Donald Trump wordt door zijn uitspraken steeds meer in verband gebracht met het fascisme van de jaren ’20, ’30 en ’40 van de 20ste eeuw in Italië. Wegens verwarring van historische begrippen bedoelen velen met ‘fascisme’ het Duitse nationaal-socialisme van de NSDAP. Feitelijk een hardere variant van het fascisme. Het is één ding dat iemand zoiets zegt, het is een ander ding dat velen hem daarin steunen. Cenk Uygur van The Young Turks verwijst naar de internering van Amerikaanse staatsburgers van Duitse, Italiaanse en Japanse herkomst tijden de Tweede Wereldoorlog. Een beschamende episode in de Amerikaanse geschiedenis die Trump met zijn uitspraken over moslims opnieuw in herinnering brengt. En zelfs wil laten herleven.
In 2013 citeerde ik in een commentaar over de internering van Japans-Amerikanen -met een bijrol voor de huidige minister Lodewijk Asscher- opperrechter Hugo Black aan wie de volgende uitspraak toegeschreven wordt: ‘the need to protect against espionage outweighed individual rights‘. Dus de noodzaak om tegen spionage te beschermen weegt zwaarder dan individuele rechten. De hedendaagse variant van deze uitspraak luidt: ‘the need to protect against terrorism outweighs individual rights’. Ook politieke modes veranderen.
Spionage dat afgelopen jaren door de regering-Obama tegen de klokkenluiders Chelsea Manning, Edward Snowden en Julian Assange in stelling werd gebracht wordt nu rechts ingehaald door Trump. Een interessante ontwikkeling die de belangstelling voor het ‘Diepe Amerika’ in het centrum van de publieke opinie zet. Is het een reden voor Obama om voor het aflopen van zijn tweede termijn met de oneigenlijke verwijzing naar spionage de vervolging van klokkenluiders te staken? Als dat zo is, dan heeft Trump toch nog zin gehad.
‘Het Hof verklaart de beschikking van de Commissie dat de Verenigde Staten een passend niveau van bescherming van doorgegeven persoonsgegevens waarborgen, ongeldig’ zo begint de persverklaring van het Hof van Justitie van de EU. Het beschermt ook de privacy van de Nederlandse burger. Zoals Ton Siedsma in bovenstaand commentaar voor Bits of Freedom terecht concludeert heeft de Amerikaanse overheid dit volledig aan zichzelf te wijten. De uitspraak is mede de verdienste van de Amerikaanse klokkenluider Edward Snowden die de massaspionage en schending van de privacy van de burger door de Amerikaanse overheid vanaf juni 2013 in de openbaarheid bracht. In Europa zette de Oostenrijkse jurist en internetactivist Max Schrems dit onderwerp op de politieke en juridische agenda. Hij reageert verheugd op de uitspraak in een eerste reactie:
Foto 1: Schermafbeelding van deel commentaar van Ton Siedsma voor Bits of Freedom.
Foto 2: Schermafbeelding van deel eerste reactie van Max Schrems op uitspraak van het Hof.
Ex-AIVD’er Kees Jan Dellebeke mengt zich in NRC met het opinie-artikel ‘AIVD-baas had gelijk: Edward Snowden verdient tegenspel’ in het debat over Edward Snowden dat door AIVD-chef Rob Bertholee in een interview in NRC werd aangezwengeld met de uitspraak dat het ‘echt absolute bullshit’ is dat AIVD en MIVD voor de Amerikanen werken. Dat was het verwijt van Snowden die volgens Bertholee niet kritisch genoeg door de journalistiek gevolgd wordt. Tegelijk gaf Bertholee aan zich niet in Snowden verdiept te hebben: ‘Ik vind hem niet spannend genoeg om daar verder in te duiken.’ Zodat het onduidelijk is hoe onderbouwd de kritiek van Bertholee op Snowden is. In een column in Elsevier schaarde Afshin Ellian zich in het koor om de AIVD in bescherming te nemen. Kees Jan Dellebeke doet dat intelligenter dan Ellian, maar laat ook steken vallen.
Dellebeke zet de toon door te beweren dat Snowden een naar Moskou gevluchte NSA’er is. Snowden werkte in dienst van de firma Booz Allen Hamilton op een buitenpost van de NSA in Hawaii. Kwalijker is de suggestie van Dellebeke dat Snowden naar Moskou is gevlucht. Dat is aantoonbaar onjuist en Dellebeke weet dat, maar toch zegt hij het om Snowden in een slecht daglicht te stellen en de zogenaamde vlucht naar Rusland in een lopend verhaal te passen waarin Snowden voor de Russische geheime dienst FSB werkt. Dellebeke kan weten dat het paspoort van Snowden op zijn vlucht van Hong Kong naar Latijns-Amerika door de Amerikaanse regering werd ingetrokken, zodat Snowden tegen zijn wil en met veel praktisch ongemak in Moskou strandde.
De kritiek van Dellebeke in navolging van Bertholee dat de journalistiek Snowden wel wat kritischer kan volgen is niet onzinnig. Maar hij gaat er wel aan voorbij hoe dat gekomen is en hoe de werkwijze van Snowden met journalisten is. Inlichtingendiensten in VS en Nederland houden het parlement op afstand ook als dat gezien de informatiepositie en hun opereren niet strikt noodzakelijk is. De NSA opereerde jarenlang buiten de wet en verspeelde zo het krediet van media en publiek. Snowden heeft keer op keer beweerd dat hij op geen enkel moment samengewerkt heeft met Russische en Chinese inlichtingendiensten. Hij zei vertrouwelijke informatie onder journalisten verspreid te hebben en daarvan afstand te hebben gedaan voordat hij zijn reis via Hong Kong naar Latijns-Amerika begon. Nooit is aangetoond dat Snowden met Russen en Chinezen samenwerkte.
Dellebeke schermt met een zwarte AIVD-doos vol kennis over Snowden: ‘Bertholees Ruslandspecialisten zullen zich ongetwijfeld verdiept hebben in de mogelijke rol die Poetins geheime dienst FSB in de affaire speelde.’ Maar zijn suggestie met ‘ongetwijfeld’ blijft een suggestie die geen zekerheid wordt en Dellebeke niet hard kan maken. De suggestie van Dellebeke staat trouwens haaks op de uitspraak van Bertholee over Snowden: ‘Ik vind hem niet spannend genoeg om daar verder in te duiken.’ Waar het hoofd van de AIVD zegt geen specifieke informatie over Snowden te hebben, meent de ex-werknemer Dellebeke zeker te weten dat de AIVD wel nadere informatie over Snowden heeft. Ook bij de AIVD staan de beste stuurlui aan de wal.
De tegenaanval van Dellebeke op Snowden past in een patroon om de publieke opinie te bewerken en twijfel te zaaien. Snowdens kritiek op het onwettig opereren van de NSA en de massaspionage van burgers kan Dellebeke niet weerspreken, waarna hem weinig anders rest dan twijfels te zaaien over Snowdons integriteit. En toegegeven, Dellebeke doet dat vele malen intelligenter dan Ellian die de basale feiten niet eens op een rijtje had. Dellebeke is dan wel niet meer in dienst van de AIVD, maar identificeert zich nog overduidelijk met deze dienst. Hij stapelt suggestie op suggestie en bouwt zo een kaartenhuis van aannames en hypotheses die goed zouden kunnen dienen voor een spionageroman. Maar aan harde feiten die Edward Snowden werkelijk ontmaskeren komt hij in zijn opinie-artikel niet toe. Dellebeke leent zich als een sloper buiten dienst voor zijn oude dienst en begrijpt niet dat hij zichzelf en de AIVD daarmee schade doet. Dellebeke had beter gezwegen.
Foto: Humphrey Bogart in The Big Sleep (1946) van Howard Hawks.
Afshin Ellian is een van oorsprong Iraanse communist die in 1989 naar Nederland emigreerde. Aan de Universiteit van Leiden is hij hoogleraar rechtswetenschappen. Ellian schrijft columns in rechtse media zoals in Elsevier en maakt er geen geheim van een rechtse agenda te volgen. Hoe hij te werk gaat wordt duidelijk uit zijn aanval op Edward Snowden in de Elsevier-column ‘Edward Snowden is een ordinaire verrader en een fantast’. Niet feiten zijn Ellians uitgangspunt, maar suggesties en verdachtmakingen om politiek te scoren.
Ellian volgt in genoemde column in de achterhoede de aanval op Edward Snowden door het hoofd van de AIVD Rob Bertholee in NRC. Hier besproken naar aanleiding van kamervragen van SP’er Ronald van Raak.
Ellian bracht me tot de volgende reactie op zijn column in Elsevier: ‘Afshin Ellian laat zich kennen als de grootste fantast in dit verhaal. Hij fabuleert er op los, maar bewijst niets. Daarbij probeert hij de gaten in z’n verhaal te verhullen. Ellian meent dat Snowden staatsgeheimen heeft geopenbaard. Maar da’s nooit aangetoond. Snowden heeft de Amerikaanse overheid in verlegenheid gebracht door het samen met journalisten selectief naar buiten brengen van documenten over de onrechtmatigheid van de massaspionage van burgers. Zo onrechtmatig dat zelfs congresleden er onvoldoende over geïnformeerd waren. Ellian suggereert dat Snowden samenwerkt met de Russen. Dat is lasterpraat en wordt door de Amerikaanse regering ontkend. Edward Snowden zit tegen zijn zin vast in Rusland omdat de VS z’n paspoort introkken.’
Wat Ellian doet is niet zozeer inzichtelijk omdat het als in een perfecte storm aantoont hoe columnisten af kunnen dwalen van de feiten en met hun eigen fantasie op de loop kunnen gaan, maar omdat hij dat alles op een indirecte wijze legitimeert met zijn positie aan de Universiteit van Leiden, een gerenommeerd medium als Elsevier en valse abstracties over recht en politiek die zouden volgen uit zijn rechtswetenschappelijke kennis.
Ellian is in zijn column geen rechtsfilosoof of journalist, maar een politieke activist die het niet te doen is om het vinden van de waarheid. Daarom speldt hij lezers van Elsevier onwaarheden over Snowden op de mouw.
Neem nou alleen al de zinnen ‘Snowden kreeg asiel van de Russische president Vladimir Poetin: hij is te gast bij de Russische veiligheidsdiensten’ en ‘Snowden zat toen [GK: 2014] op schoot van de FSB, de Russische veiligheidsdienst.’ Dit is achterklap, roddel en suggestie van Afshin Ellian. De waarheid is dat Snowden niet te gast is bij de Russische veiligheidsdiensten, het contact ermee altijd heeft ontkend en ook geen interessant doelwit was voor de FSB omdat hij de geheime NSA-documenten in Hong Kong achter zich had gelaten en overhandigde aan de journalisten Glenn Greenwald, Ewen MacAskill en Laura Poitras die deze op hun beurt verspreidden onder collega’s zoals Barton Gellman. Snowden zit aantoonbaar niet op schoot van de FSB, maar wat wel een waarheid lijkt: Afshin Ellian zit op schoot van de AIVD. Als fantast en verrader van de waarheid.
Innovatie in de gezondheidszorg is een goede zaak. Maar onder welke voorwaarden? Voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg Pauline Meurs (PvdA) biedt minister Edith Schippers (VVD) een advies aan over Consumenten eHealth. Speels en modern. Deze politici voegen zich helemaal in de marketing van de tijd.
Het is de vorm van eHealth die direct op de consumentenmarkt gericht is en niet op de professionele markt. Een onderdeel daarvan is het Persoonlijk Gezondheids Dossier (PGD) waarvan het de opzet is dat de patiënt zelf online de eigen medische gegevens beheert. Hoe verhoudt zich dat tot het Elektronisch PatiëntenDossier (EPD) dat een landelijke uitwisseling van medische gegevens van patiënten mogelijk maakt en in 2011 door Tweede en Eerste Kamer vanwege onduidelijkheden werd afgewezen? Maar nog lang niet dood is en steeds in andere vorm door het kabinet heimelijk opgetuigd dreigt te worden. Consumenten eHealth kan door de mentale massage van de patiënt een zijdeur worden voor de invoering van EPD 2.0 in de nabije toekomst. De controverse tussen zorgverleners en -aanbieders is niet zozeer dat medische gegevens uitgewisseld moeten worden, maar of dat grootschalig moet gebeuren zoals het kabinet wil. Onder verwijzing naar de kosten.
Meurs noemt als schaduwzijden van Consumenten eHealth de aantasting van de privacy doordat grote bedrijven medische persoonsgegevens verzamelen en daarmee in de weer gaan. Een levensgroot gevaar voor wie alle verhalen over de macht van Facebook en Google serieus neemt. Waarbij medische gegevens mensen nog eens extra kwetsbaar maken. Hoe dan ook is het gevolg van deze stoomwals van adviesorganen en ministerie het passeren, of op z’n minst afwaarderen van het belang van de eerstelijnsgezondheidszorg, in het bijzonder de huisartsen. Vraag is of patiënten dat moeten willen. En ze beseffen daar bewust voor te kiezen.
Minister Ronald Plasterk die verantwoordelijk is voor de AIVD reageerde vandaag ontkennend op aantijgingen van Edward Snowden dat Nederlandse inlichtingendiensten ondergeschikt zijn aan de Amerikaanse NSA. Voor Nieuwsuur sprak Eelco Bosch van Rosenthal en Huib Modderkolk voor De Volkskrant met Snowden in Moskou.
Plasterk ontwijkt een antwoord door erop te wijzen dat Nederlandse diensten zich aan de Nederlandse wet houden. Maar dat gaat voorbij aan de mogelijkheid dat de diensten binnen de wet functioneren -of de wet maximaal oneigenlijk opgerekt wordt uit het zicht van toezicht en controle- en ondergeschikt zijn aan de VS. De vraag of Nederlandse diensten het schoothondje zijn van de VS is ongelukkig. Vragen of de diensten ‘ondergeschikt’ zijn aan de VS, ‘geen eigen beleid hebben’ en ‘uitermate volgzaam’ zijn worden niet gesteld.
Op Snowdens uitspraken kwam kritiek. Mede ingegeven door nationale trots. Zo meent inlichtingenexpert Constant Hijzen volgens Argosdat Snowden kwaliteiten van Nederlandse inlichtingendiensten over het hoofd ziet. Zoals het analytisch vermogen of de inzet aan tolken. Maar dat is niet wat Snowden ontkent. Hijzens kritiek komt voort uit het verkeerd begrijpen van wat Snowden zegt en hoe hij zijn kritiek inperkt. Snowden heeft het over het werkniveau –the working level– waarmee hij bedoelt het technisch afluisteren via de infrastructuur en de toegang die de Nederlandse inlichtingendiensten de Amerikanen geven tot kabels, satellieten en knooppunten. De journalisten van Nieuwsuur en De Volkskrant hadden deze misverstanden kunnen helpen voorkomen door de woorden van Snowden beter toe te lichten en van een context te voorzien.
Snowden suggereert kamerleden om bij de wetsbehandeling over de verruiming van de bevoegdheden van de diensten het kabinet de volgende vraag te stellen: ‘Hebben de AIVD en de MIVD in enige vorm samengewerkt met de NSA over welke bevoegdheden ze moeten aanvragen en hoe ze te gebruiken en of ze van plan of bereid zijn om de producten van het nieuwe afluistersysteem met de NSA en andere geheime diensten te delen’. Hijzen vindt dit een goede suggestie: ‘Want het wetsvoorstel gaat straks in de Kamer komen, en dan ben ik wel voor een heel scherpe ondervraging en een goede toelichting van het kabinet. Want waar is deze maatregel eigenlijk goed voor? Dat hangt nog steeds een beetje boven de markt en wordt slechts in heel vage termen geduid. Waarom is het nodig dat de diensten ongericht communicatie via de kabel verzamelen? Het kan wat mij betreft niet zo zijn dat minister Plasterk alleen maar zegt: dat zijn de werkwijzen en daar zwijg ik verder over. Nee, hij zou scherp moeten gaan benoemen waar dit goed voor is.’ De Tweede Kamer is aan zet.
Wat moet de reactie zijn op de aanslag bij Charlie Hebdo die 12 mensen het leven kostte? In grote lijnen zijn er twee soorten reacties: 1) meer restrictieve maatregelen die veiligheid boven alles stellen of 2) het verhogen van de doelmatigheid door aanpak binnen de bestaande (wettelijke) kaders. Deze standpunten worden respectievelijk door de Britse conservatief Timothy Kirkhope en de Duitse Groene Jan Philipp Albrecht in het Europarlement verwoord. Dat meningsverschil concretiseert zich nu op de reisgegevens. De Tweede Kamer is kritisch omdat het oprekken van bevoegdheden niet nodig is voor de bestrijding van het terrorisme.
In een reactie op Geen Stijl (14-01; 12:22) verwoordde ik dat zo: ‘Feit is dat de politie- en veiligheidsdiensten over grenzen heen niet optimaal samenwerken. Dus zowel binnen Nederland tussen verschillende korpsen als in Europa tussen diverse landen kan de samenwerking verbeterd worden. (..) Het kan binnen de bestaande wettelijke kaders. Zodat zowel veiligheid als privacy gediend worden. Niet alleen Alexander Pechtold van D66, maar ook partijen als de VVD, PvdA en het CDA zijn tegen het eenzijdig vergroten van bevoegdheden van veiligheidsdiensten. (..) Laten de AIVD en politie dus eerst maar eens doelmatiger gaan werken. Want het is een publiek geheim dat de doelmatigheid van de Nederlandse politie schrikbarend laag is. (..) De roep om meer bevoegdheden kan daarom als een vlucht naar voren opgevat worden’ .
Over de bestrijding van het terrorisme is de afgelopen week in de publiciteit, op scholen en werkplekken en in kroegen het nodige gezegd. Uit alles blijkt dat het een gecompliceerd vraagstuk is dat om een brede aanpak vraagt. Ik zet wat observaties op een rij in een zich van dag tot dag ontwikkelend verhaal:
1) Terrorisme moet breder geïnterpreteerd worden dan moslimgeweld tegen het Westen. Met als doel een beleidsaanpassing dient eronder ook staatsterrorisme, terrorisme door Westerse landen of terrorisme door niet-moslims in Westerse landen begrepen te worden. Het parlement moet het voortouw nemen. Zie hier.
2) Bestrijding van terrorisme kan binnen bestaande wettelijke kaders door betere samenwerking tussen veiligheidsdiensten, gelijkschakeling van standaarden en het vergroten van doelmatigheid. De samenwerking staat haaks op het pleidooi om de veiligheidsdiensten meer bevoegdheden te geven wat hun autonomie laat toenemen. Deze moet juist verkleind worden tot een niveau dat parlementaire controle erop vergemakkelijkt.
3) Veiligheid en burgerrechten (privacy) zijn niet in tegenstelling met elkaar, maar wel in continue onderlinge afweging. In Nederland zijn beide aspecten nu vertegenwoordigd in het ministerie van Veiligheid en Justitie, maar dat is ongewenst omdat er dan geen twee partijen zijn voor een gelijkwaardige afweging. Daarom moet er weer een apart ministerie van Justitie komen. Veiligheid kan voortaan ondergebracht worden in een nieuw ministerie van Binnenlandse Veiligheid dat politie, territoriale verdediging van kwetsbare objecten (inclusief cyberoorlog en digitale verdediging) en de veiligheidsdienst AIVD omvat.
4) De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, maar wordt uitsluitend beperkt door de wet. De wet is de enige neutrale plek waar burgers van de pluriforme samenleving elkaar kunnen verstaan. Uitingen van religies zoals in zogenaamde heilige geschriften dienen als fictie (literatuur) en niet als non-fictie (geschiedenis, ‘waargebeurd’) beoordeeld te worden. Want religie is een menselijke constructie totdat het tegendeel bewezen is. Een beroep op goede smaak en fatsoen bij het beoordelen van religiekritiek is individueel bepaald en daarom niet bruikbaar om mensen te verbinden. Een beroep op fatsoen en beschaving of het idee dat religie een uitzondering is die ontzien dient te worden compliceert en verduistert de toetsing aan de wet.
5) Een levendig publiek debat hoort bij een open samenleving die burgers niet op voorhand inperkt. Functie van alle vormen van maatschappelijke kritiek is dat het de vanzelfsprekendheid van de macht ter discussie stelt. Zodat een samenleving de tegenkrachten een kans geeft. Via onderwijs moet gezorgd worden dat alle maatschappelijke geledingen gekwalificeerd zijn om actief en op niveau aan dat debat bij te dragen. De monotheïstische wereldgodsdiensten met hun missie en marketing bezitten een grote politieke macht waarvan het vanwege het politieke evenwicht nodig is dat deze bevraagd wordt. De enige grond voor extra juridische bescherming is de kwetsbaarheid en zwakte van groeperingen om deel te nemen aan het publieke debat, zoals hoogbejaarden, geestelijk gehandicapten, laagopgeleiden, chronisch zieken en kinderen.
Gisterenavond werd op het Duitse eerste net ARD in de reeks ‘Die Story im Ersten’ de reportage ‘Schlachtfeld Internet’ uitgezonden. Het stelt de vraag in hoeverre het internet nu al het nieuwe slagveld van de oorlog is. En internet het nieuwe wapen om anderen te treffen. Edward Snowden wordt geïnterviewd en dringt aan op bewustwording over deze nieuwe manier van oorlogvoeren. Ook ziekenhuizen en electriciteitscentrales kunnen in die oorlog afgesloten worden als gevolg van oorlogshandelingen door oorlogsvoerende partijen.
Onthullend is dat indringers in de digitale infrastructuur van een land niet in alle gevallen ‘vijanden’ zijn, maar vaak zogenaamde ‘vrienden’. Wat het er nog onoverzichtelijker op maakt wat die oorlog inhoudt. Snowden geeft het voorbeeld van Iran dat via Duitse infrastructuur de New Yorkse beurs aanviel. Omdat de Amerikanen aan een reactie in real time werken zou in de toekomst het Duitse netwerk platgelegd kunnen worden. Dat treft ziekenhuizen en electriciteitscentrales die water uit de kraan en stroom uit het stopcontact laten komen.
Nog onthullender door het uitblijven van een onthulling is de inbraak in 2013 door een buitenlandse veiligheidsdienst in het informatiesysteem van het Belgische Belgacom. Waarmee het netwerk van NAVO en EU kon worden bespioneerd. Mede aan de hand van zogenaamde NSA-documenten ligt de sterke verdenking bij het Britse GCHQ, volgens Der Spiegelin 2013. Maar anderhalf jaar later lijkt de zaak doodgebloed. Stilzwijgen. Een doofpot of komt werkelijk het bewijs niet rond? Politiek ondergraaft zelfs de verdenking tegen de Britten de eenheid binnen de EU. Want hoe kunnen de Britten de EU bespioneren waar ze zelf deel van uitmaken?
De reportage gaat in op de internetveiligheid van Duitsland. Volgens critici is Duitsland met een kwetsbare maakindustrie onvoldoende beveiligd tegen vriend en vijand. Van de ene kant vertrouwt Duitsland te veel op Amerikaanse bescherming -die tot een knellende omarming is geworden- en van de andere kant onderschat het de bedreiging door vijanden. Binnen twee jaar moet de veiligheid van de digitale infrastructuur op peil zijn zegt een Duitse minister, maar of dat geheel los is van de Amerikaanse inmenging blijft de vraag.
Dezelfde vragen gelden voor Nederland. Hoe beveiligt is het tegen aanvallen op de digitale infrastructuur door vriend en vijand? Hoe urgent acht de regering-Rutte deze veiligheid? Welk deltaprogramma en investeringen zet het op de rails om de digitale veiligheid van Nederland oorlogsbestendig te maken? Gaan straks onze ziekenhuizen, transportnetwerk en electriciteitscentrales op zwart door een gerichte cyberaanval van buiten of als onbedoeld neveneffect van zo’n daad die naar Nederland uitstraalt? De nieuwe oorlog brengt het dichtbij.
ING gaat klantdata verkopen. In een proef die de bank dit jaar start met een selecte groep klanten. De bank presenteert dat als het verbeteren van de dienstverlening aan de klant. Feitelijk dienen de data om uw gedrag te voorspellen. Dat roept twee vragen op. Hoe beveiligt ING de privacy en wie is eigenaar van de data? De berichtgeving richt zich nu op de privacy, maar belangrijker is het antwoord op de vraag of ING of klant de klantdata bezitten. ING stelt dat het ‘adverteerders inzicht gaat geven in het betalingsbedrag van zijn klanten’ onder ‘de voorwaarde dat klanten dat zelf willen’. Dit naar aanleiding van uitspraken in een interview met het FD van directeur Particulieren Hans Hagenaars. Maar hoe kan ING iets verkopen waarvan het geen eigenaar is?
In een verklaring legt ING uit waar klantdata voor dienen. Het koppelen van bestanden en het gebruik ervan wordt Big Data genoemd, zo merkt ING op. Maar de klant kan gerust zijn: ‘Het gebruik van Big Data kent vele mogelijkheden, maar zoals voor veel zaken geldt: niet alles wat mogelijk is, is wenselijk. Voor ING staat bescherming van de persoonsgegevens van haar klanten altijd voorop. Want we realiseren ons dat privacy een groot goed is. ING zal nooit individueel herleidbare klantdata doorgeven aan derden en klanten kunnen erop vertrouwen dat ING uitsluitend gebruik maakt van hun persoonsgegevens wanneer dat ook is toegestaan.‘
Bij de proef die ING dit jaar start zou dus niet de vraag over de privacy, maar het bezit van klantdata centraal moeten staan. ING ontwijkt de laatste vraag. De verklaring van ING gaat nauwgezet in op de bescherming van de privacy, maar besteedt geen woord aan de vraag wie de eigenaar van de klantdata is. ING-woordvoerder Karin van der Pol zegt tegen Webwereld dat de ING ‘de tussenpartij is die klantdata in beheer heeft’. Maar dat is er nog geen erkenning van dat de klant de eigen klantdata bezit en controleert. Nodig is een debat waarvan een aflevering van Tegenlicht over Big Data in 2013 de contouren schetste. ‘Maar als al uw persoonlijke data zo waardevol is, wordt het dan niet eens tijd dat we de controle erover terugkrijgen. En ook zelf een deel van die winst opstrijken?‘ Die vraag probeert ING te ontwijken door open deuren over privacy open te gooien.
Update: Staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sander Dekker (VVD) pleit voor de inzet van drones boven alle probleemwijken van Nederland. ‘Privacy is voor de VVD erg belangrijk, benadrukt Dekker’.
Is de VVD in Zwolle gek geworden? Die vraag roept dit fragment op. Lijsttrekker van de VVD in Zwolle René de Heer heeft het veiligheidsplanVandaag Alert, Morgen Veilig! gepresenteerd. Volgens De Heer moet ‘toenemend geweld en criminaliteit in de stad‘ beantwoord worden met ‘stevige maatregelen en extra geld‘. De VVD gooit sociaal-economische maatregelen uit het raam die tot criminaliteit leiden en zet in op repressie.
De toverdoos van de Zwolse VVD bevat kentekenscans bij wijken, preventief fouilleren en extra (mobiel) cameratoezicht. De Zwolse VVD windt er in haar veiligheidsplan geen doekjes om en verhult niet dat het definitief voor de politiestaat kiest: ‘Probleemgroepen moeten uitgebreid in kaart worden gebracht om ze in de gaten te houden en bijvoorbeeld locatieverboden in te stellen‘. Iedereen die in Zwolle woont -en stemt- is gewaarschuwd. Privacy wordt door de VVD van Opstelten en Teeven zonder scrupules te grabbel gegooid. De opstelling van De Heer lijkt wel een provocatie om de tegenstanders electorale wind in de zielen te geven.
De VVD vergeet te vermelden dat volgens de monitor door onder meer demografische factoren de criminaliteit al jaren daalt ondanks het feit dat de Nederlandse politie in de vergelijking met buitenlandse politiediensten organisatorisch en operationeel onder de maat presteert. Daar valt winst te halen. Dat verzwijgen Opstelten, Teeven en De Heer. Niks recherche, ze willen repressie. Misschien kan deze VVD eens inzetten op een betere politie die gewoon haar werk doet zoals dat een westerse democratie past. Zodat het in de aanloop naar de verkiezingen geen doldrieste plannen hoeft te presenteren die de burgerrechten fundamenteel aantasten.