Wie ben ik om stemadvies te geven? Dat geef ik dan ook niet. Weet ik veel. Een keuze is ook sterk afhankelijk van de eigen situatie. Als lid van de Piratenpartij kan ik in Utrecht niet op deze partij stemmen omdat die daar niet meedoet. Dat kan wel in Amsterdam, Binnenmaas, Groningen en Zwolle. Wat is in hemelsnaam Binnenmaas? En in Nijmegen op een wilde kandidaat die wel en niet namens de Piratenpartij deelneemt. Geen voorbeeld van een goed draaiende partij. Integendeel. Maar de Piratenpartij verdient een kans om zich te bewijzen. Ze zijn opvallend onder de radar van de publiciteit gebleven. Als aanvalspiloten. Voor de Europese verkiezingen in mei weet ik nu al zeker dat mijn stem naar de Piratenpartij gaat. Daar zie ik de zin van in.
Wat stem ik dan in Utrecht? Verdorie, het is verdomde lastig. Ik onttrek me niet aan de malaise. Sommige maatschappijcritici menen dat vooral de loze beloftes van premier Rutte in vorige campagnes het aanzien van de politiek hebben beschadigd. Of het rancuneus optreden van Diederik Samsom die als het tegenzit en anderen hem weerspreken steeds meer de trekken van een Karpatenkop vertoont. Of komt het doordat landelijke politici de lokale campagnes hebben gekaapt? Met hulp van de media. Zodat lokale partijen op de landelijke televisie nauwelijks aan bod kwamen. Alsof in een verslag van de voetbalcompetitie Ajax en Twente ongenoemd blijven. De twee grootste partijen zullen wel weer de niet-stemmers en de lokale partijen worden.
Het doet er nauwelijks toe wat ik stem. Mijn ideale partij en ideale kandidaat ontbreken toch. En de volgende ook. Evenals de daarop volgende. Ik doe water in de wijn. En daarna nog eens water in de wijn. En dan nog eens. Van de lokale politiek kan ik bij lange na niet begeesterd raken. En die vervreemdende campagne van landelijke politici die net doen alsof ze gekozen kunnen worden in lokale gemeenteraden heeft het me nog eens extra tegengemaakt. Maar ik stem wel. Vol tegenzin in mijn lichaam. Om ontstemd van te worden.