Café Weltschmerz is een YouTube-kanaal dat zichzelf presenteert als ‘een nieuwe initiatief waarbinnen journalisten, wetenschappers, ondernemers en kunstenaars samenwerken aan cultureel-maatschappelijke innovatie. Door experts uit verscheidene disciplines in een open confronterent gesprek te brengen met bestuurders en beleidsmakers, wil Café Weltschmerz een inhoudelijker en informatiever programma creeeren. De huidige interviewers zijn, Erik de Vlieger, Dirk van Weelden, Jens van Trigt en Cesar Majorana.’
Weltschmerz is wat je noemt: confronterent. Confron te rent? Het denkt van zichzelf kritische noten te kraken waarvan het vindt dat die door andere media niet worden gekraakt. En zelfs een informatiever programma te bieden. Maar dat valt te bezien. Weltschmerz kraakt ook valse noten en biedt niet altijd een weergave die uit de feiten blijkt. De redactie van Weltschmerz zou kritischer moeten zijn op de kwaliteit en de voorbereiding van de burgerjournalisten die het in de arm neemt. Als bij de presentator basale kennis over het onderwerp ontbreekt dan wordt het wringen en keert een item zich tegen Weltschmerz. Dat kan de bedoeling niet zijn.
Een gesprek tussen Ancilla Tilia en Arjan Kamphuis maakt inzichtelijk wat er fout is aan Weltschmerz. Het kent de constructie van een kaartenhuis dat op foute aannames wordt gebouwd. Gaandeweg het gesprek wordt daar steeds meer uit afgeleid en aan toegevoegd. Dat laat de geïnformeerde, kritische kijker met verbazing achter. Ongetwijfeld bedoelen Tilia en Kamphuis het serieus en hebben ze zelfs goede punten te pakken, maar door de slechte voorbereiding en hun houding om overal een complot in te zien kletsen ze uit hun nek en geven de indruk niet exact te weten waarover ze het hebben. Als Weltschmerz een alternatief wil zijn voor ‘establishment media‘ die op de hand van het bedrijfsleven en de zittende politiek zijn dan moet de redactie van Weltschmerz het serieuzer aanpakken en beter voorbereide en gekwalificeerde mensen het veld insturen.
Ik plaatste bij bovenstaand item de volgende reactie die vooral verwijst naar wat volgt na 7’55’’ en wat Tilia beweert: ‘Ancilla Tilia heeft zich onvoldoende voorbereid en legt een verband dat niet bestaat. Ze suggereert dat de Oekraïense premier Arseni Jatsenjoek is afgetreden naar aanleiding van de Panama Papers, maar dat is onjuist. Jatsenjoek is om partijpolitieke redenen afgetreden in een confrontatie met president Petro Porosjenko dat in Kiev al enkele maanden tot een patstelling leidde. Het aftreden van Jatsenjoek op 10 april valt toevallig samen met de publicatie van de Panama Papers vanaf 3 april maar heeft daar niets mee te maken. Het is president Porosjenko die in de Panama Papers wordt genoemd vanwege een constructie via de Britse Maagdeneilanden van z’n bedrijf Roshen en zijn belastingaangifte. In de tweestrijd tussen Jatsenjoek en Porosjenko had de publicatie van de Panama Papers juist de positie van Jatsenjoek kunnen versterken als ze een rol hadden gespeeld. Maar die rol speelden ze niet zoals Tilia abusievelijk suggereert.’