Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 9 maart 2013. Licht gewijzigd.
Bata schoenenwinkel, september 1953 door Ben van Meerendonk. Credits: collectie IISG.
Wat zien we? Overduidelijk een schoenenwinkel uit voorbije tijden. Huiden van een krokodil, tijger en schildpad sieren de muur. Schoenen staan centraal op de toontafel. Leegte valt op. Schaarste van 1953 in een winkel van Bata.
Bata is een Tsjechisch produkt met Oostenrijks-Hongaarse wortels. Het introduceerde industriële methoden in een sector die het moest hebben van ambachtelijkheid. In 1930 exporteerde Bata de meeste schoenen ter wereld. De Tweede Wereldoorlog gooit roet in het eten.
Calcutta, India, 1954 door Wim Dussel. Credits: collectie IISG.
Bata was voorloper van het globalisme. In reactie beschermden overheden hun nationale schoenenindustrie met maatregelen die Bata de pas afsneden. Maar Bata ging verder dan schoenen en verenigde vele bedrijfstakken in zich. In dat vooruitstrevende Tsjecho-Slowakije van het interbellum. Bata blijft de herinnering aan schoenen in onze winkelstraat.
De 7streper-Daf in Best. Met de tekst: ‘Bata schoenen zijn beter en kosten minder‘.
Het is wat met oorlog. Het zaait dood en verderf. Om de bittere pil te verzachten wordt religie in de strijd geworpen. Overigens is dat van steeds minder betekenis in een wereld waar het belang van religie afneemt.
Militairen worden gezegend voor de strijd. Of dat enig effect heeft op de kans om niet het loodje te leggen valt te betwijfelen. Het is nooit aangetoond. De bescherming door een opperwezen is nep omdat het idee van een opperwezen fictie is. Het ritueel dient om militairen klem te zetten en met zachte hand de oorlog in te leiden.
Is er dan geen goede reden om ten strijde te trekken in een oorlog? Jawel, die is er zeker. Dat is het verdedigen van huis en haard tegen een indringer.
Maar dat religieuze sausje dat erover wordt gegoten maakt wee. Het zegenen voor de strijd is sentimenteel en hoogdravend. Bedrieglijk. De ceremoniële zegen belooft meer dan het kan waarmaken. Dat geldt overigens ook voor de oorlog zelf.
Is dan de les dat godsdiensten zich niet moeten bemoeien met het zegenen van militairen? Dat ligt eraan. Als militairen huis en haard verdedigen, dan valt er iets voor te zeggen. Niet dat een heilwens helpt in de praktische oorlogsvoering, maar het zorgt voor een mooi plaatje voor in de couranten en op sociale media. Of voor op de grafsteen.
Op de terugweg van Rotterdam naar Utrecht liet mijn medereiziger op haar telefoon de uitslag van de wedstrijd van Nederland tegen Tsjechië zien: 0 – 2. Mijn eerste reactie was: ‘Godzijdank’. Niet omdat ik het Nederlands elftal en de supporters geen feestje gun, maar omdat de Oranjegekte, het nationalisme en de zelfoverschatting over de eigen kansen weer langzaam bezit van de Nederlandse publieke opinie begon te nemen. Dát ontstemde me. Ik was blij dat dát stopte en me in supermarkt, straten en televisie (eindeloze praatprogramma’s over voetbal) niet nog twee weken bleef achtervolgen.
Van voetbal heb ik geen verstand. Het interesseert me weinig. Wel zie ik topsport als een interessant maatschappelijk fenomeen waar commercie, publiciteit. politiek, emotie en volksaard samenkomen. Het citaat van Sky Sports bij bovenstaande video van VoetbalPrimeur is in mijn ogen veelzeggend: ‘Nederland is identiteit helemaal kwijt!‘. Welk Nederland wordt hier bedoeld?
Het commentaar van VoetbalPrimeur baseert zich op de krantencommentaren die vernietigend zijn voor het Nederlands elftal. De spelers zouden slecht gespeeld hebben en geen karakter en vechtlust hebben getoond en coach Ronald de Boer zou foute beslissingen hebben genomen en niet hebben geïnspireerd. Het is mogelijk, ik heb de wedstrijd niet gezien, dus kan er niet over oordelen. En als ik de wedstrijd wel had gezien had ik er nog niet over kunnen oordelen.
Praten over voetbal of topsport in het algemeen is bijna altijd achteraf praten of het doen van voorspellingen die achteraf niet worden gecheckt. Dat doet VoetbalPrimeur hier ook. Dat maakt voetbalcommentaar per definitie vrijblijvend en zweverig. Het wordt samengevat in de dooddoener: ‘De bal is rond‘. Dat maakt voetbal ook zo populair en goed inzetbaar in massamedia omdat de analyse altijd klopt omdat die alleen naar zichzelf verwijst. Voetbalcommentaar is een in zichzelf gesloten wereld dat daarbuiten geen betekenis heeft. Dus onschadelijk voor de macht.
De UEFA begreep dat uitgangspunt goed door het verbod op het vertonen van de regenboogkleuren in het stadion van München tijdens de wedstrijd Duitsland – Hongarije. Het ontbreken van maatschappelijke en politieke relevantie is de hoofdregel van voetbal. Dat is de afspraak. Het is wel een instabiel evenwicht omdat in vele gevallen voetbal en politiek nauw samenhangen en voetbal wordt doordrenkt met politiek. Kijk naar het WK van 1978 in Argentinië dat moest dienen om de machtsbasis van het regime te verbreden. Maar dan is voetbal geen voetbal meer, zeg een belangrijke bijzaak, maar wordt het een politiek bijproduct.
De beeldvorming over sport kan zo gek niet zijn of ik wil het geloven. Wat me opvalt is dat het Nederlands elftal na drie gewonnen wedstrijden in de poule tegen zwakkere ploegen de hemel in werd geschreven, terwijl nu het omgekeerde gebeurt. De spelers en de begeleiding worden de grond in geboord. Is dat niet twee keer buiten proportie? Wat zeggen die overdreven reacties over de identiteit van Nederland?
In politiek opzicht is Nederland in Europa het grootste land van de kleinen of als men het welwillend oprekt het kleinste land van de groten. Met voetbal lijkt het niet anders. Het Nederlands elftal blijft net als de Nederlandse staat steken tussen servet en tafellaken.
Het voordeel, of zo men wil nadeel, van voetbal is dat uitschieters naar boven of beneden vaker plaatsvinden dan in de politiek. Hoewel Nederland afgelopen jaren talloze politiek nederlagen heeft geleden, zoals Zwarte Maandag in 1991. Toenmalig Premier Lubbers en minister van Buitenlandse Zaken Van den Broek dachten dat ze een akkoord hadden over een verdragstekst voor de Europese Politieke Unie, maar bijna alle EU-lidstaten veegden het van tafel. Nederland had het niet zien aankomen. Dat kwam door een slechte voorbereiding. Waarschuwingen werden genegeerd. Die politieke tik op de vingers heeft jaren nagedenderd.
Typeren zelfoverschatting en onderschatting van de tegenstander de Nederlandse identiteit? Ik weet het niet. Er zijn genoeg uitzonderingen. Wellicht gaat het eerder over de identiteit van de massamedia en sociale media die erg snel hun evenwicht verliezen. Als men al kan bepalen of ze welbeschouwd ooit in evenwicht zijn. Dat komt omdat voetbal zoals gezegd in zichzelf geen maatschappelijke en politieke relevantie heeft.
Iets dat gewichtsloos is kan als een ballon hoog stijgen, maar ook diep naar beneden storten. Dat laatste heeft een groot deel van het Nederlandse publiek op zondag 27 juni 2021 ondervonden en daar praten de massamedia nu eindeloos over na omdat hun favoriete betoog de cirkelredenering is. Ze hebben achteraf altijd gelijk. Daarmee is het nauw verbonden met het voetbalcommentaar. Dat is een eindeloos gesprek over niets. Voetbal vult de existentiële leegte met hanteerbare leegte.
Deze video is er een van 14 die afgelopen dag via het kanaal ‘Slovensko a Česko za Olega Sencova’ (‘Slowakije en Tsjechië voor Oleg Sentsov’) op YouTube werd gezet. Oleg Sentsov is een Oekraïense regisseur die in 2014 protesteerde tegen de invasie van Russische troepen op het grondgebied van zijn land, de Krim. Hij werd door de Russische autoriteiten gekidnapt en voor terrorisme en wapenhandel veroordeeld in een showproces en naar Siberië verbannen. Met een hongerstaking pleit hij voor zijn vrijlating en die van 63 andere Oekraïense gevangen die door de Russische Federatie gevangen worden gehouden. Met name de internationale filmwereld en mensen uit de culturele wereld hebben tot nu toe vergeefs voor Sentsovs vrijlating gepleit. De Slowaken roepen ook de leiding van de EU op om actie te ondernemen voor de vrijlating van deze filmregisseur.
Voor voetballiefhebbers is het slecht presteren van het Nederlandse elftal voor het EK 2016 in Frankrijk een bittere pil. Tot nu toe moest Oranje in groep A vier nederlagen slikken. Afgelopen dagen verloor het van zowel IJsland als Turkije. Er is nog een kansje dat Nederland de derde plaats in de groep haalt die nu ingenomen wordt door Turkije. Dan moet Oranje winnen van Kazachstan en Tsjechië, en moet Turkije of van Tsjechië of van IJsland verliezen. Dan wachten er vier tickets voor de acht ploegen die niet de beste nummers drie in hun poule werden. Omdat IJsland en Tsjechië al geplaatst zijn voor de eindronde staat er voor deze ploegen niet zoveel meer op het spel. Behalve de eer en het vasthouden van de flow. Kortom, speculaties genoeg.
Leedvermaak gaat samen met de slechte prestaties van Oranje. Neemt in de samenleving het professioneel voetbal niet een te dominante plaats in, trekt het te veel fondsen weg dat niet naar zinvolle bestemmingen, maar naar de slecht presterende voetbalmiljonairs gaat die doorgaans niet eens verstandig op hun eigen prestaties kunnen reflecteren, en is het professionele voetbal niet overgewaardeerd als maatschappelijk fenomeen dat kwaliteiten wordt toegemeten dat het niet heeft? Zoals binding en identiteitsvorming.
Er zijn landen en tijden waar kunst de betekenis kreeg die nu voor sport gereserveerd is. Met machthebbers die hun macht bevestigden aan het succes van schilders en beeldhouwers. Sport als de nieuwe kunst. Waarom zou deze ontwikkeling niet omgebogen kunnen worden, zodat kunst de nieuwe sport wordt? Om het niet bij deze constatering te laten, maar deze af te dwingen door het in te vullen hier een voorzet voor een -om te beginnen virtueel- Nederlands kunstelftal: Doel: herman de vries; Verdediging: Aernout Mik, Jeroen Bosch, Niels Post, Ab van Hanegem; Middenveld: Michel Huisman, Theo Jansen, Stijn Peeters; Aanval: Joost Conijn, Jans Muskee, Joep van Lieshout. Vaste reserves: John Körmeling, Peter Klashorst, Paul Blanca. Hoofdtrainer: Rob Scholte en veldtrainer: Jos van Houwelingen. Maak uw eigen elftal en dwing het belang van kunst af.
Opvallend aan een bericht in de Süddeutsche Zeitung over nieuwe bedreigingen van de Russische president Vladimir Putin is dat ze deels waar zijn en deels uit het hoofd van een waanzinnige lijken te komen die alle realiteitszin kwijt is en anderen eenzijdig zijn wil wenst op te leggen. En daarmee de Europese vrede bedreigt.
Putin zou zijn Oekraïense ambtgenoot Petro Porosjenko afgelopen vrijdag gedreigd hebben dat als hij wil het Russische leger snel Oost-Europese hoofdsteden kan bezetten. Putin zou Porosjenko in een gesprek gezegd hebben: ‘Wenn ich wollte, könnten russische Truppen in zwei Tagen nicht nur in Kiew, sondern auch in Riga, Vilnius, Tallinn, Warschau oder Bukarest sein.’ Porosjenko heeft dat aan de EU gerapporteerd. Putins dreiging past in een patroon. Begin september dreigde hij EU-commissievoorzitter José Barroso dat als hij wilde Rusland binnen twee weken Kiev zou bezetten. Opvallend is dat Putin de troepen van de Russische Federatie steeds sneller laat opereren. Wat begin september nog twee weken was, is een halve maand later twee dagen. Als dat zo doorgaat kunnen straks de Russen in twee uur in genoemde hoofdsteden zijn. Of in twee minuten.
Of Putins waarheid kwalijker is dan zijn waanzin is de vraag. Hij zou gezegd hebben door bilaterale contacten zoveel invloed in de Europese Raad van regeringsleiders te hebben dat hij een meerderheid die negatieve besluiten over de Russische Federatie neemt te kunnen blokkeren (‘Er könne durch bilaterale Kontakte Einfluss nehmen und eine “Sperrminorität” im Europäischen Rat bewirken, die für Russland negative Entscheidungen verhindere, soll Putin demnach gesagt haben.’). Deze grootspraak klinkt aannemelijk. Landen als Hongarije, Slowakije, Bulgarije, Tsjechië en Cyprus staan onder sterke invloed van het Kremlin en ze ondermijnen een krachtdadig optreden en de eensgezindheid van de EU. Putin wijst op het failliet van de buitenlandse politiek van de EU dat geen antwoord weet op het dreigen van een waanzinnige die daarnaast de waarheid spreekt.
De druiven zijn zuur voor de Europese piraten. De in het Europarlement vertegenwoordigde Zweedse parlementariërs Christian Engström en Amelia Andersdotter verdwijnen omdat de Zweedse Piratenpartij bleef steken op 2,2%. Te weinig voor een zetel. In schril contrast met de 7,13% uit 2009. De enige vertegenwoordiger van de Piraten in het Europarlement van 751 leden wordt de Duitse Piraterin Julia Reda. Op een haar na miste de Duitse Piratenpartei een tweede zetel. De Nederlandse Piratenpartij haalde 0,8%.
Voorvechter van de Europese Piraten die aangelopen weken vele nationale Piratenpartijen hielp met hun campagne Rick Falkvinge houdt in een analyse de moed erin en zoekt met een zoeklicht naar lichtpuntjes. Hij wijst op oplopende steun in Tsjechië (4,8%), Oostenrijk (2,1%), Luxemburg (4,23%) en Slovenië (2,57%). Maar is objectief genoeg om het een pijnlijk langzame verbetering te noemen. Z’n tegenbewijs dat ‘the political world tends to be that painfully slow for people coming from the Internet’ klopt niet zoals het Zweedse voorbeeld toont. De Piraten boeren als ‘politieke familie’ achteruit. Alleen die politieke werkelijkheid is relevant.
De kritiek vanuit nationale Piratenpartijen op de institutionele media die politieke partijen die toe willen treden tot het politieke bestel bewust geen platform bieden snijdt hout. Dit is ernstig voor wie de media als controleur van de macht wenst te zien. Dat moet geen poortwachter zijn die de deur sluit. Falkvinge zette op een rijtje hoe de Zweedse Piratpartiet -niet eens een kleine partij- door de Zweedse media steeds weer van debatten, kieswijzers en verslaggeving werd uitgesloten. Dat mechanisme van bewuste uitsluiting werkte ook op Europees niveau. De Zweedse piraat Amelia Andersdotter werd op oneigenlijke gronden uitgesloten van deelname aan de debatten tussen de kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie.
Ook in Nederland werd de Piratenpartij zo goed als genegeerd door de institutionele media en kon daarom het gedachtengoed nauwelijks doordringen tot het electoraat. Een toetredende politieke partij die nog niet in een parlement vertegenwoordigd is ontvangt volgens de Wet Financiering Politieke Partijen in Nederland geen overheidssubsidie en is afhankelijk van free publicity. Als dat zo goed als ontbreekt, dan wordt het onmogelijk om de eigen stem tussen de gevestigde partijen te laten horen. In Duitsland is dat anders geregeld. De Piratenpartei kon zich al professionaliseren en publiciteit maken zonder dat het nog vertegenwoordigd was.
Het is lastig om de vinger te leggen op de nederlaag van de Piratenpartijen. Hun opmars gaat te langzaam. Onbegrijpelijk in het jaar van Edward Snowden, de NSA en de massale spionage van burgers. Ook door tal van Europese landen. Een verklaring is dat Groenen en links-liberale partijen als D66 deze kritiek succesvol weten te verwoorden. Sommige piraten beschouwen dat als opportunisme. Maar omdat het past binnen het gedachtengoed van deze partijen is dat de vraag. Als ze dit gewetensvol blijven doen, dan maakt het niet uit wie de kritiek verwoordt. Voor de bewering dat de institutionele media en de gevestigde politieke partijen de Piratenpartijen uitsluiten zijn voldoende aanwijzingen. Da’s zorgelijk omdat het raakt aan het functioneren van de journalistiek en het politieke bestel. Daarover kunnen de Piratenpartijen met andere nieuwkomers die bewust uitgesloten worden, zoals de Libertarische partijen, een breed maatschappelijk debat opstarten.
Update: Minister Plasterk was vanavond in Nieuwsuur voor het eerst in het openbaar kritisch op het afluisteren door de NSA. Hij had vanavond een brief van de NSA ontvangen waarin het toegeeft in december 2012 de metadata van 1,8 miljoen telefoongesprekken te hebben verzameld. Plasterk maakt daar nu in het openbaar bezwaren tegen. Hij neemt hiermee afstand van de VS.
Speculaties vliegen de wereld rond over spionage-programma’s die dag-in-dag-uit het nieuws halen. Leiders van Brazilië, Duitsland, Mexico, Italië, Spanje en het Vaticaan worden afgeluisterd. Maar is de Amerikaanse spionagedienst NSA nou de kampcommandant, zijn de nationale inlichtingendiensten zoals de Nederlandse AIVD kapo’s die optreden als onderaannemers met vuile handen en de afgeluisterden de gevangenen?
Bovenstaand geheim document van de NSA dat Edward Snowden lekte aan Glenn Greenwald classificeert landen in vier categorieën. Categorie B (Tier B) van gerichte samenwerking (Focused Cooperation) omvat 20 landen: Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Italië, Japan, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Zuid-Korea, Spanje, Zweden, Zwitserland en Turkije. Doel van de NSA is om door medewerking van deze landen voordeel te behalen voor de VS.
De samenwerking als onderaannemers voor de NSA verklaart het zwijgen of de dubbelzinnige reacties van de regeringen van Europese landen. Ze zitten klem als ‘partners in crime’ die verdacht worden, maar nog net niet op heterdaad betrapt zijn. Maar ze weten dat onthulling dreigt. Steeds meer wordt duidelijk dat ze zich overgeleverd hebben aan de VS die verreweg het grootste budget en de meeste middelen hebben. Dat doen landen uit bescherming van hun informatiepositie. Dat gaat uiteraard onder het motto ‘voor wat hoort wat’.
Met als gevolg een Nederlandse minister Ronald Plasterk die eerst maandenlang zwijgt en vervolgens tastend in het donker van de openbaarheid antwoorden geeft over het functioneren van de NSA in Nederland die niemand kunnen bevredigen. Da’s omdat Nederland zich sinds 9/11 ondergeschikt heeft gemaakt aan de Amerikaanse hegemonie. Ons land kan zich niet meer bevrijden uit de greep van de VS en de ministers zitten klem nu ongeruste burgers zich steeds ongeruster maken over de nadelige effecten van de spionage. En nu bescherming van hun burgerrechten eisen die in het verleden door Nederlandse regeringen al weggegeven is.
De PVV is een meldpunt Midden- en Oosteuropeanen gestart. De partij legt uit dat er sinds 1 mei 2007 vrij verkeer van werknemers is tussen Nederland en acht lidstaten uit Midden- en Oost Europa: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Hongarije. Deze MOE-landen traden met Malta en Cyprus in 2004 toe tot de EU in de vijfde uitbreiding. De PVV zegt dat er naar schatting 200.000 tot 350.000 personen uit deze landen in Nederland verblijven. In 2010 hadden ongeveer 11.700 daarvan een uitkering.
De landen van de zesde uitbreiding uit 2007 zijn Bulgarije en Roemenië. Tot 2014 kan in een overgangsfase het vrije verkeer van werknemers uit deze twee landen beperkt worden. Een overheidsonderzoek uit 2008 over de economische invloed van Bulgaren en Roemenen concludeert over werknemers uit de MOE+-landen (de acht van de vijfde uitbreiding minus Cyprus en Malta plus Bulgarije en Roemenië) dat hun netto bijdrage klein, maar bescheiden positief is. Maar in de vier jaar sinds dat onderzoek kan het beeld gekanteld zijn.
De PVV-fractie heeft volgens minister Kamp het recht een meldpunt op te zetten. Anderen noemen het stemmingmakerij of discriminatie. De Poolse ambassade is kwaad over het initiatief. Toch erkennen velen dat er problemen zijn met werknemers uit MOE+-landen. Zo wil de Haagse PvdA-wethouder Marnix Norder werkloze Oost-Europeanen uitzetten. Hij sprak in december 2010 over een tsunami van Oost-Europeanen.
Zorgvuldigheid ligt in voorwaarden. Inventariseren van ‘overlast, vervuiling, verdringing op de arbeidsmarkt en integratie- en huisvestingsproblemen‘ kan geen kwaad. Het activisme van de PVV vraagt om navolging, het relativeert het belang van politieke partijen. Andere partijen kunnen meldpunten opzetten over sjoemelende bankiers of directeuren in de semi-publieke sector. Het is pas discriminatie als individuele gevallen niet op hun eigen waarde worden beoordeeld. Onze rechtsstaat is echter krachtig genoeg om dat te garanderen.
Foto: Warszawa Pride protest in Polen tegen discriminatie van (sexuele) minderheden, 2008. Met op spandoek Europa = Tolerantie. Credits: Joe Ruffles.