Artikel over immersieve kunst in Het Parool mist diepte, nuance en scherpte. Een onderdompeling in misverstanden

Schermafbeelding van deel artikelWaarom slaat immersieve kunst zo aan? ‘Op deze manier kunst ervaren gaat direct naar je hart’‘ Van Lorianne van Gelder in Het Parool, 23 maart 2024.

Popularisering is niet per definitie verkeerd. Zo las ik als jongetje verhalen over historische figuren van Oom Wim (l’ Oncle Paul) in striptijdschrift Robbedoes. Mijn interesse in geschiedenis werd erdoor gewekt. In elk geval werd de verbeelding geprikkeld. Legendarisch zijn de Classics Illustrated. Bewerkingen in strips van literaire klassieken. In Nederland verschenen vanaf 1956 de Illustrated Classics.

Het idee is dat ‘hoger cultuurgoed’ via ‘lager cultuurgoed’ een publiek bereikt. Het uitgangspunt is dat de hogere cultuur naar beneden doorsijpelt en als effect heeft dat het publiek zich uiteindelijk wendt tot de originele bron. Lager cultuurgoed wordt voorgesteld als ‘instapmodel’ voor hoger cultuurgoed.

In het artikel ‘Waarom slaat immersieve kunst zo aan? ‘Op deze manier kunst ervaren gaat direct naar je hart’ van 23 maart 2024 in Het Parool neemt Lorianne van Gelder het op voor deze popularisering. Merkwaardig is echter dat ze het uitsluitend koppelt aan immersieve kunst.

Herinneren we ons het project uit 2022 in Almere om een museum van immersieve of onderdompelende kunst te realiseren? Het werd een mislukking. Veelzeggend was de uitleg van toenmalig manager Denise de Boer die het koppelde aan de ruimte die er in Almere wel was, maar elders in Nederland niet. Zo meende ze.

Interessant is dat De Boer erop wees dat er verschillende soorten immersieve kunst zijn: ‘Werken van Vincent van Gogh worden groot geprojecteerd. Je loopt dan echt door schilderijen heen. Toch is dat iets heel anders dan wat wij in Almere willen. Het werk van Van Gogh is natuurlijk nooit zo bedoeld. Bij ons wordt de ervaring echt gecreëerd door de kunstenaar.

In haar artikel gaat Van Gelder eenzijdig uit van de gepopulariseerde versie van immersieve kunst. Ofwel, projecties van klassieke schilderijen. Maar grote werken van Anselm Kiefer of Mark Rothko, of Guernica van Pablo Picasso zijn ook immersieve kunst die gecreëerd is door de kunstenaar zelf.

Van Gelder legt bij geprojecteerde immersieve kunst het accent op de ervaring van de kijker of toeschouwer. Maar met de ‘beleving‘ van de bezoeker zijn vele musea de afgelopen jaren al aan de slag gegaan. Dat is niet iets van immersieve kunst alleen.

Van Gelder citeert Patrick Alders, directeur van Fabrique des Lumières die geprojecteerde immersieve kunst aanbiedt: ‘Mensen zeggen vaak: ‘Wat gaaf, dit wil ik wel in het echt zien.’ Op deze manier kunst ervaren gaat direct naar je hart. Dat maakt het toegankelijk. Een museum bezoeken kan heel hoogdrempelig voelen. En dan sta je daar en moet je het bordje ernaast lezen om het te begrijpen. Dan ben je vooral met je hoofd bezig.’

Het lijkt erop dat Alders een verkeerd beeld van de museumsector heeft. Hij maakt een parodie van wat er gebeurt in Nederlandse musea. Zijn hypotheses claimen veel en geven hem de ruimte om van alles te beweren. Van Gelder vraagt niet door. Het langlopende debat in de museumsector over wel of niet een tekstbordje bij een kunstwerk lijkt ook aan Alders voorbijgegaan te zijn.

Imersieve theaterervaringen ‘die de laatste jaren vaker in Amsterdam en omstreken te zien zijn‘ stelt Van Gelder voor als iets nieuws. Dat is onzin, immersief drama is zo oud als het theater zelf. Van Euripides tot Shakespeare, Dogtroep, Vis-à-Vis en Royal de Luxe. Waarom kwam Bertolt Brecht anders met zijn episch drama dat als opzet had om de illusie te doorbreken en de toeschouwer aan het denken te zetten? Ook ‘klein’ Kammerspiel van August Strindberg kan de toeschouwer onderdompelen. De klassieke Hollywood-film waar de constructie wordt verhuld is per definitie immersief.

Popularisering in de kunst kan werken. De uitleg van Van Gelder over immersieve kunst is onvolledig, kort door de bocht en gekleurd. Haar artikel roept de vraag of ze voldoende tijd heeft genomen om het onderwerp immersieve kunst goed uit te werken. Het lijkt erop dat ze de lezer van Het Parool onderdompelt in een infomercial voor Fabrique des Lumières.

‘Meshes of the Afternoon’ met Maya Deren en Alexander Hammid

Opnieuw aandacht voor een avant-garde film. Het gaat om ‘Meshes of the Afternoon‘ (1943). Letterlijk vertaald ‘Mazen van de namiddag’. Makers zijn Maya Deren en Alexander Hammid. Geboren in respectievelijk Oekraïne en Tsjecho-Slowakije en geëmigreerd naar de VS. Derens derde echtgenote Teiji Ito maakte in de jaren 1950 de soundtrack.

In de bundel Lovers of Cinema (1995) pint Tom Gunning in het artikel ‘Machines That Gave Birth to Images‘ Derens waarde vast: ‘Deren’s decision to understand herself primarily as a filmmaker, to create, at enormous financial and emotional cost to herself. a series of works that truly could be considered a corpus, provided the essential model for the emergence of the American avant-garde‘. Zij inspireerde vele filmmakers.

In een soort omgekeerde toewijzing van het urinoir ‘Fountain‘ van Elsa von Freytag-Loringhoven dat abusievelijk aan Marcel Duchamp werd toegeschreven kreeg Maya Deren lange tijd de unieke credits van ‘Meshes‘ terwijl Alexander Hammid de professionele cineast was. Hammid die tot 1942 Alexander Hackenschmied heette wordt nu als regisseur beschouwd.

P. Adams Sitney wijdt in zijn boek Visionary Film (1979) over de Amerikaanse avant-garde 1943-1978 aandacht aan Maya Deren. De film werd in 2,5 week opgenomen met primitieve 16mm apparatuur in hun eigen huis. Deren en Hammid waren toen getrouwd. Ze spelen zichzelf. Er was geen script. Ze overlegden over de shots.

Sitney citeert criticus Parker Tyler over deze film. Hij ziet er de dood van Derens narcistische jeugd in. Hammid geeft een portret van zijn jonge vrouw. Die opvatting geeft een volstrekt tegengesteld perspectief dan dat het om een egodocument van Deren zo gaan.

Het is niet spannend om de hele inhoud na te vertellen. Maya Deren gaat een huis in. Ze loopt de trap op. De camera volgt Derens perspectief. Dan komt er een zwartgeklede non-achtig persoon die Deren spiegelt. Ook is er nog een derde persoon die haar spiegelt. Na wat verwikkelingen loopt de man buiten op de weg. Hij treedt het huis binnen en ziet de vrouw met doorgesneden keel in de makkelijke stoel. Einde.

Wie weinig met experimentele film heeft zal toch moeten kunnen toegeven dat hier met primitieve middelen een interessante film is gemaakt die raakt aan de toenmalige beeldende kunst. Inclusief zware symboliek. Dat gebeurde onder de rook van de dominante verhalende Hollywood-film die met het studiosysteem toen op zijn hoogtepunt was.

Hollywood riep niet zozeer een reactie van Deren en Hammid op, want zij borduren deels voort op die narratieve traditie. Het leidde tot de ongebondenheid om terloops zichtbaar te maken dat film meer is dan een objectief verhaal dat als het ware zichzelf vertelt. De avant-garde en het Hollywood-systeem leenden van elkaar en liepen meer in elkaar over dan de aparte etiketten deden vermoeden. Zonder dat ze gelijktijdig opliepen of hetzelfde publiek bedienden.

Still uit ‘Meshes of the Afternoon‘ (1943) van Alexander Hammid en Maya Deren met Maya Deren.

Klassieke Koreaanse film: ‘The Housemaid’ (1960)

De synopsis van de klassieke film Hanyo (The Housemaid) van regisseur Kim Ki-young wordt op IMDB samengevat: ‘A composer and his wife are thrown into turmoil when a housemaid becomes more than they bargained for‘.

Hanyo wordt als een van de grote klassieke Koreaanse films beschouwd. Wikipedia geeft een uitgebreide beschrijving van de inhoud. De film vibreert en beproeft, etaleert en voltooit.

Het is een klassiek motief: een indringer verstoort met funeste gevolgen de verhoudingen binnen een gezin. Thematisch is Hanyo verwant aan Le Journal d’une femme de chambre (1964) of Io sono l’amore (2009). Of de films van John Ford waar het gaat om de eenheid van de groep tegenover de buitenwereld.

Niet geheel toevallig wordt Hanyo vergeleken met films van Luis Buñuel die maatschappijkritiek niet schuwde. Hanyo is ook een tijdsbeeld in cameravoering, ‘realisme’ en rauwheid. Als psycho-sociaal drama met horror-elementen dringt de film ver tot de kern van het menselijk bestaan door.

De klassieke Hollywoodfilm tot 1960 zoals die in studies beschreven werd door filmhistoricus David Bordwell en in de boeken van scriptgoeroe Syd Field schetst het schema: evenwicht – verstoring evenwicht + vertraging – herstel evenwicht. Kim Ki-young thematiseert dat in Hanyo waar verstoring van het evenwicht binnen het gezin het onderwerp is. Met een vertelstructuur die dat thema als beginsel heeft. Wat deze verhalende film op zijn beurt weer leent van de klassieke 19de- eeuwse westerse roman.

Dit soort niet-Amerikaanse of niet-Europese films die werden geproduceerd toen de neergang van de creatieve dominantie van het klassieke Hollywood zich aankondigde en in de marge tegenbeweging op gang kwam, leent nog uit de toen sterker dan nu heersende westerse (film)cultuur.

De filmscore van Sang-gi Han leent effectief. Met herhalende diëgetische piano-oefeningen als onderstroom die uitlopen in dissonantie, citaten uit westerse jazz (Perdido, Harlem Nocturne), Bernard Herrmann-achtige krassende Hitchcock-muziek uit Psycho (1960) dat vijf maanden voor Hanyo in première ging en André Hodeir-achtige symfonische onderwatermuziek die de stromingen verbindt. De mengelmoes demonstreert hoe film ontstaat en zichzelf bewijst op de kruising van culturen.

Screen Songs: She Reminds Me of You & I Can’t Escape from You

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 27 februari 2014.

De society band van Joe Reichman (1898-1970) speelt I Can’t Escape from You. Op 25 september 1936 wordt deze Screen Song van de Fleischer Studios opgenomen. Billie Bailey zingt. Losse eindjes worden aan elkaar geknoopt. Leo Robin schreef het nummer in 1936 voor Bing Crosby in Rhythm on the Range van Norman Taurog. Reichman was een paljas achter de toetsen. Hij noemde zich de Pagliacci van de piano.

And so you see that I’m really not free
I’m so afraid you might escape from me
And yet I can’t escape from you

De stuiterende bal is de karaoke van de jaren ’30. Nog een Screen Song is She Reminds Me of You uit 1934 van Harry Revel en Mack Gordon met de Eton Boys. Ook geschreven voor een Paramount-film van regisseur Norman Taurog met Bing Crosby: We’re Not Dressing (1934).

Zoete muziek met een pakkende melodie en grappige animatie. Lopende band werk van hoog niveau. Entertainment voor in de bioscoop. Dit studiosysteem in film en muziek is ter ziele. Voorgoed weg. We blijven verbaasd achter met de vraag hoe hoog de standaard was en of het echt een vereiste was dat de scherpe kantjes weggevijld moesten worden.

sher

Foto 1: Platenhoes ‘The Pagliacci of the Piano‘ van Joe Reichman and his Orchestra.

Foto 2: Bladmuziek van She Reminds Me of You van Mack Gordon en Harrie Revel uit We’re Not Dressing met Carole Lombard en Bing Crosby.

Laura, the face in the misty lights

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 29 juni 2011.

Ooit vroeg de eigenaar van een Brugs jazzcafé wat ik wilde horen. Nog in de tijd van de elpee. Bird with Strings antwoordde ik. Hij legde Laura op zijn Dual. De versie van zomer 1950. Charlie Parker met Strings was toen zo populair dat de studioband een working band werd en het tot in Carnegie Hall bracht. Ik bestelde nog een trappist.

Laura is film en song. De film noir van Otto Preminger uit 1944 met Gene Tierney en Dana Andrews was er het eerst. David Raskin maakte een jaar later de muziek, Johnny Mercer de lyrics. Film en song, Bird en Frank Sinatra, Woody Herman en Dick Haymes lopen door elkaar. Daar tussendoor loopt Laura. Dat is de Amerikaanse cultuur waar alles op een hoogtepunt samenwerkt en dromen verkoopt. Zo ontstaan standards.

Laura is the face in the misty lights
Footsteps that you hear down the hall
The laugh that floats on a summer night
That you can never quite recall

And you see Laura on the train that is passing through
Those eyes how familiar they seem
She gave your very first kiss to you
That was Laura but she’s only a dream

1944: Dana Andrews puts the spotlight on Gene Tierney during the interrogation scene of the film noir, ‘Laura‘, directed by Otto Preminger.

Met liefde haten

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 17 mei 2011.

Erich von Stroheim, The Man You Loved to Hate in Foolish Wives, 1922.

Nederlanders moeten de ander leren haten zoals ze zichzelf haten. Met zelfspot en liefde. Niet hartgrondig, maar ruimhartig. Ze moeten de ander in het hart sluiten voor deze uit te bannen. Vanaf dan als iets eigens. Verinnerlijkt. Aardige haat staat haaks op het idee van uitsluiting.

De ander verschijnt in steeds andere vorm. Zoals de Oostenrijkse regisseur Erich von Stroheim die in Hollywood berucht werd als acteur die Duitse schurken uitbeeldde: The Man You Loved to HateDe Zweedse Warner Oland met Aziatische trekken maakte furore als Dr. Fu Manchu en Charlie Chan.

Met hun vaardigheid om in enkele streken een hele bevolkingsgroep weer te geven roepen ze haatgevoelens op om in het hart te sluiten. Maar de keerzijde is dat met de overdreven schets een verkeerd beeld van Duitsers of Aziaten blijft hangen dat het hart weer sluit.  

Warner Oland (links) in The Mysterious Dr. Fu Manchu, 1929.

Bestaat pretentieloos amusement met pretentie? Met als voorbeeld ‘The Secret Music of China’ (1947)

Nu iets geheel anders. Populaire muziek uit 1947. Maar niet zomaar amusement. Het gaat om de LP ‘Secret Music of China‘ van het orkest van Alexander Laszlo met een bijdrage op theremin van Samuel Hoffman. Het is de weergave van een musical. De laatste is in Nederland bekend door de uitgave uit 1999 van Basta Music met 3 CD’s met daarop vreemde salonmuziek van EP’s uit de jaren 1947 -1950. In 1949 werd na een lange burgeroorlog de Volksrepubliek China uitgeroepen.

De vraag hoe pretentieloos amusement pretentie krijgt roept deze LP op. Hoe zuiver is dat?  

Valerio Saggini besteedt in een blogpost uit 2002 aandacht aan deze LP en zegt over het nummer Rape of Nanking: ‘Night. December 13, 1937. Nanking is raging in battle. Women left the maelstrom tremble with fear. Outside the room, a command to halt is heard, and a child calls out: The Japanese are here! In a rush, the crowd tries to escape, but some are too late. Trapped, a group of women return to the room and lock themselves in. A soldier pounds at the door, and then crashes through, followed by others. One girl nearly escapes, but a soldier blocks her way. Amid the uproar and screams, he thrusts at her with his bayonet. Night, December 13, 1937‘.

Pretentieus amusement met een boodschap is een ongekende tussencategorie. Licht amusement gaat nergens over en omvat geen systeemkritiek. Het bedient zichzelf en de industrie waar het uit voortkomt en die gaat voor geldelijk gewin.

Met een variant op de uitspraak van theoloog Harry Kuiter over het mensbeeld en God: ‘Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen‘ zou je kunnen zeggen over pretentieus amusement: ‘Alle muziek over Boven komt van beneden, ook de muziek die beweert van Boven te komen‘. Het hoort bij de marketing van de muziekindustrie om een hoger doel te suggereren dat er eigenlijk niet is. Dat wordt er opgeplakt om het beter te verkopen. Meer dan dat is het niet.

Hoe een musical of LP als ‘The Secret Music of China‘ daarin past is nog niet zo makkelijk te beantwoorden. De vorm is die van het amusement van Hollywood dat systeemkritiek per definitie verbergt achter andere doelstellingen: een lopend verhaal waarvan de ‘montage’, de constructie wordt verhuld, individualisering van structuren zodat een aanval op het systeem uit de weg wordt gegaan en aansluiting bij de op dat moment geldende vormgeving van de populaire cultuur.

Ik kom er niet uit wat een project als ‘The Secret Music of China‘ is. Denk ook aan de goede doelen acties van populaire artiesten om het onrecht in de wereld te bestrijden. Dat toont vaak vals en hypocriet. Zie ze dringen om vooraan te staan. Bestaat pretentieloos amusement met pretentie die het echt meent?

Klassieke Amerikaanse film noir: ’The Lady from Shanghai’ (1947)

The Lady from Shanghai (1947) is het bekijken waard. De camera houdt van de hoofdrolspeelster. Deze film noir van regisseur Orson Welles is tevens een commentaar op dit genre. Hoewel de ironie nou ook weer niet zo afwijkend is als het lijkt. Shanghai speelt geen rol in de film. De film speelt na wat in het echt gebeurde: Welles aanbidt Hayworth en wil haar veroveren. Maar een femme fatale kan op vele manieren noodlottig zijn.

Hoofdrolspeelster Rita Hayworth en regisseur Welles waren getrouwd tijdens de opnamen, maar toen al stond hun later ontbonden huwelijk onder druk. De van origine Spaanse Hayworth die door studiobaas Harry Cohn werd gerestyled tot een Amerikaans icoon en wonderboy Welles waren op hun afzonderlijke manier twee atypische verschijningen in de Amerikaanse filmwereld. Ze gaven wel om glamour, maar trokken zich er tegelijk niks van aan. Tot aan hun dood hielden ze hun eigenzinnigheid vast.

Het genie Welles en de door een harde jeugd onontwikkelde en onzekere als danseres opgeleide Hayworth die tijdens de Tweede Wereldoorlog tot hét sekssymbool van de VS werd werken hier samen. Dat is al bijzonder. Het verschil tussen Arthur Miller en Marilyn Monroe was kleiner.

Het verhaal doet er weinig toe. IMDb vat het zo samen: ‘Zeeman Michael O’Hara (Welles) is gefascineerd door de prachtige mevrouw Bannister (Hayworth) en neemt deel aan een bizarre jachtcruise en komt terecht in een complex moordcomplot.’ Tja, dat verklaart weinig. De vele adjectieven zijn niet nodig om de extravagantie van het verhaal te benadrukken. Wie deze film te lang en te complex vindt kan volstaan met de scène in de cakewalk (funhouse) op het kermisterrein (na 1 uur 21’). Met spiegels, spiegelingen en spiegelbeelden die samenvallen met de identiteit van de personages. Of juist niet. De toeschouwers hebben het nakijken.

Hollywood zou Hollywood niet zijn als de producent in het publiciteitsmateriaal voor deze film het iconische beeld van een scène uit Hayworth’s succesfilm Gilda van het jaar daarvoor niet zou reproduceren. Vol verborgen betekenissen. De droomfabriek draait op z’n best door in deze genrefilm de verwachtingen van de toeschouwer een extra stukje op te rekken:

Rita Hayworth in The Lady from Shanghai (1947).

Gedachte bij foto [Peasants being photographed for identity cards, headdress removed], 1934-1939

Een fotograaf die een andere fotograaf fotografeert is een subgenre. Je zou het in dramaturgische termen episch en Brechtiaans kunnen noemen. Ofwel, het bewust scheppen van afstand om het publiek inzicht te geven. Het tot stand komen van de foto wordt niet weggemoffeld en zelfs deel van het onderwerp.

Doorgaans wordt in de verhalende traditie van de 19de eeuwse roman en de filmindustrie van Hollywood de montage uitgevlakt. De schijn wordt gewekt dat het verhaal zich als het ware zelf vertelt. Onzin uiteraard. Is deze traditie de reden dat er zo betrekkelijk weinig registraties zijn van beeldende kunstenaars in hun creatieve proces?

Dit is een beeld uit Palestina in de jaren 1930. Boeren worden gefotografeerd voor hun identiteitsbewijs. De hoofdbedekking wordt verwijderd. Het gaat over identiteit en het vastleggen ervan. En het vastleggen van het vastleggen. Nou, dat ligt behoorlijk vast. Tot welk leed dat kan leiden weten we uit de geschiedenis. Dat is weer een ander onderwerp. Terwijl van dit onderwerp nog niet eens duidelijk is waar het over gaat: fotografie, identiteit of de politiek van het Midden-Oosten? Of alles tegelijk en door elkaar?

Foto: [Peasants being photographed for identity cards, headdress removed], 1934-1939. Collectie: Library of Congress.

Klassieke Amerikaanse film noir: ‘Detour’ (1945)

Detour’ uit 1945 is een typische film noir uit de gloriejaren van het Amerikaanse studiosysteem van Hollywood dat rond 1960 ten einde liep. De film werd geproduceerd door de kleine onafhankelijke studio Producers Releasing Corporation voor 30.000 dollar en kent daarom meer vrijheid en buitenopnames dan het lopende band werk van de grote studios.

Deze film met regisseur Edgar G. Ulmer en hoofdrolspeler Tom Neal als pianist Al Roberts wiens levensbeschrijving leest als het scenario voor een film noir heeft de laatste jaren aan waardering gewonnen.

Zoals de beschrijving van deze film op IMDB opmerkt klinkt door de hele film de song ‘I Can’t Believe That You’re in Love with Me’ die Billie Holiday in 1938 met Teddy Wilson voor Vocalion opnam. De tekst vangt de kern van Detour: ‘Your eyes of blue your kisses too/ I never knew what they could do/ I can’t believe you’re in love with me/ You’re telling everyone I know/ I’m on your mind each place you go/ They can’t believe you’re in love with me’. In de film noir is de femme fatale een drijvende kracht. Vaak richting de afgrond.

NB: Klik voor Engelse of Nederlandse ondertiteling op instellingen.

Foto: Still van Tom Neal in Detour (1945).