
Update 1 november 2014: In zijn column in Trouw meent De Wijk dat Assange en Snowden voor niets hun vrijheid ingeleverd hebben. In zijn analyse leidt De Wijk hun belang vooral af aan de Nederlandse situatie. Daardoor blijft veel buiten zicht. De Nederlandse politieke klasse slaapt waar het om privacy en burgerrechten gaat. Die worden weggegeven. Dat ziet De Wijk correct. Maar is hiermee gezegd dat Assange en Snowden niks bereikt hebben? Wie de toegenomen bewustwording over massale spionage in diverse landen niet wenst te zien als een verdienste van Assange en Snowden heeft het grootste gelijk van zijn wereld. Voor anderen is het een gekleurde analyse met als ondertoon dissidenten als nutteloos af te schilderen. Wie is nu echt nutteloos?
Historicus en commentator Rob de Wijk is voorzitter van de Denktank Nationale Veiligheid en directeur van The Hague Center for Strategic Studies. De organisaties waar De Wijk bij betrokken is ontvangen rijkssubsidie. De Denktank zo’n 700.000 euro per jaar [restbedrag 20% over 2012 is 140.000 euro]. Rob de Wijk en de organisaties waarvoor-ie werkt zijn dus niet geheel onafhankelijk van de overheid en het kabinet.
De Wijk is columnist in Trouw. Opvallend neemt-ie steevast standpunten in die de overheid goed uitkomen. Dat doet-ie slim door voort te borduren op tegenargumenten, maar in de afweging -met een ‘toch‘- altijd voor de status quo te kiezen. Neem als voorbeeld de column ‘Onnodig tappen dient inderdaad geen doel‘.
De Wijk begint ermee de voorstanders van Edward Snowden te reduceren tot mensen die niet met hun emoties kunnen omgaan. Ze regeerden op Van Wijks column van 1 november die zo eindigde: ‘Toch deugt Snowdens actie niet. Als iedereen die voor geheimhouding heeft getekend, toch geheimen openbaart, kunnen wij onze landen net zo goed meteen aan internationale syndicaten van misdadigers en terroristen overleveren. Of aan Chinezen en Russen. Als wij al onze economische en militaire geheimen gewoon in de krant zetten, kunnen zij zich hun spionageactiviteiten besparen.‘ Deze passage maakt inzichtelijk dat Rob de Wijk de overdrijving niet schuwt, maar de volledigheid wel. In een stap verlaat De Wijk het hele middengebied van de argumentatie.
Hij veegt onder tafel dat Snowden zoals elke burger die verantwoording neemt een morele plicht heeft, vanaf het begin heeft beklemtoond dat de onthullingen dienen om het publieke debat te voeden en de journalisten die hij van informatie voorzag op het hart drukte om er zorgvuldig mee om te gaan. Met de strikte voorwaarde om de belangen van de VS niet te beschadigen en geen personen in gevaar te brengen. Wir haben es nicht gewußt, zeiden veel Duitsers na de Tweede Wereldoorlog. Snowden kon en wilde niet meer zwijgen voor wat hij als de opbouw van de Amerikaanse controlestaat ziet waarbij de democratie wordt uitgekleed en het parlement herhaaldelijk wordt gepasseerd. De Wijk hoeft het met dat standpunt niet eens te zijn, maar hij zou het als columnist kunnen signaleren, of op z’n minst kunnen respecteren. Dat alles laat De Wijk na.
Daarbij komt dat De Wijk stelt dat Snowden -en via hem de journalisten die de publicaties in de media verzorgen- geheimen heeft geopenbaard: ‘De reden is dat het openbaren van geheimen de democratische rechtsorde ondermijnt.‘ Dit zuigt De Wijk uit z’n duim. Tot nu toe is nergens uit gebleken dat de onthullingen de rechtsorde of de nationale veiligheid van de VS in gevaar hebben gebracht. Onthullingen hebben de machthebbers in verlegenheid gebracht, maar niet in gevaar. De Wijk laat onvoldoende meewegen dat de massale spionage door de NSA zich voornamelijk richt op onschuldige burgers binnen en buiten de VS, en niet op terroristen. Conclusie is dat de argumentatie van De Wijk niet dwingend is en simpelweg omgedraaid kan worden. Het openbaren van de Snowden-documenten heeft de democratische rechtsorde juist gediend.
Volgens De Wijk blijkt nergens uit dat ‘er geen hard bewijs [is] dat inlichtingendiensten in verschillende landen collectief op grove wijze de wet hebben overschreden of hun macht hebben misbruikt‘. De overtredingen door de NSA zouden ‘incidenten‘ zijn. Zijn observatie dat president Obama en minister Plasterk duidelijk maken dat de veiligheids- en inlichtingendiensten de wet niet bewust hebben overtreden verheft De Wijk tot het feit dat de diensten de wet niet structureel hebben overschreden. Waarbij hij voorbijgaat aan de mogelijkheid dat de bestuurders het publiek voorliegen of door hun geheime diensten niet volledig op de hoogte zijn gebracht. De praktijk van de afgelopen vijf maanden toont aan dat president Obama, generaal Keith Alexander en directeur James Clapper meermalen gelogen hebben in het parlement of de media. Door de onthulling van nieuwe feiten moesten ze hun als geruststelling bedoelde uitspraken dat alles binnen de wet gebeurde telkens corrigeren. In het Amerikaanse Congres bestaan nu initiatieven om de macht van de veiligheids- en inlichtingendiensten in te perken en het toezicht uit te breiden. Dat gebeurt niet omdat de wet niet op grove wijze overtreden is.
De Wijk buigt telkens de feiten in eigen richting bij. Hij verliest zo z’n geloofwaardigheid als wetenschapper. Neem nou de passage over metadata waarmee De Wijk de onder vuur liggende minister Ronald Plasterk in bescherming neemt: ‘Het verzamelen van die data is iets anders dan afluisteren. De data geven slechts inzicht wie met wie, wanneer heeft gecommuniceerd. Pas als opvallende patronen nader worden onderzocht, wordt de privacy geschaad.’ Vergelijk dat eens met een NSA-cursus Materials (p.3): ‘This metadata is highly sensitive which is why we have this specialized training.‘ De mening van De Wijk dat metadata de privacy niet schaden is onjuist. Dat doen ze wel degelijk. Daarom hecht de NSA er ook zoveel belang aan. Niet om er statistieken mee te vullen, maar om netwerken van personen in kaart te brengen. Dat kan zeer gevoelige informatie zijn die direct de privacy schaadt. Ook van ‘onschuldigen‘ die in het sleepnet als bijvangst meegenomen worden.
In de westerse veiligheidsindustrie gaan jaarlijks vele honderden miljarden dollars om. Deze industrie van veiligheids- en inlichtingendiensten, krijgsmachtsonderdelen, particuliere bedrijven die als onderaannemer optreden, hightechbedrijven, gevestigde media en instituten op het gebied van strategie en veiligheid klontert samen en is onderling sterk verbonden. De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden. Daartoe worden vijandbeelden gecreëerd om het belastinggeld te verantwoorden. Vanuit deze industrie worden door ‘deskundigen‘ in de publieke opinie breed analyses verspreid die als overeenkomst hebben dat ze de noodzaak voor het bestaan ervan ‘neutraal’ onderstrepen. Rob de Wijk maakt onderdeel uit van deze industrie. Het is zijn goed recht, maar het zou gewenst zijn als er voortaan een disclaimer bij z’n opinies verschijnt: ‘Beperkt houdbaar door eigenbelang‘.
Foto: Rob de Wijk op een Navo-seminar in Luxemburg, 2009.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...