Nederlanders voelen zich gelukkig. Waar komt dan dat beeld van ongeluk, zelfs rampspoed vandaan dat over Nederland komt?

Feit dat we niet ontspannen zijn is een beeld dat we van onszelf hebben. We zouden ons laten opjagen. Dat is slecht verklaarbaar. Economisch gaat het de grote meerderheid van Nederlanders beter dan ooit. Het land is goed georganiseerd en publieksonderzoeken wijzen uit dat we onszelf gelukkig voelen. Nederland staat in lijstjes over rechtsstaat, stand van de democratie en transparantie bij de toplanden. Vaak met Scandinavische landen en Canada of Nieuw-Zeeland. ‘De ervaren mate van geluk en tevredenheid met het leven van de totale Nederlandse bevolking is de afgelopen twee decennia nauwelijks veranderd’, zegt een toelichting bij een onderzoek van het CBS. Ruim 8 van de 10 Nederlanders acht zich gelukkig. We hebben niks te klagen. Toch?

Het is mogelijk dat dit beeld niet klopt. Nederlanders zouden wel ontspannen, en tevreden en gelukkig met hun situatie zijn. Alleen wordt dat dan verkeerd ‘vertaald’. Is dat het geval? Dit gaat overigens verder dan de wijsheid, ‘met mij gaat het goed, maar met ons gaat het slecht’. Ook met ons gaat het objectief gezien goed. Nederland is uiteraard niet ideaal. En groepen die niet mee kunnen komen of achterblijven bestaan overal.

Zit die befaamde Nederlandse karaktertrek ons in de weg? Namelijk dat we iets te klagen moeten hebben. Bij voorkeur over het weer omdat dat een neutraal onderwerp is. Het klimaat is dan altijd te koud, te warm, te nat, te droog of te saai. Maar vaak gaat het ook over de maatschappij. Nederlanders zouden zich terugtrekken in hun eigen sociale, culturele en educatieve leefgebied. Tussen gelijkgezinden. In een nieuwe verzuiling. Dat archipel-effect wordt versterkt door het onderwijssysteem, en de woning-, arbeids- en huwelijksmarkt. Het geklaag wordt dan gestuurd en aangejaagd door het bestaan van de subcategorieën. De ander zou te dom, te ordinair, te lijdzaam, te afhankelijk, te elitair, te egoïstisch, te religieus, te vrijzinnig of te hoogmoedig zijn.

Waarom ontstaat dat beeld van ongeluk, zelfs rampspoed dat over Nederland komt? Want 9 van de 10 Nederlanders zegt zich gelukkig te voelen. Ik ben voorzichtig om de oorzaak van dat beeld over ons geluk bij dat voor de hand liggende medium te leggen dat de werkelijkheid door nepnieuws, leugens en  manipulatie uitvergroot en vertekent, namelijk de sociale media. Ik doe het toch. Daar komt iets bij. We moeten beseffen dat er in elke samenleving actoren zijn die er belang bij hebben om de samenleving als negatief af te schilderen. Vaak van een jongere generatie die komt kijken en vadermoord meent te moeten plegen om er te komen. Ze werken aan hun carrière en ambiëren om zelf tot de macht door te dringen. Opvallend traditioneel zijn ze daarin: dat gebeurt door het verspreiden van negativisme en de claim het zelf beter te zullen doen.

Dat zijn de belagers van ons het geluk. Ze willen hun eigen bekommernissen in onze kop enten. Neem de radicaal-rechtse Sid Lukkassen die vaardig aan de hand van negatieve kwalificaties argumenten stapelt, niet voor tegenspraak vatbaar is en telkens tot hetzelfde betoog komt dat eruit bestaat dat aspect a, b, c of d niet klopt. Het is een formaat dat telkens tot hetzelfde leidt. Ik zeg stapelen omdat het geen valide betoog is. Zijn selectie van feiten en motieven volgt uit zijn mening. Het artikelDe NPO als scheidslijn van de nieuwe status quo’ op TPO claimt dat VVD, PVV en SP zich niet vertegenwoordigd voelen door de publieke omroep. Ik ben geen sympathisant van deze partijen en voel me evenmin door de publieke omroep vertegenwoordigd. Dus?

Moeten we ons vanuit een wereld van vergezichten en fantasieën met verregaande conclusies uitspreken over de pseudo waarheid van het vermeende cultuurmarxisme of het bestaan van een eenvormig cultuurlandschap? Of bedwingen we onszelf en beperken we ons tot zakelijke kritiek zonder te raken aan het geluksgevoel van 9 op de 10 Nederlanders? Als men carrière wil maken over de rug van het geluk van de Nederlanders is de voor de hand liggende route uitgetekend. Maar dat wil niet zeggen dat opinieleiders die dringend moeten volgen.

Foto 1: Hans Wilschut, Carsten Höller, GELUK, 1996-97. Collectie: Centraal Museum.

Foto 2: C. Geluk, 1930. Collectie: Centraal Bureau voor Genealogie.

Campagne van het CDA zegt ‘Een hele goede morgen!’

Maandag 28 januari 2019 is ‘Een hele goede morgen’-dag van het CDA. Dat is de campagne van deze partij die het op de eigen site toelicht: ‘Het CDA wil dat Nederland een mooie toekomst tegemoet gaat. Een land om door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen, met zorg voor elkaar en een eerlijke economie. Én een land waarin we met respect met elkaar omgaan. Dit laat zich vangen in één en dezelfde zin: ‘Een hele goede morgen’. Dat wensen we elkaar toe. Elke dag weer. Het CDA gaat daarin het goede voorbeeld geven.’

Is deze campagne met de slogan ‘Een hele goede morgen’ briljant of een miskleun? Hoe dan ook is het CDA een verdeelde partij waarvan een leider als Sybrand Buma opteert voor een centrum-rechtse koers die de populistisch-conservatieve VVD de loef moet afsteken, terwijl een deel van de achterban die zich verenigt in kerkelijke gemeenschappen opteert voor centrum-links. Waarvan het kinderpardon een symbool is.

Lost het opgeruimd ‘Een hele goede morgen’ zeggen in een Nederland waar altijd de zon schijnt en iedereen lacht de prangende problemen op? Zoals de opwarming van de aarde en de afnemende diversiteit van de natuur, de inkomensongelijkheid, de klasse van sociaal zwakkeren en laagopgeleiden die zich buitengesloten voelt, de Brexit, de criminaliteit, de afnemende kwaliteit van het onderwijs, de autoritaire regimes die Nederland en de EU bedreigen of de multinationals en de banken die de politiek in de houdgreep houden?

Welk goede voorbeeld denkt het CDA te geven met deze campagne? Het CDA suggereert dat de kleine politiek van een vriendelijk gezicht en hoffelijkheid voor elkaar de grote politiek kan beïnvloeden. Als we vriendelijk voor elkaar zijn, dan komt de rest vanzelf, zo probeert dit CDA dit beeld aan Nederland op te dringen.

Nederlandse grootbedrijven en multimiljonairs die belasting ontwijken geven opdracht aan hun advocaten en trustkantoren om netjes belasting te betalen omdat ze beïnvloed zijn door vriendelijke gezichten. Criminelen gooien hun inbrekersgereedschap in de sloot omdat ze zijn overtuigd door de vriendelijkheid. De botteriken op de openbare weg getuigen van welgemanierdheid en hoffelijkheid als ze een vriendelijk woord horen. Automobilisten zetten vanwege de vervuiling hun wagens aan de kant en gaan lopen omdat hun een diep gevoel van gemeenschapszin overkomt. Pro-life demonstranten bij abortusklinieken staken hun actie omdat ze inzien dat er niets gaat boven een hele goede morgen. Het CDA, de partij die inhoud vervangt door vorm. De handreiking is een tekortkoming om door te pakken en harde keuzes te maken. U bent gewaarschuwd.

Trump komt uit de kast. Hij wil snijden in publieke voorzieningen. Populisme ontmaskerd als misleiding en doodlopende weg

Donald Trump beloofde tijdens zijn campagne Amerika weer groot te maken. Recente budgetvoorstellen die nog door het door de Republikeinen gecontroleerde congres moeten worden goedgekeurd wijzen echter op het omgekeerde. Trump maakt Amerika zwak door te willen snijden in publieke voorzieningen. Hij haalt het cement uit de samenleving. In milieubescherming, kunst, de publieke omroep, sociale huisvesting en in de diplomatie. Dit staat los van de voorstellen om Obamacare te ‘hervormen’ waardoor miljoenen zwakkeren hun ziektekostenverzekering verliezen. Wat tot hun dood kan leiden wegens gebrek aan medicijnen. Door deze voorstellen treft Trump de middenklasse en de werkende klasse van sneue mensen (‘deplorables‘).

Hoe meer dit soort voorstellen doordringen tot Europa, hoe meer ‘het volk’ waar de zogenaamde populisten claimen voor op te komen kan beseffen dat het door deze populisten in de steek gelaten wordt. Ze beloven veel, hebben geen uitgewerkte ideeën en doen het omgekeerde van wat ze beloofden. Hoe rampzalig dat voor de zwaksten in de samenleving kan uitpakken bewijst Trump. Inclusief de kiezers in de oude industriële gebieden die hem aan de overwinning hielpen. Wat hij in de VS probeert te doen kan voor Europeanen een waarschuwing zijn om niet te geloven in de retoriek van de populisten. Trump vertegenwoordigt de defensie-industrie, het bedrijfsleven en is in de greep van zijn rijke sponsors die fiscale tegemoetkomingen afdwingen.

Het is verstandig van Nederlandse middenpartijen om de middenklasse en de werkende klasse te wijzen op het bedrog van Trump. Hij maakt niet alleen zijn land niet sterk, maar zwak, maar bevooroordeelt ook de rijken, het bedrijfsleven en de defensie-industrie. Trump laat zich kennen als de ultieme oplichter (‘con man’) die het ene zegt en het andere doet. Trump en de Europese populisten die zo tegen de EU ageren weten niet hoe ze een land op moeten bouwen. Het interesseert ze ook helemaal niet omdat het hun daar niet om te doen is. Kritiek op de gevestigde orde en het afbreken ervan is hun programma. Chaos en de afwijking van de regelmaat is hun manier om -inclusief afgebroken toezicht of controle- optimaal hun eigenbelang te dienen.

De fatalist die samen met de vijanden van Nederland ons land wil verzwakken doet dat door populisten als Wilders of Baudet te steunen. Wie Nederland sterk wil houden of sterker wil maken kan zich beter richten tot partijen die zich sterk maken voor sociale huisvesting, armoedebestrijding, milieubescherming en goede zorg.

De retoriek van de grote woorden en gebaren over de islam of het nationalisme is dankzij Trump ontmaskerd als afleiding om de werkende klasse te misleiden en tegen het eigenbelang in te laten stemmen. Het is nu aan de media en aan de niet-populistische partijen om de feiten hierover over het voetlicht te brengen en aan de betrokkenen door te geven. Gelukkig hebben de meeste Nederlanders dat bij de recente verkiezingen tijdig ontdekt. Populisten dienen hun eigenbelang en het belang van de sponsors door wie ze ondersteund worden.

Populisten dienen niet het volk of hun land. Populisten willen de gevestigde orde verzwakken door die te ontmantelen zonder enig idee hoe die samenleving weer op te moeten bouwen. Trump heeft de waarschuwing gegeven. Het tij van het populisme is gekeerd als mensen voor zichzelf kiezen en zich niet langer laten gijzelen door beroepsagitatoren in de politiek en media die spelen met de belangen van mensen en landen.

Petitie ‘verbod op religie’ is ongewenst. Maar ook onnodig

rel

De petitieVerbod op religie’ pleit voor een verbod op religie omdat het de vooruitgang zou tegenhouden. Het is trouwens de vraag hoe de vooruitgang eruitziet. Een verbod is ongewenst. Het valt niet makkelijk in te zien hoe zo’n verbod uitgevoerd moet worden. Met commando’s die de huizen inspecteren op religieuze symbolen om ze af te voeren? Het is verre van vooruitstrevend om alle religieuze partijen, scholen, verenigingen en stichtingen te verbieden. Zelfs als religie een bederfelijk onderdeel van de maatschappij zou zijn is dat nog ongewenst. De petitie wil niet religie verbieden, maar de rechtsstaat afschaffen. Dat brengt ons ver van huis.

Er valt veel voor te zeggen om religie als achterlijk, behoudend en als uitsluitend te kwalificeren. Maar er is in een samenleving zoveel achterlijks, behoudend en uitsluitend. Denk aan het koningshuis, het professionele voetbal, de politieke partijen, de kwakzalverij of exclusieve clubjes en kringetjes. Dat rechtvaardigt echter nog geen verbod. Hoewel religie in de praktijk akelige kantjes kan ontwikkelen, heeft het ook positieve kanten. Zoals zingeving, het bieden van troost of verbondenheid. Dat laatste maakt religie uniek. In een pluriforme samenleving met diversiteit, etniciteit en herkomstverschillen biedt religie tegelijk insluiting als uitsluiting.

Dus zo’n verbod op religie is een slecht idee. Maar een niet onvoorwaardelijke toelating ervan is het dat ook. Vooruitgang kan geen voorwaarde zijn, maar achteruitgang is evenmin de bedoeling. De oplossing zit hem in het secularisme. Simpelweg gezegd, de paraplu die religies en levensovertuigingen accepteren om met elkaar gelijkwaardig onder te schuilen. Daar zou de grens gelegd moeten worden. Een religie die het secularisme accepteert wordt geaccepteerd, en een religie die het niet accepteert wordt verboden. Dat laatste houdt echter geen vervolging van gelovigen of slopen van gebouwen in, maar het onthouden van steun door de overheid.

Religieuze instellingen opereren in een krimpende vechtmarkt en hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Ze zijn al eeuwenlang elkaar concurrenten en hebben een vijandbeeld nodig ter motivatie van zichzelf en de eigen achterban. Dat vijandbeeld wisselt. Het werkt averechts als deze petitie daarin zou gaan voorzien. Wekelijks worden kerken om financiële redenen gesloten. Religie lost zichzelf op termijn op. De meerderheid van de Nederlandse bevolking laat zich niet langer inspireren door religie. Dat moet voldoende zijn.

Foto: Petitie ‘Verbod op religie’ op petities.nl.

Hoe kan de burger bewogen worden tot nieuw engagement? Een schot voor de boeg

17975v

Een overzichtsartikel van Hubert Smeets in NRC over de journalist van de (vorige) eeuw H.J. Hofland die gisteren in Amsterdam op 88-jarige leeftijd overleed bevat de volgende passage: ‘Hofland was de hardnekkige en speelse pleitbezorger van die ontvoogding van de Nederlander, die zich ontworstelde aan de zuilen en vervolgens zijn eigen weg zocht. Tot de millenniumwisseling leek de maatschappij daar baat bij te hebben. Toen kwam de keerzijde en Hofland ontwikkelde zich tot de criticus van de vrije burger die zich „zwijgende meerderheid” noemde. De „gedekoloniseerde burger” was volgen hem een „staatverlater” geworden, maakte „kabaal” en genoot van de lusten maar wentelde de lasten van zich af.

Hoe waar is deze observatie. Ontzuiling en ontvoogding van de burger zijn in hun tegendeel verkeerd. Fragmentatie en gebrek aan innerlijke samenhang bedreigen onze samenleving. Het is niet van belang om met de vinger naar oorzaken en schuldigen te wijzen. Mede omdat zo’n analyse nodeloos verdeelt. Gedane zaken nemen geen keer. Het gaat om de toekomst. Hoe kan de werking van en de sfeer in de samenleving weer verbeterd worden? Hoe kunnen burgers, activisten, politiek, het maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven en wie daar nog meer bij betrokken is beter samenwerken? Wat is daar voor nodig? Een schot voor de boeg.

1) Het gaat om de mentaliteit om te erkennen dat geen enkele groepering per definitie goed of fout is. Iedereen heeft goede en slechte standpunten. Scherp aangezet: anti-migranten activisten kunnen zinvolle argumenten hebben. Die moeten serieus bekeken worden. Ofwel, elke groepering heeft sterke en zwakke punten, hoewel uiteraard de verschijningsvorm, kwaliteit en verdeling per groepering ervan verschilt. Het is zaak om over grenzen te kijken om de voor de samenleving meest sterke punten eruit te filteren. Dat is onze gezamenlijke rijkdom die we moeten koesteren als bouwstenen voor het publieke debat. En uiteindelijk voor een beter functionerende maatschappij met meer rechtvaardigheid en meer tevreden burgers.

2) Samenwerking zonder onderhorigheid of afhankelijkheid is nodig om de regering tot veranderingen te bewegen die vanaf de basis gevoed worden. Daarvoor zijn top en basis even hard nodig. Politieke partijen moeten zich openen en hun claim op de hegemonie in het openbaar bestuur laten vallen. Ze zijn niet langer de dominante politieke macht, maar gelijkwaardig aan de burgerbeweging. Burgers van hun kant moeten serieus aan de slag gaan, zich organiseren in belangengroepen en blijven kloppen op de deur van de macht.

3) Haalbaarheid, verstandhouding, compromisbereidheid en ‘samen de schouders eronder’ zijn de nieuwe uitgangspunten voor de maatschappij. Het voldoet niet langer voor zowel individuele burgers, activisten als politieke partijen om enkel kritiek te hebben. Ze kunnen pas serieus genomen worden als ze welgemeend meedenken over oplossingen en die integreren in hun programma en daar vervolgens mentaal naar handelen.

Zoals H.J.A. Hofland aanduidt is de ‘gedekoloniseerde burger’ als ‘staatverlater’ geen rebel, maar een asociale kracht die er behagen in schept om af te breken zonder op te willen bouwen. Mogelijk was het aanvankelijk niet de opzet van de burger om zo te handelen, maar eindigt het in veel gevallen in richtingloze kritiek. Vaak geholpen door opinieleiders en politieke partijen die hun essentie ontlenen aan afbraak. Zo gijzelen ze elkaar in een race naar de bodem waar argumenten en feiten niet meer leven. Met teruggrijpen naar het tijdperk vóór het jaar 2000 dient de bewustwording over wat een samenleving is in media, politieke partijen en bij de burger vergroot te worden. Aan ons de opdracht om de uitgangspunten voor dat debat te helpen formuleren.

Foto: ‘Antwerp refugees fleeing to Holland’, 1914. Collectie: Library of Congress.

VVD Doesburg zegt er te zijn voor iedereen die liberale idealen deelt. Maar deelt de VVD die idealen eigenlijk zelf nog wel?

Wat is politiek? Geen makkelijk te beantwoorden vraag volgens Doesburg TV. Maatschappijcritici die vinden dat we in een postpolitieke samenleving leven zullen er helemaal geen raad mee weten. De verslaggever praat met Martin Korporaal en Simon de Bruin van de plaatselijke VVD die het initiatief namen voor een politiek café eenmaal per kwartaal. Het gaat er volgens beide VVD’ers niet om om het VVD-gedachtegoed naar buiten te brengen. De VVD wil van alle burgers horen wat ze vinden. Luisteren naar de burgers, zo vatten deze VVD’ers hun manier van politiek bedrijven samen. Dat is eerder de essentie van politieke partijen dan van politiek. De partijpolitiek creëert het idee van een ter zake doend platform waar burgers over samenleving, tegenstellingen en machtsdeling kunnen spreken, terwijl dat platform zich buiten het bereik van de gewone burgers bevindt.

De afdeling VVD Doesburg zegt in een bericht een partij voor iedereen te zijn ‘die onze liberale idealen deelt’. Dat is een tegenstrijdige beperking. Maar het gaat verder: ‘De VVD moet een verzamelplaats worden voor alle liberaal denkenden in Nederland. Lid of niet-lid. Dat is de basis van de nieuwe plannen voor de toekomst van de VVD.’ Het is niet mis hoe dat gaat gebeuren: ‘Er komen flitscongressen, internetcommunities en de nadruk komt nog meer te liggen op sociale media. Iedere liberaal denkende is van harte welkom om mee te praten en mee te doen.’ Dat klinkt erg bijdetijds en het punt is onderhand wel duidelijk gemaakt: ‘Liberaal denkenden‘ mogen praten en VVD Doesburg luistert. Probleem is echter dat de VVD de liberale idealen alleen nog maar in economisch opzicht deelt. De kans bestaat dat velen liberale idealen delen die VVD’ers allang niet meer delen.

De hond op de Pont des Arts. Kijken en bekeken worden

135-1314110921

We kijken naar elkaar en letten op elkaar. We houden elkaar in de gaten. De close reading van de samenleving legt zout op slakken en rekent af tot achter de komma. In dat proces gaat meer verloren dan gewonnen wordt. Een samenleving moet marges kunnen hebben waarin mensen zich onbespied achten. Waarin ze hun idee van vrijheid kunnen genieten. Waarin ze hun eigen grootmoedigheid vinden door de ander die ruimte toe te staan. Als dat niet lukt, dan rest bijziendheid. Kort, bekrompen en beperkt zicht komt in de plaats van de ruime blik.

Het is de mentaliteit van de afrekening, wie eraan meedoet kan niet meer ontsnappen omdat de vereffening nooit plaatsvindt. Iedereen die wil wordt spion. De klassieke uitrusting is nieuwsgierigheid, vasthoudendheid, binnendringen in de levenssfeer van een ander en het verzamelen van informatie. Deze spion komt niet tot oordeel aan de hand van de feiten, maar heeft de opdracht als uitgangspunt. Het tegendeel van een frisse blik.

Wat zegt dit visueel plezier of scopofilie over onze samenleving? In de filmtheorie sprak Laura Mulvey 40 jaar geleden in een artikel over de ‘mannelijke blik’.  Nog steeds is deze blik dominant in film en reclame. Dat de vrouw door de man wordt bekeken is nog steeds de standaard. Door de opkomst van sociale media is daar sinds 15 jaar iets bijgekomen. Dat draait niet om de autoriteit van de blik, maar om de blik van de autoriteit.

De menselijke maat is het elkaar bezien. Uit noodzaak, uit overlevingsdrift, uit liefde of ter verdediging. Dat maakt sociaal, maar asociaal als het teveel of te weinig wordt. Morrelen aan de kaders van het sociale verkeer maakt onrustig. Buiten de ruimte wordt een ruimte verondersteld die niemand ziet. Maar wel als bestaand aanneemt. Die buitenruimte is de vrijplaats voor complotten. Daar spant het bekende onbekende samen. Dat wat niet onmogelijk is, maar voor de meesten onwaarschijnlijk is wordt door de verwerping ervan het bewijs voor het complot omdat het niet onder ogen gezien zou mogen worden. De som klopt zelfs als het niet klopt.

Wat heeft de hond die op de Pont des Arts in 1953 naar ons kijkt ermee te maken? De hond heeft ons in de gaten. Zo lijkt het. Of neemt toch ten minste fotograaf Robert Doisneau op de korrel die terugkijkt met zijn toestel in de aanslag. Het baasje kijkt naar het schilderij. En de schilder kijkt naar de stad die hij op zijn schilderij wil uitbeelden. Op sociale media zouden die blikrichtingen nu met roze, gele, paarse en blauwe pijlen en cirkels verduidelijkt worden. Dat verklaart en verstoort tegelijk omdat het te veel invult en niets toevoegt. Dat is het. We willen teveel uitleggen. We voegen ons naar alle middelen die we daartoe hebben.

Foto: Robert Doisneau, Le chien du pont des arts, 1953.

Gedachten bij de benauwenis van de geestelijke klem om niet te kunnen zeggen wat men wil zeggen. Wie valt dat te verwijten?

SFA006005426-3

De ondertitel van dit blog is ‘Debat tussen links en rechts’. Een dubbelzinnige titel die verwijst naar breedte, tegenstelling en verbinding van het debat. De postings nemen vaak een scherpe positie in, bij voorkeur tegenover structuren en systemen, en liever niet tegenover personen en vertegenwoordigers ervan. Dat op scherp zetten is altijd gemeend, maar soms aangedikt om tot een goed uitgangspunt voor debat te komen.

Het wereldbeeld erachter is bijna omgekeerd en valt te omschrijven als het innemen van een middenpositie. De inhoud is milder dan de vorm. Eerder met een pleidooi voor hervorming dan revolutie. Pro-EU, zonder de fouten van de EU niet te zien en er nou veel liefde bij te voelen. Pro-rechtsstaat, zonder dat als zaligmakend te zien en de onoverbrugbare maatschappelijke verschillen niet te herkennen. Pro-secularisme en pro-open samenleving met een gezonde scepsis tegenover claims van religies die zich met hun moralisme uniek wanen.

SFA007002435

Dat is het verhaal achteraf. De vertekening van de terugblik. Na de verijdelde aanslag in de Thalys schreef ik op 22 augustus: ‘Mijn Arabische buurvrouw vraagt zich af waarom de Nederlanders zo naïef zijn om allerlei radicale moslims binnen te laten. Voor wie ze vreest omdat ze ook haar in de winkel ter verantwoording roepen volgens de regels van hun religie. Ik denk ook dat Nederland naïef is. En niet optreedt om Wilders niet in de kaart te spelen. Maar de grenzen sluiten kan niet. Juridisch en praktisch niet. Ik verlang terug naar 1980 toen Nederland op weg was naar een maatschappij waar religie of pseudo-religie aan de zijlijn stond. We zijn er in 35 jaar op achteruit gegaan. Ziet de God van Nederland het tevreden aan? Al die religieuze uitvreters?

Het is de visie van een hoogopgeleide, welgestelde, seculiere klasse waartoe ik behoor. Of ik het wil of niet, opgevoed in een liberale omgeving en gevoed met scepsis jegens vertegenwoordigers van religie en overheid met hun verschil tussen schijn en wezen. Ze zeggen vaak het één, maar doen het ander. Dat menselijk tekort waaraan iedereen lijdt, leidt vaak tot absurdisme dat het leven vermakelijk maakt. Omdat het een lichte toets aan de tragiek geeft. Alleen dan blijft het verteerbaar. Verbittering daarover is de valkuil. Aristoteles zei in de eerste formulering van wetten voor drama dat om geloofwaardig te zijn de held niet te goed en niet te slecht moet zijn. Dat geldt nog steeds. We verplaatsten ons het best in mensen die zijn zoals wij: gewoontjes.

Tegenstrijdigheden stapelen zich op. De EU fragmenteert en blinkt uit door gebroken afspraken, verdeeld en traag handelen. Er is de rechtsstaat en de vluchtelingenwet die migranten gelijke rechten geeft. Er is echter ook de overheid die geen regie voert en overzicht heeft, en in vliegende paniek uitvoeringsinstanties overvalt zodat die geen maatwerk kunnen leveren. En die uitvoeringsinstanties overvallen vervolgens u en mij, en mijn buurvrouw die zich juist geëmancipeerd heeft in Nederland en ontworsteld aan de greep van de islam door de overheid radicale moslims naast zich geplaatst ziet. Het schrikbeeld dat ze was ontvlucht is het kerstgeschenk van de Nederlandse overheid. Is dat maatwerk, is dat redelijk, wekt dat vertrouwen? Het is de geestelijke klem die benauwt, want in beroep gaan wordt maatschappelijk niet getolereerd en door de media veroordeeld op straffe uitgemaakt te worden voor aanhanger van een partij waarvan men helemaal geen aanhanger is.

SFA002003393

Foto’s: Walter Blum uit de collectie van het Nationaal Archief. Uit 1950, 1950 en 1959.

Kloof tussen elite en burger. Keuze tussen lamlendigheid en uitbuiting

Jac. de Nijs, Gemeenteraad bezoekt Artis. Wethouder De Wit en G.W. Keja bij olifant, 1968. Collectie: Nationaal Archief.

Dit schreef ik in 2015:

De kloof tussen elite en burger is een probleem waar de politieke partijen grotendeels voor verantwoordelijk zijn. Het werkt meerdere kanten op. De elite kan de burger niet duidelijk maken wat essentieel is (klimaat, Europa, vluchtelingen) en begrijpt de zorgen (zorg, ouderen, baan, woning) van de burger niet die niet eindeloos wil calculeren met zorgverzekeringen die onvergelijkbaar zijn of treinkaartjes die niet meer tegen de beste prijs centraal ingekocht kunnen worden.

Daarbij komt de digitalisering die tot een nieuwe tweedeling leidt. Burgers zijn nog tevreden, maar vrezen voor hun toekomst zoals uit een buurtonderzoek van NRC bleek.

Wat is het heetste hangijzer? Is dat het gebrek aan representativiteit bij de politieke partijen en het openbaar bestuur waar blanke, hoogopgeleide, welgestelde mannen van middelbare leeftijd het voor het zeggen hebben?

Veelzeggend is dat meer dan 20 jaar na zijn afscheid de ras-Amsterdammer Wim Keja beschouwd wordt als de laatste (of: enige) arbeider in de VVD. Bij de PvdA, CDA of GroenLinks is het niet anders, om over D66 nog maar te zwijgen. Hoewel SP en PVV anders suggereren zijn ook daar geen arbeiders meer te vinden in het kader. Dat leidt tot een systeemfout.

In de politiek wordt over het laagopgeleide deel van de bevolking gesproken, maar niet met of door die burgers. Partijen worden op dit tekort niet eens meer aangesproken.

Elite en burger matchen dus op twee manieren niet. De elite kan niet overtuigend en doelmatig aantonen wat de belangrijkste beleidsterreinen zijn. Zoals gezegd, klimaat, Europa en vluchtelingen. De politieke partijen kunnen zich door de achtergrond van de kaderleden niet meer emotioneel vereenzelvigen met een groot deel van de bevolking dat praktisch wordt losgelaten.

Niet in de steek gelaten omdat de verzorgingsstaat nog steeds goed van niveau is en het volledig wegsnijden ervan voor de partijen averechts zou uitpakken, maar op een psychologisch niveau losgelaten. SP en PVV werpen zich op om het ongenoegen te verwoorden, terwijl ze als politieke partij niet anders handelen dan andere partijen en evenmin de laagopgeleiden zelf opnemen.

Zo wordt de burger dubbel bedrogen: een onderwerp als Europa dat de middenpartijen door ontbrekende overtuiging niet over het voetlicht kunnen brengen wordt door radicale partijen onder het mom van het dichten van de kloof tussen elite en burger gebruikt om een eigen programmapunt over Europa te scoren. Waarbij het de vraag is wie zich naar wie richt: de onvrede van de burger naar de partij, of omgekeerd?

De burger wordt hoe dan ook gebruikt door de politieke partij om te scoren. Tweemaal over de hoofden van de burger heen: door lamlendigheid (middenpartijen) of door uitbuiting (SP en PVV). Het is lood om oud ijzer.

Petitie als provocatie: Oktoberfest in München is anti-islamitisch

okt

Het lijkt er sterk op dat deze petitie op Change.org van ‘Yousef Mohammed’ uit Ankara een provocatie is. Om uiteenlopende redenen vinden critici het Oktoberfest op de Theresienwiese een dom feest. Daarbij domineert de commercie de traditie. Mede om het feest en de lallende, plassende en kotsende mensen gedurende 16 dagen zijn vrienden van me naar een ander deel van München verhuisd. Maar anti-islamitisch is het Oktoberfest niet omdat het ontstaan is binnen de Beierse traditie van feesten, bier drinken en worstjes eten.

Het idee van anti-islamisme bestaat in het hoofd van moslim-extremisten en rechts-radicalen. Autochtonen vermijden het Oktoberfest omdat ze er niets mee hebben -het te plat vinden- maar zullen het niet in hun hoofd halen het te willen verbieden. Want door een verbod van iets dat iemand niet bevalt kan de pluriforme samenleving met zulke diverse uitingen niet functioneren. Door voorlichting moet dit aan moslim-extremisten en rechts-radicalen uitgelegd worden. En aan vluchtelingen die onvoldoende weten wat democratie inhoudt.

En dan nog, wat zou er beter zijn voor de integratie van vluchtelingen dan een bezoek aan het Oktoberfest? Al is het eenmalig. Bij sommigen in Nederland heerst de verkeerde redenering dat elke vluchteling een moslim is, en dat die vermeende moslims niet volgens Nederlandse gebruiken ontvangen kunnen worden. Maar dat ze ontzien moeten worden. Dus geen Nederlandse gerechten, wijn of bier op tafel. Deze pseudo islamitische gevoeligheid door eigen projectie dient de integratie van de nieuwe inwijkelingen niet, maar staat er haaks op.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Ban the Intolerant and Anti-Islamic event of Oktoberfest 2nd ATTEMT!’ dat gericht is aan het stadsbestuur van München.