Sabine begint nieuwe religie: ‘Stopbeingsuchapieceofshitism’

sab

Makkelijker gezegd dan gedaan, hoe begin je een religie? Sabine begint het ‘Stopbeingsuchapieceofshitism’, ofwel het strontisme. Zo zegt ze. Een goed initiatief omdat er geen genoeg religies kunnen zijn. In de hang naar kleinschaligheid (zonne-energie op het eigen dak) zou elke straat of elk dorp z’n eigen religie moeten hebben. Toegespitst op de behoefte. Mega-fusies binnen de religieuze instellingen hebben religieuze organisaties op afstand van de burger gezet. Religies hebben twee componenten die nauw samenhangen: zingeving en machtsvorming. Want zin heeft geen zin als het politiek en maatschappelijk niet wordt gehoord.

Hoe gaat Sabine haar nieuwe religie opstarten? Wat is er eigenlijk voor nodig? Is dat een gebouw voor bijeenkomsten of kan het vanuit de huiskamer of een kantoortje via internet en sociale media afgewikkeld worden? Maar zorgt dat wel voor het goede gemeenschapsgevoel? Goede publiciteit en belangenbehartiging bij politieke partijen en het openbaar bestuur zijn in elk geval nodig om de nieuwe religie te vestigen. In Nederland is het verkrijgen van de ANBI-status essentieel. Het 90%-criterium eist een inzet van meer dan 90% voor het algemeen nut. En dan moet een religie ook nog een geloofwaardig programma met uitgangspunten opstellen dat concurrerend en onderscheidend is. Want religie is een vechtmarkt met talloze aanbieders.

Foto: Schermafbeelding van tweet van @ThatSabineGirl, 19 juli 2015.

Petitie ‘doneerlijk’ vraagt meer inzicht in goede doelen sector

don

De petitie ‘Doneerlijk‘ roept op tot meer transparantie in de goede doelen sector. De indieners constateren dat er ‘Weinig of geen inzicht in uiteindelijke verdeling giften/donaties aan goede doelen‘ is. Feitelijk stellen ze de situatie nog te rooskleurig voor. Het schort ‘m in de charitatieve sector namelijk niet alleen aan de verdeling en de verantwoording van het opgehaalde geld, maar ook aan de verwerving ervan. Tekenen kan hier.

Ondanks politieke initiatieven lukt het niet tot een sluitende verantwoording in deze sector te komen. Waarom voortgang ontbreekt is de vraag. Het heeft vermoedelijk te maken met de schijn van transparantie en weinig betekenisvolle keurmerken die echte transparantie buiten de deur houden. Een jaar geleden concludeerde ik: ‘Er is op meerdere niveau’s iets mis met de sector. De ‘namaak’ goede doelen dienen aangepakt te worden, want het zijn direct mail instellingen die alleen met marketing bezig zijn. Ze geven de sector een slechte naam en er lekt geld weg. Dit probleem is al meer dan 10 jaar bekend. In een gezonde sector waren ze allang aangepakt. Onbegrijpelijk is waarom dit via kwalitatieve certificering, betere accountantscontrole en een agressiever publiciteitsbeleid van het CBF en de VFI nog steeds niet is gelukt. Het simpele antwoord is dat de grotere goede doelen niets te winnen hebben bij transparantie. Ze spelen liever koninkje in hun eigen rijk.’

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘doneerlijk’, 19 november 2013.

Wat is de beste weg naar een politiek systeem van de burgers?

dam

Wat is partijpolitiek? Enkelen zijn lid van een politieke partij en roeren zich binnen zo’n organisatie. Zo’n 36% tot 75% van de kiesgerechtigden stemt om de paar jaar op een partij. Maar zo gauw de stem is uitgebracht verliezen ze het zicht erop. De stem smoort binnen of buiten een coalitie. Daar blijft het niet bij. Is zo’n partij nou een vehikel om externe belangen veilig te stellen, carrière te maken of een instrument om de macht te helpen verdelen? Hoe dan ook pleitte ik hier herhaaldelijk voor meer ideologie in de politiek. Tuig de politieke partijen weer op met ideologische veren, zodat duidelijker dan nu wordt dat ze uiteenlopende wereldbeelden representeren. Zeg maar, een samenhangend pakket van beleidsvoorstellen waaruit gekozen kan worden.

Uiteraard kunnen niet alle programmatische varianten door afzonderlijke partijen afgedekt worden. Dat zou op zeven hoofdlijnen al tot 49 partijen leiden. Omdat programmapunten samenhangen en terug te brengen zijn tot fundamentele verschillen over machtsdeling, bezit van productiemiddelen, nationale identiteit, rechten en vrijheden kan het aantal partijen beperkt blijven. Er zijn echter ook belangenpartijen -soms onterecht one-issuepartijen genoemd (ouderenpartijen, Partij voor de Dieren) – die zich programmatisch beperken. De tendens bestaat dat partijen programmatisch naar elkaar toe bewegen. Het befaamde politieke kluitjesvoetbal met een drukbezet centrum. Wie tegen de NAVO of voor de republiek is kan nu nergens z’n stem meer kwijt.

Een pleidooi voor meer partijpolitiek straks houdt niet in dat men de partijpolitiek van nu niet weg wenst. Integendeel zegt de deconstructivist die graag op puinhopen bouwt en een fundamentele verbetering wil doorvoeren. Voorwaarde om meer partijpolitiek met meer ideologie in de toekomst te realiseren is het leegtrekken van de huidige politieke partijen. Da’s dus een pleidooi voor minder partijpolitiek nu. Zo is vanwege de representatie van belangen en de verdediging van bepaalde waarden Nederland gediend bij een sterke sociaal-democratische beweging die het nu niet heeft. De PvdA blokkeert de opbouw van een krachtige sociaal-democratische partij. De PvdA moet eerst verdwijnen om dat voor de toekomst mogelijk te maken.

Opbouw is lastig. Naar aanleiding van de posting ‘Eén-partijstaat Nederland, Nico Baakman en misbruik van de wet‘ stuurde politicoloog Nico Baakman me een notitie met de volgende tabel. Hij merkt op: ‘Er bestaat een aanmerkelijk verschil tussen de kans op succes voor gevestigde en voor nieuwe partijen. Over de hele periode (1948 – 2012) slaagde gemiddeld 94,3% van de partijen die al in de Kamer vertegenwoordigd waren erin bij een volgende verkiezing opnieuw zetels te behalen, terwijl van de partijen die nog geen zetels hadden slechts 10% daar in slaagde. Vergelijken we de periodes ’48-’63 en ’67 – ’12, dan is de kans voor gevestigde partijen in de Kamer te blijven weliswaar afgenomen (van 97,3 naar 94,2%) maar de kans voor voor nieuwe lijsten in de Kamer te komen daalde sterker (van 16,0 maar 9,2%) terwijl het aantal nieuwe lijsten dat een poging waagde juist groeide van gemiddeld 5 naar gemiddeld 12,2 per verkiezing. Daar zou men uit kunnen afleiden dat het moeilijker is geworden voor nieuwkomers een of meer Kamerzetels te verwerven.’

Baakman

Partijen die in het parlement vertegenwoordigd zijn functioneren onvoldoende. Ze verzaken hun hoofdtaak de bevolking direct te representeren. Ze dienen andere meesters die soms wel, maar vaak niet belangen hebben die overeenkomen met die van de bevolking. Tegelijkertijd worden politieke partijen steeds minder relevant omdat de macht nog slechts sporadisch in nationale parlementen wordt verdeeld. De kaders worden in de bestuurskamers van de EU, het IMF, de banken of het grootbedrijf bepaald. Voor nieuwe politieke partijen is het steeds moeilijker om tot het parlement door te dringen. De Eén-partijstaat is ontstaan waar partijlozen of nieuwe partijen door de gezamenlijke kaste van politieke partijen juridisch buiten het openbaar bestuur worden gehouden. Zodat een evenwichtige representatie van de bevolking en een programmatische update nog verder uit zicht raakt. Oplossing is een implosie van het politieke systeem. Voor de nieuwe emancipatie.

Foto 1: Verkiezingsuitslagen menigte op Dam, 1962. Credits: Nationaal Archief, CC-BY-SA.

Foto 2: Schermafbeelding van een tabel uit een notitie van Nico A. A. Baakman die hij me op 28 mei 2013 stuurde.

Goede doelen sector profiteert van ontbrekende transparantie

Update 1 februari 2013: Lea Bouwmeester en Mei Li Vos (PvdA) stellen kamervragen aan staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie. Een vervolg van de eerdere vragen uit oktober 2012. Het handelen van het CBF roept vragen op. De transparantie in de goede doelen sector lijkt eerder kleiner dan groter te worden. 

Lea Bouwmeester van de PvdA stelt kamervragen aan de staatssecretarissen Fred Teeven van Veiligheid en Jusititie en Frans Weekers van Financiën over goede doelen. Ze wil weten of de staatssecretarissen op de hoogte zijn van de zogenaamde ‘namaak’ goede doelen. Deze look-a-likes lijken als twee druppels water op bestaande fondsen. En trekken daar fondsen weg. Maar tegelijk heeft ze ook vragen over de transparantie en de betrouwbaarheid van de sector, en de juiste besteding van de fondsen. Argos Radio kaart het aan.

Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) is de Nederlandse toezichthouder waar goede doelen een keurmerk aanvragen. Vaak een voorwaarde om elders toegelaten te worden. Er is kritiek op het functioneren van het CBF dat als een logge, ambtelijke organisatie wordt gezien. Maar het neemt een sleutelpositie in.

Bezwaren zijn dat de toetsing hoofdzakelijk kwantitatief is en de kosten voor kleinere organisaties hoog zijn. Een klein nieuw doel dat een Verklaring van Geen Bezwaar wil aanvragen is daarvoor 1355 euro kwijt. Elk goed doel mag volgens de CBF-reglementen niet meer dan 25% aan fondsenwerving uitgeven. Dat zegt echter niets of de uitgaven volgens de doelstelling worden besteed. En het verbiedt de hoge directeurssalarissen niet.

De Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI) is de brancheorganisatie waarbij de belangrijkste goede doelen zijn aangesloten. Ze besturen met elkaar de sector en drukken hun stempel op de belangenbehartiging en publiciteit. Uitgerekend oud VFI-voorzitter Joop Daalmeijer heeft er kritiek op en zegt zijn vertrouwen in de sector te hebben verloren.

Zwak punt is dat het de problemen met zelfregulering wil aanpakken. Maar zonder sancties en overheidstoezicht werkt dat onvoldoende. De verwijzing naar transparantie wordt zo een middel om de controle op transparantie aan het oog te onttrekken. De politiek op haar beurt laat het gebeuren.

Er is op meerdere niveau’s iets mis met de sector. De ‘namaak’ goede doelen dienen aangepakt te worden, want het zijn direct mail instellingen die alleen met marketing bezig zijn. Ze geven de sector een slechte naam en er lekt geld weg. Dit probleem is al meer dan 10 jaar bekend. In een gezonde sector waren ze allang aangepakt.

Onbegrijpelijk is waarom dit via kwalitatieve certificering, betere accountantscontrole en een agressiever publiciteitsbeleid van het CBF en de VFI nog steeds niet is gelukt. Het simpele antwoord is dat de grotere goede doelen niets te winnen hebben bij transparantie. Ze spelen liever koninkje in hun eigen rijk.

Foto: De blinde bedelaar, 1640-64, maker onbekend.