Evangelist August Resner stelt dat het christendom geen religie is

Wat is in hemelsnaam de bedoeling van deze video die zegt dat het christendom geen religie is? Het is gemaakt door August Resner van GSKI Emmaus Bergen op Zoom. Dat is naar eigen zeggen een Nederlands-Indonesische, evangelische kerk gevestigd in de Emmauskerk in Bergen op Zoom. GSKI Emmaus wordt sinds januari 2020 geleid door Pastor August Resner.

GSKI (The Voice of the Gospel Church) is een synode of gemeenschap van Pinksterchristelijke kerken gevestigd in Indonesië, onder auspiciën van de Indonesische Pinksterkerken Association (PGPI). De Pinksterbeweging wordt tot het evangelisch christendom gerekend.

Resner meent dus dat het christendom geen religie is. De argumenten die hij voor dit uitzonderlijk standpunt geeft zijn lastig na te volgen. Zijn manier van redeneren valt te omschrijven als omcirkeling door te stellen wat het christendom volgens hem niet is. Zoals ‘het volgen van een reeks religieuze regels‘. Het christendom kent volgens hem ‘geen religieuze voorschriften‘.

Nog steeds weerlegt dat niet het breed aanvaarde uitgangspunt dat het christendom een religie is. Als we religie definiëren als een vorm van zingeving, het zoeken naar betekenisvolle verbindingen, waarbij god centraal staat, gebaseerd op geloven in de leer van de religie, dan voldoet Resners beweging aan de belangrijkste kenmerken van religie. Behalve dat hij religie geen religie noemt.

Hij geeft toe dat de het bestaan van een god belangrijk is door te zeggen dat door bidden gelovigen een relatie tot god kunnen hebben.

Wat is volgens Resner het christendom dan wel? Hij noemt het ‘een verandering in de manier van denken‘. Of ‘verandering van filosofie van leven‘. Zo gaat Resner nog even door. Zijn verwijt is dat mensen de waarheid niet willen horen. Dat zijn ze niet ‘het uitverkoren volk‘.

Waarom zegt Resner dat het christendom geen religie is? Het lijkt erop dat hij afstand wil nemen tot de andere twee monotheïstische godsdiensten, het jodendom en de islam. Zijn christendom zou dan meer dan religie zijn. Dat is zijn claim.

Resner komt hoe dan ook niet over als een gelouterd theoloog of godsdienstsocioloog die godsdienst kan plaatsen in de ontwikkeling van de mensheid. Hij komt over als een religieus hobbyist die aan de hand van passages uit de bijbel en clichés een betoog opbouwt zonder dat hij tot een min of meer dwingende samenhang komt. Zijn korte overdenking hangt als los zand aan elkaar.

Toch is het interessant dat Resner het christendom niet ziet als religie. Dat doet denken aan Geert Wilders die de islam geen godsdienst, maar een ideologie noemt. Maar zover gaat Resner niet als hij over het christendom praat.

Hij mengt humanisme, kerkgang, een manier van leven en aan(bidding) tot een vehikel dat niet genoemd mag worden wat het is: religie. Als het christendom geen religie is, dan is August Resner geen duider van religie.

Christian Tan probeert Johan Derksen en ideeën over vertrutting in christelijk frame te duwen. Dat loopt vast in behoudzucht

Schermafbeelding van deel artikel van Christian Tan, ‘Johan Derksen en de cancelcultuur in Nederland: wat zegt de Bijbel hierover?‘, 2 mei 2022 op Revive.nl.

Terwijl de Europese veiligheid op het spel staat door de invasie van de Russische Federatie in Oekraïne houdt een groot deel van Nederland zich bezig met trivialiteiten. Zoals de uitspraken van voetbalcommentator en televisiepresentator Johan Derksen over een kaars waarmee hij lang geleden een vrouw zou hebben onteerd. Later zwakte hij dat verhaal af.

De reactie op Derksen die controversiële uitspraken gebruikt om de kijkcijfers van zijn programma op de commerciële omroep Talpa op te pimpen was duidelijk. Derksen was deze keer volgens velen over een grens gegaan. Sponsors liepen weg en het programma Vandaag Inside komt na een zomerpauze wellicht terug op de buis.

Commercie staat bij Talpa voorop. Het gaat uitsluitend om geld verdienen. Nieuwe sponsors kunnen zich straks weer melden. Business as usual. De mediastorm over de kaars van Derksen heeft veel vrije publiciteit opgeleverd voor dit programma zodat het een succesvolle doorstart kan maken. Commerciële televisie heeft geen historisch geheugen en geen moraal.

Het is een misverstand dat er in het geval Derksen sprake is van cancelcultuur zoals Christian Tan van MeerJezus in een stuk op Revive.nl zegt. Tan begrijpt de dynamiek van de commerciële televisie onvoldoende. Hij probeert deze kwalijke kwestie te gebruiken om zijn punt te maken. Het omgekeerde is echter waar. Derksen wordt niet gecanceld, maar wendt het cancelen aan om publiciteit te maken voor Vandaag Inside en zichzelf als mediapersoon.

Het valt Tan te vergeven dat hij vanuit zijn christelijke overtuiging deze kwestie probeert te verbinden met het christelijk geloof. Dat heeft er bij nader inzien weinig mee te maken. Maar het is Tans vrijheid van godsdienst om de kwestie Derksen te gebruiken om zijn christelijke geloof te verkondigen. Of het zinvol is en aan de zaak iets essentieels toevoegt is de vraag.

Schermafbeelding van deel artikel van Christian Tan, ‘Johan Derksen en de cancelcultuur in Nederland: wat zegt de Bijbel hierover?‘, 2 mei 2022 op Revive.nl.

Tan gaat in het citaat hierboven verder dan evangelisatie en religieuze propaganda als hij de vertrutting van de samenleving toejuicht. Hij zegt er zelfs blij mee te zijn. Hoe breed hij vertrutting opvat is onduidelijk, maar duidelijk is dat dit begrip gaat over preutsheid, fatsoen, vrijheid en de rol van de vrouw.

Tan ontneemt individuen de vrijheid van handelen en wil ze insnoeren in een van bovenaf opgelegd moralisme dat christelijke wortels heeft. Dat is ongelukkig en ongewenst. Respect, lichamelijke integriteit en instemming (consent) zijn universele waarden die niet specifiek verbonden zijn aan vertrutting. Tan de moraalriddder maakt een parodie van vertrutting én moraliteit.

Tan laat zijn ware aard zien als een christelijke spookrijder als hij in bovenstaand citaat spreekt over huwelijkstrouw en gezinsleven, belachelijk gedachtengoed, afbrekend gezag van kerk, Bijbel en God en evolutie-indoctrinatie. Tan haalt er van alles bij, gooit dat op een hoop en laat zich kennen als iemand die maatschappelijke ontwikkelingen terug wil draaien naar een christelijk Nederland dat verdwenen is. Als het in de vorm die hij zich voorstelt al ooit bestaan heeft.

Tan is niet de enige Nederlandse gelovige die verbolgen is, zich miskend voelt en met z’n hoofd in het verleden leeft en daarom een verkeerde aanpak kiest voor het hier en nu. Beseft hij niet dat als er sprake is van afbrekend gezag van kerk, Bijbel en God dat vooral de christenen zelf te verwijten valt?

In Nederland hebben kerken onder het secularisme alle vrijheid om hun geloof in vrijheid te belijden. Maar de realiteit van de Nederlandse maatschappij is dat een meerderheid van de bevolking zegt zich niet meer te laten inspireren door religie. Dat is het gegeven.

In een nieuwsbericht van maart 2022 over een onderzoek naar levensovertuiging concludeert het SCP: ‘Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking. Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland‘.

In het commentaarOmarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ van 2 februari 2022 pleitte ik voor het subsidiëren van kerken als culturele instelling.

Daarin schetste ik precies het beeld van iemand als Christian Tan die veel energie stopt in een achterhoedegevecht en zo de zaak die hij denkt te behartigen niet optimaal behartigt en zelfs beschadigt: ‘Dat zou voor iedereen beter zijn. Voor de kerken die daardoor een betere financiële uitgangspositie hebben, voor de samenleving die de gevestigde kerken voortaan kan waarderen als culturele instellingen die de claim opgegeven hebben om de samenleving te besturen en voor de gelovigen die niet langer meegesleept worden door hun kerkleiders in een misleidend beeld van hoe schadelijk secularisatie is‘.

Onderzoek ‘Buiten kerk en moskee’ van het SCP blijft worstelen met formuleringen om de ontwikkelingen onbevooroordeeld te beschrijven

Schermafbeeldingen uit onderzoekBuiten kerk en moskee‘ van het SCP, 23 maart 2022. Pagina’s 74 en 75.

Vandaag 24 maart 2022 verscheen het onderzoek Buiten moskee en kerk van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Pikant is dat het ultrarechtse FvD-kamerlid Pepijn van Houwelingen als een van de drie auteurs wordt genoemd.

In de toelichting bij dit onderzoek zegt het SCP op de eigen website: ‘Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking. Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland. Daarmee is voor de meeste mensen de zoektocht naar zingeving en zelfverwezenlijking een individuele zaak. Deze maatschappelijke ontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen voor individuen, maar ook voor de verhoudingen tussen verschillende groepen, en onze samenleving als geheel. Dat blijkt uit het onderzoek Buiten kerk en moskee van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)‘.

In een reactie op een artikel van Hanco Jürgens dat in NRC in december 2021 werd geplaatst formuleerde ik kritiek die in mijn ogen ook van toepassing is op dit onderzoek van het SCP. Dat heeft te maken met verkeerde terminologie van de ontwikkelingen die het beschrijft. Mijn kritiek bestaat eruit dat ondanks het feit dat de meerderheid van de Nederlanders zegt zich niet door godsdienst te laten inspireren het instrumentarium waarmee dat proces wordt beschreven in culturele zin niet loskomt van het geloof en door het totale proces van emancipatie en loskomen van religie in het frame van geloof te formuleren het godsdienst belangrijker maakt dan de demografische en sociologische ontwikkelingen rechtvaardigen. Ik herhaal een passage uit mijn kritiek op Jürgens. Niet op zijn opzet trouwens, maar op zijn uitwerking ervan:

Schermafbeelding van deel commentaarAntwoord op pleidooi van Hanco Jürgens: vervang humanisme door secularisme‘ van George Knight van 24 december 2021.

Het onderzoek formuleert in een voetnoot op p. 70 met verwijzing naar het langlopende onderzoek van de KRO naar God in Nederland ‘seculier’ als ‘diegenen die expliciet aangeven dat er ‘geen God of hogere macht’ bestaat (atheïsten) of die zeggen dit simpelweg niet te (kunnen) weten (agnosten).‘ Ook hier komt het tekort van de terminologie weer tot uiting.

Want waar laat dat iemand die zich als seculier of een aanhanger van het secularisme beschouwt, maar niet als atheïst of agnost? Het is onjuist om ‘seculier’ of een aanhanger van het ‘secularisme’ te omschrijven als ‘atheïst’ of ‘agnost’. Dat is opnieuw een ouderwetse benadering die ondanks een afwijzing ervan het secularisme direct koppelt aan godsdienst. Dat is ongewenst en wetenschappelijk onzorgvuldig. In mijn kritiek op Jürgens die ook van toepassing is op dit onderzoek van het SCP formuleerde ik dat als volgt:

Schermafbeelding van deel commentaarAntwoord op pleidooi van Hanco Jürgens: vervang humanisme door secularisme‘ van George Knight van 24 december 2021.

SCP trapt met open ogen in de valkuil. Het SCP blijft ermee in cirkels draaien door een niet passend instrumentarium te gebruiken dat ontleend is aan de godsdienst van weleer om de ontwikkelingen te beschrijven. Het beschrijft die groter wordend afstand tot religie adequaat, maar weet er geen juiste beschrijving voor te vinden.

Het SCP zorgt zo voor onnodige verwarring door het afgeven van gemengde signalen. Namelijk door in de beschrijving het maatschappelijk belang van afnemende godsdienst te beschrijven, maar daarvoor termen te gebruiken die aan die godsdienst zijn ontleend en de band ermee benadrukken.

De citaten uit het onderzoek over ‘cultuurchristenen’, het behoud van kerkgebouwen en de erkenning van de maatschappelijke waarde van geloof en kerk waarmee dit commentaar begint hebben dezelfde terminologische tekortkomingen als die over het secularisme.

Nogmaals. het secularisme is niet per definitie anti-godsdienst of pro-atheïsme. In een commentaar van februari 2022 pleitte ik voor subsidie van kerken door ze als culturele instelling te beschouwen. Door het omarmen van het secularisme kunnen religieuze instellingen als kerken een nieuwe culturele invulling vinden. Secularisten die dit steunen zouden geen cultuurchristenen genoemd moeten worden zoals het SCP doet, maar secularisten. Hiermee gebruikt het SCP opnieuw onnodig een term die nauw verbonden is aan godsdienst.

Het is voor de steun aan kerken niet de essentie of iemand de christelijke moraal of christelijke tradities erkent, zoals het SCP in haar uitleg beweert. Het gaat erom dat in een samenleving groeperingen elkaar niet uitsluiten en naast elkaar willen leven. Daarvoor is het niet nodig dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking de leerstellingen van christelijke kerken aanvaardt. Ook als men die verwerpelijk en verouderd vindt, zouden maatschappelijke of culturele instellingen als kerken recht op overheidssteun moeten hebben.

Schermafbeelding van deel commentaarOmarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ van George Knight, 2 februari 2022.

Antwoord op pleidooi van Hanco Jürgens: vervang humanisme door secularisme

Schermafbeelding van deel artikelAtheïsme in Nederland mist smoel‘ van Hanco Jürgens in NRC, 22 december 2021.

In een opinie-artikel in NRC vraagt Hanco Jürgens zich af hoe het kan dat in Nederland waar de meerderheid van de bevolking zich niet tot een godsdienstige of levensbeschouwelijke groep rekent het atheïsme geen overtuigend, verbindend verhaal weet te vertellen. Een verklaring zoekt Jürgens in het feit dat een wereld zonder God in Nederland zo vanzelfsprekend is geworden dat ‘weinigen er nog om malen‘, terwijl het antwoord op belangrijke levensvragen ‘geboden‘ is. Hij komt uit bij het humanisme dat mensen houvast kan bieden.

Jürgens vervolgt: ‘De vraag wat nu het cement is dat onze seculiere samenleving bijeenhoudt wordt steeds prangender. Mensen hebben het gevoel dat onze samenleving uiteenvalt, dat iedereen in zijn eigen bubbel blijft zonder nog te weten wat er in andere bubbels gebeurt. Juist nu de democratie onder druk staat hebben we een strijdbare cultuur nodig met een aantal heldere uitgangspunten, maar het is nog helemaal niet zo makkelijk om die uitgangspunten helder te krijgen (..). Veel interessanter is de vraag waarom ook ongelovige mensen behoefte voelen om te geloven, waarom het delen van tradities en sociale bindingen belangrijk zijn, waarom mensen behoefte hebben aan houvast.

Ik ben het eens met de vragen die Jürgens stelt en het zoeken naar zingeving buiten de monotheïstische godsdiensten om, maar vindt het kader waarin hij ze plaatst verwarrend. Het is in mijn ogen ongelukkig dat Jürgens begrippen als atheïsme, humanisme, vrijdenken en secularisme bijna inwisselbaar gebruikt, terwijl ze onderling verschillen en niet hetzelfde beogen.

Jürgens houdt een pleidooi voor het humanisme en laat de kans verloren gaan om de kwestie van houvast en zingeving die hij aankaart naar een hoger abstractieniveau te tillen. Ofwel, het humanisme is één van de levensovertuigingen binnen het secularisme, zodat Jürgens niet de kans grijpt om een pleidooi voor het secularisme te houden.

Het secularisme is een politieke filosofie die alle godsdienstige en levensbeschouwelijke stromingen gelijk waardeert en bescherming biedt onder de nationale rechtsstaat. Het secularisme is niet anti-godsdienstig of pro-atheïstisch. Het secularisme is onpartijdig en neutraal jegens alle godsdienstige en levensbeschouwelijke stromingen. De paradox is dat Jürgens ondanks een andere intentie hetzelfde beweert als orthodoxe gelovigen, namelijk dat het secularisme pro-atheïstisch of anti-godsdienstig is. Dat misverstand laat Jürgens met zijn pleidooi bestaan.

Een betere kop bij Jürgens’ pleidooi zou zijn: ‘Secularisme in Nederland mist smoel‘. Een rechtstreeks pleidooi voor het secularisme zonder te blijven hangen in een pleidooi voor het humanisme zou beter aansluiten bij zijn opmerking dat onze seculiere samenleving cement mist.

De eigenlijke vraag die gesteld moet worden is waarom het secularisme in Nederland smoel mist. Zo zelfs dat iemand als Jürgens er verwarrende opmerkingen over maakt en niet goed uitlegt wat secularisme is. Dat is jammer want hij zit op het goede spoor met zijn opmerkingen over houvast, zingeving en cement van de samenleving. Want niet het atheïsme, maar het secularisme is succesvol.

Dat Jürgens met de goede kaarten in handen toch het doel mist heeft ook te maken met zijn taalgebruik. Dat uit zich in het gebruik van de term ‘ongelovigen’, waar hij ‘ongebondenen’ of ‘niet aangeslotenen’ (unaffiliated) bedoelt. Door zijn gebruik van de term ongelovigen blijft hij een meerderheid van de bevolking indirect binden aan het geloof waar ze juist afstand van zeggen te nemen. Dat kan opgelost worden door deze groep naar een hoger abstractieniveau te tillen en ‘secularisten’ te noemen. Daarmee wordt de traditie van het geloof teruggebracht tot wat het is: één van de stromingen binnen het secularisme, maar niet langer het kader van het geestelijk leven zelf zoals het dat vroeger was.

Het is in Nederland niet fundamenteel of iemand gelovig, ongelovig, humanist, atheïst, vrijdenker of wat dan ook is. Dat gaat om een individuele keuze voor een godsdienst of levensovertuiging. Die keuze vindt plaats binnen het kader van het secularisme die iemand de vrijheid biedt om uit eigen vrije wil aansluiting te vinden bij een geestelijke stroming.

Als Jürgens’ pleidooi voor zingeving, cement en een verbindend verhaal omgekat wordt van het atheïsme/ humanisme naar het secularisme, dan spreekt hij meer mensen aan, neemt in de theorievorming afstand van het geloof, tilt zijn betoog naar een hoger abstractieniveau en maakt zich van deelnemer die pleit voor het humanisme tot een voorstander van het secularisme. Waarbinnen uiteraard het humanisme kan floreren.

Van Aartsen omarmt de compenserende neutraliteit van Cohen die Van der Laan bij het oud vuil zette. Met De Graaf als waterdrager

Waarnemend burgemeester van Amsterdam Jozias van Aartsen (VVD) is de kleinzoon van Job Cohen (PvdA). Bij wijze van spreken. Dat zit zo, Cohen had in Amsterdam samen met Ahmed Marcouch een strategie ontwikkeld die compenserende neutraliteit werd genoemd. Het doel daarvan was het versterken van de sociale cohesie en het tegengaan van radicalisering. Een en ander spitst zich toe in de sector van de islamitische organisaties omdat daar de radicalisering het grootst is en de sociale cohesie het meest problematisch. Van Aartsen omarmt dat idee van compenserende neutraliteit in een raadsbrief van 21 juni.

Wie een strikte scheiding van kerk en staat voorstaat ziet problemen bij overheidsinitiatieven om religie als politiek instrument in te zetten. Een heilig boek kan nooit de overkoepeling zijn, de rechtsstaat wel. Daarmee neemt de overheid stelling en wordt het van onafhankelijke scheidsrechter van religies, levensovertuigingen en nihilismen dat het volgens de wet moet zijn tot actieve deelnemer die partij kiest. In dit geval voor de zogenaamde gematigde islam. Ook nog eens met het neveneffect dat het door de subsidiestromen een aanzuigende werking heeft op allen die van nature niet tot die zogenaamde gematigde islam behoren.

Job Cohen ondersteunde als burgemeester van Amsterdam onder veel kritiek het idee van ‘compenserende neutraliteit’. De overleden burgemeester Eberhard van der Laan volgde in 2010 Cohen op en kraakte diens idee om geloofsgemeenschappen om politieke redenen te ondersteunen. Bijvoorbeeld vanwege de claim dat zo de radicale islam bestreden zou worden. Het Parool concludeerde: ‘Voor Van der Laan zijn twee principes leidend: de staat mag geen kerkgenootschap voortrekken én zich niet inlaten met de inhoud van het geloof.

Van Aartsen beroept zich in zijn brief op de aanbevelingen in een ‘quick scan van de radicaliseringsaanpak door onderzoekers prof. B.A. de Graaf en D.J. Weggemans Msc’. De brief zegt onder meer: ‘De Graaf c.s. hebben aanbevolen het netwerk van sleutelfiguren om te vormen naar een breed en van onderaf opgebouwd netwerk van stadscontacten’ en ‘Het netwerk zal bestaan uit drie onderdelen: (..) ‘Maatschappelijke en religieuze organisaties’. De brief citeert uit de quick scan van De Graaf c.s. die het heeft over de wenselijkheid van samenwerking met religieuze organisaties ‘Door voorbij te gaan aan de religieuze kramp wordt er op deze manier een opening geboden om gebruik te kunnen maken van dit element van anti-radicaliseringsbeleid’.

De beschrijving ‘religieuze kramp’ in een objectief bedoelde scan is opvallend. Het verraadt een mentaliteit die ermee aan de oppervlakte komt. Het komt uit de hoek van de theologen Tom Mikkers en Frank Bosman en mediawetenschapper Eric van den Berg. Mikkers muntte in zijn boek ‘Religiestress; Hoe je te bevrijden van deze eigentijdse kwelgeest’ het begrip religiestress. Ik kraakte er in 2012 een kritische noot over en noemde religiestress (en in het verlengde ‘religieuze kramp’) onzin: ‘In de toelichting claimt Uitgeverij Meinema: ‘Religie veroorzaakt stress in Nederland, bij geloven en nietgelovigen.’ (..) Niet aantoonbaar is hoe dit gemeten is en met welke werkelijkheid deze slotsom overeenkomt. (..) Vraag is waar religiekritiek eindigt en religiestress begint. In een docentenhandleiding bij ‘Religiestress‘ wordt dat omschreven: ‘Wanneer verwordt godsdienstkritiek tot religiestress? Met andere woorden: wanneer begin je zelf last te krijgen van de door jou geuite kritiek op een godsdienst – je eigen of die van anderen?‘ Mikkers gebruikt het begrip ‘religiestress’ om door associatie religiekritiek in een ongunstig daglicht te zetten. En zo religie in bescherming te nemen.’

Religiestress of religieuze kramp is geen nauwkeurig omschreven verschijnsel. Het is een emotie en vooral een verdedigingsmechanisme van geharnaste christenen om de door de secularisering afkalvende posities van religieuze organisaties waar ze zich voor inzetten te verdedigen. Dat is in het publieke debat geoorloofd, maar ongewenst voor een publicatie met wetenschappelijke pretentie zoals de quick scan van De Graaf c.s. die Van Aartsen als input voor zijn beleidswijziging richting compenserende neutraliteit aanwendt. Het kan geen toeval zijn dat Beatrice de Graaf lid is van de ChristenUnie en voor die partij vijfde stond op de lijst voor de verkiezing van de Eerste Kamer in 2015. Ze smokkelt anti-secularistische tendenzen haar verkenning in met als doel het belang van religie en religieuze organisaties te vergroten. Ander punt van kritiek op De Graaf is trouwens dat ze per definitie het staatsterrorisme onderschat en nauwelijks in haar overwegingen meeneemt. Dat benadrukt de gouvernementele opstelling van de Graaf die van God gegeven is (Romeinen 13).

Foto: Anselm Adams, Church, Taos Pueblo (1942).

Gevraagd: publiek debat over de houdbaarheidsdatum van de traditionele godsdiensten

Het is met dominante godsdiensten net als met autoritaire leiders. Het begint veelbelovend, maar na verloop van tijd komt de klad erin. Interne tegenspraak wordt uitgeschakeld en pluriformiteit verdwijnt achter de horizon. De doelmatigheid neemt af en de oorspronkelijke doelstelling om een land te ontwikkelen, de macht te delen en het welzijn van de bevolking te verbeteren wordt losgelaten. Alles wordt gericht op het plezieren en dienen van de leider. Zo gaat het ook met godsdiensten die in een continue machtsstrijd zijn gewikkeld met concurrerende godsdiensten en levensovertuigingen. De buitenkant (macht) verdringt de binnenkant (zingeving) en de gelovigen moeten de religieuze organisaties dienen zonder dat zij bediend worden.

Net zoals aan een autoritaire leider die zich richting dictatuur ontwikkelt (Vladimir Poetin, Recep Erdogan, Xi Jinping) een houdbaarheidsdatum of regeringstermijn van maximaal 8 jaar gesteld zou moeten worden om inteelt, corruptie, toe-eigening van overheidsgeld en vestiging van een alternatief privé machtscentrum tegen te gaan, zou ook een beperking moeten gelden voor autoritaire godsdiensten die zich richting monopolie of alleenheerschappij ontwikkelen (christendom, jodendom, boeddhisme, islam, hindoeïsme).

Hoe dat in de praktijk zou moeten gebeuren en welke voorwaarden aan godsdiensten gesteld zouden moeten om gecertificeerd te zijn is onduidelijk. Maar met het debat erover alleen al zou duidelijk worden gemaakt dat godsdiensten tijdgebonden zijn als constructies die politiek, cultureel en economisch afgebakend zijn. Net zoals autoritaire leiders de doorstroom in hun land blokkeren, geldt dat ook voor de dominante godsdiensten. Ze blokkeren het ontstaan van nieuwe godsdiensten die beter in hun tijd passen en er aansluiting bij vinden, en gelovigen onbevangener inspiratie kunnen bieden. Het eeuwenlange bestaan van traditionele godsdiensten die tot in de kern gewapend zijn voor de machts- en overlevingsstrijd vanwege de continuïteit is het blok aan het been voor de wereld geworden. Vernieuwing van godsdienst is nodig om het idee ‘godsdienst’ te redden.

Foto 1: Schermafbeelding van FB-post van Bart Fm Droog, 30 maart 2018.

Foto 2: De Katharen op de brandstapel: ‘Hij [Professor Raphaël De Keyser] vertelt ons de boeiende geschiedenis van Carcasonne, Montségur, les parfaits, les bonhommes… ‘Deus lo Vult!’, ‘God wil het’… een kruistocht tegen medechristenen die compleet strijdig was met het kerkelijke decreet van het concilie van Narbonne in 1054.’

Godsdiensten zijn tijdgebonden. Uiteindelijk worden ze uit het religieuze domein verdrongen. En opgevolgd

Een artikel van J. H. McKenna op Patheos zet aan tot denken. De geschiedenis van de godsdienst toont de beperkte levensduur van godsdienst. De wetmatigheid is dat ze beperkt zijn in tijd, plaats en doelstelling. Daarom kent de geschiedenis en de hedendaagse verspreiding over de wereld zoveel godsdiensten omdat ze uiteenlopende behoeften moeten afdekken. Ze geven antwoord op de vragen van hun tijd, maar als de omstandigheden veranderen verliezen ze aan betekenis voor hun tijd. Dan worden ze overbodig en opgevolgd door nieuwe godsdiensten die andere vragen stellen en zich beter voegen in de motieven van de nieuwe tijd. Dan worden de heilige boeken van de oude godsdienst bevrijd. Waar de knapste koppen van hun tijd aan hebben meegewerkt. De heilige schriften kunnen dan vervolgens toegevoegd worden aan het domein van de kunst. Van de literatuur of het drama. Ultiem bevrijd van hun primaire functie om zin te geven aan het leven.

McKenna schetst in mijn ogen op een inzichtelijke manier een heldere en onbetwistbare logica, maar waarom hij het verbindt met de positie van de atheïst is me onduidelijk. Dat heeft zijn betoog niet nodig. Mijn reactie:

Religion and art spring from the same source. The source of the imagination of rituals. It is a dramatic feature that reaches a public through a well told story. The article clearly underlines this through well chosen examples. The logic is that religion grows more towards art as religion lasts longer. Greek mythology is now seen as an art form, while in its own time it was seen as a religion.

It is inevitable that modern religions suffer the same fate like old religions did. The development from religion to art is a regularity. Eventually the sacred books written by men will be stripped of their supernatural pretension and will go down in history as literary works.

Then the circle is round where the recently deceased Dutch theologian Harry Kuitert referred to: ‘All speaking about Above comes from below, also the speaking that claims to come from Above‘. Because the greatest minds of their time were connected to this speaking, this intellectual and literary aspect is not lost. But it has to be liberated from the religious environment that keeps it confined.

Literature or drama is ultimately freed from the religious environment and is liberated. The flywheel of the development of religions continues so that new religions with new images of God and new sacred scriptures emerge that we do not yet know about.

Why the author links his argument to the atheist’s right is unclear. Because it is unnecessary to make this point which is already strong enough. The perspective of the atheist or cynic adds nothing to his argument, but makes it unnecessarily polemical and more political. The so-called atheist does not want to relate to God images and religions, but to stand outside. That applies equally to this kind of criticism of religion.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelIs Time On The Atheist’s Side?’ van J. H. McKenna op Patheos, 16 november 2017.

Jacob Bos wil expositie inzetten als wapen tegen de negativiteit rondom asielzoekers. Is kunst daarvoor geschikt?

5

Beeldende kunst, wat kan de beschouwer ermee? Waar dient het voor? Daar bestaan veel gedachten over, die elkaar soms tegenspreken. Sommigen die niet van de straat zijn menen dat het een filosofische functie heeft. Dat speelt op het terrein van denksystemen, grondslagen en een totaalvisie op het leven. Dat klinkt niet mis.

In die visie scherpt kunst aan en maakt mensen bewust van de eigen situatie en omgeving. Kunst geeft het leven diepte, en zelfs zin en troost. Zoals anderen zich laten inspireren door religie. Niet toevallig putten kunst en religie uit dezelfde bron. Kunst laat mensen naast de werkelijkheid kijken zodat er reliëf ontstaat dat er voorheen wel was, maar niet werd gezien. De functie van kunst is niet zo direct dat het dient om de wereld te verbeteren. Want daarvoor is de politiek. Maar het kan wel de politieke bewustwording helpen vergroten.

Zo beredeneerd kent kunst uitsluitend voordelen. Het geeft naast schoonheid, zin en troost. Het helpt mensen in hun politieke en maatschappelijke bewustwording zonder dat het tot doel heeft om mensen op te zetten tegen de gevestigde orde. Omdat kunst dezelfde voordelen kent, maar minder explosief en onbeheersbaar is dan religie is het onbegrijpelijk dat overheden kunst niet veel meer gebruiken als beheersinstrument. Volgens de aard moet de overheid daarbij op afstand blijven omdat kunst anders een direct verlengde van de politiek wordt en ophoudt kunst te zijn. Juist door die afstand aarzelen overheden omdat ze volledige controle willen.

Kunst is voor de kunstenaar het omzetten en construeren van ongerichte impulsen tot een eigen wereld met een eigen vormentaal die de beschouwer richting en verdieping geeft. Kunst is een schaduwwereld die commentaar geeft op wat buiten de kunst bestaat en er daardoor onlosmakelijk mee verbonden is. Kunst is een halfproduct dat een brug slaat tussen illusie en realiteit. Kunst is de katalysator die maatschappelijke processen kan versnellen, zonder daardoor zelf te veranderen. Kunst heeft geen gevoel, maar roept gevoel op.

In Hoogeveen is er de glaskunstenaar Jacob Bos die volgens een bericht in RTV Drenthe ‘tegenwicht wil bieden aan alle negativiteit rondom asielzoekers’. Hij heeft het initiatief genomen om samen met andere kunstenaars en ‘kunstenaars onder vluchtelingen’ een expositie te houden. Hij is nog op zoek naar een expositieruimte. Interessant is wat Bos meent met deze expositie te kunnen doen, namelijk het uiten van een gevoel. ‘Dat kan met beeldende kunst’ zo meent Bos. Dat is een misvatting van Bos. Kunst roept in het beste geval gevoel op, maar kan dat zelf niet uiten. Een andere misvatting is dat kunst via het inrichten van een expositie direct een politiek doel kan dienen. Kunst kan de politieke bewustwording vergroten, maar niet in de plaats van politiek komen. Dan verliest kunst haar eigenheid en meerduidigheid, en wordt het een vehikel voor politieke actie.

Foto: Werk van de glaskunstenaar Jacob Bos.

Waarom claimt Koert van der Velde dat mindfulness religieus is?

mindfulness

Theoloog Koert van der Velde meent in een artikel in Trouw dat mindfulness hartstikke religieus is. Vorige maand verschenen zijn boek over mindfulness ‘Geen gezweef!’ dat losjes aanhaakt bij een debat over het wezen van religie en de grenzen eraan. Hij claimt dat mindfulness een religieuze oorsprong heeft die om redenen van marketing door de ontwikkelaar van de westerse variant van mindfulness Jon Kabat-Zinn wordt verhuld om de populariteit ervan niet in de weg te staan. Want religie heeft tegenwoordig een slechte pers, zeker in de seculariserende westerse samenleving waar uitsluiting, groepsvorming en machtsvorming die religie per definitie nou eenmaal met zich meebrengt andersdenkenden tegen de haren in strijken. Van der Velde formuleert niet wat hij met religie bedoelt. Zodat de beweringen uit zijn artikel in de lucht komen te hangen. Wat hij zegt is waar maar geldt alleen in zijn eigen interpretatie. Wat we er mee moeten is de vraag.

Het betoog van Van der Velde is weinig specifiek. Hij orakelt en induceert in algemeenheden van het type ‘zeggen beoefenaars’ of ‘men brengt naar buiten‘. Zo’n bewering is altijd waar, maar wat de geldigheid ervan is blijft onduidelijk. Neem de volgende passage over trainers van mindfulness: ‘De religieuze kant van mindfulle meditatie en leven houdt hen bezig. Ze zien in hun beoefening van meditatie een spiritueel pad om het leven zin te geven en zich op levensbeschouwelijk gebied te ontwikkelen.’  En: ‘Wie zich verder in mindfulness verdiept, kan bijna niet om de religieuze kant heen. Dat komt doordat mindfulness in het hart religieus is (..)’ . Wat dat religieuze is en hoe dat aannemelijk is te maken legt Van der Velde niet uit. Hij praat in cirkels. Het tekort van z’n betoog is niet alleen dat zijn beweringen niet geverifieerd kunnen worden zoals wel vaker in sociale wetenschappen voorkomt, maar dat hij geen begin van een begripsdefinitie geeft.

Het gaat Van der Velde om de herwaardering van religie. Grote godsdiensten kalven af of zijn bezoedeld door schijnheiligheid, onverdraagzaamheid, politisering en dogmatiek. Godsdiensten hebben de vanzelfsprekende aantrekkingskracht van eeuwen verloren. Omdat het de emancipatie van mensen niet meer dient, maar remt.

Steeds meer gelovigen gaan hun eigen gang. Een meerderheid van de Nederlanders vindt zich voor het eerst in de moderne geschiedenis niet meer behoren tot een godsdienstige groepering. In 2014 was dat volgen het CBS nog 50,8%. De reactie op dat proces ligt voor de hand zoals laatst ook kardinaal Wim Eijk deed in een lezing voor ABN-Amro: het claimen van niet gelovigen als gelovigen. Alleen zo kan religie weer politiek en maatschappelijk belangrijk worden gemaakt, of de neergang ervan worden vertraagd. Het artikel van Van der Velde past in een patroon van een defensieve strijd over religie. Hij claimt mindfulness als religieus, maar heeft daar niet meer argumenten voor dan zijn eigen mening. Eigenlijk best zielig zo’n achterhoedegevecht.

9200000047777395

Foto 1: Mindfulness.

Foto 2: Omslag van Koert van der Velde, ‘Geen gezweef!; Mindfulness zonder dat het mindfoolness wordt’. Budel, 2015. Uitgeverij Damon.

Kardinaal Eijk claimt in een verloren strijd niet-gelovigen als religieus

DSCF3073

Het feit dat religieuze fantoompijn epidemische vormen heeft aangenomen, bewijst dat óók de 21ste eeuwse mens ongeneeslijk religieus is. Zo kunnen mensen buiten de kaders van een georganiseerd geloof moeilijk zonder rituelen.’ aldus Kardinaal Wim Eijk in de slotlezing van de Religieuze Jaardag ABN-AMRO die plaatsvond op 26 november in Amsterdam. Religieuze fantoompijn omschrijft kardinaal Eijk zo: ’Mensen voelen geregeld gelovige activiteit in hun ziel, maar omdat ze zijn losgesneden van hun christelijke wortels voelt dit als onrust of pijn.’ Eijk stipt aan dat Nederland meer atheïsten telt dan gelovigen. Hij verwijst naar Trouw en concludeert: ‘Ruim 25 procent noemt zich atheïst, slechts 17 procent van de Nederlanders zegt in een persoonlijke God te geloven. Die gelovigen gaan bovendien steeds minder naar de kerk.

Gezien de getallen vecht kardinaal Eijk dus een verloren strijd. Naar verwachting zijn er in 2030 ‘nog slechts 60.000 katholieken die op een gemiddelde zondag naar de kerk gaan.’ Dat ware er in 2013 nog 214.000. Het maatschappelijk belang van religie neemt af omdat er steeds minder gelovigen komen. Tekenend is het digitaal platform ToekomstReligieusErfgoed dat op 25 november 2015 werd gelanceerd. Het denkt op een interactieve manier na en claimt bij uitstek het platform te zijn voor de herbestemming van kerkgebouwen.

Omdat kardinaal Eijk door afnemende aantrekkingskracht en belangstelling het niet meer kan winnen met zijn religie wacht hem een defensieve strijd. Het enige wat hem rest is niet-gelovigen te claimen als gelovigen. Een noodgreep. Alleen zo kan hij religie weer belangrijk maken. Of de teloorgang ervan verhullen en uitstellen. In zijn functie moet hij immers leiding en richting geven. Ter rechtvaardiging haalt hij het begrip ‘religieuze fantoompijn’ van stal. Eijk maakt de fout dat hij stelt dat rituelen voorbehouden zijn aan religie. Wie wel eens een theatervoorstelling bijwoont, een rechtbank bezoekt of de opening van de Staten-Generaal op Prinsjesdag gadeslaat weet echter dat rituelen niet voorbehouden zijn aan religie en overal in de samenleving voorkomen.

Het kan dat de 21ste-eeuwse mens hunkert naar zingeving in een wereld die het als fragmentarisch en zinloos ervaart. Het kan ook dat sommigen zich daartoe laten inspireren door religie en daarin zin vinden. Of die zin vinden in kunst, de eigen omgeving of buurt, of in andere activiteiten. Maar steeds meer mensen gaan ervan uit dat het leven geen zin heeft en zoeken niet verder. Religie is voor steeds meer mensen die steeds hoger zijn opgeleid en breed georiënteerd uitgewerkt. Religie had ooit een politieke en maatschappelijke functie om focus te geven aan gemeenschappen door de concentratie van macht, en insluiting en uitsluiting van mensen. Nu rest religie een steeds legere huls en het verlangen naar een functie die verloren is gegaan.

Foto: De Grote Kerk van Schermerhorn. Credits: Stadsherstel Amsterdam / Aart Jan van Mossel.