Facebook krijgt kritiek omdat het in een beleidswijziging voortaan desinformatie van politieke advertenties toestaat

Algemeen directeur van Facebook Mark Zuckerberg hield op 17 oktober een lezing op de Georgetown University waarin hij betoogde dat politieke advertenties uitgesloten worden van factchecking. Dat betekent dat iemand als president Trump in de campagne van 2020 miljoenen dollars kan besteden aan aantoonbaar misleidende advertenties zonder dat Facebook ingrijpt. Dit is afwijkend van het beleid dat het bedrijf tot nu toe had om misleidende, politieke advertenties na controle door onafhankelijk factcheckers uit te sluiten. De Democratische presidentskandidaat Elizabeth Warren sprak in drie tweets haar zorg uit over die ontwikkeling:

De onderliggende vraag is wat Facebook voor een bedrijf is, een technisch, sociale media of een journalistiek bedrijf (= news business). In 2017 riep Media Matters Mark Zuckerberg uit tot de ‘misinformer‘ van het jaar 2017. De multinational die steeds weer beterschap belooft in het opkrikken van het journalistieke gehalte, het minimale doet om er mee door te kunnen door uitsluitend  het verwijderen van fake accounts, maar uiteindelijk te weinig levert. Facebook neemt onvoldoende journalistieke verantwoordelijkheid van een nieuws organisatie en wil daar onvoldoende op aangesproken worden. Facebook is de top verspreider van nepnieuws.

Waarom is de aanpak van nepnieuws zo moeizaam? Is het probleem van nepnieuws te groot om doelmatig aan te pakken of is de aanpak van Facebook te halfslachtig en onvoldoende? Of is het allebei waar? We kennen onderhand talloze analyses van deskundigen over de kwalijke rol van desinformatie en nepnieuws, zoals van Clingendael-deskundige Danny Pronk die voor de VPRO het probleem uiteenzet. Maar toch. We horen dit al zeker sinds 2016, maar de aanpak lijkt nog steeds onvoldoende. Van een probleem dat allang niet meer nieuw is, maar door velen nog op het niveau van bewustwording wordt gepresenteerd. Men zou toch in redelijkheid mogen verwachten dat nou eindelijk eens een doelmatige tegenstrategie wordt ontwikkeld en uitgevoerd.

Niet dus. Vanwaar dit gebrek aan vooruitgang en een doelmatige aanpak? Laat de duiding voortaan daar op focussen, namelijk op concrete tegenmaatregelen om de westerse democratie te beschermen. Herhaling van zetten is aardig, maar bewustwording bij opinieleiders en publiek is intussen voldoende aanwezig. Pleiters moeten de volgende stap zetten om overheden en bedrijven als Facebook tot doelmatig handelen te dwingen.

In een artikel voor Politico dat een opsomming van stagnatie en gemiste kansen geeft, citeert Mark Scott de voormalige Europarlementariër van D66 Marietje Schaake over digitale veiligheid: ‘Wetgevers hebben de bal laten vallen, we staan pas aan het begin van het begrijpen van de uitdagingen voor liberale democratieën.’ Waarom zijn drie kostbare jaren verloren gegaan door inertie? Waar blijft het Deltaplan om dit aan te pakken?

Dit debat waar Facebook makkelijk kan wegkomen heeft de gevestigde journalistiek deels aan zichzelf te wijten. Het heeft te maken met de obsessie van de journalistiek op neutraliteit die de meer belangrijke norm van objectiviteit beschadigt. Het ‘enerzijds – anderzijds’, ofwel hoor en wederhoor van de klassieke journalistieke code schiet tekort indien het tegenover een portie waarheid een even grote portie onwaarheid en leugens zet. De spanning tussen ‘eerbied voor de waarheid’ en ‘het recht op faire commentaar en kritiek’ staan in de gevallen van nepnieuws en desinformatie op gespannen voet met elkaar. De vraag is of dit niet ontaardt in naïviteit en nog houdbaar is als de mate van desinformatie via politieke advertenties de sociale media overspoelt. Het kan niet de opzet van journalistiek zijn die zegt te gaan voor de feiten en de waarheid om onwaarheid te verspreiden. Zo beredeneerd is de reactie van Facebooks Monika Bickert in gesprek met CNN’s Anderson Cooper in mei 2019 zelfs in dubbel opzicht tekortschietend en onjuist. Zij ontkent zowel dat Facebook een journalistieke organisatie is die inzet op objectiviteit en het nastreven van de waarheid aan de hand van de feiten als dat Facebook een organisatie is die onvooringenomen hoeft te zijn. Anything goes in haar optiek. Zo kan Facebook verwijzen naar de vrijheid van meningsuiting, zonder in te hoeven grijpen en de journalistieke verantwoordelijkheid van een nieuwsorganisatie te hoeven nemen. Het moment nadert dat het niet anders kan dan dat Facebook door de eigen inertie door het congres opgeknipt wordt omdat het achter de feiten blijft aanhollen en om commerciële redenen het eigen karakter van een nieuwsorganisatie ontkent.

Foto: Tweets van Elizabeth Warren, 18 oktober 2019.

Irritant gebrek aan vooruitgang bij aanpak nepnieuws. Facebook ondersteunt verspreiding van gemanipuleerde video Nancy Pelosi

Een vice-president van Facebook Monica Bickert ontkent in een gesprek met CNNs Anderson Cooper dat haar organisatie draait om nieuws en ‘in the news business’ is. Aanleiding is een gemanipuleerde video van Huisvoorzitter Nancy Pelosi waarin het lijkt alsof ze dronken of verzwakt is. Bickert kan niet goed uitleggen waarom Facebook de video niet verwijdert. Haar kanttekening dat er een waarschuwing bijgeplaatst wordt is onwaarachtig omdat Facebook pas tot actie overging nadat de Washington Post op de manipulatie gewezen had. Facebook ondersteunt zo de strategie van de Republikeinen voor 2020: gemanipuleerde berichten om de opponenten te verzwakken. Facebook blijft in gebreke en treedt nog steeds onvoldoende op tegen nepnieuws.

Waarom is de aanpak van nepnieuws zo moeizaam? Is het probleem van nepnieuws te groot om doelmatig aan te pakken of is de aanpak van de techbedrijven als Facebook te halfslachtig en onvoldoende? Of is het allebei waar? We kennen onderhand talloze analyses van deskundigen over de kwalijke rol van desinformatie en nepnieuws, zoals van Clingendael-deskundige Danny Pronk die voor de VPRO het probleem uiteenzet. Maar toch. We horen dit al zeker sinds 2016, maar de aanpak lijkt nog steeds onvoldoende. Van een probleem dat allang niet meer nieuw is, maar door velen nog op het niveau van bewustwording wordt gepresenteerd. Men zou toch in redelijkheid mogen verwachten dat tegen de strategie van de Republikeinse partij, de Russische Federatie of andere actoren nou eindelijk eens een doelmatige tegenstrategie wordt ontwikkeld en uitgevoerd.

Niet dus. Vanwaar dit gebrek aan vooruitgang en een doelmatige aanpak? Laat de duiding voortaan daar op focussen, namelijk op concrete tegenmaatregelen om de westerse democratie te beschermen. Herhaling van zetten is aardig, maar bewustwording bij opinieleiders en publiek is intussen voldoende aanwezig. Analisten moeten ook een volgende stap zetten om overheden en techbedrijven tot doelmatig handelen te dwingen.

In een artikel voor Politico dat een opsomming van stagnatie en gemiste kansen geeft, citeert Mark Scott de aftredende Europarlementariër van D66 Marietje Schaake over digitale veiligheid: ‘Wetgevers hebben de bal laten vallen, we staan pas aan het begin van het begrijpen van de uitdagingen voor liberale democratieën.’ Waarom zijn drie kostbare jaren verloren gegaan door inertie? Waar blijft het Deltaplan om dit aan te pakken?

Cenk Uygur van TYT gaat een stap verder en wijst in onderstaande video (na 12’ 50’’) op de obsessie van de journalistiek op neutraliteit die de meer belangrijke norm van objectiviteit beschadigt. Het ‘enerzijds – anderzijds’, ofwel hoor en wederhoor van de klassieke journalistieke code schiet tekort indien het tegenover een portie waarheid een even grote portie onwaarheid en leugens zet. De spanning tussen ‘eerbied voor de waarheid’ en ‘het recht op faire commentaar en kritiek’ staan in de gevallen van nepnieuws en desinformatie op gespannen voet met elkaar. Ook nog eens in een hooghartige houding van ‘dit zijn de normen van de journalistiek’ en ‘zo doen we het al jaren’. De vraag is of dit niet ontaardt in naïviteit en nog houdbaar is als de mate van desinformatie de (sociale) media overspoelt. Want het kan niet de opzet van journalistiek die gaat voor de feiten en de waarheid om onwaarheid te verspreiden. Zo beredeneerd is de reactie van Facebooks Monica Bickert zelfs in dubbel opzicht tekortschietend en onjuist. Zij ontkent zowel dat Facebook een journalistieke organisatie is die inzet op objectiviteit en het nastreven van de waarheid aan de hand van de feiten als dat Facebook een organisatie is die onvooringenomen hoeft te zijn. Anything goes in haar optiek.

Europarlement stemt in meerderheid voor ontwerpresolutie die auteursrechten beschermt en de internetvrijheid inperkt

Vandaag stemde het Europees Parlement over een ontwerpresolutie over auteursrecht, ‘over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt’. De resolutie werd volgens de telling van Votewatch.eu met 438 tegen 226 stemmen met 39 onthoudingen aangenomen. Voorstanders van een vrij en open internet zien dit als een slechte en inperkende ontwikkeling. Maar zoals een artikel van Politico uitlegt is hiermee de kous nog niet af, hoewel de auteursrechtenlobby op winst staat. Op nationaal niveau kunnen liberale landen als Nederland of Zweden de bepalingen afzwakken.

Rapporteur was de Duitse christen-democraat Axel Voss die na de stemming juichend zijn armen in de lucht stak. De montage van de video van het Europees Parlement is misleidend, omdat het lijkt dat D66’er Marietje Schaake (na 25‘’) voor stemde. Ze stemde tegen. Hij suggereerde in 2014 dat klokkenluider Edward Snowden het leven van onschuldigen in gevaar had gebracht en met Russische en Chinese inlichtingendiensten samenwerkte. Dat is tot nu toe niet aangetoond. In de strijd tussen Silicon Valley en de auteursrechtenlobby lijkt de laatste voorlopig aan de winnende hand. Interessant is dat meer dan de helft van de Nederlandse Europarlementariërs afwijkend stemde tegen de eigen fractie in. Alleen christenen en conservatieven stemden voor. Dat geeft perspectief dat de Nederlandse Tweede Kamer deze ontwerpresolutie niet ondersteunt:

Foto: Schermafbeelding van het stemgedrag in het Europees Parlement van de Nederlandse europarlementariërs over de ontwerpresolutie ‘over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt’ op 12 september 2018.

Kritiek met Lubach op besluitvorming over CETA, TTIP en ISDS

Arjen Lubach overdrijft. Niet over de werking van de handelsverdragen van de EU met respectievelijk Canada (CETA) of de VS (TTIP), maar over zijn eigen rol in het debat daarover. Die is minder groot dan hij beweert. Mogelijk probeert Lubach zijn eigen gewichtigheid te relativeren door deze ongerijmde claim. CETA en TTIP dreigen de burger buitenspel te zetten. Er is al jaren veel politieke en buitenparlementaire weerstand tegen.

Een constante in de strategie van degenen die regels als obstructie beschouwen en niet als bescherming is dat ze de weg met de minste weerstand kiezen om hun doel te bereiken. In die zin dat de voorstanders van vrijhandel die de regelgeving maximaal willen beperken een verdrag dat te veel politieke en publicitaire tegenstand krijgt opgeven om het via een achterdeur via een ander verdrag te realiseren. Michael Geist wees er in 2012 op dat ACTA dat tegenstand kreeg werd omgekat tot CETA. En nu dreigt CETA een zijdeurtje voor TTIP te worden omdat het Amerikaanse bedrijven via Canada op zachte voorwaarden toegang tot de EU geeft.

De opstelling van het Nederlandse kabinet geeft weinig reden tot optimisme zoals blijkt uit de beantwoording van kamervragen van Jan Vos en John Kerstens (PvdA) aan minister Lilianne Ploumen van Buitenlandse Handel. Het gaat om de gewraakte investeringsbescherming ISDS binnen CETA waarvan Ploumen instemmend zegt dat de Zweedse Eurocommissaris Cecilia Malmström daarover de onderhandelingen met Canada niet heropent.

Haar antwoord wordt er onbegrijpelijk op als ze zegt dat ‘de voorstellen die Nederland met een aantal EU-lidstaten hebben (sic) gedaan voor vernieuwing van het mechanisme voor investeringsbescherming in TTIP van belang zijn voor alle verdragen die afspraken over investeringsbescherming bevatten, dus ook voor CETA’. Ploumen vermengt onderhandelingsrondes met uiteenlopende looptijden die blijkbaar terugwerkende kracht naar andere verdragen hebben, verdragsteksten en technische aanpassingen op zo’n complexe manier dat de vraag gerechtvaardigd is of ze binnen het kabinet werkelijk mandaat heeft om voor de burger op te komen.

Schaake over Rusland, Oekraïne en Europa

Europarlementariër Marietje Schaake (D66) ziet een duidelijk verband tussen mensenrechten en democratie. De herhaalde agressie van het Rusland van Putin jegens  Oekraïne baart Europa zorgen. Schaake roept voorzichtig op om Realpolitik in te wisselen voor moraliteit. Want dat Euro-realisme met te traag opgelegde sancties heeft sinds maart 2014 te weinig opgeleverd.

Vandaag komt de Veiligheidsraad van de VN opnieuw bijeen om te praten over de Russische agressie. Er is sprake van een invasie door het Russische leger die door het Kremlin ontkend wordt. Ondanks het feit dat de OVSE de toevoer van Russisch legermateriaal heeft bevestigd. In de Tweede Kamer stelt Raymond Knops van het CDA hierover vragen aan de regering bij de behandeling van de begroting van defensie. Komt Europa eindelijk in actie? Wordt Europa eindelijk wakker?

When Lights are Low. Over Putin, Greenwald, internet en recht

gg

Mijn tweet moet cynisch gelezen worden. Een commentaar van activist en journalist nationale veiligheid Glenn Greenwald ontbreekt over de plannen van het Kremlin om Rusland los te koppelen van het internet. Luke Harding van The Guardian ziet het als een radicale maatregel. In twee gevallen zou afsluiting aan de orde zijn: bij een ernstige militaire confrontatie of omvangrijke binnenlandse demonstraties tegen de overheid. Vooral dat laatste geeft te denken over de democratische rechtsorde van de Russische Federatie. De plannen die volgend jaar in zouden moeten gaan -maar waarvan onduidelijk is of ze gerealiseerd kunnen worden- passen in een patroon waarin kritische websites geblokkeerd worden door de procureur-generaal.

Er is een ontwikkeling weg van de democratie in vele niet-westerse landen. In deze landen worden zogenaamde universele mensenrechten als westers gezien. Dat is een opportunistisch antwoord van de machthebbers om hervormingen niet door te voeren, de macht geconcentreerd te houden en de burgers rechten te ontzeggen. China is daarvan een stuitend voorbeeld, evenals vele Arabische en Afrikaanse landen.

Terwijl dat in 1948 anders binnen de VN is geaccepteerd: ‘Alle mensenrechten zijn universeel, wat betekent dat mensenrechten gelden voor ieder mens op de wereld. De UVRM is, als resolutie aangenomen door de AVVN, niet als zodanig juridisch bindend. Omdat in de loop der jaren steeds naar de UVRM is verwezen in andere instrumenten wordt tegenwoordig algemeen aangenomen dat een groot deel van de inhoud van de UVRM deel uitmaakt van het internationale gewoonterecht, en daarmee juist wel juridisch bindend is.

Met de rechtsstaat in de RF is het slecht gesteld. Zo schreef MEP Marietje Schaake in een resolutie in 2011 over de rechtsstaat van de RF: ‘uit zijn bezorgdheid over berichten over politiek gemotiveerde rechtszaken, oneerlijke processen en verzuim om ernstige misdaden zoals moord, intimidatie en andere gewelddaden te onderzoeken; dringt er bij de Russische gerechtelijke en rechtshandhavingautoriteiten op aan dat zij hun taken effectief, onpartijdig en onafhankelijk uitvoeren om plegers van misdaden voor het gerecht te brengen;’

Als het ontbreken van een stabiele rechtsstaat vergezeld gaat met het terugdringen van persvrijheid, beperking van en controle op bloggers of zelfs uitsluiting van internet en sociale media en een omvangrijke informatie-oorlog van de overheid om zoveel mogelijk meningen gelijk te schakelen, dan gaat het licht uit.

Glenn Greenwald kiest zelf zijn onderwerpen en is nu eenmaal gespecialiseerd in Amerikaans recht, politiek en instituties. Kritiek op een persoon is dan ook onrechtvaardig, en op hem met zijn verdiensten -zoals de onthullingen aan de hand van de Snowden-documenten- al helemaal. Wel verbaast het me al geruime tijd dat bijna alle linksgerichte media in de VS of Europa door hun verwoed anti-Amerikanisme er mentaal niet meer aan toe lijken te komen nog kritiek op Putin te formuleren. Ze laten het afweten. Zoals het omgekeerde trouwens ook het geval is. Journalistiek valt dat niet te noemen. Als troost Americana met Benny Carter:

Foto: Tweet, 23 september 2014.

Waarom breken Piratenpartijen niet door in Europarlement?

oorlog-zoeklicht04

De druiven zijn zuur voor de Europese piraten. De in het Europarlement vertegenwoordigde Zweedse parlementariërs Christian Engström en Amelia Andersdotter verdwijnen omdat de Zweedse Piratenpartij bleef steken op 2,2%. Te weinig voor een zetel. In schril contrast met de 7,13% uit 2009. De enige vertegenwoordiger van de Piraten in het Europarlement van 751 leden wordt de Duitse Piraterin Julia Reda. Op een haar na miste de Duitse Piratenpartei een tweede zetel. De Nederlandse Piratenpartij haalde 0,8%.

Voorvechter van de Europese Piraten die aangelopen weken vele nationale Piratenpartijen hielp met hun campagne Rick Falkvinge houdt in een analyse de moed erin en zoekt met een zoeklicht naar lichtpuntjes. Hij wijst op oplopende steun in Tsjechië (4,8%), Oostenrijk (2,1%), Luxemburg (4,23%) en Slovenië (2,57%). Maar is objectief genoeg om het een pijnlijk langzame verbetering te noemen. Z’n tegenbewijs dat ‘the political world tends to be that painfully slow for people coming from the Internet’ klopt niet zoals het Zweedse voorbeeld toont. De Piraten boeren als ‘politieke familie’ achteruit. Alleen die politieke werkelijkheid is relevant. 

De kritiek vanuit nationale Piratenpartijen op de institutionele media die politieke partijen die toe willen treden tot het politieke bestel bewust geen platform bieden snijdt hout. Dit is ernstig voor wie de media als controleur van de macht wenst te zien. Dat moet geen poortwachter zijn die de deur sluit. Falkvinge zette op een rijtje hoe de Zweedse Piratpartiet -niet eens een kleine partij- door de Zweedse media steeds weer van debatten, kieswijzers en verslaggeving werd uitgesloten. Dat mechanisme van bewuste uitsluiting werkte ook op Europees niveau. De Zweedse piraat Amelia Andersdotter werd op oneigenlijke gronden uitgesloten van deelname aan de debatten tussen de kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie.

Ook in Nederland werd de Piratenpartij zo goed als genegeerd door de institutionele media en kon daarom het gedachtengoed nauwelijks doordringen tot het electoraat. Een toetredende politieke partij die nog niet in een parlement vertegenwoordigd is ontvangt volgens de Wet Financiering Politieke Partijen in Nederland geen overheidssubsidie en is afhankelijk van free publicity. Als dat zo goed als ontbreekt, dan wordt het onmogelijk om de eigen stem tussen de gevestigde partijen te laten horen. In Duitsland is dat anders geregeld. De Piratenpartei kon zich al professionaliseren en publiciteit maken zonder dat het nog vertegenwoordigd was.

Het is lastig om de vinger te leggen op de nederlaag van de Piratenpartijen. Hun opmars gaat te langzaam. Onbegrijpelijk in het jaar van Edward Snowden, de NSA en de massale spionage van burgers. Ook door tal van Europese landen. Een verklaring is dat Groenen en links-liberale partijen als D66 deze kritiek succesvol weten te verwoorden. Sommige piraten beschouwen dat als opportunisme. Maar omdat het past binnen het gedachtengoed van deze partijen is dat de vraag. Als ze dit gewetensvol blijven doen, dan maakt het niet uit wie de kritiek verwoordt. Voor de bewering dat de institutionele media en de gevestigde politieke partijen de Piratenpartijen uitsluiten zijn voldoende aanwijzingen. Da’s zorgelijk omdat het raakt aan het functioneren van de journalistiek en het politieke bestel. Daarover kunnen de Piratenpartijen met andere nieuwkomers die bewust uitgesloten worden, zoals de Libertarische partijen, een breed maatschappelijk debat opstarten.

Foto: Zoeklicht, 1944.

EP: Schaake (D66) beveelt Andersdotter (Piraten) aan

Nu hoort u het ook eens van een ander. Europarlementariër Marietje Schaake (D66) doet een goed woordje voor Amelia Andersdotter van de Zweedse Piratenpartij. Een endorsement in goed Angelsaksische traditie. Opvallend dat een lid van de ene politieke partij een lid van een andere politieke partij aanbeveelt. Zoiets kan alleen in de EU omdat kiezers alleen op kandidaten in hun eigen land kunnen stemmen. Omdat Nederlanders niet op de Zweedse Amelia Andersdotter mogen stemmen kan Marietje Schaake dit doen omdat een Zweedse kandidaat geen directe concurrent is. Pas verrassend zou zijn als Schaake iemand van de Nederlandse Piratenpartij zou aanbevelen. Zoals lijsttrekker Matthijs Pontier of lijstduwer Dirk Poot. Dat doet ze dus niet.

Toch kan deze aanbeveling een neveneffect hebben. Hoe bescheiden dat ook is. De Nederlandse, Zweedse, Duitse en piraten van andere landen werken nauw samen in de European Pirate Party. Ze zien zichzelf als de enige echt internationale partij die in alle Europese landen hetzelfde basisprogramma volgt. In geen andere Europese ‘familie‘ is die gemeenschappelijkheid tot nu toe gerealiseerd. Een stem voor een Zweedse piraat kan van invloed zijn op de fractievorming en daarom indirect van invloed op kandidaten in andere landen.

Amelia Andersdotter is namens de Europese Piratenpartij kandidaat om voorzitter van de Europese Commissie te worden. Op formele gronden werd ze echter uitgesloten van de debatten tussen de kandidaat-lijsttrekkers (Schulz, Juncker, Verhofstadt etc.) omdat ze samengewerkt heeft met de Groenen. Zo zouden namens deze partij twee kandidaten deelnemen. Maar omdat Andersdotter is genomineerd door de Europese Piratenpartij en namens die partij optreedt is het een onterecht argument om haar om deze reden uit te sluiten. Samen met duo-lijsttrekker Peter Sunde. De Europese Piratenpartij had kritiek op deze uitsluiting: ‘Ons van een debat uitsluiten dat gericht is op jonge kiezers is onzinnig en laat zien dat iemand z’n positie misbruikt‘.

Steve Wozniak. Hoe de controlestaat hard in het hart te raken?

Is Steve Wozniak als de uitvinder van de atoombom Robert Oppenheimer die tot z’n grote schrik besefte welk monster hij geschapen had? Medeoprichter van Apple Wozniak filosofeert over de onvrijheid die computers hebben gebracht. In navolging van John Perry Barlow zag-ie ooit internet als een apart continent dat door overheden met rust gelaten zou moeten worden. Maar dat gebeurt niet en zal nooit meer veranderen.

Is er een les te leren voor parlementsleden als Marietje Schaake (EU/D66), digitale burgerrechtenbewegingen als Bits of Freedom of het Amerikaanse EFF en de Piratenpartijen die in hun kernprogramma pleiten voor privacy, burgerrechten, transparante overheden en informatievrijheid? Het lijkt erop dat West-Europa nog niet zover is in de opbouw van de controlestaat als de VS. Maar is het verschil groot genoeg om nog te keren?

Moeten critici hun bakens verzetten en zich niet langer concentreren op klassieke onderwerpen van de liberale democratie als burgerrechten en transparantie? Zonder deze onderwerpen te laten vallen zouden ze ervoor kunnen kiezen de oorzaak voor de opbouw van de controlestaat boven water te krijgen. En te bestrijden.

In een commentaar voor de New York Times wijst Tim Shorrock erop dat in de VS bedrijven die werkzaam zijn in de veiligheidssector van de inlichtingendiensten 56 miljard dollar per jaar opstrijken. Dat zullen bestuurders van deze bedrijven en politici in de wachtkamer om toe te treden tot die bedrijven niet vrijwillig opgeven omdat hun salarissen, bonussen, dividenden, vooruitzichten en prestige er direct aan gekoppeld zijn.

Critici als Marietje Schaake, Bits of Freedom of de Piratenpartijen moeten de controlestaat in het hart proberen te raken. Als de spreekwoordelijke staak die het hart van de vampier doorboort en pas dan een einde aan de schijndood maakt. Het hart is het economisch belang van bedrijven en overheden, en van de topbestuurders die hierin werkzaam zijn. Verdediging van de klassieke vrijheden is symptoombestrijding en schiet tekort.

Gevolg van deze accentverlegging van de behartiging van burgerrechten naar het bestrijden van economische belangen is dat de critici zich naar de linkerkant van het  politieke spectrum moeten begeven. Vraag is of ze met hun klassiek-liberale waarden intern sterk genoeg zijn om deze omslag te maken. Om over na te denken.

tumblr_lz3irwc92N1qb7dheo1_500

Foto: Prince of Darkness (1966) met Andrew Keir en Barbara Shelly van Terence Fisher (Hammer).

Internetvrijheid in geding bij Stockholm Internet Forum. Opnieuw

Op 22 en 23 mei is het ‘Stockholm Internet Forum‘. Zoals laatste jaren het geval is bij dit type internationale conferenties wordt het aangekondigd alsof nu de internetvrijheid veilig gesteld dient te worden. Voormalig lijsttrekker van de Piratenpartij Dirk Poot gaf in december 2012 commentaar op de ontwikkelingen op de ITU-conferentie in Dubai. Naar zijn idee gaat het niet goed omdat overheden de macht op het internet naar zich toe trekken. De VS treedt hard op tegen sites als Megaupload en gluurt met Google mee in uw en mijn bestanden. China volgt elke toetsaanslag en Skype-gesprek en Rusland gooit internetgebruikers om politieke redenen in de cel. Politici doorgronden internet niet, maar begrijpen dat het hun eigenbelang moet dienen.

Stockholm is een conferentie die inzet op ontwikkelingssamenwerking. Met 450 ambtenaren, wetenschappers, politici, burgerrechtenactivisten, vertegenwoordigers van bedrijven en belangengroepen uit 90 landen. Er zijn twee hoofdthema’s: Internetvrijheid en Veiligheid, en Internetvrijheid en Ontwikkeling. Als de belangrijkste boodschap is dat internet de individuele gebruiker en niet de belangen van staten en bedrijven moet dienen, dan is de conferentie geslaagd. Maar wie de actuele discussies volgt weet dat onder het mom van veiligheid internetvrijheden steeds meer worden ingeperkt. En dat onttrekt zich ook nog eens aan het stiekem handelen van overheden. Maar toch goed dat het Stockholm Internet Forum bestaat. Al is het als tegenwicht voor de steeds hechter wordende samenwerking van overheden en bedrijven. En tegen het eigen cynisme.

internetisfree

Foto: Overhemd met tekst.