Alexei Navalny ziet wegjagen van Armeense president als instructie voor Russen

Uit deze video valt goed op te maken waarom de Russische oppositionele politicus Alexei Navalny van het Kremlin geen deel uit mag uitmaken van het politieke systeem. Hij wordt ervan uitgesloten. Ook als men het niet (in alles) met Navalny eens is, zal men toch kunnen erkennen dat hij een solide en wervend verhaal heeft over de machtsbasis van president Putin. Die komt door propaganda, vervalste verkiezingen, het oneigenlijk oprekken van de grondwet (vijfde presidentstermijn!) en het machtsmonopolie van inlichtingen- en veiligheidsdiensten tot stand. Navalny wijst in zijn video-boodschappen vaak op de corruptie in het Kremlin.

Een verhaal dat door slim aan te haken bij internet en de hightechindustrie ‘modern’ oogt tegenover het bureaucratische nepotisme of gangsterdom van Putin dat met de rug naar de toekomst staat en op olie en gas draait. Volgens Navalny is Putin een reus op lemen voeten. Zonder de steun van het volk is een leider niks, zoals het Armeense voorbeeld leert van een leider die schijnbaar ook 76% steun onder de bevolking genoot, maar door straatprotesten moet aftreden. Dat laatste is ook Navalny’s wapen. Hij staat immers buiten politiek en media waar hij niet tot wordt toegelaten. Hem resten het protest op sociale media en op de straat.

Een artikel van Viv Groskop in The Guardian over Ksenia Sobchak die het in de recente presidentsverkiezingen vergeefs opnam tegen Putin laat de modderige kant van de Russische politiek zien. En de moeite van de oppositie om de gelederen gesloten te houden. Sobchak over wie trouwens de meningen verschillen of ze een pro- of anti-Kremlin kandidaat was. Sobchak die Navalny overigens verdragsrechtelijk inhaalt door de Krim zonder voorwaarden vooraf terug te willen geven aan Oekraïne, terwijl hij niet verder gaat dan er een nieuw referendum over te beloven. In een televisiedebat met Sobchak verklaarde Navalny dat ze hem aan zijn keukentafel bekende dat het Kremlin haar geld had aangeboden om zich kandidaat te stellen. Zij ontkent dat gezegd te hebben en wijst erop dat het niet logisch is dat Navalny dit in de aanloop naar de verkiezingen een half jaar lang geheim zou hebben gehouden. Russische politiek is omklemmend en zuigt alles en iedereen op.

Advertentie

Aanklager Mueller klaagt Russen aan. Dat is nog nooit gebeurd. Verandert dat de politieke situatie in Washington fundamenteel?

Lawrence O’Donnell vraagt zich af wat president Putin weet over president Trump en of die wetenschap er dat een verklaring voor is dat Trump gestuurd wordt door Putin. Zoals het heet: Putin ‘owns’ Trump. Deze vragen worden al meer dan een jaar gesteld omdat het opvallend was dat Trump tot gisteren de Russische inmenging in de presidentsverkiezingen van 2016 en de doorgaande Russische inmenging in het Amerikaanse politieke systeem niet noemde, laat staan veroordeelde. De gisteren door speciale aanklager Robert Mueller naar buiten gebrachte aanklacht die door onderminister van Justitie Rod Rosenstein in het openbaar toegelicht werd laat er geen misverstand over bestaan. Russische staatsburgers in de VS mengden zich sinds 2014 via sociale media in het publieke debat. Ze overlegden met elkaar en opereerden volgens een masterplan. Ze deden zich voor als Amerikanen en communiceerden met medewerkers van Trumps campagneteam. Dit duidt vooralsnog niet op samenzwering (‘collusion’), maar evenmin op het omgekeerde. Muellers aanklacht pleit Trump niet vrij, maar benadrukt vooral zijn gebrek aan initiatief om de Amerikaanse democrate te vrijwaren van Russische invloed. Het valt te verwachten dat Mueller door zijn onderzoek het belastend materiaal vindt dat Putin over Trump heeft en deze verlamt, zodat door openbaarmaking Putins invloed op Trump teniet wordt gedaan.

Ari Melber praat in zijn programma ‘The Beat’ met voormalig Watergate-aanklager Nick Akerman en de Republikein Richard Painter die in de Amerikaanse media ‘Ethics Czar’ van George ‘W’ Bush genoemd wordt. Doordat Trump eindelijk de Russische inmenging heeft toegegeven, is de positie van speciale aanklager Mueller versterkt. Overigens brachten in januari 2017 de Amerikaanse inlichtingendiensten informatie over Russische inmenging al naar buiten. Maar tot gisteren bleef Trump dat ontkennen, of op zijn best negeren.

Het valt te bezien of de pogingen van de Republikeinen om het Rusland-onderzoek te vertragen en speciale aanklager Mueller in de wielen te rijden nu afnemen. Zolang ze het partijbelang boven het landsbelang blijven stellen zullen ze waar mogelijk op de rem blijven staan. En zo het Kremlin en president Trump ter dienste zijn. Het is in het Huis vooral voorzitter Devin Nunes van het Permanent Select Committee on Intelligence die in samenwerking me het Witte Huis een onafhankelijk onderzoek naar de banden tussen Team Trump en het Kremlin blokkeert. En hiermee het Amerikaanse politieke systeem verder heeft beschadigd dan Putin al deed.

Petitie: ‘Het Oekraïne-referendum: dit was eens maar nooit meer’. Laat het volk voortaan voor zichzelf spreken. Maar kan dat wel?

or

In de toelichting beredeneren de initiatiefnemers van gelegenheidssite ditwaseensmaarnooitmeer dat het referendum als instrument van directe democratie waardevol is, maar dat het Oekraïne-referendum van 6 april 2016 tekort is geschoten: ‘Maar voor ditwaseensmaarnooitmeer.nl staat één ding als een paal boven water: zoals het Oekraïne-referendum is verlopen, zó willen we het nooit meer.’ Politieke marketing met simpele one-liners deed de complexiteit van het verdrag geen goed: ‘Dat leidde tot een bonte verzameling aan one-liners en uiterst simplistische stemadviezen. Zoals: Ben je tegen de EU, stem dan ‘nee’. Ben je tegen Poetin, stem dan ‘ja’. Wil je Oekraïense plofkip? Stem dan ‘ja’. Eerst de radarbeelden van de MH17!

De petitionisten hebben gelijk. Om het instrument referendum dat de kloof tussen burger en politiek kan helpen dichten hetzelfde te laten blijven moet het veranderen. Probleem is dat bij een referendum -waar ook nog eens grif subsidiegeld valt te verdienen- allerlei bemiddelaars zich namens ‘het volk’ opwerpen. Het wordt een industrie op zichzelf. Ze herkennen de paradox niet dat ze zich uitspreken tegen de representatieve democratie, terwijl ze zichzelf opwerpen als vertegenwoordiger van het volk tegen de politiek. Het verschil is niet principieel, maar functioneel. Het maakt niets uit of een politieke partij of maatschappelijke groepering namens het volk spreekt. Hoewel bemiddelaars altijd nodig zijn, moet bij een volgend referendum het volk meer namens zichzelf kunnen spreken. Daar dienen wijzigingen in de referendumwet op afgestemd te zijn. Lastig, omdat zo ook de macht van politieke partijen verminderd moet worden. Dat doet de politiek ongaarne.

Complicatie is de fragmentatie van de voor- en tegenstanders die namens het volk menen te spreken, maar hun eigen achtergrond, economische belangen, ambities en politieke kleur vooropzetten. Daarom verschillen ze aanmerkelijk. In de uitzending van de NOS op de avond van het referendum kwam een schisma aan het licht in het NEE-kamp, tussen Forum voor Democratie (Baudet) en Burgercomité EU (Van Dixhoorn, Van Houwelingen). Dan zijn er nog de partijen PVV en de SP die evenmin identiek denken. En wat te denken van de horizontale communisten, dierenactivisten en kritische maatschappijdenkers tegen inkomensongelijkheid, Monsanto of alles wat naar Westerse dominantie neigt. Voeg daarbij nog de populisten van De Telegraaf/ Geen Stijl over wie ditwaseensmaarnooitmeer zegt: ‘Nee, er niets op tegen dat een weblog of ander medium zich op een referendum stort. (..) ditwaseensmaarnooitweer.nl vindt echter dat het geen recht doet aan onze democratie en rechtstaat door het referendum als een ‘zomerdingetje’ in te zetten, gewoon, omdat het kan.’

Alleen al binnen het NEE-kamp bestaan zo op het eerste gezicht acht te onderscheiden facties met een specifieke focus, invalshoek en belang die menen namens het volk te spreken. Dan is er het JA-kamp met GroenLinks en de conservatieve Joshua Livestro, de tegenstanders van referenda VVD en CDA, de eurofiele D66’ers en solidaire PvdA’ers. En het bedrijfsleven met MKB en multinationals dat altijd en overal lobbyt, maar zich nu nauwelijks uitsprak in de campagne. Zeg, ook zo’n acht van elkaar te onderscheiden facties. Voeg daarbij de neutrale twijfelaars en metadenkers van Meer Democratie. Voor je het weet zijn er al snel zo’n kleine 20 politieke partijen en groeperingen die bij dit referendum zeggen namens het volk te spreken. Of dat te vertegenwoordigen. Nog los van de Rusland- en Oekraïne-sympathisanten. Zorg dan maar eens dat er een referendumvorm komt dat het mogelijk maakt dat het volk meer dan gisteren namens zichzelf kan spreken en minder gestuurd wordt door de belangen van anderen die niet per definitie de belangen van het volk zijn.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Het Oekraïne-referendum: dit was eens maar nooit meer’. Tekenen kan hier.

Initiatiefnemers Oekraïne-referendum vallen door de mand. Het gaat om centen, marketing en profilering. Niet om democratie

resolve-2

Het referendum lijkt nergens op. Zoals Luuk Koelman gisteren schreef in een artikel dat niet door de censuur kwam van de Telegraaf Media Groep: ‘Dit referendum gaat niet over Oekraïne. Het gaat zelfs niet over Europa of de EU. Het is simpelweg één grote PR-stunt om de marktwaarde van GeenStijl op te krikken. Red de democratie? Nee, red GeenStijl. En het is ze gelukt. TMG heeft het weblog weer in de armen gesloten. Knap gedaan. Het kost dan wel 40 miljoen euro gemeenschapsgeld, maar hé, een kniesoor die daarop let.

Op 11 november 2015 reageerde ik op een artikel van Geen Stijl in dezelfde bewoordingen: ‘Want GeenStijl moet als poot van TMG (De Telegraaf) constant aan de weg blijven timmeren om zich commercieel waar te maken. Net winstgevend of zelfs net verliesgevend -daarover verschillen de verklaringen van TMG- moet GS de vlucht naar voren nemen om zichzelf waar te maken. Ten koste van alles wat zich voordoet. Thierry Baudet probeert zich te profileren als conservatieve denker. Beide grepen het referendum aan ter eigen profilering. Daar is niets mis mee, maar het is jammer dat GeenStijl en Baudet dat niet gewoon toe willen geven en met ingewikkelde verhalen over democratie, invloedssferen en Rusland hun ware bedoelingen verhullen. Echte mannen zijn oprecht en komen eerlijk voor hun motivatie uit.’  Dit waren geen echte mannen, maar namaak.

Een organisatie als Meer Democratie doorzag de opzet onvoldoende en gaf de oproep tot een referendum legitimiteit door met andere organisaties die welwillend stonden tegenover directe democratie aan te haken bij dit marketingconcept van Geen Stijl, Baudet, de SP en andere initiatiefnemers van het eerste uur. In een open brief aan Meer Democratie waarin ik me afvroeg waarom het zich met Geen Stijl wilde associëren stelde ik aan de orde dat het naar mijn idee om oneigenlijke redenen dit initiatief steunde: ‘Meer Democratie probeert nu zelfs m’n aandacht te vestigen op een politiek initiatief van GeenStijl dat haaks staat op het idee van democratie zoals ik dat voor me zie. En waarvan ik dacht dat Meer Democratie dat ook zo zag.’

Kortom, het commercieel belang van een Telegraaf-dochter heeft ons dit referendum ingerommeld. En tel daarbij op het partijbelang van de fervente tegenstander SP die zich heerlijk ruim een half jaar met Harry van Bommel kon profileren als anti-kapitalistisch en de persoonlijke profilering als zelfverklaard ‘intellectueel’ van Thierry Baudet met rechts-extremistische contacten en je begrijpt welke oneigenlijke redenen hier spelen. Democratie als marketing, als middel om het eigen ‘product’ te verkopen. Een wassen neus op de democratie.

Foto: ‘Feestartikelen. Klant kiest feestneus aan de toonbank van een winkel voor feestartikelen/schertsartikelen, Nederland 1929.

Open brief aan Meer Democratie. Waarom associëren jullie je met GeenStijl?

Meer

Beste Niesco Dubbelboer en Arjen Nijeboer,

Jullie mail treft me onaangenaam door strekking en argumentatie. Ik vind dat Meer Democratie zich voor de verkeerde zaak leent door aandacht te vestigen op een initiatief van onder meer weblog GeenStijl dat in een toelichting de oorlog tussen Oekraïne en de Russische Federatie reduceert tot een burgeroorlog en daar redenen voor ziet om het referendum te houden. Dat gaat samen met een negatieve houding jegens de EU.

GeenStijl -100% dochter van Telegraaf Media Groep- zegt over drie EU-associatiepartners Moldavië, Georgië en Oekraïne: ‘Als die landen verder uit Poetins invloedssfeer getrokken worden, krijgt de Europese Unie een open zenuw én open grenzen met oorlogsgebied.GeenStijl suggereert dat 1) Oekraïne behoort tot de invloedssfeer van de Russische Federatie; 2) Oekraïne in de Russische invloedssfeer moet blijven en 3) het vanuit Europees perspectief gewenst is dat Oekraïne tot de Russische invloedssfeer behoort. GeenStijl gooit internationale verdragen zoals de Helsinki Final Act 1975 over soevereiniteit het raam uit en levert landen over aan het land met de grootste wapens en de minste mensenrechten. Er valt trouwens heel wat af te dingen op de observatie dat Oekraïne en beide andere landen tot de Russische invloedssfeer behoren.

In Meer Democratie meende ik een nieuwe manier van democratie te hebben gevonden die onder meer de particratie en de Oerlemanse Eenpartijstaat probeert te corrigeren door het helpen verleggen van de grenzen van de politiek. Zodat burgers meer macht krijgen en de macht van de politieke partijen verminderd wordt. Ik meende dat Meer Democratie ver afstond van de partijpolitiek, maar ik vrees me vergist te hebben. Meer Democratie probeert nu zelfs m’n aandacht te vestigen op een politiek initiatief van GeenStijl dat haaks staat op het idee van democratie zoals ik dat voor me zie. En waarvan ik dacht dat Meer Democratie dat ook zo zag.

Jullie toevoeging ‘Meer Democratie heeft geen mening voor of tegen het verdrag met Oekraïne. Wij verwelkomen echter in principe elk referendum over elk onderwerp en stellen u graag van lopende referenduminitiatieven op de hoogte’ vind ik onwaarachtig. Jullie zijn geroutineerd genoeg om te weten dat geen enkele associatie neutraal is en zonder gevolgen blijft. Betekent dat ook dat ik voortaan over elke referendum dat ergens in de samenleving opborrelt een mailtje van Meer Democratie kan verwachten? En als dat niet zo is, wat maakte deze keer dan wel het verschil om me op dit referendum opmerkzaam te maken?

Jullie zullen onderhand wel begrepen hebben dat ik ontstemd ben en vind dat jullie een inschattingsfout hebben gemaakt door me deze mailing te sturen. Ik twijfel nu of ik definitief een streep door mijn steun aan Meer Democratie moet zetten, maar hoop dat jullie je fout inzien en met een uitleg komen dat dit eenmalig was en niet had moeten gebeuren. Die kans op inzicht geef ik jullie voordat ik me definitief afmeld.

Foto: Schermafbeelding van deel nieuwsbrief ‘Vandaag begint 2e fase handtekeningeninzameling referendum EU-Oekraïne’, 18 augustus 2015. Zie hier voor website van Meer Democratie.

Petitie van ‘Meer Democratie’: Stop partijpolitieke benoemingen

40_236998_stop-partijpolitieke-benoemingen-hier

Politieke partijen gijzelen het openbaar bestuur en ontlenen daar hun macht aan. Ze claimen publieke functies en menen daar zelfs recht op te hebben. Slechts 2,75% van de Nederlanders is lid van een politieke partij zodat het niet alleen een onrechtvaardig systeem is dat 97,25% buitensluit, maar ook een onverstandig systeem omdat het talenten van buiten de politiek negeert. Voor de BV Nederland dat economisch, politiek en mentaal stagneert is het een gemiste kans dat een potentieel van betrokken, en goed opgeleide en geïnformeerde burgers uitgesloten is van het openbaar bestuur. Juist omdat ze een frisse blik kunnen bieden.

demo

De beweging Meer Democratie dat min of meer een doorstart is van het ook naar democratische vernieuwing strevende Agora Europa startte op 27 mei het burgerinitiatief Stop Partijpolitieke Benoemingen met als doel om publieke functies voor iedereen open te stellen, niet alleen voor leden van politieke partijen. Tekenen hier.

In mei 2013 verwees dit blog naar politicoloog Nico Baakman naar wie Meer Democratie ook verwijst: ‘Ter onderbouwing verwijst Baakman naar artikel 1 van de Grondwet. Discriminatie wegens politiek gezindheid is niet toegestaan. In artikel 5,4 van de Algemene Wet Gelijke Behandeling wordt dit uitgewerkt. Een direct onderscheid vanwege politiek gezindheid wordt verboden, maar tegelijk geldt de volgende uitzondering: ‘Het eerste lid is niet van toepassing op eisen met betrekking tot de politieke gezindheid die in redelijkheid kunnen worden gesteld in verband met de vervulling van functies in bestuursorganen en adviesorganen.

wet

Ik vervolgde: ‘Ofwel, de wetgever vindt het redelijk dat er bijkomende eisen van politieke gezindheid voor de vervuling van functies in het openbaar bestuur worden gesteld. Omdat uitsluitend leden van een kartel van politieke partijen dit onder elkaar toetsten worden buitenstaanders voor publieke functies wettelijk en praktisch buiten de deur gehouden. Feit dat de omschrijving ‘in redelijkheid‘ niet is gedefinieerd, maakt het er nog extra partijdig op.’ Baakman zag het in 2010 somber in: ‘Als je om politieke criteria uit een functie in het openbaar bestuur geweerd bent, heb je juridisch geen poot om op te staan. Wil je serieus iets aan politieke benoemingen doen, dan zal dit wetsartikel op de schop moeten.Meer Democratie pakt Baakmans idee nu op.

Partijpolitieke benoemingen zijn nauwelijks uit te roeien omdat politieke partijen hun macht niet vrijwillig opgeven, de benoemingen in de wet verankerd zijn en niemand de wetgever (dus: de politieke partijen) kan dwingen een deel van hun macht op te geven. Tegen deze gelegitimeerde onrechtvaardigheid liepen velen binnen en buiten politieke partijen al te weer. Zo laakte J.W. Oerlemans in zijn befaamde artikel ‘Eenpartijstaat Nederland‘ uit 1990 de stand van de democratie, maar veranderde er in 25 jaar niets fundamenteels.

Twijfelachtig is of de petitie de schil van de macht ver genoeg afpelt. Macht draait niet om benoemingen in publieke functies en politieke partijen. Deze zijn instrumenten van de macht en worden door anderen aangestuurd. Ik schreef in 2010: ‘De macht achter de macht stuurt het systeem feilloos. Het is tot perfectie gevoerd, leidt af van de macht en focust op incidenten. Het meerpartijenstelsel kent geen ideologische strijd, de bevolking herkent zich niet in de politiek en de politicus wordt door het systeem ingekapseld. Burgers worden gevoed zich zorgen te maken over symptomen en zo de structuur te vergeten. De montage is onzichtbaar en de vicieuze cirkel immens.’ Toch kan het geen kwaad de petitie te tekenen om een begin te maken met machtsdeling die burgers een kans geeft. Maar naar verwachting levert het niet meer op dan gekrabbel in de marge. Bewustwording over het functioneren van het politieke bestel is mooi meegenomen.

Foto 1 en 2: Schermafbeelding van Meer Democratie / Stop partijpolitieke benoemingen: achtergrondinformatie, 29 mei 2015.

Foto 3: Schermafbeelding van Algemene wet gelijke behandeling, artikel 5.4.

G1000 Uden op weg naar democratie binnen lijnen bestaande macht

In het Brabantse Uden zegt ‘een groep betrokken Udenaren’ die zich G1000 noemt op weg te zijn naar een andere democratie. Wie de initiatiefnemers zijn wordt uit de uitingen van de G1000 niet direct duidelijk. Dat geeft te denken over de opzet. Een verwijzing naar de passiegroepUdenaar de toekomst met het motto ‘Groen, Gezond, Gastvrij en Gezellig’ noemt namen: Mirande Heffels en Marcel Klösters als coördinatoren. Miranda Heffels is Projectleider Toekomstvisie bij Gemeente Uden en Marcel Klösters een oud-werknemer van de HEMA. Zo ontstaat het beeld dat via projectleider Miranda Heffels de gemeente Uden als initiatiefnemer direct betrokken is bij de G1000. Op zijn minst zet dat vraagtekens bij de claim dat de burgers onder elkaar beraadslagen en hoe anders die andere democratie kan zijn. G1000 is een project waarin Uden deelneemt.

De Udense G1000 verwijst naar het initiatief van David Van Reybroeck die voorstelt om de democratie te verbeteren. Hij heeft het opgeschreven in zijn pamflettistisch boek ‘Tegen Verkiezingen‘. Parlementen en politieke partijen verliezen aan vertrouwen. Hoe kan dit democratische tekort opgelost worden? Democratie eindigt maar al te vaak in corruptie, lobbyen, belangenverstrengeling en een in zichzelf gekeerde en geïsoleerde partijpolitiek. Dat zijn de vragen die Van Reybroeck stelt. Hoe onafhankelijk van gevestigde belangen de Udense G1000 optreedt is de vraag. Lijkt het niet eerder op een getemde variant van wat Van Reybroeck voorstaat? Ofwel: ‘Gezellig’, kritiek maar met mate. Uitsluitend inkleuren binnen de lijntjes.

Daarbij komt het optreden van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Hij krijgt veel kritiek. Zie het AIVD-dossier waaruit blijkt dat Plasterk meegaat in de inperking van de burgerrechten door minister Opstelten en zie zijn niet gewilde ideeën van bestuurlijke herindeling die hij als een loopjongen van de VVD uitvoert, maar waartegen de lokale politiek zich succesvol verzet. Het is daarom de vraag wie Plasterk bij dit initiatief dat een burgerinitiatief heet te zijn heeft uitgenodigd. Waarom zouden burgers minister Plasterk uitnodigen? Wat heeft hij hier te zoeken? Want stel dat hij deel van het probleem is. Da’s niet onmogelijk. Dit wijst er opnieuw op dat het openbaar bestuur direct betrokken is bij de G1000 en het voor het eigen karretje spant.

Moet dan de conclusie zijn dat de Udense G1000 tegelijk fopspeen, ventiel en bliksemafleider is om de burger te misleiden? En in slaap te wiegen. Zodat deze G1000 geen initiatief is dat er op uit is om de democratie te veranderen, maar juist dient om de status quo te handhaven. Dat alles nog los van het feit dat door Europese en Haagse besluitvorming en regelgeving de Udense burger niet eens over de hoofdzaken kan meepraten. Zo beredeneerd is de Udense G1000 een vals en verwerpelijk initiatief dat burgers het idee geeft dat ze serieus genomen worden en ze meepraten. Wat ze het besef ontneemt dat dit afleidt van een fundamenteel debat over de inrichting van de politiek en het delen van de macht. Zo gezien is de Udense invulling van de G1000 hypocriet. Er kan van gezegd worden dat het de democratie dient door de status quo te bevestigen. Dit heet met een ander woord conservatisme. Het is een getemde en brave versie van wat Van Reybroeck voorstaat.

Oekraïne: Onderschat Putin de EU of overschat EU zichzelf?

Een amateur filmt een konvooi van 122 Russische militaire voertuigen in de buurt van het Oekraïense Krasnodon. Dus op Oekraïens grondgebied. Ukraine@war geeft de geo-locatie. Onduidelijk is waarheen het konvooi op weg is. Donetsk, Mariupol? Maar de vraag is wat het op Oekraïens grondgebied doet zonder toestemming van de centrale regering in Kiev. Hier is sprake van een onrechtmatige invasie door de Russische Federatie van een autonoom en soeverein land. Dat vraagt om een reactie. Maar door wie?

De Russische Federatie komt de laatste tien dagen militair uit de kast. Op een opvallende manier gooit het alle schroom van zich af. Waar het eerst de geheime oorlog verborgen hield door ’s nachts te opereren en vaak achterafweggetjes te kiezen voor de militairen transporten vanuit Rusland geeft het nu sociale media volop gelegenheid de aanwezigheid van legervoertuigen van de Russische Federatie vast te leggen. Verklaring is dat president Putin zich overmoedig en onoverwinnelijk waant en denkt dat Europa, de VS en andere westerse landen hem niks kunnen maken in een Oekraïne dat in meerderheid voor aansluiting bij de EU gekozen heeft.

Minister Frans Timmermans en beoogd eurocommissaris was gisteren duidelijk in de H.J. Schoo-lezing over Europa. President Putin denkt dat-ie Europa kan overbluffen, maar onderschat de kracht van Europa: ‘Europa is allereerst een idee. Europa staat voor een manier van leven die overal ter wereld erkend en herkend kan worden als Europees. Democratie, mensenrechten, vrijheid van godsdienst, individualisme—het zijn waarden die voor het eerst hier—in Europa—opduiken.’ en: ‘De meest extremistische fundamentalisten in het Midden-Oosten, de meest radicale nationalistische politici uit Rusland—ze richten hun woede op ons omdat ze bang zijn dat de Europese manier van leven aantrekkelijk zal blijken voor hun eigen bevolking. De angst van Poetin is niet dat demonstranten met blauwe vlaggen met gele sterren zwaaien op het Maidan-plein—de angst van Poetin is dat ze die blauwe vlaggen met gele sterren laten zwaaien op het Rode plein.

Timmermans dicht de EU kracht toe die het in het Oekraïense conflict nog niet toonde. Of het om meer gaat dan wensdenken van een naar een topfunctie solliciterende politicus is de vraag. In elk geval moet de EU zich vermannen, de onderlinge geschillen opzij zetten en beseffen dat Putin door zijn optreden een antwoord van de EU forceert: ‘Ik moet mij hoeden voor gepsychologiseer, maar het is een ervaringsfeit dat president Poetin een meester is in escalatie die nog niet de schoonheid van de-escalatie heeft ontdekt. Hij verwacht kennelijk dat hij uiteindelijk toch iedereen kan overbluffen. Een grote en voor Rusland uiterst kostbare inschattingsfout. Overigens mogen wij niet de fout maken te denken dat het snel overwaait en dat we ons geen sancties kunnen permitteren. Wat wij ons niet kunnen permitteren is toegeven aan de logica van landjepik als je je zin niet krijgt, van de toelaatbaarheid van militaire activiteiten in een buurland om dat land te destabiliseren en economisch en politiek op de knieën te krijgen. Die logica, eenmaal onweersproken, zal de neiging hebben ook elders op te duiken, de retoriek van president Poetin en de nu al vele maanden aanhoudende extreme, agressieve nationalistische retoriek in de Russische media doen het ergste vermoeden.’ Belofte maakt schuld.

Verstoten, vergeten en rechteloos: Russische militairen in Oekraïne

Ukraine Today is het antwoord op de Russische propagandazender Russia Today. Maar het lijkt te laat om de westerse publieke opinie nog te winnen voor de Oekraïense zaak. De EU is inert en heeft zich in een hoek laten manoeuvreren waarin het nauwelijks nog invloed uitoefent op Rusland. Het publiek haalt de schouders op over een land aan de rand van Europa waarvan het geen popsterren, vakantieoorden of politici kent.

Feiten liegen er niet om. Volgens Valentina Melnikova, voorvrouw van de Unie van Russische Soldatenmoeders vechten er meer dan 10.000 militairen van het Russische leger in Oekraïne. Dat zijn dus niet de Tsjetsjeense huurlingen of vrijwilligers, hun aantallen komen daar nog eens bovenop. Deutsche Welle schetst de nadelen voor de Russische militairen die in een niet-verklaarde geheime oorlog vechten. Wat zijn hun rechten in een oorlog die geen oorlog mag heten, als door het Kremlin ontkend wordt dat ze ter plekke de strijd zijn aangegaan? Russische mensenrechtenactivisten maken zich zorgen over de rechten van de Russische militairen die hun leven riskeren of gedood worden in een oorlog die de leiders van hun land ontkennen.

Volgens Melnikova moeten alle Russische militairen die naar Oekraïne zijn gezonden de orders van hun meerderen weigeren, een klacht indienen bij het opperbevel of de staatsaanklagers. Want zij meent dat de invasie van een ander land illegaal is zonder officiële order. En die hebben de militairen niet ontvangen, zoals de afgelopen week op Oekraïens grondgebied gevangen genomen 10 paratroepers getuigden. Ze zouden op oefening zijn, maar ineens bevonden ze zich aan het front in een vreemd land. De juridische vraag is of deze Russiche militairen die deelnemen aan een illegale invasie aangeklaagd kunnen worden voor oorlogsmisdaad.

Afgevaardigde Lev Shlosberg uit  Pskov die afgelopen week het nieuws naar buiten bracht dat militairen in Pskov in Oekraïne zijn gesneuveld en in Pskov zijn begraven is door drie onbekenden aangevallen en in het ziekenhuis beland. Eerder verklaarde hij dat naasten van de militairen die vermist worden bang zijn om te praten. Het Kremlin probeert het nieuws over gestorven militairen in de doofpot te stoppen en zet echtgenotes, nabestaanden of critici van de Oekraïne-politiek onder druk niet naar buiten te treden. Rusland probeert de kritische Valentina Melnikova op de lijst van buitenlandse agenten te zetten. Naar verluidt stierven er alleen op 13 augustus al meer dan 100 Russische militairen bij Snizhne in de buurt van Donetsk.

Banken: gered of gereed voor de ondergang? Wat doen politici?

011609_Bank_Bailout

De uitspraak Alles is relatief is weer relatief. Dood is verre van relatief voor wie het aan den lijve ondervindt. Hoewel dat voor iemand die in het hiernamaals gelooft dat weer relatief is. Zo resteren relativeringen die elkaar dwars zitten. Hetzelfde soort redenering geldt voor het internationale bankensysteem. Gered van de ondergang na 2008, maar nu opnieuw gereed voor de ondergang. Omdat de samenleving niet, maar banken wel profiteren bij hun eigen ondergang is het verlies van de een het profijt van de ander. De belastingbetaler financiert het gratis ritje van de banken. Da’s bekend, maar de politiek weet de macht van de banken niet te breken. Zodat de voorwaarden voor een nieuwe bankencrisis niet zijn weggenomen, maar worden versterkt.

Verdere relativering is dat institutionele media spaarzaam berichten over hoofdzaken. Soms Tegenlicht van de VPRO, soms Panorama of Terzake van Canvas. Programmamakers die verder kijken zijn te prijzen. Maar ze zijn de uitzondering. In de ultieme onnozelheid vulde de vraag wie bij de Europese verkiezingen de grootste partij zou worden avonden lang de zenduren van de publieke omroep. En werd er gisterenavond zonder dat een definitieve uitslag beschikbaar was urenlang gepraat over wie gewonnen of verloren had. Op de vulkaan was een dansvloer gelegd om te dansen. In een format dat haaks op de veranderingen staat. Herkenning voor onwijzen en dwazen die genoeg hebben aan een half woord dat nooit meer zal worden dan een half woord. Om met de dichter van het licht te spreken, journalistiek heeft haar gezicht verbrand. En de burger verraden.

Of is dit te somber aangezet? Oordeel over de reportage ‘Zijn de banken nu safe?’ van Wim Van den Eynde en Peter Rondou van Canvas’ Panorama. Hebben wij -lees: onze politici die zo graag de grootste zijn- de kans gemist om de banken te saneren? Het gaat om vertrouwen: Het is een absoluut noodzakelijke grondstof om mee aan de slag te gaan voor bankiers. Zonder vertrouwen geen centen, zonder centen geen bank. Maar dat vertrouwen met een vingerknip kan verdwijnen hebben we in 2008 kunnen vaststellen. Meteen waren de betonnen funderingen van enkele financiële reuzen veranderd in drijfzand. Is het vertrouwen nu terug? Verdienen de bankiers weer ons vertrouwen? Wees gerust, zeggen ook de politici en de overheden. We zitten op de zaak, we treffen maatregelen, de banken liggen aan banden, uw spaarcenten zijn veilig. Als de banken daar niet zelf voor zorgen, dan garanderen wij dat wel. Maar kunnen burgers hun politici wel vertrouwen?

Foto: Rob Rogers, cartoon, 2009.

Zie hier voor reportage ‘Zijn de banken nu safe?’ van Canvas’ Panorama.