Sponsoring door Shell. Niet voor eerste keer tekent Londens Science Museum voor spreekverbod bij tentoonstelling over klimaatverandering

Schermafbeelding van deel artikelLondon Science Museum signed gagging order with Shell over climate change exhibition; Campaigners accuse museum of allowing Shell to ‘greenwash’ their image with exhibition on carbon capture‘ in Politico, 30 juli 2021.

Een bericht in Politico wijst op de relatie tussen het Londense Science Museum en Shell. Het zegt over de tentoonstelling ‘Our Future Planet‘ die gaat over klimaatverandering: ‘Het London Science Museum stemde ermee in Shell niet publiekelijk te bekritiseren als onderdeel van een sponsorovereenkomst voor een tentoonstelling over koolstofafvang’. Het museum lijkt zich door het tekenen van de sponsorovereenkomst bewust het zwijgen op te hebben laten leggen.

De sponsorovereenkomst tussen Shell en de Science Museum Group (SCMG) is door inspanning van de ngo Culture Unstained en met een beroep op de vrijheid van informatiewet openbaar geworden. Het contract is uitgebreid en omvat 32 pagina’s. In paragraaf 6.7 staat omschreven dat het museum ‘op geen enkel moment een verklaring af zal leggen of publiciteit zal geven of anderszins betrokken zal zijn bij gedragingen of zaken waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat ze de goodwill of reputatie in diskrediet brengen of schaden van de Sponsor’. Volgens critici is deze omschrijving zo ruim dat het Science Museum geen ruimte heeft om nog op enigerlei kritiek te uiten op het beleid van Shell. Het idee is dat een museum dit nooit zou moeten tekenen.

Schermafbeelding van paragraaf 6.7 uit de ‘SPONSORSHIP AGREEMENT
relating to the sponsorship of the Our Future Planet: can carbon capture help us fight climate change? Exhibition’ tussen Shell en het Londense Science Museum

Het is goed om te beseffen dat dit contract door de inspanning van Culture Unstained publiekelijk is geworden. Deze openbaarmaking is de uitzondering. Het roept de vraag op hoeveel van dit soort contracten tussen musea en bedrijven bestaan die niet openbaar worden en waarmee musea zich het zwijgen op laten leggen zonder dat het publiek het weet.

Dit kwestie is koren op de molen van klimaatactivisten die beweren dat bedrijven als Shell aan ‘greenwashing‘ doen. Ofwel, het zich groener of maatschappelijk verantwoordelijker voordoen dan een bedrijf daadwerkelijk is. Dat is marketing. De dubbelzinnigheid voor Shell is dat het wordt beschouwd als het meest groene van de wereldwijd opererende olie- en gasbedrijven, maar desondanks de wereld blijft vervuilen met fossiele brandstoffen en de omslag naar duurzaamheid te langzaam maakt.

De rechtszaak die in Nederland Milieudefensie aanspande tegen Shell en won duidt daarop. In mei 2021 verplichtte de rechter Shell om de CO2-uitstoot in 2030 terug te brengen met 45%. Shell maakte onlangs bekend daartegen in hoger beroep te gaan. Daarmee kiest het voor economisch nut en lijkt het de eigen intenties over duurzaamheid ter discussie te stellen. Of te relativeren.

In Nederland had het Brits-Nederlandse bedrijf Shell tot 2018 een sponsorrelatie met enkele musea. Maar onder maatschappelijk druk van onder meer de actiegroepen Fossil Free Culture NL en Fossielvrij NL beëindigde Shell in 2018 de sponsorrelatie met het Van Gogh Museum en het Mauritshuis. The Art Newspaper berichtte er toen over. Dat artikel meldde toen ook dat het British Museum en de National Portrait Gallery ondanks maatschappelijke kritiek hun sponsorrelatie met BP voortzetten.

De geschiedenis herhaalt zich en dat roept de vraag op hoe gevoelig de maatschappelijke antenne van zowel de olie- en gasbedrijven als het Science Museum staat afgesteld. Waarom stoten ze zich aan dezelfde steen? Politico vermeldt namelijk niet dat in 2015 exact hetzelfde is gebeurd en beide betrokkenen toen identieke kritiek als nu kregen. Ook toen probeerde Shell de inhoud van een tentoonstelling over klimaatverandering in het Science Museum te beïnvloeden. Hebben Shell en museum in zes jaar niks geleerd? Het was toen The Guardian dat in een bericht van mei 2015 eveneens met een beroep op de vrijheid van informatiewet een sponsorovereenkomst tussen Shell en het Science Museum publiekelijk maakte. En bekritiseerde.

In een commentaar van 1 juni 2015 citeerde ik een activist die naar mijn idee de kern van het probleem verwoordt. Net als toen is het antwoord lastig te geven. Het lijkt erop dat het Science Museum zich onderhand bewust kan zijn van het publicitaire risico dat het loopt in de sponsorrelatie met Shell, maar desondanks kiest voor de poen die deze schurende relatie moet verzachten:

Volgens activist Chris Garrad van ‘bp or not bp’ geeft de informatie die The Guardian heeft achterhaald aan dat ‘het Science Museum een belangrijk radartje in de propagandamachine van Shell is’. De vraag die oprijst is of musea ten volle beseffen hoe ze ten koste van de eigen geloofwaardigheid door bedrijven gebruikt worden. Of maken ze ondanks die kennis toch de afweging dat ze onder die voorwaarden met bedrijven als Shell in zee willen in de hoop dat ze paal en perk aan die invloed kunnen stellen?

Wat kunnen Nederlandse musea leren van het voorbeeld Shell en Science Museum?

vg

Zijn Nederlandse musea zich voldoende bewust van de nadelen om geld van multinationals aan te nemen? Met een beroep op de Freedom of Information Act heeft The Guardian informatie boven water gekregen die aantoont dat Shell de inhoud van een tentoonstelling over klimaatverandering in het Londense Science Museum probeerde te beïnvloeden: ‘Shell tried to influence the presentation of a climate change programme it was sponsoring at the Science Museum in London, internal documents seen by the Guardian show’.

Het voorbeeld van het Science Museum en Shell toont aan dat het verder gaat dan het bijsturen of beïnvloeden door bedrijven van musea in hun programmering, inhoud van tentoonstellingen of nevenprogramma (symposium). Volgens activist Chris Garrad van ‘bp or not bp’ geeft de informatie die The Guardian heeft achterhaald aan dat ‘het Science Museum een belangrijk radartje in de propagandamachine van Shell is’. De vraag die oprijst is of musea ten volle beseffen hoe ze ten koste van de eigen geloofwaardigheid door bedrijven gebruikt worden. Of maken ze ondanks die kennis toch de afweging dat ze onder die voorwaarden met bedrijven als Shell in zee willen in de hoop dat ze paal en perk aan die invloed kunnen stellen?

Nederlandse musea hebben te kampen met overheden die op kunst bezuinigen en musea korten. Dit ondanks prognoses van de politiek dat particuliere sponsors het gat zouden vullen dat de overheid liet vallen. In april 2015 maakt het tweejaarlijkse rapport Geven in Nederland’ van het Centrum voor Filantropische Studies aan de VU duidelijk dat giften aan cultuur afnemen. Halbe Zijlstra heeft ongelijk. De kwestie van het Science Museum en Shell maakt duidelijk dat als het bedrijfsleven het gat vult dat de overheid laat vallen musea alert moeten zijn om zich niet te laten misbruiken door sponsors. In Nederland waarschuwt Christiaan Braun voor de belangenverstrengeling tussen het Stedelijk Museum, bedrijfsleven en de commerciële kunsthandel.

Foto: Still uit video ‘Van Gogh Museum en Shell — Partners in Science’ op YouTube-kanaal van Shell, 2011.

Ongelijk van Halbe Zijlstra’s cultuurbeleid opnieuw aangetoond

geven

Halbe Zijlstra (VVD) wist hoe het zat toen hij staatssecretaris van cultuur (2010 -2012) was. Zo pretendeerde hij. Bezuinigen op kunst door de overheid kon omdat particulieren en bedrijven in het financiële gat zouden springen. Dat was ‘Een nieuwe visie op cultuurbeleid’ zoals hij dat in een kamerbriefMeer dan kwaliteit, een nieuwe visie op cultuurbeleid‘ van 10 juni 2011 presenteerde. Er is niets van Zijlstra’s plannen uitgekomen, want de markt had weinig behoefte om in het gat te stappen dat de overheid bewust liet ontstaan. Er werd al in 2010 door vele kanten voor gewaarschuwd dat hij het bij het verkeerde eind had. Het was niet meer dan blufpoker en nattevingerwerk zonder onderzoek waar de VVD’er zich op baseerde. Op weg naar de volgende functie zonder verantwoording af te hoeven leggen voor zijn miscalculaties. Met rampzalige gevolgen.

Vandaag wordt de onjuistheid van Zijlstra’s beleid opnieuw bevestigd. Daan van Lent citeert voor NRC uit het morgen te verschijnen tweejaarlijkse rapport ‘Geven in Nederland’ van het Centrum voor Filantropische Studies aan de VU: ‘Giften aan cultuur zijn sinds 2011 verder teruggelopen. (..) De daling is opmerkelijk, omdat de overheid in 2011 besloot fors te bezuinigen op cultuur en een beleid inzette dat instellingen juist meer geld zouden moeten aantrekken uit de particuliere sector. (..) De daling komt vooral door sterk dalende sponsorgelden. De onderzoekers geven daarvoor geen verklaring. Maar uit jaarverslagen van culturele instellingen bleek vorig jaar al dat musea, orkesten, toneel- en dansgezelschappen bij bedrijven merken dat deze sinds de recessie de hand op de knip houden en bovendien geen zin hebben om in het gat te springen dat de overheden hebben laten liggen liggen.’ Nogmaals, het was voorspeld dat het zo zou gaan.

Het is dus allemaal nog veel erger dan wat Zomergast Johan Simons in 2013 zei: ‘Onze vorige staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra die zei dat hij blij was dat hij geen verstand had van kunst, want dan kon hij heel makkelijk snijden. Ik weet niet of er überhaupt bezuinigd moet worden, daar zijn ook andere stemmen, maar de manier waarop die man omgegaan is met ons kunstenaars neem ik hem zeer kwalijk en zal ik hem ook altijd kwalijk nemen. Het gaat niet aan dat iemand die staatssecretaris van Cultuur is dat durft te zeggen, terwijl een staatssecretaris van Cultuur het hoort op te nemen voor cultuur. Ook al krijg je als opdracht om te bezuinigingen dan moet je dat serieus uitleggen. (..) Je kunt toch niet zeggen als je een ministerie onder je hebt blij te zijn niet zoveel verstand van kunst te hebben om makkelijker te kunnen snijden. (..) Ik vind het respectloos beleid. We hebben te maken met een regering die redelijk respectloos met de kunst omgaat.’

De VVD is de oorzaak voor de recente kaalslag op cultuur en heeft dat in de afgelopen jaren voorbereid en vormgegeven. Eerst binnen de VVD-fractie bij monde van cultuurwoordvoerder Han ten Broeke, in 2010 door VVD-informateur Ivo Opstelten in het regeerakkoord en in de uitvoering door staatssecretaris Halbe Zijlstra. Een toelichting bij het rapport ‘Manifestaties van de vrijheid des geestes’ van de Teldersstichting claimde de eigen verdienste: Omdat cultuur en sport voor de gemiddelde burger vrijetijdsactiviteiten zijn, vormen van vermaak, rijst de vraag hoe de gewijzigde taakopvatting van de overheid op de terreinen van cultuur en sport zich verhoudt tot de liberale staatsopvatting. Voor de VVD is cultuur een vorm van vermaak. Dan is blijkbaar alles geoorloofd om de burgers wat op de mouw te spelden en slecht doordacht beleid voor te zetten.

Schlaraffenland
Foto 1: Schermafbeelding van hoofdstuk ‘1.5 Geven aan cultuur’ uit kamerbrief ‘Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid’ van Halbe Zijlstra (2011).

Foto 2: Pieter Bruegel de Oude, ‘Luilekkerland’ (1567). Collectie: Alte Pinakothek, München.