Discrepantie foto’s Nationaal Archief. Voorbeeld: Opening ‘De Schatten van Peru’ (1954)

Joop van Bilsen (Anefo), Prins Bernhard opent in Utrecht de tentoonstelling “De Schatten van Peru” in het Centraal Museum Utrecht, 21 augustus 1954. Collectie: Fotocollectie Anefo en Rechthebbende: Nationaal Archief, CC0 (CC Zero ofwel afstand van alle auteursrechten). [Bestanddeelnummer 906-6751].

Deze twee persfoto’s van Joop van Bilsen voor Anefo (Algemeen Nederlandsch Fotobureau) hebben als beschrijving ‘Prins Bernhard opent in Utrecht de tentoonstelling “De Schatten van Peru“. Een tentoonstelling van het Centraal Museum die van 21 augustus tot 31 oktober 1954 te zien was. Bernhard was voorzitter van het erecomité.

Tot zover niks bijzonders. In 1954 was blijkbaar het nieuws dat Prins Bernhard een tentoonstelling van Peruaanse kunstschatten in Utrecht opende. Beschrijving van de persfoto’s volstond.

Nu niet meer. We vragen ons af meer dan 60 jaar later af wie de twee vrouwen op de foto zijn.

Op 28 maart 2024 had Arjen Ribbens een alarmerend artikel in NRC waarin hij de zorgen van betrokkenen over de toegankelijkheid van fotocollectie Nationaal Archief doorgaf. Wegens ontslagen dreigt het een dood archief te worden. Deze twee foto’s zijn volgens hem onderdeel van de 16 miljoen foto’s waar het Nationaal Archief rechthebbende van is.

Een dag later reageerden Maartje van den Heuvel en Rutger van der Hoeven (bestuursleden Nederlands Fotogenootschap) via een opinie-artikel in NRC instemmend op Ribbens’ artikel. Ze hebben het overigens over ruim 13 miljoen foto’s en negatieven:

Deze situatie is symptomatisch voor de veronachtzaming van het Nederlandse fotografische erfgoed. Bij meer organisaties verdwijnen de fotocollecties naar de achtergrond, beheerd door steeds minder mensen, terwijl digitalisering hopeloos achterloopt: beeldbanken zijn versnipperd, gebruiken verschillende software, zijn uiteenlopend van informatie en trefwoorden voorzien (vaak door vrijwilligers), en gebrekkig vindbaar via online zoeksystemen‘.

Joop van Bilsen (Anefo), Prins Bernhard opent in Utrecht de tentoonstelling “De Schatten van Peru” in het Centraal Museum Utrecht, 21 augustus 1954. Collectie: Fotocollectie Anefo en Rechthebbende: Nationaal Archief, CC0 (CC Zero ofwel afstand van alle auteursrechten). [Bestanddeelnummer 906-6753].

De twee foto’s van Anefo die onderdeel zijn van het gedigitaliseerde deel van het Nationaal Archief geven aan hoe onvolledig informatie en trefwoorden kunnen zijn. Prins Bernhard is de enige persoonsnaam die bij de foto’s wordt gegeven. Dat geeft aan hoe lastig het is om achteraf de volledige informatie van miljoenen foto’s te achterhalen. Ook met professionele krachten die niet ontslagen zijn.

Vreemd is dat deze twee foto’s de namen van de twee vrouwen niet geven, maar een ander item (derde foto) met dezelfde afbeelding als de onderste foto in hetzelfde Nationaal Archief met bestanddeelnummer 016-0214 geeft wel de naam van de vrouw. Het geeft ook een andere datum: 20 augustus 1954. Blijkbaar de datum van de opening voor genodigden. Maar waarom geven de twee andere foto’s de datum 21 augustus 1954? Op de derde foto wordt de fotograaf als onbekend gegeven, terwijl op de identieke foto met bestanddeelnummer 906-6751Joop van Bilsen wordt genoemd.

Schermafbeelding van achterkant foto met beschrijving ‘Prins Bernhard heeft in het Centraal Museum te Utrecht de tentoonstelling “De Schatten van Peru” geopend. De prins bij een mummie van een Peruaanse vrouw in zittende houding, met mevr. G.E.G. van Giffen-Duyvis, archeologe uit Groningen‘. [Bestanddeelnummer 016-0214].

Het wordt er nog merkwaardiger op als de derde foto met bestanddeelnummer 906-6751 die identiek is aan de foto hierboven niet gedownload kan worden. Er volgt de melding: ‘U kunt de foto niet downloaden omdat er auteursrecht op de afbeelding rust. Partner Spaarnestad Photo kan voor u onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Gebruik van de afbeelding is niet gratis.’ Foto 906-6751 is rechtenvrij en foto 016-0214 met exact dezelfde afbeelding is niet rechtenvrij. Nog vreemder is echter dat de derde foto 016-0214 bij de informatie een CC Zero toevoeging bij de auteursrechthebbende heeft. Dus dat er afstand is gedaan van het auteursrecht. Dit is tegenstrijdig.

Dit rammelt aan alle kanten. Het Nationaal Archief wordt niet alleen bedreigd, maar heeft blijkbaar afgelopen jaren achterstallig onderhoud niet uitgevoerd. Zo zijn niet te verklaren afwijkingen ontstaan die het archief nu al vervuilen.

Over de twee vrouwen is de puzzel simpel. De vrouw zonder bril met zwart haar is Elisabeth Houtzager, de toenmalige directrice van het Centraal Museum. Over wie de vreemdste verhalen gaan. Tot en met de diefstal in 1970 van een jurkje in Oxfordstreet Londen. Ton H.M. van Schaik tekende het in 2018 op in een artikel (vanaf p. 48) voor Oud Utrecht en geeft aan waar Houtzager op haar plaats was: ‘Ze is niet geneigd tot overleg, en kan slechts praten met gezanten, prinsen en prelaten.’

Op de foto’s is de hoofdrol echter weggelegd voor de andere dame: archeologe Guda van Giffen-Duyvis die bruiklenen uit haar collectie voor de tentoonstelling beschikbaar stelde. Van Giffen-Duyvis schreef ook een inleiding in de catalogus. Zie op p. 8 een foto van haar van 20 jaar later.

Persbericht Mondriaan Fonds over Biënnale-inzending verwoordt gedachtenwereld van Renzo Martens/CATPC, maar mist context

Het Mondriaan Fonds is verantwoordelijk voor de Nederlandse inzending naar de Biënnale van Venetië. Op 20 april 2024 opent de 60ste editie. De Nederlandse inzending is kunstenaar Renzo Martens die in Nederland vertegenwoordigd wordt door Galerie Fons Welters. Curator is Hicham Khalidi die directeur is van de Jan van Eyck Academie in Maastricht.

In een persbericht van 12 februari 2024 geeft het Mondriaan Fonds een toelichting op de inzending die Martens zegt samen met het Congolese activistische collectief CATPC (Cercle d’Art des Travailleurs de Plantation Congolaise) samen te stellen. De inzending zal ‘tegelijk’ in Venetië en het Congolese Lusanga te zien zijn. Hoe dat logisch in elkaar zit is onduidelijk.

Schermafbeelding van deel persbericht ‘Het Virginia Museum of Fine Arts (VMFA) akkoord met tijdelijke bruikleenaanvraag van kunstenaarscollectief CATPC‘ van het Mondriaan Fonds, 12 februari 2024.

In de titel spreekt het persbericht over een ‘tijdelijke bruikleenaanvraag‘ van een sculptuur van het Virginia Museum of Fine Arts in Virginia. Of bruikleen. Doorgaans zijn bruiklenen tijdelijk. Als het gaat om een niet-tijdelijke bruikleen dan wordt gesproken van een langdurige bruikleen. Omgekeerd hoeft niet gespecificeerd te worden dat een bruikleen tijdelijk is. Het persbericht spreekt ook abusievelijk over ‘Maximiliaan Balot‘.

Renzo Martens opereert op het raakvlak van anti-koloniale politiek, ecologie, economie en kunst. Hij zet zijn persoon in om doelen te verwezenlijken. Daarvoor krijgt hij lof omdat hij de functie van kunst oprekt, maar ook kritiek. Kunstenaarscollectief KIRIC verweet Martens in een YouTube-video uit 2017 een messiascomplex.

In de inzending van CATPC en Martens staat een bruikleen van het Virginia Museum of Fine Arts in Virginia centraal. Het is opvallend dat een kunstenaar en activistisch collectief een bruikleen van een museum krijgen. De bruikleen is het beeld ‘Balot (1931) dat een voorstelling is van de toenmalige Belgische ambtenaar Maximilien Balot die in 1931 tijdens de Pende-opstand werd onthoofd. Het beeld zou spirituele kracht hebben.

Het museum in Richmond weigerde in 2021 Martens/ CATPC de bruikleen. Op zijn website zegt Martens: ‘Loan requests by CATPC have thus far been futile‘. Van die weigering maakten Martens en het collectief een apart NFT-project dat was opgezet om zonder auteurs- of beeldrecht buiten bestaande museale normen aan restitutie te doen.

De opbrengst werd besteed aan het terugkopen van land in de Congolese regio Lusanga. Een oude Unilever-plantage. Dit digitale NFT-project was controversieel omdat het zonder overleg met het Virginia Museum of Fine Arts tot stand kwam. Het kwam volgens critici neer op het terugroven door Martens en CATPC van roofkunst.

Schermafbeelding van BALOT NFT; A radical new model turns the NFT into a tool for decolonization op de website van Renzo Martens.

In tweede instantie is de bruikleen toegekend. Het is onduidelijk waarom de bruikleen nu wel is toegekend aan Martens. Mogelijk heeft het Mondriaan Fonds het Virginia Museum of Fine Arts door eigen inzet en verwijzing naar de Biënnale over de streep getrokken. Of beseft het Virginia Museum dat in de drie jaar sinds 2021 het debat over dit onderwerp is gekanteld en het nu de bruikleen niet kan weigeren.

In het persbericht laat het Mondriaan Fonds de eerder geweigerde bruikleen door het Virginia Museum of Fine Arts en de controverse over het auteurs- en beeldrecht van het NFT-project van Martens/ CAPTC ongenoemd.


Het is begrijpelijk dat de Nederlandse inzending een project is dat anti-kolonialisme, ecologie, de Congolese basis, kunstenaar Renzo Martens en het perspectief op een meer rechtvaardige wereld met minder ongelijkheid verenigt.

Onbegrijpelijk is echter in welke bewoordingen het Mondriaan Fonds dat naar buiten brengt. In een culturele nabootsing van Martens activistische jargon identificeert het Mondriaan Fonds zich niet alleen met de inzending, maar ook met de gedachten die daaraan ten grondslag liggen. Het roept de vraag op wie de bouwstenen voor het persbericht heeft aangeleverd en hoe kritisch en volledig het Mondriaan Fonds ze heeft samengesteld. Is in het persbericht Martens/CAPTC aan het woord of het Mondriaan Fonds?

De identificatie van het Mondriaan Fonds met het project van Martens/ CATPC gaat ver. De fundamentele vraag is of een opdrachtgever zover moet gaan in de vereenzelviging met de kunstenaar of dat het door objectieve informatie te geven meer afstand tot de gedachtenwereld van Martens moet bewaren en ook kritiek op zijn opereren moet delen. Nu lijken de gedachtenwerelden van Martens en Mondriaan Fonds samen te vallen.

Amerikaans museum protesteert tegen verkiezingsposter van AfD

Het Clark Art Institute in Williamstown heeft het schilderij ‘Slavenmarkt’ (1866) van Jean-Léon Gérôme als bruikleen in de collectie. De toelichting zegt: ‘Een jonge vrouw is uitgekleed door een slavenhandelaar en gepresenteerd aan een groep volledig aangeklede mannen voor onderzoek. Een potentiële koper onderzoekt haar tanden. Deze verontrustende scène speelt zich af op een besloten markt (‘courtyard market’) die bedoeld is om het Nabije Oosten te suggereren. De vage, afgelegen locatie stond de negentiende-eeuwse Franse kijkers toe om de praktijk van de slavernij af te keuren, die in Europa was verboden, terwijl ze genoten van een blik op het vrouwelijk lichaam.’ Kortom, wellustigheid en oriëntalisme die onze voorvaders plezierden.

De afdeling Berlijn van de radicaal-rechtse AfD gebruikt een uitsnede van Gérômes schilderij op een poster in de campagne voor de Europese verkiezingen. Volgens een bericht van Euronews is het omstreden. De tekst op de verkiezingsposter luidt: ‘Europeanen kiezen voor de AfD’ en ‘Zodat Europa niet ‘Eurabië’ wordt’. Concept ‘Eurabië’ is een meme dat stelt dat een geïslamiseerd Europa uiteindelijk zal opgaan in de Arabische wereld. Het is populair in ultra-rechtse kringen en daarom blijkbaar aantrekkelijk voor de marketing van de AfD.

Het Clark Art Institute protesteert tegen de volgens haar uit de context gehaalde afbeelding van het schilderij op de poster en vraagt de AfD om ermee te stoppen. Omdat het museum geen auteursrechten op het schilderij heeft doet het een beroep op het goede fatsoen van AfD Berlin. Dat beroep lijkt niet aan te slaan bij de Berlijnse AfD-afgevaardigde Ronald Gläser die zonder onderbouwing suggereert dat als het om een minder radicale politieke partij gegaan zou zijn het museum er waarschijnlijk geen werk van zou hebben gemaakt. Gläser gaat nog verder en meent dat het Clark Art Institute de AfD Berlin er dankbaar voor moet zij dat ze eraan heeft bijgedragen om bekendheid te geven aan de verspreiding van de afbeelding van het schilderij. Met slogans erop die een 19de eeuws schilderij reduceren tot een plaatje dat naar deze tijd kan worden gebracht.

Foto: Jean-Léon Gérôme, Le Marché d’esclaves, The Slave Market (1866), olieverf op doek. Bruikleen die is ondergebracht bij het Clark Art Institute in Williamstown, Massachusetts.

Een zaak voor de hoogste rechter. Zijn kunstwerken van Braun Barends in Kunsthalle Mannheim beschermd volgens auteursrecht?

Deze reportage uit 2015 van het Duitse SWR (Südwestrundfunk) gaat in op twee installaties van de kunstenaar NatHalie Braun Barends in de Kunsthalle Mannheim. Tijdens een renovatie zijn haar werken PHaradise en HHole in juni 2018 volgens plan verwijderd omdat ze volgens de architect niet in het concept pasten. De filosofische vraag is of een gat verwijderd wordt als de omgeving verdwijnt. Zie hier voor details. Braun Barends vindt dat haar auteursrecht geschonden is en eist voor PHaradise minstens 90.000 en voor HHole minstens 220.000 euro schadevergoeding. Tevens eist ze dat de Kunsthalle haar werken opnieuw installeert.

De uitspraak van Kunsthalle-directeur Ulrike Lorentz is uitzonderlijk hard en niet hulpvol als ze publiekelijk stelt dat deze werken van Braun Barends in de kunstwereld nooit betekenis gehad hebben. Vraag is waarom ze dan ooit zijn geïnstalleerd. Vandaag dient de zaak voor de hoogste rechterlijke instantie van Duitsland, het Bundesgerichthof in Karlsruhe. De meeste media kiezen als belangrijkste  invalshoek of dit kunst is, niet of het volgens het auteursrecht beschermd wordt. Maar dat laatste is een meer interessante vraag die ook in de architectuur leeft, zoals bij een verbouwing van het Centraal Museum waarbij architect Mart van Schijndel zonder succes eiste dat zijn werk beschermd werd. Ook daarover bestaan uiteenlopende gedachten, dat is voor Braun Barends’ kunstwerken niet anders. De tendens lijkt dat de bescherming relatief en tijdelijk is.

Foto: NatHalie Braun Barends, ‘HHole’ in Kunsthalle Mannheim (Reflection Room), 2006. (Work in Progress, created as part of the exhibition “Full House: Faces of a Collection”). Credits: Thomas Henne en NatHalie Braun Barends.

Positie ex-manager Herman Brood wijst op zwakte galeriesector

Rambam is een televisieprogramma van de VARA. Volgens eigen zeggen pakken ‘de makers weer op eigenzinnige en creatieve wijze zaken aan die niet kloppen’. Op 20 januari 2016 start een nieuwe reeks en daarvoor maakten ze een item met de ex-manager Koos van Dijk van de in 2001 overleden popmuzikant en kunstschilder Herman Brood. De beschuldigingen vliegen over en weer. Rambam bepleit de eigen zaak niet overtuigend. Volgens een bericht in het AD zou ’Koos van Dijk willens en wetens meewerken aan het op de markt brengen van tal van vervalsingen. Hij ontkent, en dreigt de televisiemakers aan te klagen voor smaad.’ Maar Van Dijk ontkent en zegt het spelletje mee te hebben gespeeld omdat hij dacht benaderd te worden door een criminele organisatie die hij wilde ontmaskeren. Tegelijk beschuldigt hij Rambam van amateurisme.

Er zijn naar verluidt veel vervalsingen van het werk van Brood in omloop die bij galerieën te koop worden aangeboden. Mede door zijn populariteit als popmuzikant en zijn status als BN-er. Opvallend is dat Koos van Dijk zichzelf als ‘een soort poortwachter [ziet] die het kaf van het koren scheidt.’ Hij zegt dat hij ‘niets anders doet dan schilderijen goedkeuren’ en meet zich hiermee een positie aan waarvan het de vraag is hoe hij die heeft verdiend. Het is merkwaardig dat een ex-manager van een popmuzikant zonder kunsthistorische achtergrond en expertise dit meent te kunnen doen en hiervoor meent de geschikte persoon te zijn. Vanuit commercieel oogpunt is het begrijpelijk dat galerieën bij hem aankloppen om schilderijen van Brood te laten goedkeuren om die vervolgens te verkopen. Voor de sector als geheel werken de vervalsingen beschadigend.

Hoewel de handel in het echte en vervalste werk van Brood zich afspeelt in een deelmarkt van de galeriesector dat omschreven kan worden als het lichtere soort, slaat de negatieve publiciteit terug op de hele sector. Ook op de topgalerieën die aan prestigieuze beurzen in het buitenland deelnemen. Als de sector zichzelf serieus neemt en voor elkaar krijgt dat de verschillende deelmarkten en -segmenten samen om de tafel  gaan zitten, dan zou het ervoor kunnen zorgen dat in de toekomst voorkomen wordt dat iemand met het profiel als Koos van Dijk de positie in kan nemen die hij blijkbaar sinds de dood van Brood in 2001 in heeft kunnen nemen.

Dirk Poot legt uit waar de Piratenpartij voor staat. Something cool?

Als kritisch lid op afstand van de Piratenpartij sta ik positief tegenover de woorden van de beoogd lijsttrekker Dirk Poot. Erik de Vlieger praat open met hem voor Café Weltschmerz. Poot positioneert de Piratenpartij als een partij die de macht van het parlement wil herstellen. Tegen regeringsakkoorden, Brussel en de macht van de multinationals in. Een goed idee dat bij nieuwkomers past, maar hoe gaat Poot dat realiseren? Hij komt overtuigend over als vrijdenker die een prima vertegenwoordiger is van de progressief-liberale stroming in de Nederlandse politiek. Ongenoemd in het gesprek blijft de krakkemikkige organisatie van de Piratenpartij.

00:00 Het kerkzakje door Bram Bakker (NL TRIO 0390 4379 13)
00:38 Introductie
01:55 Waarom stemmen op de Piratenpartij?
02:55 Kernpunten (Copyright)
05:10 Boekdruk-monopoly’s
06:39 Disney en Presley
09:00 Muziekrechten
10:15 Politieke vertaling
10:55 Evenwicht naar een open informatie samenleving
14:10 Piraten zijn de enige partij die de komst van de digitale wereld in hun politieke programma verwerken
18:09 Andere politieke issues?
19:00 Piratenpartij komt voort uit een criminele organisatie?
24:05 Kernenergie versus thoriumreactoren
28:55 Bootvluchtelingen
30:30 Nagesprek: Privacy, Facebook, Stasi, doneren!
36:53 Doneren (NL TRIO 0390 4379 13)

Zie hier voor blogpostings over de Piratenpartij.

Sunday Times en Glenn Greenwald botsen over Edward Snowden

int

De Britse The Sunday Times bracht afgelopen zondag 13 juni een verhaalBritish spies betrayed to Russians and Chinese’ dat een frontale aanval was op Edward Snowden die in juni 2013 de massale spionage door veiligheidsdiensten als de NSA en de GCHQ aan de orde stelde. Onderzoeksjournalist en geestverwant van Snowden Glenn Greenwald reageert in zijn column op The Intercept en beweert dat de gevestigde Britse en Amerikaanse media zich na de Irak oorlog opnieuw voor het karretje van de gevestigde macht laten spannen. De media zouden in die tussentijd niets geleerd hebben. Een ideologische strijd tussen The Sunday Times van miljardair Rupert Murdoch tegenover The Intercept van miljardair Pierre Omidyar. Conservatief en pro-establishment tegenover crypto-progressief en crypto-establishment. Wie heeft het bij het rechte eind?

Indirect bewijs dat Greenwald gelijk heeft is de poging van The Sunday Times om de column van Greenwald via de rechtbank te laten verbieden. Niet omdat de inhoud ervan onjuist zou zijn of belasterend is, maar het auteursrecht zou schenden. The Guardian noemt dat een slap antwoord van moedermaatschappij News UK die de Sunday Times uitgeeft. Claim van westerse veiligheidsdienst dat Snowden ‘bloed aan zijn handen heeft’ door samenwerking met de Chinese of Russische veiligheidsdiensten kan nog opgevat worden als een normale manier van misleiding door inlichtingendiensten, maar dat gevestigde media dat zonder bronvermelding en onderbouwing met feiten overnemen is de schande van de journalistiek waar Greenwald terecht op wijst.

Direct bewijs dat Chinese of Russische inlichtingsdiensten inzage hebben gehad in de geheime documenten die Snowden kopieerde en naar buiten smokkelde is nooit geleverd. Ook niet door de beschuldigingen in The Sunday Times. Greenwald heeft gelijk dat dit soort journalistiek een parodie op journalistiek is. De Sunday Times baseert zich uitsluitend op anonieme bronnen, spreekt zichzelf tegen en is ingefluisterd door de Britse regering. Het terugdringen van de macht van de NSA in de recent aangenomen Freedom Act geeft aan dat de inlichtingendiensten met massale spionage van burgers de slag om de publieke opinie aan het verliezen zijn. Alle middelen zijn dan geoorloofd om Snowden in diskrediet te brengen. Inclusief ondermaatse journalistiek.

Het effect van dit artikel moet niet afgemeten worden uit de controverse tussen The Sunday Times en The Intercept, of tussen de Britse inlichtingendienst MI6 en Greenwald. Zelfs als Greenwald deze strijd wint omdat hij de beste argumenten heeft en het dichtst bij de feiten blijft, kan hij toch de slag om de publieke opinie verliezen. Da’s ingecalculeerd door de aanvaller. Zo werkt de journalistiek tegenwoordig: een beschuldiging wordt als feit gebracht. Door de hoge omloopsnelheid van het nieuws zijn nieuwsconsumenten niet meer in staat te onderscheiden tussen feit en verzinsel. Zeker niet als een kwaadaardige bron als The Sunday Times het insteekt en andere gevestigde media zich opstellen als doorgeefluik zonder weinig kritisch vermogen.

Foto: Schermafbeelding van begin artikel ‘The Sunday Times’ Snowden story is journalism at its worst – and filled with falsehoods’ van Glenn Greenwald op online nieuwsbron The Intercept.

Facebook en Google blokkeren politieke uitingen. Internetvrijheid?

faceb

Op 23 september sloot Facebook de pagina ‘Cargo 200 uit Oekraïne naar Rusland’ (‘Груз-200 из Украины в Россию) die verslag doet van gedode Russische militairen bij de Russische invasie van Oekraïne. Cargo 200 is de militaire code voor slachtoffers die vanaf het slagveld worden afgevoerd. De pagina is een initiatief van de Russische mensenrechtenactiviste Jelena Vasiljeva maar wordt ondersteund door Oekraïense groepen. Haar eigen pagina werd ook afgesloten. Door protesten op sociale media zoals bovenstaande petitie op change.org heeft Facebook de blokkade van Cargo 200 na een dag beëindigd. Het legt hierover geen verantwoording af zodat het gissen blijft wat de reden was. Op deze dominante positie krijgt Facebook van vele kanten kritiek.

In de RF worden berichten over in Oekraïne gesneuvelde Russische militairen uit de media gehouden omdat het Kremlin ontkent dat het Russische leger in Oekraïne opereert. Jelena Vasiljeva zegt te worden tegengewerkt. Ze verwijt de Russische geheime dienst haar pagina te hebben gehackt. Naar verluidt is sinds de wapenstilstand een deel van de Russische troepen uit Oost-Oekraïne en vanaf de grens teruggetrokken.

In een andere petitie vraagt Dawn Eliz aan Google (eigenaar van YouTube) om herstel van het acht jaar oude kanaal UkeTube dat zonder waarschuwing vooraf door YouTube werd gesloten. Meer dan 1500 video’s dreigen verloren te gaan. Dawn Eliz ziet er censuur in. Google lijkt als reden voor de sluiting van UkeTube  overtreding van de auteursrechten aan te voeren. Hoe zich dat verhoudt tot verslaglegging dat als bewijs in een komende rechtszaak kan dienen is de vraag. Als UkeTube tijdig gewaarschuwd was door Google had het een archief zoals Internet Archief voor kopieën kunnen laten zorgen. Tekenen van deze petitie kan hier.

chan

Foto 1: Schermafbeelding van deel petitie ‘Reinstate the group ‘Груз-200 из Украины в Россию’ immediately‘ op change.org.

Foto 2: Schermafbeelding van deel petitie ‘Restore UkeTube channel’ op change.org.

Bezwaren tegen overname tentoonstelling James Bond in Kunsthal

Update 10 oktober 2014: Morgenavond gaat in de Kunsthal Designing 007: Fifty Years of Bond Style open. 

Het venijn zit in de staart bij de weergave van sponsors en partners. Wat voor kunst wordt hier gepresenteerd, hoe wordt dat verantwoord en waarom geven sponsors hier geld aan? Wat zegt dat over hun maatschappelijke betrokkenheid en hun ambitie met kunst? De Rotterdamse Kunsthal proudly presents vanaf 12 oktober 2014 ‘Designing 007: Fifty Years of Bond Style’. Het is een overname van kunstencentrum Barbican in Londen met exclusief materiaal van de producent van de James Bond-films EON Productions. Deze laatste onderneming is weer een dochteronderneming van moedermaatschappij Danjaq die de auteursrechten en handelsmerken beheert die met de James Bond films samenhangen. Danjaq is ook de hoofdsponsorDe tentoonstelling was eerder te zien in Londen, Toronto, Shanghai en Melbourne, en gaat na Rotterdam nog naar Moskou.

Opnieuw een tentoonstelling als een filmgala. Een tentoonstelling die uit het buitenland ingevlogen wordt en in de marketing vooral verwijst naar een wereld buiten de beeldende kunst. Andere voorbeelden van dit type tentoonstellingen zijn 1001 Inventions in Rotterdam en Da Vinci – The Joy of Understanding in Utrecht. Het verschil is dat de Kunsthal geen gelegenheidslocatie is die zich nieuw aandient, maar als lid van de Museumvereniging deel uitmaakt van het reguliere circuit van presentatie-instellingen.

Vraag is of overname van Designing 007 in lijn is met de hoofdlijn van het beleidsplan die zegt: ‘De Kunsthal presenteert serieuze kunst op een niet-museale manier, laagdrempelige onderwerpen worden op een voetstuk geplaatst, andere culturen worden uitgelegd.’ Probleem is niet de laagdrempeligheid van het onderwerp of de niet-museale manier van presenteren, maar de bedenking of hier vanuit een onafhankelijke positie nog wel serieuze kunst wordt gepresenteerd. Het zou verdedigbaar zijn als de Kunsthal de marketing van Danjaq op de koop toe kon nemen om deze tentoonstelling naar haar eigen hand te zetten. Deze ruimte krijgt het echter niet van de commerciële marktpartijen die de overname aanbieden. Normvervaging ligt op de loer als de Kunsthal in haar tentoonstellingsprogramma niet kritisch reflecteert op maatschappelijke ontwikkelingen maar deze domweg omarmt. Kunnen sponsors als het Blockbusterfonds hun geld niet anders besteden?

kun

Foto: Schermafbeelding uit promotievideo door Kunsthal van Designing 007: Fifty Years of Bond Style’. 

Oproep tot fundamenteel debat over organisatie van Piratenpartij

162193713

Er moet niet te zwaar getild worden aan het feit dat Erwin Lensink namens de Piratenpartij verkiesbaar is voor de gemeenteraadsverkiezingen in Nijmegen. Lensink is landelijk bekend als de waxinegooier. De Piratenpartij is er niet blij mee. Het is een incident dat in alle partijen kan voorkomen. Of staat het voor meer dan dat?

Binnen de partij is in de coördinatie veel misgegaan. Eerst zou het bestuur niet geweten hebben wie ‘Erwin’ was, maar toen weer wel zoals uit een persbericht blijkt. Later beweerde Dirk Poot dat Lensink zich op eigen houtje aangemeld zou hebben bij de Kiesraad, maar zoals BB meldt kan dat niet omdat het ‘H3-1-formulier was per ongeluk al getekend door de voorzitter‘. Toen diende het partijbestuur bij de Raad van State een dag te laat een bezwaarschrift in tegen de verkiesbaarheid van Lensink namens de partij. Een reeks van foutjes. 

Vraag is of de fouten samenhangen of los van elkaar zijn ontstaan. Het ligt trouwens nog ingewikkelder als blijkt dat de Nijmeegse piraten niet en de ledenraad en het landelijk bestuur wel aan de verkiezingen mee wilden doen. Er lijkt sprake van een bedrijfscultuur binnen de Piratenpartij die gekenmerkt wordt door een tekort aan centrale regie. Overigens een keuze waar de meerderheid van de leden op de ledenraad bewust voor kiest. Het is een gevolg van de afweging tussen basisdemocratie en uniformiteit. Met voor- en nadelen. 

Als lid van de Piratenpartij heb ik me de afgelopen jaren herhaaldelijk in discussies op internet met andere leden gemengd over de vraag hoe de afweging tussen centrale regie en basisdemocratie gemaakt kan worden. Intussen ben ik daar mee gestopt. Ik zie aan beide standpunten voor- en nadelen, maar neig toch naar meer centrale sturing. Zeker als het om verkiezingscampagnes gaat die nu eenmaal continuïteit, eenduidige beeldvorming en doelmatig omgaan met middelen vragen. En een snelle en daadkrachtige aanpak in de concurrentie met andere partijen. De Piratenpartij is ondanks alles en het bij sommige leden bestaande idee van eigen ‘exceptionalisme’ in de eerste plaats een ‘normale’ politieke partij en geen pressie- of actiegroep.

Haperingen, dilemma’s en foutjes zijn naar mijn idee terug te brengen tot het zelfbeeld van de piraten. Dat schuurt. Daarom blijft de doorbraak uit. Piraten komen met liberale eisen, maar velen voelen zich anarchisten en buitenstaanders. Hoe kan een maatschappijcriticus als Erwin Lensink zich anders tot de partij aangetrokken voelen? Het geeft te denken dat een partij die als kernpunten onder meer transparant bestuur, internetvrijheid en privacy/ burgerrechten heeft zo weinig steun verwerft in het jaar dat Edward Snowden, de NSA en de blunders van minister Plasterk het nieuws beheersten. Het is de hoogste tijd voor een fundamenteel debat over een andere organisatie waarbij niet de rol van de ledenraad maar de potentiële kiezers centraal staan.

Foto: Vakulenchuk, de leider van de opstand op de Potemkin. Still uit ‘Bronenosets Potemkin‘ (1925) van Sergei Eisenstein.