Posts Tagged ‘Publiciteit’
Nietsontziend claimen religieuze organisaties andersdenkenden. Zelfs doden worden om zakelijke redenen over hun graf ingelijfd
Georganiseerde religie is een miljardenbusiness. Er staan grote zakelijk belangen op het spel. Opbrengsten uit vastgoed en bedrijven of kerkelijke belastingen. Religieuze organisaties zetten alle onderscheidende middelen in om zichzelf aantrekkelijk en ‘sexy’ te maken. Om de concurrenten de loef af te steken. Want de religieuze markt kent wereldwijd met duizenden religies en religieuze stromingen vele mededingers. Inclusief de verafgoding van de duizenden Goden. Religies vissen in dezelfde vijver. In West-Europa is die religieuze markt ook nog eens krimpend, zodat de strijd om de overblijvende gelovigen nog feller is dan in een groeimarkt.
Zoals Pepsi Cola en Coca Cola, Shell en BP of Apple en Microsoft elkaar bestrijden, zo moeten religieuze organisaties elkaar kunnen bestrijden. Dat ligt in de aard van een bedrijf. Het gaat om winst maken en het waarborgen van de continuïteit. Religieuze leiders leven doorgaans op grote voet en zijn daaraan gewend geraakt. Ze willen ongaarne een stapje terug doen. Omdat zij voor hun voorzieningen en broodwinning uitsluitend van hun religieuze organisatie afkomstig zijn en ze niet als een CEO van een multinational over kunnen stappen naar een andere religie, zijn ze in zekere zin gevangene van hun eigen religieuze organisatie.
Een populaire methode om de zieltjes van gelovigen te winnen of die gelovigen dieper in een specifieke religie te verankeren is de bekering. Daarmee wordt veel publiciteit gezocht door religieuze organisaties. Dan zou de moslim bekeerd zijn tot het christendom of andersom. Of de hindoe tot de islam of andersom. Als men in de marketing niks hoort over een bepaald type bekering dan komt dat omdat de zakelijke en publicitaire belangen minder groot zijn. Zo is er nooit nieuws dat een agnost is bekeerd tot het atheïsme of andersom.
Een apart soort bekering is de doodsbedbekering. Het voordeel daarvan is dat een religieuze organisatie die uit is op publicitair voordeel tamelijk ongestraft bekende doden kan claimen. Ze kunnen het niet weerleggen. Bekende atheïsten als Stephen Hawking of Christian Hitchens werden na hun dood door christenen geclaimd. Dat gebeurde respectloos en botweg. Op hun doodsbed zouden ze tot het Christendom zijn bekeerd. Op deze religieuze lijkenpikkerij van christelijke organisaties gaf de stervende Hitchens het beste antwoord, aldus een artikel in Trouw: ‘Als ik me bekeer, is dat omdat er beter een gelovige kan sterven dan een atheïst’.
Foto: Schermafbeelding uit artikel ‘Catholics Online Claim Stephen Hawking Experienced Deathbed Conversion’ van Michael Stone, 19 maart 2018 op Patheos.
Belgische theatermakers verklaren dat actie met vervalste Picasso geen publiciteitsstunt is. Maar hun dramaturgische uitleg rammelt
Hoe waarachtig is bovenstaande verklaring van het Belgische theatercollectief BERLIN over de vervalste Picasso? Bert Baele en Yves Degryse ontkennen dat het om een publiciteitsstunt gaat, maar hoe geloofwaardig is dat als ze door hun actie intussen volop publiciteit hebben gekregen voor hun voorstelling ‘True Copy’ over kunstvervalser Geert Jan Jansen? Een bericht van RTV Rijnmond komt tot een tegengestelde conclusie en kopt: ‘Belgische theatermakers: ‘Vondst gestolen Kunsthal-Picasso is publiciteitsstunt’’. Vooral schrijfster Mira Feticu voelt zich benadeeld. Ze werd in de actie betrokken door een brief van BERLIN die haar op het spoor zette van Picasso’s Tête d’Arlequin die in Roemenië verborgen zou zijn. Het werk werd in 2012 uit de Rotterdamse Kunsthal gestolen. Feticu is woedend en niet te spreken over de actie van de theatermakers.
Dit soort nepnieuws in de kunsten vanwege publicitaire overwegingen begint een patroon te worden. In mei 2018 zocht Museum Het Markiezenhof in Bergen op Zoom de publiciteit met een in scène gezette vondst van een oud boek. Het museum had dat boek zelf verstopt om het zogenaamd bij renovatiewerkzaamheden te vinden. Mede omdat de cultuurwethouder in het complot zat kwam er veel kritiek op. De wethouder gaf achteraf zijn schuld toe door te zeggen dat hij een verkeerde keuze had gemaakt door eraan mee te werken.
In de VS is president Trump verworden tot een volwaardige pathologische leugenaar die zakelijke kritiek op zijn functioneren via een omkering van waarden probeert te weerleggen door de boodschapper van de kritiek te betichten van nepnieuws. Het is een ernstig maatschappelijk probleem. De journalistiek staat van vele kanten onder druk. Media moeten om economische redenen bezuinigen en journalisten ontslaan zodat het inboet aan kwaliteit. Links- en rechts-radicale groepen betwisten de onafhankelijkheid van gevestigde media. Sociale media verdringen door hun dynamiek delen van oude media door het creëren van deelwerkelijkheden met deelwaarheden. Het idee van de waarheid die voor allen geldt wordt bewust en onbewust ondermijnd.
Nu voegt zich in dat koor dat aan de stoelpoten van de oude media en het idee van de waarheid zaagt het Belgische theatercollectief BERLIN dat in de verklaring ontkent de publiciteit te hebben gezocht of zich te hebben bediend van nepnieuws omdat de ‘actie voor ons een onderdeel van de voorstelling’ is. Dat is een onechte uitleg omdat het hiermee de eigen verantwoordelijkheid afschuift. Want dat zou betekenen dat een voorstelling, tentoonstelling of uitzending per definitie elke leugen of onwaarheid rechtvaardigt. Maar dat is niet zo. Ook niet als de thematiek van vervalsing, leugen of waarheid het onderwerp van een voorstelling is.
De verklaring bevat raadselachtige zinswendingen die vragen oproepen over de zorgvuldigheid en de oprechtheid van de makers. Zoals ‘In True Copy laat BERLIN verschillende werelden en realiteiten op het podium samenvloeien’. Wat dat mag betekenen en wat het met de publiciteitsactie van de vervalste Picasso in Roemenië te maken heeft is niet op voorhand duidelijk. In het theater gaat het immers maar om één werkelijkheid, namelijk de theaterwerkelijkheid die in zichzelf gesloten is en bronmateriaal kan ontlenen aan vele werelden en werkelijkheden. Maar die werkelijkheid op het podium staat niet in direct contact met de werkelijkheid buiten het podium in Roemenië. Een andere raadselachtige zinswending is dat in de voorstelling ‘non-fictie vaak naadloos overvloeit in fictie’. Opnieuw valt lastig na te gaan wat de theatermakers hiermee bedoelen, maar opnieuw bezondigen ze zich aan lui of onzorgvuldig denken. Zeggen ze wat anders dan ze bedoelen en bedoelen ze wat anders dan ze zeggen? Want de voorstelling is fictie die als bronmateriaal delen uit de werkelijkheid, te weten non-fictie gebruikt. Dat loopt niet naadloos in elkaar over, maar valt op elk moment en op elk niveau te onderscheiden. Zelfs in de identificatie van de toeschouwer met ‘de vervalser’.
Dat beide theatermakers de kunsthandel kritisch benaderen is verdienstelijk en een geschikt onderwerp voor een theaterstuk, maar ze overspelen hun hand als ze dat koppelen aan de actie met de vervalste Picasso die ze geen publiciteitsstunt willen noemen. Hoe dan ook hebben ze de actie opgezet met het oog op de voorstelling. De verhaallijn van de vervalste Picasso kan binnen de voorstelling weliswaar een onderwerp zijn, maar kan nooit samenvloeien met de werkelijkheid buiten de voorstelling waardoor fictie en non-fictie in elkaar overvloeien. Dat is per definitie onmogelijk. Daarom is de verklaring fantasie. Baele en Degryse hadden zich beter rekenschap moeten geen van de wereld buiten de theaterwerkelijkheid voordat ze deze actie planden en uitvoerden. Het kan dat de belangstelling voor hun voorstelling toeneemt, maar de journalistiek en waarheid zijn het kind van de rekening. Ze schaden het algemeen belang. Zo bereiken de theatermakers het omgekeerde van wat ze zeggen te beogen, namelijk het koesteren van ‘de waarde van waarheid’.
Foto: Schermafbeelding van verklaring ‘MEER OVER TRUE COPY’S ‘TÊTE D’ARLEQUIN’ van BERLIN.
Het ‘democratisch tentoonstellingsmodel’ van Almere. Een selectie en inrichting zonder verstand te hoeven hebben van kunst. Echt?
Het moet niet gekker worden dan in Almere. Daar wordt gesuggereerd dat in theater Corrosia een expositie ingericht wordt volgens het ‘democratisch tentoonstellingsmodel’. Is het echt? ‘Gewone’ Almeerders zouden samen met de burgemeester op kunstacademies door heel Nederland werken uitkiezen voor een expositie.
Tja, ‘democratisch’ klinkt goed, dus dat moet kloppen? Nee, het klopt van geen kanten. Het ‘democratisch tentoonstellingsmodel‘ is namelijk geworteld in een denkfout. In mislukt populisme om burgers bij kunst te betrekken. Als pseudo-professional. Het Almeerse model is een slag in de lucht en een belediging voor het vakmanschap in de kunstwereld. Alsof dat niet bestaat of genegeerd kan worden. Waarom worden ‘gewone’ Almeerders wel als kunstkenner ingezet en niet als wethouder, notaris, chirurg of welke specialist dan ook?
In werkelijkheid maken in Almere achter de schermen de professionals natuurlijk gewoon de keuzes. Het ‘democratisch tentoonstellingsmodel’ bestaat in het echt niet en is nep. Marketing om op te vallen en de publiciteit te halen met een tentoonstelling die anders zo goed als ongenoemd gebleven was. Net als de inspraak van de burger die kan kiezen tussen de door de professionals voorgeselecteerde optie 1114 en 1114a. Zo wordt een vals beeld gecreëerd vanuit de impuls om publicitair te scoren en zich te onderscheiden.
Bij nader inzien toont de als wervend bedoelde video aan waarom het ‘democratisch tentoonstellingsmodel’ tot mislukken gedoemd is. ‘Je hoeft geen verstand van kunst te hebben’ zegt ‘kunstkiezer’ Marjan Smit. ‘Je hoeft alleen maar je ogen open te doen’ om een expositie samen te stellen, zo zegt ze. Dat is ware toverkunst en volksverlakkerij. In het Almeerse theater Corrosia rukken nepnieuws, scoringsdrang en de relativering van de beeldvorming over het professionalisme van de tentoonstellingsmaker samen op. Om te huilen zo grappig.