Bij een commentaar in de Volkskrant. Gazadebat wordt gekaapt door flanken. Waarom zwijgt het centrum?

Schermafbeelding van deel commentaarRadicale kampen kapen het Gazadebat en de politiek doet gretig mee‘ van Raoul du Pré in de Volkskrant, 9 mei 2024.

Het commentaarRadicale kampen kapen het Gazadebat en de politiek doet gretig mee‘ van Raoul du Pré in de Volkskrant van 9 mei 2024 is me uit het hart gegrepen.

De pro-Palestina demonstraties van studenten en activisten op universiteiten is volgens Du Pré vergezocht en ‘roept de verdenking op dat het niet gaat om concrete resultaten voor de mensen in Gaza maar om maximaal effectbejag.’ Het commentaar klopt echter niet met de kop. De kern van de kritiek ervan is dat een deel van de politiek juist ontbreekt in het Gazadebat.

Ik moet bij het zien van de inzet van politie tegen studenten en activisten bij de bezetting van universiteitsgebouwen denken aan de Italiaanse film ‘La Meglio gioventù’ (2003) van Marco Tullio Giordana. 

Het gaat om twee broers van wie Matteo politieman wordt en Nicola student is die psychiater wordt. De studenten zijn bevoorrecht, terwijl de politie gerekruteerd wordt uit het volk. De laatsten hebben niet dezelfde kansen gehad als de studenten. Zij moeten de orde handhaven, terwijl de studenten en activisten vanuit hun positie de macht kunnen uitdagen. Het is werken voor brood tegenover spel.

De Nederlandse politiek laat zich wat het Hamas-Israël conflict betreft verdelen in twee radicale kampen. Het centrum is doodstil. Zoals de introductie van het commentaar zegt: ‘Waar zijn toch de politici gebleven die soms wat water op het vuur proberen te gooien in plaats van olie?

Waar zijn de politici gebleven die water op het vuur proberen te gooien? Waar zijn ze?

Radicaal-rechts veroordeelt de pro-Palestina demonstraties en neemt het op voor Israël. Radicaal-links neemt het op voor de pro-Palestina demonstraties, verdedigt terroristische organisaties als Hamas en Hezbollah en wil de banden met Israël doorsnijden of dat land zelfs van de kaart vegen. 

Het zijn twee onhoudbare posities. Maar zoals gezegd, in Nederland ontbreekt een genuanceerd geluid van het politieke midden. Waar zijn NSC, CDA, D66, Volt en GroenLinks-PvdA? Welke oplossing dragen ze aan voor dit conflict? Waarom laten ze zich de kaas van het brood eten?

Complicatie is de verre van soepel lopende formatiebesprekingen die nog geen resultaten hebben opgeleverd, De leiders van de drie rechtse partijen PVV, VVD en BBB lijken dat te compenseren door zich in de publieke opinie scherp afwijzend uit te laten over de pro-Palestina demonstraties op universiteiten. Het is makkelijk scoren bij de achterban met ferme uitspraken om het gebrek aan resultaten in de formatie te verhullen. Tegelijk toont het hoe geradicaliseerd deze drie rechtse partijen zijn. Vooral voor de VVD is dat onbegrijpelijk.

Schermafbeelding van deel commentaarRadicale kampen kapen het Gazadebat en de politiek doet gretig mee‘ van Raoul du Pré in de Volkskrant, 9 mei 2024.

De Nederlandse centrumpartijen doen er verstandig aan om zich publiekelijk over deze kwestie uit te spreken. Ze kunnen zorgen voor matiging van de retoriek waarmee beide flanken nu de publieke opinie tergen. Het is een raadsel waarom ze zo weinig van zich laten horen. Nu wordt de publieke opinie over Hamas en Israël overgelaten aan radicaal-links en radicaal-rechts. Dat is ongewenst en onevenwichtig. Dat toont het holle vat dat de Nederlandse politiek is geworden.

Waarom treedt openbaar bestuur terughoudend op tegen radicale boeren die de openbare veiligheid in gevaar brengen?

Jarenlang werd gezegd, als radicale moslims geweld gebruikten, waarom zwijgen (gematigde) moslims en veroordelen ze niet publiekelijk de acties van hun geloofsgenoten? Die oproep vanuit rechtse hoek werd door moslims afgedaan als vals. Wat hadden zij meer met dat geweld te maken dan willekeurig welke andere Nederlander?

Nu zou je kunnen zeggen, als radicale boeren geweld gebruiken, waarom zwijgen (gematigde) boeren en veroordelen ze niet publiekelijk de acties van hun beroepsgenoten? De radicale boeren zijn in rechts vaarwater terechtgekomen en vormen een kleine, maar zeer luidruchtige minderheid van de boeren.

De tragiek is dat de Europese politiek bang is voor de boeren en met name de christen-democraten bevreesd zijn om fors te verliezen bij de Europese verkiezingen van juni 2024. Daarom doet de Europese Commissie de ene na de andere concessie aan de radicale boeren. Wat de natuur- en milieulobby veroordeelt. Want het is korte termijn politiek.

Het is geen Belgisch of Nederlands, maar een Europees verschijnsel. Ook Poolse boeren blokkeren grensovergangen, breken vrachtwagens met Oekraïens graan open en storten dat op straat.

In heel Europa gebruiken radicale boeren geweld. Ze inspireren elkaar. Dat gaat verder dan demonstreren waar ze recht op hebben. Verbranden van afval en asbest, het storten van mest op de openbare weg en het blokkeren van wegen en grensovergangen is wat anders dan demonstreren. Het is het in gevaar brengen van de openbare veiligheid. De politie treedt niet of nauwelijks op. Faciliteert zelfs de boeren in hun acties. De sloomheid van de politie is het grote raadsel.

Waarom treedt het openbaar bestuur niet op tegen radicale boeren die de openbare veiligheid verstoren? Dat zal de bezorgde burger zich onderhand afvragen als de volgende boerenactie weer harder is dan de vorige. Is het de angst voor radicaal-rechts die de acties van de radicale boeren gebruikt om vragen te zetten bij de legitimiteit van overheden? Met als gevolg dat het niet optreden van overheden die legitimiteit werkelijk aantast.

Juist dan zouden veiligheidsdiensten op moeten treden. Dat doen ze nauwelijks of niet. Wat is hier aan de hand? Het valt niet te begrijpen. Pak radicale boeren hard aan als ze met hun acties de openbare veiligheid in gevaar brengen. Neem tractors in beslag. Breng de onruststokers die over de schreef gaan voor de rechter. Pak boeren net zo hard aan als klimaatactivisten of andere demonstranten die te ver gaan. Maar dat gebeurt niet. Boeren hebben een streepje voor. Waarom?

Het zijn niet zozeer de radicale boeren die voor onzekerheid zorgen. Het is de Europese en landelijke centrumpolitiek die door angst in gebreke blijft door de radicale boeren teveel ruimte te geven en niet op te willen treden. Als de politiek niet duidelijk zegt, ‘tot hier en niet verder’, dan gaan de radicale boeren steeds verder in hun acties. En proberen opportunisten als Thierry Baudet dit protest van radicale boeren voor hun karretje te spannen.

Media doen verslag van acties van radicale boeren zonder context. Politie faciliciteert boerenprotesten en pakt klimaatactivisten op

Bestaat er rechtsgelijkheid in Nederland? Daar lijkt het niet op. Neem de boerenprotesten met tractors om wegen te blokkeren en het protest van klimaatactivisten van XR op de A12 in Den Haag die hetzelfde doen.

Je zou denken, gelijke protesten, gelijke actie van de overheden. Maar dat is niet zo. De politie pakt 1000 klimaatactivisten van XR op in Den Haag en laat de boeren ongemoeid. Zoals bij de blokkade van de A7 bij Drachten. Het verschil is nog schrijnender. De politie faciliteert de boerenprotesten door de radicale veeboeren te helpen met hun acties.

Hoe kan dat? Is dat rechtsgelijkheid? Wat verklaart deze verschillen in aanpak door de overheden van hetzelfde soort protest, namelijk de tijdelijke blokkade van een autosnelweg? Klimaatactivisten worden aangepakt door de politie, terwijl dezelfde politie hand-en-spandiensten verricht bij het boerenprotest. Dat verschil is onverklaarbaar.

Radicale veeboeren rekken met hun kretologie en acties hun eigen geloofwaardigheid op, maar ook die van het openbaar bestuur. Dan wordt het kwalijk.

Waarom wordt de eenzijdige argumentatie van de radicale veeboeren in de publieke opinie niet weerlegd? Schelden op de EU terwijl er jaarlijks (2021) 55,7 miljard euro naar de Nederlandse landbouwsector gaat.

De radicale veeboeren hebben zich met hun leningen afhankelijk gemaakt van en zelfs overgeleverd aan de agro-industrie en de agro-banken. Nu de radicale boeren financieel in het nauw zitten bijten ze de hand die hen voedt: de EU. Bevestigen deze boeren de volkswaarheid die over hun verstand bestaat? Het lijkt er sterk op. Ze bevestigen dat met hun kretologie en acties.

De les is dat het verhaal dat radicale veeboeren in de media vertellen, dat eenzijdig en zonder perspectief voor de toekomst is, per omgaande geanalyseerd, weerlegd en aangevuld moet worden.

Het wordt er nog bizarder op als de radicale veeboeren claimen dat de bevolking aan hun kant staat. Dat is nog maar helemaal de vraag. De radicale veeboeren zijn overmoedig, denken van alles te kunnen zeggen en doen, en hebben banden met de ultra-rechtse politiek. Hun retoriek en acties zijn politiek bepaald.

De radicale veeboeren zijn slecht behandeld door agro-industrie en agro-banken. Maar daar richten hun acties en bedreigingen zich niet op. Radicalisme is een verdienmodel voor radicale boerenleiders. Hun radicalisme is een bijwagen van de ultra-rechtse politiek van BBB, FvD en PVV. Saneren van de landbouwsector is niet in hun belang. Laat staan het opkomen voor het klimaat.

Media moeten het verhaal vertellen dat de landbouw zwaar gesubsidieerd wordt door de EU en dat radicale veeboeren open, vrije concurrentie afwijzen. Radicale veeboeren blokkeren met hun acties en bedreigingen van bestuurders het overleg om de landbouwsector evenwichtig te saneren. Verslaggeving van boerenacties zonder de context te geven over de posities in de landbouw is onzinnig. Media geven die context niet.

BOA’s mogen in Arnhem van college religieuze uitingen bij uniform dragen. Dat is om vele redenen een onverstandig besluit

BOA’s, gemeentelijke handhavers ofwel buitengewoon opsporingsambtenaar zijn bevoegd tot opsporing van bepaalde, meestal een beperkt aantal of een specifieke groep, strafbare feiten. Dat is vaak een bevoegdheid die beperkt is tot overlast en leefbaarheid. Dat is een beperkte bevoegdheid.

In Arnhem mogen vanaf enkele dagen geleden de BOA’s bij hun uniform een religieuze uiting dragen. Zoals een keppeltje, hoofddoek, tulband of pastavergiet van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Of welke uitingen van de tientallen godsdiensten zich in de toekomst nog aandienen.

Het is om vele redenen een onverstandig besluit van het Arnhemse college. Hoofdreden is dat handhavers in de openbare ruimte neutraliteit behoren uit te stralen. Er is een principiële scheiding tussen kerk en staat die hiermee doorbroken wordt. Voor BOA’s in kantoorfuncties die niet met het publiek in aanraking komen geldt dat bezwaar niet.

De Arnhemse politie mag de religieuze uiting bij het uniform niet dragen. Met als gevolg dat er op straat een tweedeling tussen politie en BOA’s ontstaat. Dat is voor burgers verwarrend.

Een ander bezwaar is dat de Nederlandse BOA Bond tegen het dragen van religieuze symbolen bij het uniform is. Dat wist het Arnhemse college vooraf om de BOA Bond in een soortgelijk geval in Utrecht in 2021 hetzelfde afwijzende standpunt innam. Arnhem gaat tegen de BOA Bond in. Die reageerde op X afwijzend op het Arnhemse besluit:

X van Nederlandse BOA Bond, 16 december 2023.

Dan is er het politieke bezwaar. Het centrum-linkse Arnhemse college van GroenLinks, D66, Arnhem Centraal, Partij voor de Dieren, PvdA en Volt geeft sterk de indruk dat dit besluit een impulsieve reactie is op demissionair Justitieminister Dian Yesilgöz (VVD) die tegen het dragen van religieuze uitingen bij het uniform is.

De Arnhemse linkse partijen lopen hiermee in de val van de identiteitspolitiek. het is tragisch dat links nog steeds niet geleerd heeft dat identiteitspolitiek en sociaal-culturele onderwerpen niet het antwoord op rechts zijn, maar dat die rechts juist ondersteunen in zijn identiteitspolitiek.

Een beter antwoord van links op de rechtse agenda is niet het volgen ervan, maar iets anders bieden. Namelijk prioriteit geven aan sociaal-economische onderwerpen als zorg, arbeid, woningbouw, onderwijs en een eerlijke verdeling van welvaart, kennis en macht. Maar dat krijgt links niet voor elkaar. In de glijdende schaal naar beneden gaat links uit radeloosheid voor wrok en chagrijn.

Sociaal-economische onderwerpen realiseren vragen meer tijd, inspanning en verbeeldingskracht. Dat heeft links nu niet te bieden. Het besluit over de BOA’s tekent het failliet aan ideeën en overtuiging van links. Niet toevallig hebben de linkse partijen bij de recente verkiezingen voor de Tweede Kamer verloren. Met het accent op identiteitspolitiek heeft links de traditionele linkse kiezer verloren. De Arnhemse situatie leert dat links er niets van heeft geleerd.

Dit besluit over de BOA’s is een kinderachtige jij-bak van het Arnhemse college om rechts mores te leren. De kiezer in het midden blijft verweesd achter. Verbaasd over stemmingmakerij van links en rechts. Zijn er geen volwassenen meer in de kamer?

Die kiezer wil niet meer stemmen op rechtse partijen die in hun radicale retoriek en dubbelspel van gesplitste identiteiten om elkaar te overtoepen de democratie en rechtsstaat uitverkopen. NSC sluit zich erbij aan en heeft in de beeldvorming de claim ingeleverd om centrumpartij te zijn.

Links antwoordt daar niet passend op. Die kiezer voelt zich evenmin verbonden met linkse partijen die met snel gewin en profileringsdrang gaan voor identiteitspolitiek en daarbij hun traditionele waarden nog verder uit het oog verliezen.

Bij rechts en links verdringt de retoriek het politieke handwerk en de evenwichtskunst. De Nederlandse politiek is zo snel geprikkeld dat het op beide flanken de toevlucht neemt tot identiteitspolitiek en daarbij de centrumpartijen vermorzelt. Het Arnhemse besluit is armzalig.

Hoofddoek politie: Frans Timmermans bedrijft identiteitspolitiek

X of tweet van Nieuwsuur, 16 november 2023.

Partijleider Frans Timmermans van GroenLinks/PvdA gaat in een debatje in Nieuwsuur over het dragen van een hoofddoek bij de politie op de identitaire toer. Hij vindt identiteit en emancipatie van moslimvrouwen belangrijker dan (de uitstraling van) een neutrale staat. De achterban van de partij denkt daar anders over.

De vragenstelster wint het in mijn ogen op punten van Timmermans als ze verwijst naar twee seculiere partijen die met hun standpunt over de hoofddoek hun seculiere wortels verloochenen. Dat is een principieel punt. Daar heeft Timmermans geen antwoord op. Het lijkt er sterk op dat hij een standpunt van GroenLinks moet verdedigen waar hij zelf niet in gelooft.

Het is geen reden waarom ik niet op zijn partij stem, want dat zal ik dat hoe dan ook niet doen, maar het kan voor anderen een zwaarwegende, principiële reden zijn om niet op GroenLinks/PvdA te stemmen. Dat is niet de seculiere, vrijzinnige partij die ondubbelzinnig het sociaal-democratisch gedachtegoed onderschrijft, maar die inwisselt voor identiteitspolitiek.

Timmermans gaat voorbij aan het argument van de vragenstelster dat in een conflict tussen burgers een interveniërende agente met hoofddoek tot onnodige emotie kan leiden. Een praktisch bezwaar. Tevens onderschrijven deskundigen van de politieacademie volgens de vragenstelster dat moslimvrouwen met hoofddoek niet staan te trappelen om in dienst te treden bij de politie. Het personeelstekort bij de politie bestaat niet uitsluitend uit moslimvrouwen.

Timmermans meent dat moslimvrouwen met hoofddoek deel kunnen uitmaken van de politie. Dat maakt de weg vrij voor religieuze symbolen bij het uniform als de Sikh tulband, de bindi, het keppeltje, de crucifix, de ARC-armband of het pastavergiet van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Of welke religieuze symbolen zich nog aandienen. Dat kan leiden tot een explosie van religieuze symbolen bij het politieuniform die niet meer begrensd kunnen worden vanwege de vrijheid van godsdienst die geen onderscheid toestaat tussen godsdiensten.

Het dragen van een religieus symbool bij een uniform weerspiegelt maatschappelijke diversiteit, maar levert daartoe het principe van een neutrale staat in. Het is maar net welk principe een partij zwaarder laat wegen. Dat is een afweging tussen twee principes. Timmermans beweert dat het principe van identiteit en emancipatie van de agent zwaarwegender is. Maar dat is onjuist. Het is een politieke keuze.

Het is opvallend dat Timmermans niet de knip maakt tussen agenten die wel of niet in aanraking komen met het publiek. Er lijkt geen aanmerkelijk bezwaar te zijn om agenten met een functie die ze niet in aanraking brengt met het publiek toe te staan om een religieus symbool te dragen. Hij redeneert onzuiver als hij claimt dat moslimvrouwen met hoofddoek zich nooit aan kunnen sluiten bij de politie als religieuze symbolen bij een uniform in de publieke ruimte niet toegestaan zijn.

Die kritiek op dit standpunt van GroenLinks/PvdA is in lijn met mijn commentaarPro-Palestijnse stellingname van links in conflict Israël – Hamas benadrukt failliet van seculier, vrijdenkend links’ van 4 november 2023. Daarin schreef ik het volgende naar aanleiding van het conflict tussen Israël en Hamas, maar de strekking is breder:

Dat geeft te denken over seculier links in Nederland. Dat is op sterven na dood. Een verklaring is wellicht dat er op links nog nauwelijks vrijdenkende, kritisch-religieuze mensen zijn die het secularisme een warm hart toedragen, begrijpen wat het is en die houding in hun leven inlijven. 


Er bestaat in Nederland geen enkele linkse politieke partij die religieus gedachtegoed principieel afwijst en dat bewust op afstand houdt. In al die zogenaamde seculiere, vrijzinnige partijen sijpelt het religieus denken door. In D66, GroenLinks en PvdA.

De partij Splinter maakt zich in het programma sterk voor een neutrale of seculiere staat. Het ziet volgens Wikipedia dat ‘(..) religieuze uitingen en vrijheden die anderen in hun uitingen en vrijheden beperken, niet getolereerd worden‘. Dat is ondubbelzinniger dan andere linkse of progressieve partijen het verwoorden. Het is een splinterpartij die geen kans maakt op een kamerzetel en waarvan het onduidelijk is hoe het het eigen beginselprogramma in praktijk brengt en of die seculiere invalshoek meer is dan politieke marketing.

De uitspraak van Timmermans over de hoofddoek bij het politieuniform onderschrijft de tendens die het linkse, vrijzinnige kiezers onmogelijk maakt om onderdak te vinden bij een partij naar hun hart. Er zijn veel partijen om op te stemmen, maar ze zijn wat dit aspect betreft één pot nat.

Het gebruik van het uniform

Sinds ik in de jaren 1970 tegen mijn zin in in militaire dienst moest en in een opvallend slecht passend, lelijk en schurend uniform werd gehesen heb ik een grondige hekel aan uniformen. Zowel om ze aan te hebben of te zien.

Hoewel ik begrijp dat uniformen noodzakelijk zijn voor het handhaven van de orde bij krijgsmacht of politie. Als ze maar functioneel, neutraal en minimaal zijn vormgegeven om er niet nog meer symboliek in te leggen dan strikt noodzakelijk is. Daarom ben ik tegen het uitbreiden van het uniform met religieuze symbolen zoals de hoofddoek. Dat dient een ander doel.

Als het verder gaat, dan vind ik het van een kinderlijke onzin om je uit vrije wil in een uniform te hijsen. Er lijkt sprake van een zekere her-uniformering van de samenleving in jeugdcultuur, paramilitaire groepen en particuliere beveiliging. Dat kleedt zich in nep-uniformen. Een aparte categorie is de re-enactment van groepen die opgedirkt in historische uniformen veldslagen naspelen.

Het uniform geeft de worsteling aan tussen individu en gemeenschap. Het lijkt alsof iemand alleen mee kan tellen als individu door op te gaan in de groep. Dat is de paradox van het ‘maatschappelijke’ uniform.

Toch moet men dat relativeren, want nog tot de jaren 1970 waren uniformen en beroepskleding meer wijdverbreid dan nu. Dat bepaalde voor een groot deel iemands maatschappelijke positie die voor iedereen zichtbaar was.

Nu zijn die grenzen vervaagd, maar zoeken sommigen opnieuw het uniform om zich te uiten. Of dat geheel vrijwillig gebeurt of uit sociale dwang valt te bezien.

Uniformen vertegenwoordigen niet alleen de zittende macht, maar ook de orde die daar onder ligt. Met allerlei onderdrukkende, ‘onzichtbare’ mechanismen, Het uniform is de zichtbare uitsluiting van de ander. Dat is een extra argument tegen het uniform.

Als het handhaven van de orde blijkbaar het uniform van krijgsmacht, politie en brandweer noodzaakt, dan kan de uitbreiding ervan door her-uniformering naar de rest van de samenleving op twee manieren opgevat worden. Als bevestiging of ondermijning ervan.

Dit is spannend en sluit aan bij de ironisering van de samenleving. Wanneer ben je wie je denkt te zijn en is daarvoor uniformering nodig?

Wordt de orde die het uniform vertegenwoordigt versterkt of verzwakt door her-uniformering? Ik denk niet dat daar een eenduidig antwoord op te geven is. Ook omdat de bedoelingen van de dragers van nep-uniformen niet eenduidig zijn. Wat bedoelen ze ermee? Enfin, het is duidelijk, voor mij hoeft het niet.

Britse politie verwijdert demonstranten tegen monarchie

Wat is het goede moment om een discussie over de afschaffing van de monarchie te houden? Dat ligt eraan wie daar een mening over mag geven. Voor de voorstanders, zoals de Australische premier Anthony Albanese, is er nooit een goed moment. Voor de tegenstanders is er nooit een verkeerd moment om het daar met elkaar over te hebben.

Zij menen dat de wisseling van monarch een voor de hand liggen moment is. Maar de tegenstanders menen daar weer een gebrek aan respect voor de gestorven monarch in te zien. Zo blijkt er nooit een geschikt moment te zijn voor een publiek debat over de afschaffing van de monarchie. De voorstanders willen dat alles bij het oude blijft. Toch is er reden voor een debat. Uit onderzoek blijkt dat slechts 33% van de 18- tot 24-jarige Britten voorstander van de monarchie is.

In het Verenigd Koninkrijk worden demonstranten tegen de monarchie met zachte hand afgevoerd en met hun protestbord “Not My King‘ of ‘Abolish Monarchy‘ uit het straatbeeld verwijderd. Daar komt veel kritiek op in een land dat zegt de vrijheid van meningsuiting te garanderen en meent een democratie te zijn. Demonstranten wordt de mond gesnoerd.

Of dat staand overheidsbeleid is of improvisatie van individuele politieagenten is de vraag. Heeft de Britse politie een instructie van Binnenlandse Zaken, de Home Office gekregen om demonstranten op te pakken? Zo nee, op welke wet of regel baseert de politie zich dan bij het wegvoeren van de demonstranten.

In Nederland gebeurde op 30 april 2013 op de Dam in Amsterdam hetzelfde. Demonstranten tegen de monarchie werden zonder goede reden door de hoofdstedelijke politie afgevoerd.

In onderstaande video wordt volop geprojecteerd. De nieuwe Koning Charles III wordt de gedachte in de mond gelegd dat hij ontdaan zou zijn over het oppakken van de demonstranten. Presentator en jarenlange BBC-journalist Andrew Marr die nu voor LBC werkt nam het op voor de demonstranten. Of het feit dat zijn voice-over in de necrologie van Koningin Elizabeth II die de BBC uitzendt door een ander is ingesproken te maken heeft met zijn relativering van de monarchie of zijn afscheid van de BBC is de vraag.

Amerikaans ultra-rechts probeert Nederlandse radicale boeren in te lijven. Een weerwoord

Schermafbeelding van deel blogpostDutch Resistance Grows as Farmers Block Highways‘ van Michael Yon 27 juli 2022.

Op de protesten van de radicale Nederlandse boeren reageert ultra-rechts in de VS met instemming. Zoals voormalig president Donald Trump die de protesten aanstipte in een toespraak of de controversiële Amerikaanse militaire reporter Michael Yon die zich op dit moment vanuit Nederland in enkele stukjes uitlaat over de boerenprotesten in Nederland.

Yon is het er niet om te doen om zijn lezers te informeren, maar om ze een frame in te leiden van alternatieve feiten. Hij ziet de boerenprotesten als opstand ‘(uprising‘) tegen de gevestigde orde. Dat beeld knoopt hij eraan. Hij ontkent de klimaatproblematiek. Zijn missie is zijn verdienmodel.

In de retoriek van het ultra-rechtse gedachtengoed praat Yon over het WEF en OGNETH. Dat eerste staat voor het World Economic Forum dat in een niet onderbouwde stelling volgens hem in binnenkamertjes de wereld bestuurt en dat laatste voor Occupying Government Netherlands.

Die vermeende binnenlandse bezetting door de regering Rutte gaat voorbij aan de fijnmazige werking van de Nederlandse democratie met een Tweede Kamer met 20 fracties waarin alle maatschappelijke geledingen zijn vertegenwoordigd, zoals de boeren (BBB), radicaal-rechts (PVV, FvD, JA21, SGP, Groep van Haga) en gematigd-rechts (VVD, CDA). Het klimaatbeleid van het kabinet wordt in beide kamers door een parlementaire meerderheid gesteund.

Yon gebruikt als een leunstoel-commandant de taal van misnoegen, verbolgenheid en illusie als wapen. Het jargon van de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 legt Yon op de Nederlandse situatie. Door te proberen de Nederlandse radicale boeren in zijn strijd en gedachtengoed in te lijven doet Yon een poging tot internationalisering én legitimatie van dat ultra-rechtse Amerikaanse gedachtengoed. Maar er ligt een oceaan tussen de Amerikaanse en Nederlandse democratie.

Bij de blogpostDutch Resistance Grows as Farmers Block Highways‘ van 27 juli 2022 heb ik vandaag onderstaande reactie aangeboden, die nog niet goedgekeurd is door Yon en waarvan ik betwijfel of die door hem geplaatst wordt. Ultra-rechts eist voor zichzelf vrijheid van meningsuiting, maar gunt dat opponenten niet omdat het niet terecht wil komen in een inhoudelijk openbaar debat. Het wil gecontroleerd zenden, maar niet ontvangen. Zeker niet in het eigen domein van de ultra-rechtse sociale media waar elke nuancering als ongepast en storend wordt opgevat:

It is too simple to speak about farmers or Dutch farmers.

The context of the actions is not mentioned. How do they come about? 

Well, it’s all about a small group of radical ranchers. They are actively supported by the multinational Dutch agro-industry and financiers, such as Rabobank.

In other words, the agro-industry defends its own revenue model of more production over better production. The farmers are trapped in that revenue model.

The actions of the small group of radical farmers have further radicalized in recent weeks. With the latest actions they endanger road safety and public order. What they did is a criminal act punishable by 12 years in prison.

The Rutte government responds cautiously and wants to deescalate. It will sit down with the largest farmers’ organization LTO.

The Netherlands has a tradition of talking, consultation and moderation. The radical farmers break through that and the government does not have a suitable answer.

The government is bound by international treaties to reduce nitrogen emissions. Agriculture is responsible for about half of those emissions.

American readers may not know this, but Dutch agricultural production is the second largest in the world. Dutch agriculture is mainly export-oriented. But the Netherlands is a small country.

The pollution of soil, water and air is too great due to that production. This is not only legally unfeasible, but also unsustainable for the health of the inhabitants and a balanced living environment. That is why the government must intervene.

It is unfortunate that an economic and health issue that can reasonably be solved by the radical farmers and political activists is being politicized.

Laks optreden van regering en politie beschadigt Nederland meer dan de radicale boerenprotesten

Boeren dumptenhttps://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5323679/boeren-afval-dumpen-snelweg-aannemer-bedreigd-rijkswaterstaat-a1 gisteren afval, onder andere bij een oprit van de A1 bij Enter‘. RTL Nieuws, 28 juli 2022

Goedwillende burgers worden steeds verbaasder over de incompetentie van de politie en de lethargie van de regering. Het lakse optreden beschadigt het vertrouwen in de politiek. 

De openbare orde wordt ernstig verstoord door radicale boeren en daar wordt bijna niet tegen opgetreden. Waarom niet? Het land hangt vol met observatiecamera’s, maar de politie heeft blijkbaar onvoldoende informatie om de radicale boeren die de openbare orde verstoren en aannemers intimideren op te pakken.

Terwijl er toch in 2019 ook al boerenprotesten waren. Waarom hebben veiligheidsdiensten zich er niet beter op voorbereid? Waarom laat de regering zich opnieuw verrassen?

Ach, als het klimaatactivisten waren, dan zaten ze al in de bak. 

Het gaat niet om maffia-achtige criminele organisaties, maar om radicale boeren die gesteund worden door de agro-industrie die via deze boeren het eigen verdienmodel van met name de intensieve veeteelt probeert veilig te stellen. Hoe moet dat dan wel niet zijn als de Nederlandse politie komt te staan tegenover internationale professionele criminele organisaties die keihard en meedogenloos zijn? 

Ik kan maar een reden bedenken waarom de regering niet ingrijpt. Naast labbekakkerigheid. Namelijk dat het eerst de slag om de publieke opinie probeert te winnen en pas als die is gewonnen gaat optreden. Het idee is dat hoe radicaler de acties van de radicale boeren worden, hoe meer de steun voor hen afneemt. 

De regering toont angst door niet op te treden. Dat triggert de radicale boeren nog meer tot acties. Het lakse en te late optreden van de regering leidt tot escalatie.

Maar wat wordt er in die tussentijd niet beschadigd aan het zelfbeeld van Nederland en de Nederlanders. Zoals het geloof in een betrouwbare en doelmatige overheid en een neutrale politie waar burgers op kunnen rekenen. De goedwillende burger weet niet meer welke politieke partij nog een stem waard is.

Als politie en politiek zich al af laten troeven door amateur-boeren, wat zal hun antwoord dan zijn op professionele criminele organisaties?

Schermafbeelding van deel artikelMob-style killings shock Netherlands into fighting descent into ‘narco state’ van Senay Boztas in The Guardian, 3 juli 2022.

Afgelopen week liet de Nederlandse ordehandhaving zich van haar boterzachte kant zien. Politiechef Willem Woelders zei in een interview in NRC dat de politie het boerenprotest niet kan stoppen. Wat voor signaal geeft dat af aan de bevolking die ermee heeft ingestemd dat de politie het geweldsmonopolie heeft als de politie dat niet waar kan maken? Dat wordt ook wel een kenmerk van de soevereine staat genoemd. Zo ondermijnt de politie de democratie.

Raadselachtig was dat Woelders zei tevreden te zijn met het politieoptreden. Terwijl velen in het land zich zorgen maakten over de lauwe reactie van de politie die zichtbaar de controle had verloren. Er lijkt wat te schorten aan het zelfbeeld van de Nederlandse politie. 

Het gaat notabene niet om maffia-achtige criminele organisaties, maar om radicale boeren die gesteund worden door radicaal-rechtse partijen en de agro-industrie die via deze boeren het eigen verdienmodel van met name de intensieve veeteelt probeert veilig te stellen. De protesten trekken anti-overheids beroepsactivisten aan, maar nog steeds telt dat niet op tot een georganiseerde criminele organisatie.

De politie neemt het op tegen amateurs en legt het hoofd in de schoot. Hoe moet dat dan niet zijn als de Nederlandse politie komt te staan tegen internationale professionele criminele organisaties die keihard en meedogenloos zijn? Het artikel in The Guardian is al in de kop duidelijk: ‘Mob-style killings shock Netherlands into fighting descent into ‘narco state’.

Wolders introduceert een valse tegenstelling als hij zegt ‘het is voor iedereen veiliger om te deëscaleren.’ Ten koste van wat? Hij stelt het zo voor dat de enige stap, het laatste redmiddel, om het geweld van de boeren te voorkomen het gebruik van ‘het vuurwapen of andere geweldsmiddelen‘ is.

Dat is aantoonbare onzin. Infiltratie in de boerenbeweging, massale aanwezigheid van politie bij de boerenprotesten, duidelijke communicatie vooraf van wat door de overheid zal worden getolereerd en hard optreden bij het begin van een boerenprotest door inbeslagname van trekkers zijn de middelen die voor het gebruik van het vuurwapen liggen. Dat laat Woelders ongenoemd. 

Als Woelders zou zeggen dat de politie slecht georganiseerd is en slecht geleid wordt en te veel taken op het bordje heeft gekregen, door de politiek verplicht wordt om de verkeerde prioriteiten te stellen (voetbalwedstrijden), opeenvolgende mislukte digitaliseringsprojecten heeft ondergaan die de doelmatigheid ondermijnen en een fundamenteel gebrek aan middelen (mensen, materiaal) heeft, dan zou hij een strek punt hebben. Maar het past in de pappen-en- nathouden retoriek van de politieleiding dat zoiets niet publiekelijk wordt gezegd,

Een belangrijk aspect is dat de Nederlandse politie een imago van liefheid en terughoudenheid heeft en geen afschrikkend effect heeft. Er zijn geen bewindslieden van Justitie, Binnenlandse of Algemene Zaken van wie vooraf bekend is dat ze hard willen optreden tegen verstoorders van de openbare orde. Dat geeft de radicale boeren de ruimte om een loopje met de politie te nemen omdat ze terecht inschatten weg te komen met de verstoring van de openbare orde.

Hubert Smeets verwees naar dat aspect in een column met de titel ‘Op geweld en samenspanning staan klip en klare gevangenisstraffen‘: ‘Rutte taxeert de ernst niettemin rooskleuriger. Hij denkt nog steeds te kunnen „voorkomen” dat politie en burgemeesters moeten „optreden”, zoals hij daags na het boerengeweld zei. De premier wil geen bloedhond zijn.

Smeets verwijst naar de Weimarrepubliek en minister van Binnenlandse Zaken Gustav Noske die in 1919 de politie hard liet optreden tegen communistische opstandelingen die vanuit Rusland werden aangestuurd. Noske besefte dat hij vanuit zijn functie nu eenmaal de bloedhond moest zijn. Binnen de Nederlandse regering en politie wil niemand de bloedhond zijn.

De vergelijking met de Weimarrepubliek kan nog anders bekeken worden door ons af te vragen waarom Nederland geen staatslieden van het kaliber Friedrich Ebert of Gustav Stresemann kent die met slim strategisch manoeuvreren uitstijgen boven de situatie van alledag. De tegenstelling die Smeets schetst tussen pyromanen en bloedhonden luidt dan anders, namelijk die tussen bloedhonden en onverschrokken leiders.