GroenLinks Amersfoort twijfelt aan het bestaan van de waarheid over het Armando Museum en wijst een onderzoek hoe dan ook af

Groenlinks neemt in Amersfoort met twee wethouders deel aan de coalitie. Dit feit alleen verklaart het optreden van de woordvoerder cultuur van GroenLinks Linda van Tuyl. Wat ze zegt is zo afwijkend van waar GroenLinks voor zegt te staan dat nauwelijks valt te geloven dat Van Tuyl echt gelooft in wat ze zegt.

Van Tuyl zegt in een raadsdebat dat ze niet wil dat de onderste steen boven tafel komt in een mogelijk onderzoek naar de besluitvorming over de verhuizing van het Armando Museum naar Bunnik. De reden die ze daarvoor geeft is dat het een complex onderzoek zou worden. Dat meent ze al op voorhand te weten, zonder dat het onderzoek is verricht. En als men de onderste steen boven tafel krijgt vraagt ze zich af wat men ermee gaat doen. Men krijgt medelijden met haar dat Van Tuyl dit om partijpolitieke redenen moet zeggen.

Aan de orde is een onderzoek naar de gang van zaken rond het MOA. Dat heeft de gemeente veel geld gekost. Deze Amersfoortse vertegenwoordiger van GroenLinks gaat niet voor openheid en onderzoek, maar voor het tegendeel. In haar argumenten redeneert ze naar een situatie toe die juist onderzocht moet worden om te weten wat de situatie is. Evenmin is het duidelijk waar Van Tuyl haar observatie op baseert dat het dossier MOA zo uniek is dat een onderzoek weinig oplevert. Afgelopen jaren zijn opvallend veel culturele projecten in Amersfoort mislukt. Valt daar geen patroon in te herkennen? Volgens Van Tuyl niet, want ze weet op voorhand het antwoord. Zij redeneert in een cirkel en stelt haar uitgangspunt als onherroepelijke conclusie voor.

Van Tuyls argumenten kunnen ook omgekeerd worden en tegen haar gebruikt worden. Als namelijk het dossier MOA zo uniek is zoals ze veronderstelt, dan verdient dat juist een onderzoek. Of in de vorm van een raadsenquête of anderszins, naargelang de wens van de meerderheid van de raad. Dit soort onderzoeken zijn ernstig en gaan niet over futiliteiten. Ze zijn bedoeld om de controlerende rol van de raad te herstellen, en om van gemaakte fouten te leren zodat die in de toekomst vermeden kunnen worden.

Precies dat is aan de orde bij het dossier MOA toen het toenmalige college het convenant uit 1998 met Armando en zijn ex eenzijdig opzegde. Toenmalig directeur Gerard de Kleijn van Amersfoort-in-C noemde dat in 2010 ‘onbehoorlijk bestuur’ en woordbreuk van de toenmalige gemeenteraad die via de coalitiepartijen het besluit van het college volgde. Het is niet niks als een ambtelijk diensthoofd de raad (en in het directe verlengde daarvan het gemeentebestuur) beticht van onbehoorlijk bestuur. Verdient dat geen onderzoek?

Blijft de vraag over de beeldvorming en GroenLinks. Is dit nog wel de partij van voormalig kamerlid Mariko Peters die in 2012 een wetsvoorstel indiende voor een transparante overheid? In de motivatie zei ze: ‘Teveel publieke informatie blijft nu geheim of te lang achter slot en grendel.’ Van Tuyl vindt het blijkbaar prima dat informatie achter slot en grendel blijft. Namens welk GroenLinks spreekt zij? Het is soms politieke realiteit als een partij kernwaarden inwisselt voor deelname aan de macht, maar doorgaans gaat dat gepaard met geloofwaardig theater. Van Tuyl voert dat echter zo ongeloofwaardig en onhandig op dat het absurd wordt.

In het dossier Armando Museum en MOA speelde een van de voorlopers van Van Tuyl een andere rol. Ook toenmalig fractievoorzitter van GroenLinks Hiske Land pleitte in 2010 voor pragmatiek en haalbaarheid, maar koos vervolgens niet voor een kleinere, maar een grotere rol van de raad. Ze pleitte voor een brede, kritische blik en zoektocht naar de waarheid die Van Tuyl bij voorbaat als onmogelijk kenschetst. Hiermee verschilt Van Tuyl niet van rechts-populisten die succesvol het idee van ‘de waarheid’ ondermijnen. Dat is het verschil in intellectuele nieuwsgierigheid en politiek-filosofische stellingname tussen Land en haar opvolger Van Tuyl.

In 2010 schreef Land: ‘Essentie dus: het Amersfoortse culturele klimaat wordt voor een groot deel bepaald door de verzelfstandigde instellingen. We kunnen niet veel meer doen dan hopen dat zij kiezen voor het belang van de stad… Ik pleit voor een brede blik op het museale aanbod, in plaats van te focussen op één instelling zoals nu gebeurt. De bezuinigingen zijn wat mij betreft alleen de aanleiding om ernaar te kijken. Wat willen we voor de stad? Welke betekenis heeft iedere instelling daarin?’ Een zoektocht naar de waarheid is aan Van Tuyl en GroenLinks Amersfoort niet besteed. Linda van Tuyl ontkent het bestaan van de waarheid.

Nodig voor Nederland: transparantiewet en transparantieportaal

the_lion_for_real

Vandaag is in Spanje het Transparantieportaal (‘portal de la transparencia’) gelanceerd. Het geeft Spanjaarden toegang tot gegevens die met de overheid en het openbare leven te maken hebben. Zoals contracten, subsidies, werkzaamheden van ministeries, budgetten, rechten en heffingen en bezoldiging van ambtenaren. Vraag is hoever de openheid gaat. Buitenlandse betrekkingen, openbare veiligheid en milieubescherming zijn uitgezonderd. Vooral uitsluiting van openbare veiligheid roept vragen op. TheLocal.es geeft bijzonderheden.

Openbaarheid is een middel om corruptie te bestrijden. Het mes snijdt aan twee kanten omdat corruptie een bedreiging van economische groei is. Eigenlijk aan drie kanten omdat het ook een manier is om nieuwe politieke partijen als het progressieve Podemos de wind uit de zeilen te nemen. En aan vier kanten als het om het verbeteren van het imago van Spanje gaat dat slechts 37ste staat op de Transparency Index 2014.

De digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom en de Piratenpartij pleiten in Nederland voor transparantie van overheid en openbaar bestuur. Waarbij deze organisaties dat doorgaans aan internetgebruik of vrije communicatie koppelen of het daar op toespitsen, terwijl dat slechts een verschijningsvorm is. Transparantie is echter een mentaliteit. Zeker nu in Nederland vanuit het huidige kabinet van VVD en PvdA een repressieve wind waait die inperkt, betuttelt, verhult en zelfs tegen Europese richtlijnen ingaat kan een transparantie portaal dat meer is dan politieke marketing een middel zijn om de partijpolitiek tegen zichzelf te beschermen. Nodig is een nieuwe transparantiewet. Transparantie is een modieus begrip. Niemand is er in beginsel tegen, maar evenmin willen de gevestigde politieke partijen dat het concreet wordt gemaakt. Dat moet veranderen.

In juni 2012 nam toenmalig kamerlid voor GroenLinks Mariko Peters een initiatief tot een transparante overheid met haar Nieuwe Wob. Dat mondde eind 2013 uit in de initiatiefwet Wet Open Overheid (Woo) van GroenLinks en D66 die onvoldoende politieke steun kreeg. Dat afgeschoten initiatiefvoorstel leest als een antiek bestuurlijk-ambtelijk wangedrocht dat zich niet op de burger van nu richt door een begin te maken om nieuwe technieken voor de informatievoorziening, besluitvorming, controle en verantwoording in te zetten.

De Spaanse Transparantiewet (‘Ley de Transparencia’) zegt: ‘In order to decisively foster access for all to information disseminated, the Transparency Portal shall be created, including not only information regarding which there is an active publicity obligation, but also that which is most frequently requested. The Portal will be a meeting point and dissemination hub, exemplifying a new way of understanding citizens’ right to access public information. It is also set forth here that the Central State Administration, the Administrations of the Autonomous Communities, and the entities forming the Local Administration may adopt collaboration measures for compliance with their active publicity obligations.

Foto: Eric Drooker, The Lion for Real. Credits: Eric Drooker.

Open Data. Weg met de gesloten bestuurscultuur: D66 Nijmegen

touch

Vandaag bespreekt de Nijmeegse raad het raadsinitiatiefvoorstel ‘Open Data van Kristie Lamers (D66). Het geeft het college zes opdrachten mee op het gebied van ‘Open Data‘. D66 meent dat dat “de gemeente Nijmegen van openbaarheid en toegankelijkheid de nieuwe norm voor haar data moet maken. Alle data moet eenvoudig, in een standaard formaat op internet beschikbaar worden gemaakt, tenzij dat strijdig is met belangen als privacy of veiligheid”. D66 beredeneert de openheid niet alleen vanuit de democratie, maar ziet er ook een stimulans voor innovatie en economische activiteit in. Zelfs: ‘Open data zijn dus niet alleen gunstig voor het ontwikkelen en aanbieden van diensten, maar ook voor de verbetering van de kwaliteit van het leven‘.

Openbaarheid en toegankelijkheid in het openbaar bestuur zijn voorwaarden voor goed bestuur, maar verre van vanzelfsprekend. Opvallend in het internettijdperk waarin technisch zoveel mogelijk is. Het openbaar bestuur loopt achter in het bieden van openheid. Vreemd is dat ICT-projecten van overheden vaak mislukken. De basisregel van informatieanalyse is betrokkenheid en medewerking van allen. Zonder dat gaat het niet.

D66, GroenLinks en de Piratenpartij zijn voorstanders om de gesloten bestuurscultuur open te breken. In een toelichting zegt D66: ‘Nederlandse overheden stellen de gegevens (data) die zij verzamelen meestal niet openbaar beschikbaar. Zij hebben daar vaak geen principiële reden voor. Het is eerder een gewoonte dan een keuze.  (..) D66 Nijmegen vindt dat de gemeente Nijmegen van openbaarheid en toegankelijkheid de nieuwe norm voor haar data moet maken. (…) Dat vraagt om een open houding van de gemeente Nijmegen.

Bij een prijsvraag voor de preambule van ‘De Nieuwe Wob; Initiatiefwetsvoorstel GroenLinks voor een transparante overheidvan toenmalig kamerlid Mariko Peters schreef ik: ‘Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is….
’dat niet de ene waarheid de andere blokkeert, maar ideeën elkaar opvolgen, dat inzichtelijkheid in de werking van de overheid de bereidheid van burgers om zich in te zetten voor de samenleving vergroot, dat openheid een voorwaarde is om goed geïnformeerde en betrokken burgers voor de publieke zaak te winnen zodat ze op hun beurt kunnen deelnemen aan een prikkelend debat als voorwaarde voor een open samenleving en dat het daarbij wenselijk is dat de overheid de vergroting van het aantal burgers dat meepraat ondubbelzinnig toejuicht en actief ondersteunt omdat het alleen zo een basis legt onder de democratische orde
….Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze.’

De Raad van State oordeelde in november 2012 in een advies over dit initiatiefvoorstel van GroenLinks dat het onvoldoende onderbouwd was. Ook vond de raad dat de problemen die wel worden genoemd in het voorstel niet veroorzaakt worden door de huidige wet maar voornamelijk door de uitvoering ervan. Dit duidt opnieuw op een gesloten Nederlandse bestuurscultuur die openheid en toegankelijkheid niet als noodzakelijke voorwaarde voor haar functioneren ziet. Maar als een mentaliteit die in de uitvoering openheid tegenhoudt. 

Foto: Hans Wildschut, Touch, 2009. Credits: Hans Wildschut.

Petitie tegen wettelijke inperking openbaarheid Denemarken. Waarschuwing voor Nederland?

den

Of het nou komt door de sociale media die signaleren, uitzoeken en aan de orde stellen of door overheden die steeds verkrampter omgaan met de openbaarheid is niet eens de hoofdzaak. Neem nou Denemarken, zo’n land dat in de goede lijstjes altijd bovenaan staat. Met Zweden, Noorwegen, Canada, Nieuw-Zeeland en Nederland. Da’s de liberale democratie waarop vele inwoners van minder democratische landen jaloers zouden zijn. Laat staan die van gemankeerde staten waar een mensenleven niets waard is. Soms staat echter een oud beeld van hoe een land ooit was voor hoe het nu is. Onomstotelijk is dat in Zweden dat met een afgewogen publicitair ontwikkelingsbeleid goede sier maakt, maar eveneens een grote wapenfabrikant is die schimmige deals afsluit. Denemarken is ook zo’n land dat in een spagaat zit tussen schijn en wezen.

Something is rotten in the state of Denmark‘, legde Shakespeare ooit een karakter in Hamlet in de mond. Voldoende om er een petitie van Avaaz aan te wijden. Het gaat om het wetsvoorstel over een ‘Freedom of Information Act‘ (‘Offentlighedsloven’) dat de openbaarheid van bestuur en de persvrijheid bedreigt. Als de wet aangenomen is heeft de regering tegenover burgers, media en parlementsleden geen wettelijke verplichting meer om openheid van zaken te geven. De petitionisten zien het als de dood van de Deense democratie. Deense journalisten maken zich zorgen en roepen op tot actie. Zie hier voor een commentaar en doorverwijzingen. Laten we dit als een waarschuwing en les beschouwen voor wat Nederland kan overkomen.

Met dank aan King Billy.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Save Denmarks Democracy‘ op Avaaz.org.

Hoe lang kunnen burgers het wantrouwen van de VVD nog aan?

media_xl_1441700

Hoe groot moet de legitimiteit van een regering zijn om niet door de vloer te zakken? Kritiek lijkt altijd feller dan voorheen. Tegengeluiden klinken altijd. Toch stapelt de kritiek op met name de VVD zich op. Venijnige en steeds wanhopiger wordende uitspraken fileren het beleid van het kabinet Rutte op belangrijke deelterreinen: economie, veiligheid, zorg, bestuur, onderwijs, wetenschap en cultuur. Paradox van de koers is dat een partij die het begrip ‘Vrijheid‘ in haar naam draagt de vrije ruimte van de burger steeds meer inperkt. Vanuit het wantrouwen jegens de burger. Overdreven overheidsbemoeiienis en zelfgerichtheid worden zo het motto van het kabinet Rutte-Asscher. NRC-commentator Marc Chavannes merkt op: ‘De VVD is als het zo uitkomt net zo dirigistisch als de cliché-PvdA.’ De VVD sluit zich in zelfgekozen separatie mentaal af van de samenleving.

In de sector veiligheid opereert als motorblok van de VVD het duo Teeven en Opstelten als bad en good guy. Opstelten is de double-breasted consigliere die met proefballonnen de grenzen van de rechtsstaat oprekt en Teeven de hitman die zijn slordige baas opjaagt om te scoren. Deze Watt en Halfwatt van de staatsveiligheid trekken steeds meer bevoegdheden naar zich toe, wantrouwen de mondige burger als veiligheidsrisico voor hun positie die floreert in het halfduister en laten het liggen in de opsporing en de aansturing van de politie. In een vlucht naar voren praten ze in ontoetsbare abstracties, plannen en vergezichten omdat ze de kerntaak waarvoor ze ingehuurd zijn niet aankunnen. Opstelten en Teeven zijn bipolair zonder een evenaar te kennen.

De kritiek op de VVD is zo omvangrijk dat het pijn doet aan het verstand. Economisch presteert Nederland slecht sinds Rutte aan de macht is en zakt het ook in vergelijking met de buren weg. Wat de VVD biedt is Tjakka en geen afgewogen beleid. Voormalig staatssecretaris Zijlstra kortte met verwijzing naar de markt als oplossing bovenmatig in het cultuurbudget. Nu blijkt dat de cultuursector de dupe is van een ingezakte goede doelen markt kunnen de honden blaffen wat ze willen maar trekt de caravan van de VVD verder zonder te repareren. Op weg naar wat trouwens? In de chicken race met de PvdA rijdt de VVD hard naar de afgrond. De voet op het gaspedaal is de legitimatie van het eigen gelijk. Een in zichzelf gekeerde partijpolitiek van de VVD keert zich af van goed geïnformeerde en betrokken burgers die niets van deze politiek te verwachten hebben.

img.php

Foto 1: De VVD’ers Fred Teeven (links) en Ivo Opstelten, respectievelijk staatssecretaris en minister van Veiligheid en Justitie, 2012. Credits: ANP.

Foto 2: Het Deense komische duo Watt en Halfwatt (Pat en Patachon) als politie-agent, 1925.

Regering-Rutte steeds verder onder druk vanwege zaak Demmink

Er zijn drie ontwikkelingen in de zaak Demmink. 1) Op de video getuigt op een hearing over mensenhandel in het Amerikaanse congress de Republikeinse afgevaardigde uit New Jersey en voorzitter van het Subcomittee waaronder de mensenrechten vallen Chris Smith van de obstructie door de regering-Rutte. Het weigert een diepgaand onderzoek naar de voormalige secretaris-generaal van Justitie Joris Demmink in te stellen. Smith dreigt niet alleen met een resolutie om het Internationaal Gerechtshof uit Den Haag weg te halen, Nederland dreigt ook te duikelen op de lijst die aangeeft of landen een goed mensenrechtenbeleid hebben, de Tier Ranking. Minister Ivo Opstelten geeft telkens ontwijkende antwoorden op kamervragen van onder andere CDA-er Pieter Omtzigt en hij houdt zich doof voor kritiek op zijn lakse aanpak. De druk die via parlementen en media in het buitenland wordt opgebouwd beschadigt het beeld van Nederland als volwassen en open land.

2) Deze week vertrekt een delegatie van 11 personen naar de VS onder leiding Herman Bolhaar, voorzitter van het college van procureurs-generaal. Ook voorzitter van de taskforce mensenhandel. Volgens hem krijgt het steeds meer grip op de mensenhandel. Ongetwijfeld zal de delegatie door de Amerikanen aangesproken worden op de lakse houding van de Nederlandse regering. Rudie van Meurs constateert in een stuk voor de Bakker Schut Stichting dat de reden voor het sturen van de delegatie is dat onze zakelijke belangen in het geding zijn: ‘Want nu zijn niet alleen maar de kinderen in het geding, onze belangen staan op het spel.’

3) Robert Rubinstein van Stichting De Roestige Spijker voert de interne druk op minister Opstelten op door aanvullende vragen op zijn WOB-verzoek te stellen over de overheidssteun aan Joris Demmink in de juridische procedure tegen het AD. Hij vraagt om ‘afschriften van alle schriftelijke besluiten, stukken, correspondentie en documenten, als ook een kopie van geluidsopnames‘ die betrekking hebben op deze zaak.

Vraag is hoelang de regering-Rutte nog weerstand kan bieden aan deze externe en interne druk. Wanneer neemt de PvdA afstand? Hoe langer weerstand wordt geboden, hoe raadselachtiger de zaak Demmink wordt. Door het ontkennen van Opstelten dat er iets aan de hand is en het uitblijven van een diepgaand onderzoek naar Demmink wordt de reputatie van Nederland steeds verder beschadigd. En dat van een regering die mensenrechtenbeleid heeft ingewisseld voor handelsbelangen. Als de positie van de minister van Justitie blijkbaar belangrijk genoeg is om die druk te weerstaan dan kunnen daarvoor verschillende redenen zijn. Of minister Opstelten stelt zich eigenwijs en met misplaatste trots op, of de regering heeft de reputatieschade onderschat of het bevestigt de complottheorie dat de zaak Demmink vertakkingen heeft naar hooggeplaatste personen die koste wat kost beschermd moeten worden. Dat mag dan de reputatie van Nederland schaden.

Overheidssteun van Justitie neemt Demmink in bescherming

NCRD01_054081343_X

Update 7 juli: Stichting De Roestige Spijker eist in kort geding openheid van zaken door het ministerie van Veiligheid en Justitie omdat het ‘weigert stukken te openbaren waarin is besloten de advocatenkosten van haar voormalig secretaris-generaal Joris Demmink te betalen’. Het gaat om al zo’n 37.5000 euro aan juridische kosten dat het rijk in deze zaak heeft gestoken. Opmerkelijk is de berichtgeving over deze zaak in de NRC. Het is uitzonderlijk dat de gevestigde media aandacht aan de kwestie Demmink besteden. 

Stichting De Roestige Spijker die zich beijvert voor onderzoeksjournalistiek en persvrijheid diende een WOB-verzoek in om informatie te verkrijgen naar aanleiding van publicaties in het AD van 6 oktober 2012 over oud secretaris-generaal van het ministerie van Veiligheid en Justitie mr. Joris Demmink. De vraag stond centraal welke financiële en/of juridische ondersteuning Demmink vanuit de overheid krijgt. Directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving G.N. Roes antwoordt namens de overheid. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft tot op dit moment 37.644,05 euro betaald aan advocaatkosten voor de sinds 1 november 2012 met pensioen gegane ambtenaar Demmink. Wat rechtvaardigt overheidssteun die alle kosten vergoedt?

De Bakker Schut Stichting van advocate Adèle van der Plas merkt op dat Roes zich in zijn antwoord beroept op artikel 69, lid 1 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement: ‘Onze Minister kan naar billijkheid de ambtenaar schadeloos stellen, kosten vergoeden of overigens een geldelijke tegemoetkoming verlenen.’ DG Roes meent dat de toepassing ervan aangewezen is ‘omdat moet worden aangenomen dat mr. Demmink voorwerp van de publicaties werd in verband met zijn functie bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.’

Roes zegt met andere woorden dat de reden dat de AD publiceerde over Demmink en hem ervan beschuldigde begin jaren ’80 contact te hebben gehad met de jongenspooier Dick Willard en ontucht te hebben gepleegd met minderjarigen direct verband houdt met zijn ambtelijke functie. Het beroep van Roes op billijkheid om de advocaatkosten van Demmink door de overheid te laten betalen kan als volgt uitgelegd worden. Weliswaar ligt de grond van de beschuldiging van het AD volledig in het persoonlijk leven van Demmink en heeft het niks met zijn functie te maken, maar is-ie voorwerp van publicatie -dus kwetsbaar- geworden vanwege die functie.

Deze uitleg van Roes klinkt verre van logisch. In wat de affaire Demmink is gaan heten stond in de publiciteit altijd het persoonlijk leven van Demmink centraal. Dat werd slechts in verband met zijn functie gebracht waar het ging om de vermeende obstructie van de rechtsgang. Maar dat staat los van de aantijgingen over pedofilie en sex met minderjarigen. Zoals De Roestige Spijker opmerkt is het niet aantoonbaar dat het AD de belastende feiten niet zou hebben gepubliceerd als Demmink geen topman van Justitie was geweest. Alsof Nederlandse media een heksenjacht op overheidsdienaren zouden houden. DG Roes beroept zich op de omgekeerde bewijslast dat Demmink slachtoffer is van de media en niet van zijn eigen persoonlijk handelen.

Foto: Vrouwe Justitia zonder blinddoek in de Schepenzaal in het Stedelijk Museum Kampen, Kampen. Met de tekst ‘Justitiae gladio Martis violetia cessit‘ ofwel ‘Voor het zwaard der gerechtigheid wijkt het oorlogsgeweld’. 

Is Amsterdam afraid of Sally and Daniel Goldreyer?

Update 12 september 2013: De gemeente Amsterdam moet van de Raad van State binnen zes weken twee rapporten openbaar maken. Amsterdam vreest schadeclaims van nabestaanden van restaurateur Goldreyer.

Galerist Leo Castelli stuurde in januari 1970 het schilderij ‘Electric Cord‘ van Roy Lichtenstein naar restorator Daniel Goldreyer (1927-1987) om het schoon te laten maken. Goldreyer stuurde het werk niet terug maar liet weten dat het verloren was. Op een magische manier verdwenen, zoals Abigail Esman opmerkt. Kwijtgeraakt of gestolen door Goldreyer? Pas twee weken geleden dook het op in een New Yorks pakhuis. Opgespoord door de FBI die liet weten dat het terugkeerde naar de rechtmatige eigenaar, de weduwe Barbara Bertozzi Castelli.

Goldreyer werd in 1987 door het Stedelijk Museum in de arm genomen om ‘Who’s Afraid Of Red, Yellow, and Blue III‘ van Barnett Newman te repareren. Een jaar eerder door Gerard Jan van Bladeren met een stanleymes zwaar beschadigd. Het werd een blamage. Nadat Goldreyer in 1991 het schilderij terugbracht ontspon zich een debat over de kwaliteit van zijn werk.  Onderzoek wees uit dat Goldreyer geen twee miljoen puntjes zette, maar met een verfroller aan de slag was geweest. Die discussie drukte Goldreyer de kop in door met een rechtszaak te dreigen. Hij stelde Amsterdam verantwoordelijk voor reputatieschade. Goldreyers intimidatie had succes. Amsterdam bond in. Naast zijn fee van 800.000 gulden kreeg-ie 170.000 dollar ‘schikking’. Afspraak was dat beide partijen zich voortaan ‘terughoudend’ uitspraken over de kwaliteit van de restauratie.

Nu worden oude wonden opengereten. Jhim Lamoree heeft namelijk met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur in 2011 geëist dat Amsterdam twee rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut uit 1991 en 1992 over de restauratie openbaart. De Rechtbank Amsterdam heeft op 25 september de eisende journalist in het gelijk gesteld. Amsterdam moet beide rapporten openbaar maken. De rechtbank voegt toe dat haar niet is gebleken dat ‘de financiële belangen van de gemeente door openbaarmaking van de rapporten in ernstige mate zullen worden geschaad‘. Tegen dat besluit gaat Amsterdam in beroep. De geest van intimidatie van Goldreyer en zijn weduwe Sally Model zaait blijkbaar nog steeds angst in het Amsterdamse stadhuis.

Foto: Barnett Newman, Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue III, 1966/67. Olie op linnen, 245 x 544 cm. Courtesy of Stedelijk Museum Amsterdam. Credits: Barnett Newman/Artists Rights Society, New York.

Het échte politiewerk volgens de VVD

Op de VVD-site staat prominent een standpunt over Meer Blauw. Politie dus. Veiligheid is een beleidsterrein waar de VVD zich graag op profileert. Met minister Opstelten als nationale bestevaer en Fred Teeven als zijn tovenaarsleerling. Kern van het bericht is dat de partij voorstander is van een nationale politie. ‘Met als gevolg: meer capaciteit voor het échte politiewerk‘. Niet ongewoon dat voordelen die kunnen volgen uit een doelmatige organisatie vooraf worden ingeboekt. Als schaalvergroting in zijn tegendeel verkeert, dan is zo’n claim vaak sterker dan de uitwerking. Alleen de claim rest. Beleid wordt ondergeschikt aan beeldvorming.

Partijen profileren zich door voordelen in te boeken. Het moet hun onmisbaarheid aantonen. Een en ander dient coherent te zijn. Claims moeten geen tegenstrijdigheden bevatten. Die bouwt de VVD echter in met de volgende zin: ‘Door de grote veiligheidsproblemen is er per definitie weinig politie beschikbaar, gemeentelijke toezichthouders/handhavers en cameratoezicht hebben grote toegevoegde waarde.’ Er is per definitie weinig politie beschikbaar? Lieve help, maar dient het oprichten van een nationale politie nou niet juist om meer capaciteit voor het ‘het échte politiewerk’ te realiseren? Niet dus. De VVD verliest de samenhang uit het oog.

De aap uit de mouw is dat particuliere beveiligers politietaken overnemen. ‘Dit ontlast de politie waardoor er meer tijd is voor de échte politietaken.‘ De VVD maakt niet duidelijk wat het ‘échte politiewerk’ inhoudt. De partij redeneert vanuit het perspectief van een nationale politie om voordelen te claimen en voor de toekomst in te boeken. Maar het redeneert vanuit het nu om restrictieve maatregelen door te voeren. Dat rijmt niet.

Foto: Cor Mulder, ‘Donderdagavond: samenscholingen van provo’s en nozems. De Haarlemmerdijk wordt door de politie schoongeveegd.’ Amsterdam, 6 april 1967. Credits: ANP Archief.

Identiteitsbewijzen worden in Nederland niet serieus bekeken

Journalist Brenno de Winter gebruikt sinds januari als legitimatiebewijs een ‘Lichtbildausweis‘ om te testen hoe de beveiliging is. Het is een niet ambtelijk identiteitsbewijs. Hij kwam overal binnen. De Duitse digitale burgerrechtenbeweging FoeBuD biedt een ‘Lichtbildausweis voor 15 euro aan onder het mom ‘wat is er mooier dan het creëren van een (niet-officiële) pasfoto die precies de gegevens bevat die u bereid bent te onthullen. Of misschien wilt u een compleet andere identiteit? Met onze paspoorten kunt u iets leuks uitzoeken’. Een Duits protest met een knipoog wordt in Nederland door de instanties niet begrepen.

De Winter toont aan dat identiteitsbewijzen slecht gecontroleerd worden. Instanties weten niet wat een officieel ambtelijk legitimatiebewijs is. Hij had er journalistieke bedoelingen mee. Maar het misbruik ligt op de loer als identiteit een handelsartikel wordt en burgers elkaars identiteit kunnen aannemen. De Winter toont aan dat de veiligheidsdiensten door surveillance op straat, aftappen van telefoons en ongericht afluisteren van internet de privacy van de burger inperken, maar de voordeur wijd open laten staan voor kwaadwillenden. Dat roept de vraag op waarmee de veiligheidsdiensten bezig zijn en wat hun uiteindelijke doel is bij het volgen van de burger. De Winter heeft het failliet van het huidige privacy- en veiligheidsbeleid van de overheden doelmatig aan de kaak gesteld. Dit vraagt om een fundamenteel debat over veiligheid en privacy.

Foto 1: Lichtbildausweis van Brenno de Winter

Foto 2: Bestelling Lichtbildsausweis via shop op FoeBuD e.v.