Scientology Nederland claimt onterecht dat het is erkend als godsdienst. Het is onjuist dat de staat zich niet uitspreekt over toetreding godsdiensten

Robert Kruijt van Scientology Nederland gaat in op de vraag of Scientology in Nederland een erkende godsdienst is. Hij meent van wel. Maar dat is onjuist. De Scientology Kerk heeft in tegenstelling tot gevestigde godsdiensten geen ANBI-status omdat het onder meer niet kan voldoen aan het criterium van de Belastingdienst dat het ‘zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut’. Dat bepaalde in 2015 het Gerechtshof Den Haag in een uitspraak. Kruijts claim dat de Scientology Kerk in Nederland door de Belastingdienst wordt erkend is onjuist. Waarom hij de Belastingdienst noemt, terwijl hij weet dat zijn organisatie er niet door erkend wordt lijkt een kwestie van brutale marketing.

Interessanter is zijn opvatting dat in Nederland de Nederlandse overheid zich niet bemoeit met aangelegenheden binnen een kerk of religieuze organisatie. Kruijt schetst in zijn rooskleurige opgewektheid een vals beeld. Het is een misverstand dat de staat zich hier niet over uitspreekt en dat de toetreding van nieuwe religieuze organisaties tot de religieuze markt geen belemmeringen kent. Er bestaan wel degelijk indirecte en verdekte blokkades van de Nederlandse overheid om nieuwe religieuze organisaties of organisaties die claimen een godsdienst te vertegenwoordigen de voet dwars te zetten.

Tekenend zijn de pogingen van de Nederlandse afdeling van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster om erkend te worden als godsdienst. Deze Kerk loopt al enkele jaren tegen politieke en maatschappelijke hindernissen op. Overigens een Kerk met veel meer leden dan de Scientology Kerk. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde in een uitspraak van 15 augustus 2018 dat de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster geen godsdienst is. Ik noemde dat in een commentaar een uitspraak vol gebreken. Onder meer omdat de de Raad van State theologisch niet geëquipeerd is om theologische doctrines af te wegen en niet dient te oordelen over de ‘binnenkant’ van organisaties die claimen een godsdienst te zijn.

De rechterlijke macht is een van de drie machten binnen de Nederlandse staat. Het oordeelt over de toegang van toetreders tot de religieuze markt. Door op de rem te staan kunnen rechtscolleges die toegang blokkeren of vertragen. Dat gebeurt in dit voorliggende geval van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster en daarom kan men niet zeggen dat de overheid zich hier niet mee bemoeit en dat de toetreding vrij is. Dat is het pertinent niet. De rechterlijke macht is onderdeel van wat Kruijt ‘de overheid’ noemt. De staat, of overheid, mengt zich wel degelijk in het interne debat over wat een godsdienst is. Het is in strijd met de vrijheid van godsdienst.

Het is duidelijk waarom Kruijt een vals beeld geeft van de Nederlandse religieuze situatie. Hij probeert hiermee kritiek te weerleggen door net te doen alsof in Nederland alles kan en nieuwe religieuze organisaties met open armen worden ontvangen en zijn eigen organisatie ook makkelijk door de ballotage is gekomen. Maar dat is onjuist. Scientology wordt in Nederland getolereerd en net als in landen als België, Frankrijk en Duitsland niet erkend als godsdienst, maar als sekte gezien.

Scientology Kerk Nederland laat op sociale media met aanval op media van zich horen. Het verdedigt zich met algemeenheden

De Nederlandse tak van de Scientology Kerk heeft de afgelopen maand talloze video’s met Gerbrig Deinum op haar YouTube-kanaal geplaatst. Zij doet de publiciteit van de Nederlandse Scientology Kerk en treedt veel op in de media. Deinum praat handig en vlot, maar wel in algemeenheden die niet controleerbaar zijn. Daarom is haar verhaal over de relatie van de Scientology Kerk met de media toch niet overtuigend. Daarbij sluit ze de mogelijkheid uit dat de kritiek die de Kerk krijgt gerechtvaardigd is. Opvallend is dat Deinum in een andere video aandacht besteedt aan de documentaire Going Clear: Scientology & the Prison of Belief van Alex Gibney die uit 2015 dateert. Ook hier wordt Deinum niet concreet en heeft ze geen steekhoudende argumenten.

De Scientology Kerk heeft in tegenstelling tot gevestigde godsdiensten geen ANBI-status omdat het onder meer niet kan voldoen aan het criterium van de Belastingdienst dat het ‘zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut’. Dat bepaalde in 2015 het Gerechtshof Den Haag in een uitspraak. Daardoor hebben donateurs en organisatie geen recht op belastingvoordelen over giften en donaties en moet de kerk schenk- en erfbelasting daarover betalen. De Scientology Kerk zet zich dus niet voldoende in voor het algemeen nu, maar men kan zich terecht afvragen of andere religieuze instellingen dat wel doen. Dat betwijfel ik. In een commentaar van mei 2015 schreef ik dat er vermoedelijk met twee maten wordt gemeten. Hiermee pleit ik zeker de Scientology Kerk niet vrij, maar betoog eerder het omgekeerde. Namelijk dat alle godsdiensten onterecht een streepje voor hebben boven andere maatschappelijke instellingen en goede doelen stichtingen:

Dat 90%-criterium is een harde grens waarvan onduidelijk is hoe die bewaakt wordt. Wanneer voldoet een religieuze instelling voor 90% aan het algemeen belang en hoe wordt dat kwalitatief en kwantitatief getoetst? Wordt dat in de praktijk getoetst of is er consensus tussen politieke partijen dat het 90%-criterium niet wordt getoetst? Overwegingen om te betwijfelen of er in de praktijk getoetst wordt en te vermoeden dat religieuze instellingen niet voldoen aan dit criterium volgt uit het kenmerk van religie zoals religieuze instellingen dat vertegenwoordigen. Religie bestaat uit twee componenten die zijn te omschrijven als intern en extern gericht. Dat eerste omvat zingeving en troost en is op de gelovige gericht, en dat laatste omvat belangenbehartiging, het bedrijven van machtspolitiek en charitatieve doelstellingen. Dit maakt religieuze instellingen zo divers en onoverzichtelijk dat niet op voorhand valt te zeggen dat ze voor 90% het algemeen belang dienen. Of anders gezegd, het niet op voorhand uitgesloten kan worden dat ze voor meer dan 10% hun eigen belang dienen.

Ongelukkige marketing van CDA’er Wopke Hoekstra

Minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) gaat gelijk al de fout in als hij in het fragment van Jinek zegt: ‘Ik denk eerlijk gezegd dat wij allemaal, en dat geldt dus ook voor mij, te laat zijn gaan zien wat er bij die middenklasse aan de hand is’. Hiermee stelt hij dat degenen die aan de knoppen zitten dezelfde politieke verantwoordelijkheid hebben als degenen die niet aan de knoppen zitten. Hij kan het niet menen. Wat hij zegt is onzinnig en ontstijgt niet het niveau van politieke marketing. Waarom hebben hij of zijn partijgenoten niet gezien wat er de afgelopen jaren met de middenklasse is gebeurd en hebben ze voorstellen gedaan om de positie ervan te verbeteren? Hoekstra houdt zich dom en doet alsof hij niet weet uit welke hoek de wind waait.

Hoekstra heeft als minister van Financiën macht om in te grijpen. Hij verliest nog meer aan geloofwaardigheid als een eerlijk en zinvol analyticus als hij de positie van de middenklasse direct koppelt aan die van slecht geïntegreerde minderheidsgroepen en zijn eigen verantwoordelijkheid nog verder probeert af te schuiven.

Hoekstra treedt buiten zijn eigen lichaam, kijkt er van een afstand naar en doet er pseudo-koel verslag van alsof hij iets nieuws te melden heeft. Hij is zichzelf niet, maar wie hij wel is blijft onduidelijk. Hij is een lege huls die met marketing wordt gevuld maar in de kern een verwarde denker die z’n zaken niet op orde heeft.

Onder de middenklasse wordt de meerderheid van de bevolking verstaan. Naargelang de definiëring valt 60 tot 90% van de bevolking eronder. In inkomen loopt dat van 1 maal modaal tot (naargelang de omschrijving) 2,5 tot 3 maal modaal. Dus van 36.000 euro tot maximaal 90.000 of 108.000 euro. De middenklasse kan zich niet onttrekken aan de collectieve lastendruk. Dat achtereenvolgende kabinetten Rutte beweerden zich in te zetten voor lastenverlichting wil niet zeggen dat dit feitelijk ook bereikt is. Integendeel, de afgelopen jaren is de opbrengst uit lastenverzwaring door de overheden via heffingen, premies en belastingen met zo’n 3% van het bruto binnenlands product toegenomen tot bijna 39%. Dat wordt grotendeels door individuen opgebracht. Vermeend en Van der Ploeg concluderen aan de hand van een OESO-rapport van eind 2018 dat vooral de belasting- en premiedruk op arbeid in Nederland veel te hoog is. Dat is een langlopende ontwikkeling.

Er bestaat politieke consensus over dat de afgelopen decennia de middenklasse relatief in inkomen is achtergebleven en dat die relatieve achteruitgang gerepareerd moet worden. Alleen, als dat bij beloften blijft en spin van politici als Menno Snel (D66) en Wopke Hoekstra, dan zijn het niet meer dan mooie woorden.

Evenwichtige belastingheffing naar draagkracht en collectieve lastendruk die niet grotendeels op de middenklasse wordt afgewenteld kunnen niet los gezien worden van het aanpakken van belastingontwijking door vermogende individuen en internationaal opererende bedrijven. Het is al te makkelijk om de lastenverzwaring van de middenklasse die haar vermogen niet kan verbergen steeds meer op te schroeven.

Hoekstra handelt onethisch. Hij neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen falen en schuift die kleinhartig af op minderheidsgroepen. Politici als Snel, Hoekstra of Rutte jongleren met mooie woorden, maar voegen niet de daad bij het woord. Dat is deels begrijpelijk omdat hun macht beperkt is vanwege het globale karakter van de economieën, het lastig aan te pakken probleem van de belastingontwijking en een slecht georganiseerde Belastingdienst, maar deels onbegrijpelijk omdat waar ze in de afgelopen jaren in konden grijpen te weinig hebben gedaan. In de VVD klinken sinds voorjaar 2019 met het oog op het neutraliseren van de populisten geluiden van Rutte en fractieleider Klaas Dijkhoff om de middenklasse te ontzien en het bedrijfsleven relatief zwaarder te belasten. Om niet achter te blijven doet Hoekstra in de jacht op de centrum-rechtse kiezer dezelfde duit in het zakje, maar haalt tegelijkertijd zijn betoog onderuit door zijn onmiskenbare gebrek aan oprechtheid en zijn zelfpromotie die de aandacht vestigt op zijn gebrek aan integriteit en samenhang.

Kamerdebat over dividendbelasting gaat aan essentie voorbij. De bedrijfscultuur van de politiek zou centraal moeten staan

Een debat in de Tweede Kamer over de afschaffing van de dividendbelasting met Helma Lodders (VVD) maakt veel duidelijk over de kwaliteit van het debat. En dus van de Nederlandse politieke klasse. Die is beroerd en tenenkrommend. De kamerleden van de oppositiepartijen zijn zo kortzichtig dat ze de sleutel voor dit debat niet weten te vinden en zich af laten leiden. Waar gaat het om? Vanochtend schreef ik in de marge van een commentaar over de Amerikaanse politiek: ‘Ook in Nederland is de schaduwzijde dat het bedrijfsleven en andere belangengroepen met de politieke partijen in de kern van de macht afspraken maken buiten het politieke systeem zelf om. Concreet voorbeeld is de afschaffing van de dividendbelasting. Economisch-strategisch beredeneerd is dat niet eens een domme maatregel, maar voor de acceptatie van het politieke systeem door burgers was het van een groteske arrogantie en domheid van de VVD in het bijzonder.’

In plaats van dat de oppositie het kabinet aanspreekt op het zuiver bedrijven van politiek en werkt aan het versterken van de eigen macht (geen lam, maar leeuw) laat het zich verleiden tot discussies over Shell, vestigingsklimaat, 1,6 of 7 miljard euro gederfde inkomsten of de werkgelegenheid. Maar daar zou dit debat niet over moeten gaan. Dat is niet de essentie. Het gaat niet om maatregelen, maar om de bedrijfscultuur van de politiek. Het doet er namelijk niet toe wat de afschaffing van de dividendbelasting voor de schatkist, de werkgelegenheid of het vestigingsklimaat betekent. Het gaat erom dat de afspraken via rulings van de belastingdienst buiten het parlement en het reguliere overleg binnen politieke partijen door een kleine kerngroep van politici is genomen. Dat staat in het debat in de Tweede Kamer niet centraal. Waarom niet?

Foto: Still uit het debat over de dividendbelasting in de Tweede Kamer, 26 juni 2018. Met Helma Lodders (VVD).

Lubach: Belastingdeal met koningshuis: niemand zegt ervan te weten

Het koningshuis wordt gecompenseerd voor de belasting die ze betalen. Dat is tamelijk uniek. RTL Nieuws zocht het uit. De deal werd in 1973 gesloten. In de regering, het parlement en in het koningshuis zegt niemand ervan te weten. Hoe bijzonder is dat? Arjen Lubach prikt het flatteus door in Zondag met Lubach.

Belastingdienst wijst ANBI-status af van Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Welke kerken hebben geen 10% eigenbelang?

kvs

De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster blijkt gestaag werken aan de emancipatie van de Nederlandse overheidsdiensten. Dat is een moeizaam proces. In bovenstaand bericht op haar site laat de Kerk weten dat de ANBI-status is afgewezen door de belastingdienst. De Kerk ziet dat als willekeur en zegt bezwaar te maken tegen deze beslissing. Instellingen die worden aangewezen als ANBI (‘Algemeen nut beogende instellingen’) hebben belastingvoordelen bij erven, schenken en energiebelasting. Er waren in Nederland op 29 september 2016 53141 instellingen met een ANBI-status, zoals blijkt uit het Overzicht van de belastingdienst.

In het bericht laat de Kerk weten dat het volgens de belastingdienst ‘niet of niet voldoende het algemene belang’ zou dienen. Interessant is de reactie van Scientology-woordvoerder Merel Remmerswaal uit 2015 op de afwijzing van de ANBI-status voor de Scientology Kerk: ‘Het is eerder de vraag waarom andere kerken wel de ANBI-status hebben. Het enige verschil is dat wij nieuw en onbekend zijn.’ De toetsing of een instelling van voldoende algemeen belang is heeft subjectieve elementen in zich. Het lijkt erop dat voor instellingen zonder machtsbasis in politieke partijen, overheid en bij de ambtenarij de lat hoger wordt gelegd. Onbekend maakt onbemind. Nieuwkomers op de religieuze markt worden er indirect van uitgesloten, zo is het vermoeden.

Volgens de definitie van de belastingdienst moet een ANBI aan een aantal voorwaarden voldoen waarvan de belangrijkste is: ‘Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut.’ Andere voorwaarden voor het verlenen van de ANBI-status zijn onder meer dat een ‘instelling en mensen die daar rechtstreeks bij betrokken zijn, niet mogen aanzetten tot haat of het gebruik van geweld’, administratieve verantwoording afleggen en geen winstoogmerk hebben. Voor religieuze instellingen is per 1 januari 2016 de publicatieplicht aangescherpt. Dat betekent dat de belastingdienst scherper gaat kijken of religieuze instellingen aan de voorwaarden van de ANBI voldoen. Vraag is of dit meespeelt bij de afwijzing.

Het 90%-criterium waar de Kerk op wordt afgewezen roept de vraag op wanneer een religieuze instelling voor 90% aan het algemeen belang voldoet en wanneer voor 10% aan eigenbelang. Hanteert de belastingdienst een checklist aan de hand waarvan een instelling wordt doorgelicht? Anders gezegd, wordt een en ander in de praktijk daadwerkelijk getoetst of bestaat er consensus dat het 90%-criterium feitelijk niet wordt getoetst?

Religie bestaat uit twee componenten die zijn te omschrijven als intern en extern gericht. Elke religieuze instelling bezit ze. Het eerste omvat zingeving en troost en is op de gelovige gericht, en het laatste omvat belangenbehartiging, het bedrijven van machtspolitiek en charitatieve doelstellingen. Dit maakt religieuze instellingen zo divers en weinig transparant van aard dat niet op voorhand valt te zeggen of een specifieke instelling voor 90% het algemeen belang dient. Of anders gezegd, niet op voorhand kan worden uitgesloten dat het voor meer dan 10% het eigenbelang dient. Het valt nauwelijks in te zien dat bij kerkgenootschappen die al eeuwen gevestigd zijn en gericht zijn op continuïteit het eigenbelang niet groter dan 10% is.

Foto: Schermafbeelding van berichtANBI status voor KVHVSM afgewezen’ van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster, 28 september 2016.

Sabine begint nieuwe religie: ‘Stopbeingsuchapieceofshitism’

sab

Makkelijker gezegd dan gedaan, hoe begin je een religie? Sabine begint het ‘Stopbeingsuchapieceofshitism’, ofwel het strontisme. Zo zegt ze. Een goed initiatief omdat er geen genoeg religies kunnen zijn. In de hang naar kleinschaligheid (zonne-energie op het eigen dak) zou elke straat of elk dorp z’n eigen religie moeten hebben. Toegespitst op de behoefte. Mega-fusies binnen de religieuze instellingen hebben religieuze organisaties op afstand van de burger gezet. Religies hebben twee componenten die nauw samenhangen: zingeving en machtsvorming. Want zin heeft geen zin als het politiek en maatschappelijk niet wordt gehoord.

Hoe gaat Sabine haar nieuwe religie opstarten? Wat is er eigenlijk voor nodig? Is dat een gebouw voor bijeenkomsten of kan het vanuit de huiskamer of een kantoortje via internet en sociale media afgewikkeld worden? Maar zorgt dat wel voor het goede gemeenschapsgevoel? Goede publiciteit en belangenbehartiging bij politieke partijen en het openbaar bestuur zijn in elk geval nodig om de nieuwe religie te vestigen. In Nederland is het verkrijgen van de ANBI-status essentieel. Het 90%-criterium eist een inzet van meer dan 90% voor het algemeen nut. En dan moet een religie ook nog een geloofwaardig programma met uitgangspunten opstellen dat concurrerend en onderscheidend is. Want religie is een vechtmarkt met talloze aanbieders.

Foto: Schermafbeelding van tweet van @ThatSabineGirl, 19 juli 2015.

Twijfel over ANBI-status van kerken naar aanleiding van Scientology Kerk

Update 22 oktober 2015: De wereldwijde kerkgemeenschap Scientology, die ook in Nederland een bescheiden aanhang geniet, krijgt geen ANBI-status. Daardoor hebben de donateurs en de organisatie geen recht op belastingvoordelen over giften en donaties en moet de kerk schenk- en erfbelasting betalen over wat ze krijgt, aldus een bericht in De Volkskrant. Het Gerechtshof in Den Haag kwam op 21 oktober tot die uitspraak. ‘De trend is dat rechters bij niet-traditionele religieuze uitingen het individueel belang zwaarder vinden wegen dan het algemeen belang’, zegt hoogleraar belastingrecht Sigrid Hemels van de Erasmus Universiteit. Ze krijgen daardoor vaak geen ANBI-status, terwijl alle traditionele kerkorganisaties in Nederland die wel hebben.

De Scientology Kerk is in Nederland een officiële religie, maar geen algemeen nut beogende instelling (ANBI), zoals andere kerken. Dit in tegenstelling tot de VS waar de Scientology Church grote belastingvoordelen geniet en dit volgens critici een reden is dat het zich als religieuze instelling profileert. In een media-overzicht in de NRC naar aanleiding van de uitzending op 19 mei 2015 van de documentaire Going Clear door de VPRO antwoordt Scientology-woordvoerder Merel Remmerswaal waarom dat zo is: ‘Het is eerder de vraag waarom andere kerken wel de ANBI-status hebben. Het enige verschil is dat wij nieuw en onbekend zijn.’

Remmerswaal heeft een punt. Want volgens de definitie van de Belastingdienst moet een ANBI aan een aantal voorwaarden voldoen waarvan de belangrijkste is: ‘Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut.’ Andere voorwaarden voor het verlenen van de ANBI-status zijn onder meer dat een ‘instelling en mensen die daar rechtstreeks bij betrokken zijn, niet mogen aanzetten tot haat of het gebruik van geweld’, administratieve verantwoording en het niet hebben van een winstoogmerk. Voor religieuze instellingen wordt per 1 januari 2016 de publicatieplicht aangescherpt. Dat betekent dat de Belastingdienst scherper gaat kijken of religieuze instellingen aan de voorwaarden van de ANBI voldoen.

Dat 90%-criterium is een harde grens waarvan onduidelijk is hoe die bewaakt wordt. Wanneer voldoet een religieuze instelling voor 90% aan het algemeen belang en hoe wordt dat kwalitatief en kwantitatief getoetst? Wordt dat in de praktijk getoetst of is er consensus tussen politieke partijen dat het 90%-criterium niet wordt getoetst? Overwegingen om te betwijfelen of er in de praktijk getoetst wordt en te vermoeden dat religieuze instellingen niet voldoen aan dit criterium volgt uit het kenmerk van religie zoals religieuze instellingen dat vertegenwoordigen. Religie bestaat uit twee componenten die zijn te omschrijven als intern en extern gericht. Dat eerste omvat zingeving en troost en is op de gelovige gericht, en dat laatste omvat belangenbehartiging, het bedrijven van machtspolitiek en charitatieve doelstellingen. Dit maakt religieuze instellingen zo divers en onoverzichtelijk dat niet op voorhand valt te zeggen dat ze voor 90% het algemeen belang dienen. Of anders gezegd, het niet op voorhand uitgesloten kan worden dat ze voor meer dan 10% hun eigen belang dienen.

VVD-senator Swagerman: Kritiek op Opstelten is schaamteloze politiek

bs

Aldus VVD-senator en oud-hoofdofficier Ben Swagerman in NRC. Wie is er hier gek? Swagerman die minister Ivo Opstelten die morgen in een kamerdebat zijn beleid over de Teevendeal moet uitleggen in bescherming neemt, de kamerleden of allebei? De VVD’er Swagerman zegt het ‘helemaal niet relevant’ te vinden om welk bedrag het precies gaat. Dat kan hij vinden. Maar hij zou beter zwijgen omdat zijn spreken niet geloofwaardig is. Door nu Opstelten te steunen keurt hij indirect zijn eigen betrokkenheid bij de zaak in 2000 goed. Want hij ondertekende in 2000 als waarnemend hoofdofficier van justitie in Amsterdam de deal. Swagerman maakt het er door zijn interventie alleen nog maar erger op. De VVD keurt het eigen vlees en zegt dat het goed is.

Inmiddels ligt het zwaartepunt van de kwestie niet meer bij de afspraken uit 2000 met crimineel Cees H. over de hoogte van het bedrag dat hij mocht houden, het ontduiken van de fiscus door Justitie en de rol van de huidige staatssecretaris Fred Teeven in z’n toenmalige rol van officier van justitie. Hoewel deze aspecten op de achtergrond nog meespelen. Het zwaartepunt van het debat is of minister Opstelten nog wel capabel is en te vertrouwen valt en hij de Tweede Kamer correct en volledig geïnformeerd heeft. Of misleid heeft. Ook is het de vraag of Opstelten nog grip heeft op zijn ministerie. In een uitgebreide versie van het interview zegt Swagerman dat ‘alle stukken over de deal waarschijnlijk gewoon liggen opgeslagen in de archieven van het OM’. Is het echt? Hij kan niet verklaren waarom ze tot nu toe niet zijn gevonden. Nee, dat kan niemand. Bizar. 

Foto: Schermafbeelding van artikel in NRC ‘VVD-senator in NRC: kritiek op Opstelten is schaamteloos politiek

Overleven VVD’ers Opstelten en Teeven onthulling Teevendeal?

U moet me vertrouwen, zei minister Opstelten (VVD) tegen de kamer. Maar valt Opstelten nog te vertrouwen? Het gaat om de informatie die de minister gaf over de hoogte van het bedrag dat aan crimineel Cees H. was overgemaakt. De zogenaamde Teevendeal. Staatssecretaris Fred Teeven (VVD) was in een vorige functie officier van justitie. Nieuwsuur komt vanavond met bijzonderheden die nu al voor opschudding zorgen in de Tweede Kamer. Wat blijkt? Opstelten zei de kamer het exacte bedrag over de deal niet te kunnen geven omdat dat onvindbaar was. Maar door onderzoek haalt Nieuwsuur het bedrag boven water dat ook nog eens veel hoger blijkt te zijn dan Opstelten beweerde. Er zou geen 1,25 miljoen, maar 4,7 miljoen gulden aan Cees H. zijn overgemaakt. De twijfel over de informatie van Opstelten bestond al langere tijd. Maar nu wordt notabene door informatie van zijn eigen ministerie aangetoond dat Opstelten de kamer verkeerd heeft ingelicht. Komt de minister hier opnieuw mee weg? Valt hij nog steeds te vertrouwen of valt eindelijk het doek voor hem?