correct gehandeld hebben en de code voor goed bestuur gevolgd hebben. Zodat er geen enkel geval  van belangenverstrengeling is, of daar in de afgelopen jaren sprake van is geweest. Van der Hoeven betwijfelt dat en vraagt zich af of Bussemaker haar antwoord wel onafhankelijk van de RvT heeft geformuleerd. Ofwel, is het antwoord van Bussemaker wel onpartijdig? Er ontstaat bestuurlijk zo een nieuw probleem met politieke dimensies in dit dossier: het ministerie baseert zich op Van der Steenhoven die tegelijk bron van informatie en onderwerp van kritiek is. Dat gaat niet samen en zou het ministerie moeten weten. De brief van Bussemaker is zo geen antwoord op de kritische vragen van Van der Hoeven, maar er juist een bevestiging van. Dat vraagt om kamervragen over de vermeend afhankelijke opstelling van Bussemaker en haar ambtenaren in deze kwestie.

Is er na het Wereldmuseum in museaal Rotterdam een nieuw geval van belangenverstrengeling in de maak? Of is het onhandige vriendjespolitiek? Het gaat om het project ‘Tijdelijk Modemuseum’ ‘over het fenomeen mode in al haar verrassende vormen’ van het Nieuwe Instituut waar ook het NAi deel van uitmaakt. Guus Beumer is er directeur. De bloggende architect Kees van der Hoeven (@kavander) zet het in De Box kritisch op een rijtje.

Opvallend is de naam van de voorzitter van de RvT van het Nieuwe Instituut: de CDA’er Koos van der Steenhoven die sinds april 2015 in de RvT van het Wereldmuseum zit. Hij lijkt bij het Nieuwe Instituut een directe vorm van belangenverstrengeling te ondersteunen, zo concludeert Van der Hoeven. Hoe geloofwaardig dat het functioneren van Van der Steenhoven in de RvT van het Wereldmuseum -en sowieso die RvT van het Wereldmuseum- maakt met betrekking tot het respecteren van de ‘Code Cultural Governance’ is de vraag.

Naar aanleiding van het stuk in De Box lijken inmiddels de richtlijnen van goed bestuur al aangepast te zijn. Van der Steenhoven had aanvankelijk iets goedgekeurd dat inmiddels gecorrigeerd is. In een naschrift geeft Van der Hoeven aan dat ‘mode-theoreticus’ José Teunissen ‘voor de periode van haar opdracht voor het Tijdelijk Modemuseum [is] teruggetreden als lid van de Raad van Toezicht’. Is dit meer dan zachte corruptie zoals Van der Hoeven denkt? Speelt daarnaast op de achtergrond ook broodnijd tussen architecten? Met de partner van directeur Guus Beumer, te weten architect Herman Verkerk als steen des aanstoots. Beumer gunde Verkerk bij eerdere gelegenheden opdrachten met overheidsgeld. A fine mess daar bij het Nieuwe Instituut. 

bo2

Foto 1: Schermafbeelding van een deel van ‘* De nieuwste kleren van keizer Guus Beumer – 1 *)’ op De Box door Kees van der Hoeven.

Foto 2: Schermafbeelding van deel van persbericht over de tentoonstelling ‘Tijdelijk Modemuseum’ van het Nieuwe Instituut.