Scientology Kerk Nederland laat op sociale media met aanval op media van zich horen. Het verdedigt zich met algemeenheden

De Nederlandse tak van de Scientology Kerk heeft de afgelopen maand talloze video’s met Gerbrig Deinum op haar YouTube-kanaal geplaatst. Zij doet de publiciteit van de Nederlandse Scientology Kerk en treedt veel op in de media. Deinum praat handig en vlot, maar wel in algemeenheden die niet controleerbaar zijn. Daarom is haar verhaal over de relatie van de Scientology Kerk met de media toch niet overtuigend. Daarbij sluit ze de mogelijkheid uit dat de kritiek die de Kerk krijgt gerechtvaardigd is. Opvallend is dat Deinum in een andere video aandacht besteedt aan de documentaire Going Clear: Scientology & the Prison of Belief van Alex Gibney die uit 2015 dateert. Ook hier wordt Deinum niet concreet en heeft ze geen steekhoudende argumenten.

De Scientology Kerk heeft in tegenstelling tot gevestigde godsdiensten geen ANBI-status omdat het onder meer niet kan voldoen aan het criterium van de Belastingdienst dat het ‘zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut’. Dat bepaalde in 2015 het Gerechtshof Den Haag in een uitspraak. Daardoor hebben donateurs en organisatie geen recht op belastingvoordelen over giften en donaties en moet de kerk schenk- en erfbelasting daarover betalen. De Scientology Kerk zet zich dus niet voldoende in voor het algemeen nu, maar men kan zich terecht afvragen of andere religieuze instellingen dat wel doen. Dat betwijfel ik. In een commentaar van mei 2015 schreef ik dat er vermoedelijk met twee maten wordt gemeten. Hiermee pleit ik zeker de Scientology Kerk niet vrij, maar betoog eerder het omgekeerde. Namelijk dat alle godsdiensten onterecht een streepje voor hebben boven andere maatschappelijke instellingen en goede doelen stichtingen:

Dat 90%-criterium is een harde grens waarvan onduidelijk is hoe die bewaakt wordt. Wanneer voldoet een religieuze instelling voor 90% aan het algemeen belang en hoe wordt dat kwalitatief en kwantitatief getoetst? Wordt dat in de praktijk getoetst of is er consensus tussen politieke partijen dat het 90%-criterium niet wordt getoetst? Overwegingen om te betwijfelen of er in de praktijk getoetst wordt en te vermoeden dat religieuze instellingen niet voldoen aan dit criterium volgt uit het kenmerk van religie zoals religieuze instellingen dat vertegenwoordigen. Religie bestaat uit twee componenten die zijn te omschrijven als intern en extern gericht. Dat eerste omvat zingeving en troost en is op de gelovige gericht, en dat laatste omvat belangenbehartiging, het bedrijven van machtspolitiek en charitatieve doelstellingen. Dit maakt religieuze instellingen zo divers en onoverzichtelijk dat niet op voorhand valt te zeggen dat ze voor 90% het algemeen belang dienen. Of anders gezegd, het niet op voorhand uitgesloten kan worden dat ze voor meer dan 10% hun eigen belang dienen.

EenVandaag besteedt aandacht aan de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Een kwestie van conformisme

ev

Vooruit dan maar weer. Wie weet dringt het door. Altijd blijven kloppen. EenVandaag besteedde vandaag in een item aandacht aan de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Mienke de Wilde legt uit dat ze overtuigd gelovige is van deze kerk. De journalist is wantrouwend en stelt vragen die hij aan gelovigen van gevestigde religieuze organisaties niet zo snel zou stellen. Want stel je voor dat hij een katholiek, gereformeerde, jood, boeddhist of moslim zou vragen of de religie waardoor ze zich laten inspireren geen religie, maar een grap is. Onvoorstelbaar. Dat is het lot van nieuwkomers die zich op de lucratieve religieuze sector in moeten vechten. Deze kerk is één van de meest recente religieuze organisaties ter wereld die ook wortel schiet in Nederland.

EenVandaag geeft in de tekst het verschil tussen theorie en praktijk aan. Het zegt dat de Kerk ‘een religie [is] die sinds kort ook in Nederland als formeel kerkgenootschap wordt erkend’. Maar het zegt ook dat ‘we in Nederland nog niet zover zijn’ en het geloof nog geen volledige erkenning heeft. De praktijk loopt achter op de regelgeving. Er bestaat vooral onbegrip en misverstand bij bestuurders en ambtenaren van gemeenten die menen dat ze een religieuze organisatie op inhoudelijk gronden mogen toetsen. Dat is relevant omdat in gemeenten deze gelovigen terecht komen voor het aanvragen van een identiteitsbewijs. Onder verwijzing naar hun religie willen ze met een pastavergiet op het hoofd op de foto. En ambtenaren weigeren dat eigenhandig. Zoals vele religies vragen deze gelovigen om een uitzondering die de wet biedt. In andere gevallen mogen aanvragers van een identiteitsbewijs niet met een hoofddeksel op de foto. Zo is in allerlei landen de foto op het identiteitsbewijs een voet geworden die de pastafarians tussen de deur van de gevestigde orde zetten.

De overheid kan burgers die zeggen een gelovige te zijn niet weigeren als gelovige omdat dit in strijd is met artikel 6 van de Grondwet, de vrijheid van godsdienst die zegt: ’Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.’ Omdat het dragen van een pastavergiet en het zich gedragen als lid van deze Kerk niet strafbaar is heeft de overheid geen grond om een gelovige die zegt een gelovige van een religieuze organisatie te zijn wettelijk te weigeren als gelovige. De overheid mag zich buiten de wet om niet met het leven van de burgers bemoeien. Ook in dit geval niet. Het is niet de wet, maar de onwennigheid en persoonlijke voorkeur van medewerkers van overheidsdiensten -dat is gestoeld op een patroon van culturele normen en waarden- die de weerstand tegen de Kerk van het het Vliegend Spaghettimonster verklaart.

Sinds 26 oktober 2015 ben ik ‘als lid ingeschreven bij de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster’. Het kerkbestuur heeft dit lidmaatschap ondertekend. Ik draag geen pastavergiet en ben niet van plan om dat op enig moment te doen. Toch beschouw ik mezelf als volbloed gelovige van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Mijn reden om me aan te melden als lid van dit kerkgenootschap is: ‘hoe meer religies, hoe beter’. Dat is een serieus standpunt dat niet speelt op het niveau van nabootsing of satire.

Zie hier voor andere commentaren over de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster.

Foto: Schermafbeelding van tweet van EenVandaag, 18 januari 2017. Geen video

Belastingdienst wijst ANBI-status af van Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Welke kerken hebben geen 10% eigenbelang?

kvs

De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster blijkt gestaag werken aan de emancipatie van de Nederlandse overheidsdiensten. Dat is een moeizaam proces. In bovenstaand bericht op haar site laat de Kerk weten dat de ANBI-status is afgewezen door de belastingdienst. De Kerk ziet dat als willekeur en zegt bezwaar te maken tegen deze beslissing. Instellingen die worden aangewezen als ANBI (‘Algemeen nut beogende instellingen’) hebben belastingvoordelen bij erven, schenken en energiebelasting. Er waren in Nederland op 29 september 2016 53141 instellingen met een ANBI-status, zoals blijkt uit het Overzicht van de belastingdienst.

In het bericht laat de Kerk weten dat het volgens de belastingdienst ‘niet of niet voldoende het algemene belang’ zou dienen. Interessant is de reactie van Scientology-woordvoerder Merel Remmerswaal uit 2015 op de afwijzing van de ANBI-status voor de Scientology Kerk: ‘Het is eerder de vraag waarom andere kerken wel de ANBI-status hebben. Het enige verschil is dat wij nieuw en onbekend zijn.’ De toetsing of een instelling van voldoende algemeen belang is heeft subjectieve elementen in zich. Het lijkt erop dat voor instellingen zonder machtsbasis in politieke partijen, overheid en bij de ambtenarij de lat hoger wordt gelegd. Onbekend maakt onbemind. Nieuwkomers op de religieuze markt worden er indirect van uitgesloten, zo is het vermoeden.

Volgens de definitie van de belastingdienst moet een ANBI aan een aantal voorwaarden voldoen waarvan de belangrijkste is: ‘Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut.’ Andere voorwaarden voor het verlenen van de ANBI-status zijn onder meer dat een ‘instelling en mensen die daar rechtstreeks bij betrokken zijn, niet mogen aanzetten tot haat of het gebruik van geweld’, administratieve verantwoording afleggen en geen winstoogmerk hebben. Voor religieuze instellingen is per 1 januari 2016 de publicatieplicht aangescherpt. Dat betekent dat de belastingdienst scherper gaat kijken of religieuze instellingen aan de voorwaarden van de ANBI voldoen. Vraag is of dit meespeelt bij de afwijzing.

Het 90%-criterium waar de Kerk op wordt afgewezen roept de vraag op wanneer een religieuze instelling voor 90% aan het algemeen belang voldoet en wanneer voor 10% aan eigenbelang. Hanteert de belastingdienst een checklist aan de hand waarvan een instelling wordt doorgelicht? Anders gezegd, wordt een en ander in de praktijk daadwerkelijk getoetst of bestaat er consensus dat het 90%-criterium feitelijk niet wordt getoetst?

Religie bestaat uit twee componenten die zijn te omschrijven als intern en extern gericht. Elke religieuze instelling bezit ze. Het eerste omvat zingeving en troost en is op de gelovige gericht, en het laatste omvat belangenbehartiging, het bedrijven van machtspolitiek en charitatieve doelstellingen. Dit maakt religieuze instellingen zo divers en weinig transparant van aard dat niet op voorhand valt te zeggen of een specifieke instelling voor 90% het algemeen belang dient. Of anders gezegd, niet op voorhand kan worden uitgesloten dat het voor meer dan 10% het eigenbelang dient. Het valt nauwelijks in te zien dat bij kerkgenootschappen die al eeuwen gevestigd zijn en gericht zijn op continuïteit het eigenbelang niet groter dan 10% is.

Foto: Schermafbeelding van berichtANBI status voor KVHVSM afgewezen’ van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster, 28 september 2016.

Twijfel over ANBI-status van kerken naar aanleiding van Scientology Kerk

Update 22 oktober 2015: De wereldwijde kerkgemeenschap Scientology, die ook in Nederland een bescheiden aanhang geniet, krijgt geen ANBI-status. Daardoor hebben de donateurs en de organisatie geen recht op belastingvoordelen over giften en donaties en moet de kerk schenk- en erfbelasting betalen over wat ze krijgt, aldus een bericht in De Volkskrant. Het Gerechtshof in Den Haag kwam op 21 oktober tot die uitspraak. ‘De trend is dat rechters bij niet-traditionele religieuze uitingen het individueel belang zwaarder vinden wegen dan het algemeen belang’, zegt hoogleraar belastingrecht Sigrid Hemels van de Erasmus Universiteit. Ze krijgen daardoor vaak geen ANBI-status, terwijl alle traditionele kerkorganisaties in Nederland die wel hebben.

De Scientology Kerk is in Nederland een officiële religie, maar geen algemeen nut beogende instelling (ANBI), zoals andere kerken. Dit in tegenstelling tot de VS waar de Scientology Church grote belastingvoordelen geniet en dit volgens critici een reden is dat het zich als religieuze instelling profileert. In een media-overzicht in de NRC naar aanleiding van de uitzending op 19 mei 2015 van de documentaire Going Clear door de VPRO antwoordt Scientology-woordvoerder Merel Remmerswaal waarom dat zo is: ‘Het is eerder de vraag waarom andere kerken wel de ANBI-status hebben. Het enige verschil is dat wij nieuw en onbekend zijn.’

Remmerswaal heeft een punt. Want volgens de definitie van de Belastingdienst moet een ANBI aan een aantal voorwaarden voldoen waarvan de belangrijkste is: ‘Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut.’ Andere voorwaarden voor het verlenen van de ANBI-status zijn onder meer dat een ‘instelling en mensen die daar rechtstreeks bij betrokken zijn, niet mogen aanzetten tot haat of het gebruik van geweld’, administratieve verantwoording en het niet hebben van een winstoogmerk. Voor religieuze instellingen wordt per 1 januari 2016 de publicatieplicht aangescherpt. Dat betekent dat de Belastingdienst scherper gaat kijken of religieuze instellingen aan de voorwaarden van de ANBI voldoen.

Dat 90%-criterium is een harde grens waarvan onduidelijk is hoe die bewaakt wordt. Wanneer voldoet een religieuze instelling voor 90% aan het algemeen belang en hoe wordt dat kwalitatief en kwantitatief getoetst? Wordt dat in de praktijk getoetst of is er consensus tussen politieke partijen dat het 90%-criterium niet wordt getoetst? Overwegingen om te betwijfelen of er in de praktijk getoetst wordt en te vermoeden dat religieuze instellingen niet voldoen aan dit criterium volgt uit het kenmerk van religie zoals religieuze instellingen dat vertegenwoordigen. Religie bestaat uit twee componenten die zijn te omschrijven als intern en extern gericht. Dat eerste omvat zingeving en troost en is op de gelovige gericht, en dat laatste omvat belangenbehartiging, het bedrijven van machtspolitiek en charitatieve doelstellingen. Dit maakt religieuze instellingen zo divers en onoverzichtelijk dat niet op voorhand valt te zeggen dat ze voor 90% het algemeen belang dienen. Of anders gezegd, het niet op voorhand uitgesloten kan worden dat ze voor meer dan 10% hun eigen belang dienen.

Petitie ‘doneerlijk’ vraagt meer inzicht in goede doelen sector

don

De petitie ‘Doneerlijk‘ roept op tot meer transparantie in de goede doelen sector. De indieners constateren dat er ‘Weinig of geen inzicht in uiteindelijke verdeling giften/donaties aan goede doelen‘ is. Feitelijk stellen ze de situatie nog te rooskleurig voor. Het schort ‘m in de charitatieve sector namelijk niet alleen aan de verdeling en de verantwoording van het opgehaalde geld, maar ook aan de verwerving ervan. Tekenen kan hier.

Ondanks politieke initiatieven lukt het niet tot een sluitende verantwoording in deze sector te komen. Waarom voortgang ontbreekt is de vraag. Het heeft vermoedelijk te maken met de schijn van transparantie en weinig betekenisvolle keurmerken die echte transparantie buiten de deur houden. Een jaar geleden concludeerde ik: ‘Er is op meerdere niveau’s iets mis met de sector. De ‘namaak’ goede doelen dienen aangepakt te worden, want het zijn direct mail instellingen die alleen met marketing bezig zijn. Ze geven de sector een slechte naam en er lekt geld weg. Dit probleem is al meer dan 10 jaar bekend. In een gezonde sector waren ze allang aangepakt. Onbegrijpelijk is waarom dit via kwalitatieve certificering, betere accountantscontrole en een agressiever publiciteitsbeleid van het CBF en de VFI nog steeds niet is gelukt. Het simpele antwoord is dat de grotere goede doelen niets te winnen hebben bij transparantie. Ze spelen liever koninkje in hun eigen rijk.’

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘doneerlijk’, 19 november 2013.

Nederlands niet kapot te krijgen. Ondanks toetsing eindexamen

PetitieNL

De Telegraaf-rubriek ‘Wat u zegt‘ had gisteren de stelling ‘Het Nederlands gaat kapot‘. Zo’n 91 procent van de reacties stemde er mee in. Dit naar aanleiding van alle kritiek op de eindexamens Nederlands. Zo riepen 18 hoogleraren Nederlands in een brief aan de onderwijsspecialisten van de Tweede Kamer op tot een herziening van het eindexamen, aldus UniversOnline. Ze schreven: ‘Op dit moment worden er in het eindexamen geen taalwetenschappelijke kennis of taalvaardigheden getoetst, en wat er wel getoetst wordt, is onverantwoord.’ Met de petitie ‘Eindexamen Nederlands moet anders‘ vragen de initiatiefnemers aandacht voor de herziening.

De Telegraaf  gaat een stapje verder. Het concludeert in een toelichting dat de toetsing van de eindexamens Nederlands er een bewijs voor is dat het slecht gesteld is met het onderwijs. En volgens de meeste respondenten zou de slechte toetsing weer een gevolg zijn van het slechte onderwijsbeleid van de regering. En ‘bijna iedereen’ is het er over eens dat dit alles tot gevolg heeft dat het Nederlands kapot gaat. Da’s een interessante conclusie van een ketenredenering die begint met de kritiek op de toetsing van eindexamens.

Is het werkelijk zo slecht gesteld met het Nederlands als De Telegraaf uit de reacties van haar lezers meent te moeten concluderen? Dit roept de vraag op of een taal door slechte toetsing bij eindexamens, slecht regeringsbeleid, toename van het aantal inwoners dat Nederlands niet als eerste taal heeft, de invoering van de Mammoetwet en het bedenkelijke taalgebruik in de media en welke reden dan ook ‘kapot kan gaan’.

Een taal gaat kapot als de sprekers ervan uitgestorven zijn en de kennis van de taal verdwijnt. Het is een onderschatting van de levensvatbaarheid en de flexibiliteit van een taal om te veronderstellen dat genoemde factoren een taal kapot maken. Een taal verandert. Elke dag. Een taal past zich aan nieuwe omstandigheden aan. Daarom is het Nederlands een levende taal. Al sinds meer dan 500 jaar gaan taal en volk samen.

Schrijver Adrie van der Heijden bedankte vorige week de Nederlandse taal in zijn dankwoord bij het in ontvangst nemen van de P.C .Hooftprijs. Hij zei: ‘Mijn ervaring met de Nederlandse taal is dat ze voor alles wat uitgedrukt moet worden, inclusief veel schijnbaar onbenoembaars, haar woorden en constructies paraat heeft, en je alleen dan teleurstelt als je eigen brein op slot zit of als de dichtader nodig gedotterd moet worden.‘ De schrijver ziet de vitale Nederlandse taal als gereedschap waarmee hij alles kan maken wat-ie wil. Het verschil met de resultaten van de stelling in De Telegraaf kan niet groter zijn. De schrijver heeft gelijk.

Ook ik als blogger geniet elke dag van de schoonheid en de kracht van het Nederlands. De taal waarin ik woon kan alleen kapot gaan als de Nederlanders als volk kapot gaan. En die eindexamens? Teken de petitie, want onze taal is meer waard dan het gepruts van leraren en ambtenaren die de vitaliteit ervan niet bevatten.

lg_1095

Foto 1: Schermafbeelding van petitie ‘Eindexamen Nederlands moet anders‘. 5 juni 2013.

Foto 2: John Reid, Bastiaan Geleijnse en Jean-Marc van Tol maken de strip Fokke en Sukke. Lange tijd werd ‘Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu beschouwd als de oudste uit het Oudnederlands overgeleverde zin. Daterend van omstreeks 1075. Betekenis: ‘Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?’. Nu is er consensus dat er oudere Nederlandse teksten zijn. De zin roept bij vele generaties studenten Nederlands herkenning en genegenheid op. Bastiaan Geleijnse studeerde Nederlands.

Fred Teeven dient af te treden wegens de affaire Dolmatov

Alexander-Dolmatov-621x328

Staatssecretaris Fred Teeven zou moeten aftreden vanwege de affaire Aleksandr Dolmatov. De Rus pleegde in januari 2013 zelfmoord in het Detentiecentrum Rotterdam. De Nederlandse politiek kan de Carrington-doctrine in ere herstellen. Die zegt dat bewindslieden moeten aftreden als er onder hun verantwoordelijkheid ernstige fouten worden gemaakt. In een persbericht neemt Teeven alle aanbevelingen van het vandaag gepresenteerde rapport van de  Inspectie Veiligheid en Justitie over. De Inspectie constateert dat het om systeemfouten gaat. Die hebben ook andere asielzoekers kunnen treffen. Het onderzoek is nog niet afgerond. De staatssecretaris gaat een antwoord over z’n aftreden uit de weg en neemt niet zelf ontslag. Hij betrekt de stelling dat-ie eerst de kamer de feiten uitlegt om vervolgens het oordeel van de kamer af te wachten.

Zoeken in het rapport op het trefwoord ‘systeem‘ verwijst naar geautomatiseerde systemen, databases en informatiesystemen. De toetsing oogt onpersoonlijk en gedigitaliseerd. Over het nieuwe informatiesysteem INDiGO waarvan Teeven verbetering zegt te verwachten wordt gezegd dat grote delen van het productieproces gedigitaliseerd worden. Veelzeggend is dat Teeven het in het persbericht nodig acht om te zeggen maatregelen te nemen om te voorkomen dat asielzoekers in het systeem ‘automatisch en zonder menselijke toets de status ‘geen rechtmatig verblijf’ kunnen krijgen‘. Dit geeft aan dat de digitalisering van het systeem onder verantwoordelijkheid van de staatssecretaris ver is gevorderd. Teeven is sinds oktober 2010 in functie.

Dolmatovs advocaat Marq Wijngaarden zegt geschrokken te zijn van de conclusie van het rapport. Hij verwijt de Nederlandse regering dat het op meerdere momenten onzorgvuldig gehandeld heeft. Volgens Wijngaarden zat Dolmatov ten onrechte vast. Het is vooral choquerend dat het nog veel erger is dan gedacht, aldus RTL Nieuws. Er is fout, op fout, op fout gemaakt. Die waren onvermijdelijk omdat het systeem niet deugde.

Heeft het zin als de staatssecretaris aftreedt? Het leven van Dolmatov kan er niet mee teruggehaald worden. Het geeft wel meerdere signalen af. De Nederlandse politiek neemt ermee afstand van het uitzettingsbeleid dat de staatssecretaris uitvoert. Het neemt afstand van het systeem dat onder de verantwoordelijkheid van Teeven tot een stapeling van fouten heeft geleid. Het zet een streep door de digitalisering van de toetsing van asielzoekers en roept op de ‘menselijke toets‘ weer een belangrijke plek in het systeem te geven. En niet onbelangrijk, het laat ermee aan het buitenland weten dat het zich schaamt voor de gemaakte fouten die in een democratie niet thuishoren. Maar het trekt vooral de juiste gevolgen uit de politieke verantwoordelijkheid.

Foto: Aleksandr Dolmatov.

Goede doelen sector profiteert van ontbrekende transparantie

Update 1 februari 2013: Lea Bouwmeester en Mei Li Vos (PvdA) stellen kamervragen aan staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie. Een vervolg van de eerdere vragen uit oktober 2012. Het handelen van het CBF roept vragen op. De transparantie in de goede doelen sector lijkt eerder kleiner dan groter te worden. 

Lea Bouwmeester van de PvdA stelt kamervragen aan de staatssecretarissen Fred Teeven van Veiligheid en Jusititie en Frans Weekers van Financiën over goede doelen. Ze wil weten of de staatssecretarissen op de hoogte zijn van de zogenaamde ‘namaak’ goede doelen. Deze look-a-likes lijken als twee druppels water op bestaande fondsen. En trekken daar fondsen weg. Maar tegelijk heeft ze ook vragen over de transparantie en de betrouwbaarheid van de sector, en de juiste besteding van de fondsen. Argos Radio kaart het aan.

Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) is de Nederlandse toezichthouder waar goede doelen een keurmerk aanvragen. Vaak een voorwaarde om elders toegelaten te worden. Er is kritiek op het functioneren van het CBF dat als een logge, ambtelijke organisatie wordt gezien. Maar het neemt een sleutelpositie in.

Bezwaren zijn dat de toetsing hoofdzakelijk kwantitatief is en de kosten voor kleinere organisaties hoog zijn. Een klein nieuw doel dat een Verklaring van Geen Bezwaar wil aanvragen is daarvoor 1355 euro kwijt. Elk goed doel mag volgens de CBF-reglementen niet meer dan 25% aan fondsenwerving uitgeven. Dat zegt echter niets of de uitgaven volgens de doelstelling worden besteed. En het verbiedt de hoge directeurssalarissen niet.

De Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI) is de brancheorganisatie waarbij de belangrijkste goede doelen zijn aangesloten. Ze besturen met elkaar de sector en drukken hun stempel op de belangenbehartiging en publiciteit. Uitgerekend oud VFI-voorzitter Joop Daalmeijer heeft er kritiek op en zegt zijn vertrouwen in de sector te hebben verloren.

Zwak punt is dat het de problemen met zelfregulering wil aanpakken. Maar zonder sancties en overheidstoezicht werkt dat onvoldoende. De verwijzing naar transparantie wordt zo een middel om de controle op transparantie aan het oog te onttrekken. De politiek op haar beurt laat het gebeuren.

Er is op meerdere niveau’s iets mis met de sector. De ‘namaak’ goede doelen dienen aangepakt te worden, want het zijn direct mail instellingen die alleen met marketing bezig zijn. Ze geven de sector een slechte naam en er lekt geld weg. Dit probleem is al meer dan 10 jaar bekend. In een gezonde sector waren ze allang aangepakt.

Onbegrijpelijk is waarom dit via kwalitatieve certificering, betere accountantscontrole en een agressiever publiciteitsbeleid van het CBF en de VFI nog steeds niet is gelukt. Het simpele antwoord is dat de grotere goede doelen niets te winnen hebben bij transparantie. Ze spelen liever koninkje in hun eigen rijk.

Foto: De blinde bedelaar, 1640-64, maker onbekend.

Twee redenen om op de Piratenpartij te stemmen: bewustwording en tegenmacht

Er zijn vele redenen om op de Piratenpartij te stemmen. Vorige week zette Catharina het op Kletskous op een rij. Sargasso.nl plaatste het door. Haar redenen zijn plausibel, maar verschillend van aard. Ze roepen op tot een vervolg. Na een overzicht richt ik me op de auteursrechten. De partij is druk bezig met het programma.

1/2: Het initiatiefvoorstel van voormalig kamerlid van GroenLinks Femke Halsema om de rechter de Grondwet te laten toetsen hangt in tweede lezing omdat voor een grondwetswijziging een tweederde meerderheid ontbreekt. Naar verluidt is de VVD tegen. De Piratenpartij loopt tegen dezelfde weerstand aan. Het Liquid Feedback systeem geeft aangemelde leden directe invloed op het beleid van de Piratenpartij. Als proef kan het dienen om andere partijen inzicht te geven in het praktisch nut ervan. Vernieuwend kan de Piratenpartij zijn als het nieuwe groepen lid kan maken. Bij de andere partijen stagneert dat op 2,5%. Maar het Liquid Feedback systeem werkt alleen intern en verandert niet het verkalkte politieke Haagse systeem waarin partijen opereren.

3/4/5: Vrijheid op internet staat door censuur onder druk. Dat vraagt om een principe uitspraak. In het Europarlement ageren individuen als Marietje Schaake (D66) of de Oostenrijkse sociaal-democraat Josef Weidenholzer tegen de macht van de amusementsindustrie om de ACTA erdoor te drukken. Eindelijk lijkt een publiek debat van de grond gekomen. In de afweging tussen intellectueel eigendom en informatievrijheid verschuift het accent naar dat laatste. Door druk op partijen. Piraten kunnen die tendens ondersteunen. Raadzaam is om te bedenken dat niet alleen het aspect van intellectueel eigendom het vrije internet bedreigt.

6: Wetten die onder het mom van veiligheid burgerrechten inperken komen niet altijd in het geheim tot stand. Om de burgers zover te krijgen tegen het eigen belang te handelen hanteert de zittende macht spookbeelden en schept vijandbeelden. Zo wordt een burger tot consument. De roep om transparantie stuit echter altijd op een grens waar transparantie om praktische redenen onhaalbaar is. Beter is om die tekortkoming voor lief te nemen en de bewustwording van de burger hoog op de agenda te zetten. Dit kan door het relativeren van de vijandbeelden, en het benadrukken van zowel de gegroeide staatsmacht als de ingeperkte burgerrechten.

7/8/9/10: Het ontbreken van een solide sociaal-economisch programma is een nadeel voor een politieke partij. Teveel bewegelijkheid naar de ene of de andere kant maakt kwetsbaar. Geknipt voor facties die gericht een onderwerp kapen. Als de Piratenpartij daartoe geen veiligheid inbouwt door een breed geaccepteerd basisprogramma kan het voor verrassingen komen te staan. Vele stromingen zijn internationaal georiënteerd. Piraten dragen van origine een Europees stempel. Ze moeten beseffen wie het als bondgenoot ziet. Occupy? Anonymous? Zuid-Europese indignados? Burgerrechtenbewegingen? Links-liberalen? Vrijzinnigen?

Het debat over auteursrechten gaat niet over de bescherming van de creatieve zanger of regisseur, maar over de bescherming van de amusementsindustrie die de creatieven in haar greep heeft en het intellectueel eigendom bezit. De Amerikaanse overheid werkt in een vermenging van politiek en economie sinds 1945 hecht samen met het bedrijfsleven. Om dat vervolgens met behulp van advocatenfirma’s en lobbyisten in Europa en elders af te dwingen. In Nederland behartigt de Stichting BREIN die belangen. Toch telt de juridische werkelijkheid. Niet het ontstaan of de verwerpelijkheid ervan. Piraten moeten zich niet laten verleiden om BREIN als tegenstander te zien. De taak van de Piraten ligt in de bewustwording van de burger en het samenwerken met natuurlijke bondgenoten om samenleving en politiek te veranderen. Da’s meer dan genoeg.

Foto: Daniel Firman, Black Hole, 2009