Britse burgerbeweging ‘All the Citizens’ vraagt regering-Johnson om vrije verkiezingen. Het verzet zich tegen Russische inmenging

Behalve een aardige dwarsdoorsnede van de filmgeschiedenis die de vraag oproept de herkomst van de fragmenten te benoemen is deze video een serieuze aanklacht tegen de Britse regering van premier Boris Johnson. Het gaat over de aanbevelingen uit het recent geopenbaarde rapport over de Russische inmenging in de Britse politiek die de regering Johnson niet wil opvolgen. Lagerhuisleden van verschillende partijen dringen aan op een onafhankelijk onderzoek, aldus een bericht van The Guardian. Premier Johnson handelt identiek aan de Amerikaanse president Donald Trump die evenmin de noodzaak erkent om iets te doen aan de Russische inmenging in de presidentsverkiezingen van 2020, en die van 2016 nog steeds ontkent.

Deze video die in professionalisme en doelmatigheid doet denken aan de anti-Trump video’s van The Lincoln Project van oud-Republikeinen, hoewel het wat intellectualistisch toont, is een initiatief van All the Citizens. Deze burgerbeweging meent dat de democratie in gevaar is. Het presenteert zich als ‘een collectief van journalisten, technologen, academici, filmmakers, advocaten, reclamemakers en individuen uit alle lagen van de bevolking. We kwamen samen om nieuwe manieren te vinden om licht te werpen op data, desinformatie en de bedreigingen voor de democratie door middel van samenwerking met burgers en onderzoeksjournalistiek’.

Dit is tegengesteld aan de huidige golf van links- en recht-populisten die zich verzetten tegen de democratie en de rechtsstaat zonder een direct alternatief of oplossing aan te bieden en uit te gaan van de feiten.

De beweging All the Citizens is concreet: het wil democratie, nationale veiligheid en rechtsstaat versterken. Het werkt naar eigen zeggen samen met een juridisch team van Leigh Day advocaten. De juridische weg zet het als laatste uitweg om deze kwestie op de agenda te krijgen. Het werkt daartoe samen met parlementariërs van verschillende partijen. Volgens de beweging staat het recht op een vrije verkiezing op het spel vanwege de weigerachtige houding van de regering Johnson om de inmenging van buitenlandse staten in het democratisch proces van het VK te onderzoeken en een wettelijk kader te hebben dat de voorwaarden biedt om de vrije meningsuiting van de mensen bij de keuze van de wetgevende macht te waarborgen. De overeenkomst met de VS is verbluffend, hoewel daar de erkenning van Russische inmenging in verkiezingen en de actie daarop zelfs groter lijkt dan in het VK, waar de conservatieve partij elke inmenging ontkennen.

Men mag hopen dat Nederlandse academici, journalisten, filmmakers, advocaten en allerlei betrokken burgers die zich zorgen maken over van de ene kant de weinig toeschietelijke houding van de regering Rutte (hoewel die minder in zichzelf gekeerd is dan de regeringen Trump en Johnson) en van de andere kant de huidige populistische golf van malcontenten, ophitsers en narcisten op sociale media ook zo’n breed project opzetten. Dat dient om de democratie die in gevaar is te redden uit handen van de populisten en politici die zich door de populisten naar de marges van de politiek laten dringen. In het VK is er een directe noodzaak, namelijk de Russische inmenging in de Britse politiek, maar ook Nederland is niet immuun voor wat het VK en de VS treft.

VVD is karikatuur van zichzelf. Macht maakt vadsig. Hoe kan het belang van de partijpolitiek worden teruggebracht?

De VVD die de term ‘vrijheid’ in de naam heeft, lijkt bij nader inzien niet zo vrij te zijn. In elk geval volgens het voormalige VVD-kamerlid Ybeltje Berckmoes-Duindam die morgen haar boekVoorlichting loopt met u mee tot het ravijn’ presenteert. De toelichting liegt er niet om: ‘Bij de liberalen – zo leerde Ybeltje – draait alles om beeldvorming. De invloed van de afdeling Voorlichting in de fractie is uitgesproken dominant. Zelfs politieke standpunten worden door Voorlichting ingestoken.’ En: ‘De gemiddelde Nederlander typeert de VVD als een partij van ordinaire graaiers, zo bleek uit eigen VVD-onderzoek. Deze uitslag werd angstvallig binnenskamers gehouden.’ Ybeltje Berckmoes-Duindam heeft haar lidmaatschap van de VVD opgezegd.

De VVD is niet de oorzaak van het probleem, maar er een gevolg van. Hoewel de partij wel de minister-president levert. Politieke partijen klampen zich vast aan de macht en azen op functies in het open bestuur die ze als hun bezit beschouwen. Terugkerende schandalen met VVD’ers op functies in het openbaar bestuur geven aan dat de mentaliteit van veel VVD’ers niet deugt. Het landsbelang en het belang van de burger wordt ondergeschikt gemaakt aan het partijbelang. Beeldvorming en kadaverdiscipline zijn de middelen om dat te bereiken. De VVD is er een voorbeeld van hoe partijpolitiek kan ontsporen, maar niet het enige voorbeeld.

Het risico voor partijen is dat ze in hun eigen werkelijkheid gaan geloven. Ze gaan de vierkante kilometer rond het Binnenhof verwarren met het echte Nederland. Het filmpje met Ivo Opstelten lijkt een satire op de VVD. Het valt niet in te zien wat de wervende kracht ervan is. Arjen Lubach kan dat niet overtreffen. Zonder dat de VVD het beseft zet het zichzelf te kakken in een filmpje waarin het verschil tussen schijn en wezen zover is opgerekt dat het lachwekkend is. Bij de VVD regeert dus niet alleen de Voorlichting, maar de afdeling die de macht binnen de partij heeft komt ook nog eens met beeldvorming die averechts werkt en wereldvreemd is.

Wat is de oplossing voor de partijpolitiek die om de eigen machtspositie en het voortbestaan draait? In de formatie die records van pietluttigheid, gebrek aan openheid en duur breekt, regeert volgens analisten het wantrouwen tussen partijen. Hoe kan het politieke bestel gerepareerd en opengebroken worden? Het moet op de schop. Een mechanisme dient ingebouwd te worden dat het belang van de partijpolitiek verkleint. Te denken valt aan de introductie van individuen en belangengroepen die ver van de partijpolitiek staan. Of aan een omlijning voor de formatie dat het landsbelang en het burgerbelang bindend omschrijft waar politieke partijen aan hebben te gehoorzamen. In elk geval moet de macht van beroepspolitici en partijpolitiek worden teruggebracht. Zoals het voorbeeld van de VVD leert, partijpolitiek brengt Nederland schijnwerkelijkheid.

Electoraal poolen als middel om macht van partijpolitiek te verkleinen en van burger te vergroten

Heeft Geert Wilders de verruwing van de politiek op zijn geweten? Dankzij het voorbereidend breekwerk van Pim Fortuyn in 2001-2002. Nee, want het onderschat de continuïteit. Of de gemiste kansen daarop. Vanaf 1994 toen het eerste paarse kabinet aantrad hebben politieke partijen kansen op politieke hervormingen geblokkeerd. Ze zijn hoofdzakelijk bezig met positionering, onderlinge relatie en het eigen voortbestaan. In dat autisme geven de gevestigde partijen de partijpolitiek een slechte naam en een stempel van behoudzucht.

De populistische PVV voegde zich in dat politieke klimaat. Met een ruwe toon zocht het als nieuwkomer de grens van het betamelijk op. Maar dat gebeurde binnen de voorwaarden van een stagnerende politiek die zelf al de ramen had gesloten voor hervormingen. En de machtsdeling met en inspraak van de burger afwees. De zittende politiek blokkeerde zelfs kleinschalige experimenten. Zoals het burgemeestersreferendum.

Het succes van de PVV is het tekortschieten van de politiek. Moet men dat de PVV of de rest verwijten? Het is niet de tragiek dat nationalistisch-rechts nu cultureel de macht opeist, maar dat de middenpartijen geen plek wisten te vinden voor opvattingen zonder uitsluiting van anderen. Dan was ook het bestaansrecht van Wilders afgenomen. Critici van Wilders worden ongewild onderdeel van de polarisatie die ze zeggen te bestrijden. Daarom ligt de oplossing voor Wilders niet in de kritiek op hem, maar in de uitwerking van een alternatief.

Oplossing is een open politiek systeem dat de middenpartijen dient. Een systeem dat het accent verlegt van de partijpolitiek naar een burgerbeweging. Zodat de invloed van burgers op de partijen toeneemt en de macht van de partijen op de samenleving en het openbaar bestuur afneemt. De macht behoort bij de burgers te liggen, niet bij de 2% van de bevolking die partijlid is. Want deze dienen niet het algemeen belang, maar zijn in hun achterhoofd altijd bezig met positionering, electorale overwegingen, partijbelang en -continuïteit.

Het klinkt als een scherts, maar politiek is te belangrijk om aan politieke partijen over te laten. Door experimenten op lokaal niveau kunnen machtsdeling en inspraak vergroot worden. Experimenteer maar eens met een ‘dienstplicht’ in het openbaar bestuur. Of met een kiessysteem zoals het ‘electoraal poolen’. Kiezers gebruiken dan een partijenprogramma als bouwsteen, als handelswaar. Niet langer als een ultieme waarheid. Die achteraf toch nooit een waarheid is. En in steeds meer gevallen dat zelfs vooraf al niet meer is.

In 2010 kwam ik met het voorstel van ‘electoraal poolen’. Ik lanceerde het om het centrum te versterken, het belang van partijen te relativeren en de burger in de bestuurdersstoel te krijgen. Dat poolen komt erop neer dat kiezers met een gedeelde voorkeur elkaar vinden en samen als pakket stemmen. Ze nemen het initiatief van de partijpolitiek over dat niet langer als eindresultaat, maar als halffabricaat wordt beschouwd. Stel dat kiezer A twijfelt tussen D66 en PvdA, kiezer B tussen D66 en GroenLinks en kiezer C tussen GroenLinks en PvdA. In dit voorbeeld spreken ze dan samen af om 1 stem op zowel D66, PvdA als GroenLinks uit te brengen. Het voorbeeld kan uitgebreid worden over meer kiezers en in andere combinaties. Jongerenbeweging G500 probeerde in 2012 een oplossing van gesplitste stemmen uit en noemde het de stembreker. Omdat het te ingewikkeld was sloeg het niet aan. Het stond ook haaks op het idee van electoraal poolen dat de macht terug wil geven aan de burger zonder het te institutionaliseren in een pseudo-politieke partij of beweging als G500.

Doorgaans staan kiezers niet achter alle standpunten van een partij en zouden ze loyaliteit willen verdelen. Kiezers willen zich aan de dwang en het keurslijf van de partijpolitiek ontworstelen. Tegelijk beseffen ze dat partijpolitiek noodzakelijk is voor de samenhang en een rode lijn. Partijen presenteren hun gedachtegoed echter als totaalpakket. Als kiezers daarin een splitsing zouden kunnen aanbrengen biedt dat zicht op een hybride politiek stelsel waarin partijpolitiek bouwstenen biedt waarmee de burger gaat bouwen. De politicus wordt dan aannemer-uitvoerder en de burger architect-eigenaar van het politieke bestel. Vergeleken met nu is dat een verandering omdat de partijpolitiek zich als systeem-eigenaar gedraagt en dat materialiseert door functies in het openbaar bestuur zonder tussenkomst van de burger vastbesloten voor zichzelf op te eisen.

Bouwstenen kunnen standpunten zijn die het financieel eigenbelang dienen, het snelst renderen of het best bij iemands karakter passen. Het kan vanuit een moraal ook een hoger -rond een thema gerangschikt- belang inhouden door te streven naar een duurzame agenda, een veiligheidsagenda of een solidariteitsagenda die slechts gedeeltelijk uitgaat van het eigenbelang. Een positief effect is dat de lange termijn strategie daardoor belangrijker wordt dan partijprogramma’s met een horizon van maximaal vier jaar kunnen realiseren.

De tussenvorm van het electoraal poolen dat politieke partijen met hun in beton gegoten partijprogramma’s ongemoeid laat -maar toch aan hun almacht knabbelt- biedt voorlopig het meeste perspectief om het belang van de partijpolitiek te relativeren en de macht van de burger te vergroten zonder het politieke bestel hevig op te schudden. Wat politiek dus onhaalbaar is. Software van Liquid Feedback bevat al uitgewerkte toepassingen om minderheidsstandpunten in een technische omgeving van E Democracy (internet-democratie) te wegen. Ook voor die vernieuwingen heeft de burger de medewerking van de in zichzelf gekeerde partijpolitiek nodig.

Foto: Steenfabriek Evere (Brussel), ansichtkaart 1906.

Theresa May wordt Brits premier. Maar wat als parlement tegen Brexit stemt?

Theresa May is de nieuwe leider van de Conservatieve partij, nadat Andrea Leadsom vandaag onverwachts uit de race stapte. Zij had in de leiderschapsverkiezing Michael Gove de voet dwarsgezet die op zijn beurt Boris Johnson de voet dwarszette. Zo zijn inmiddels alle leidinggevende Brexiteers moedeloos uit de race gestapt. Bij UKIP hebben Nigel Farage en tweede man Paul Nuttell hun vertrek aangekondigd. Afbreken lijkt lastiger dan opbouwen. May kan op korte termijn tot premier benoemd worden nu haar mededingers zijn afgevallen.

May accentueert dat er geen tweede referendum komt. Daarmee is niet gezegd dat er geen vervroegde verkiezingen komen. Dan kan alles weer veranderen. Vraag is hoe en door wie artikel 50 in werking wordt gesteld die tot een Brexit leidt. De juridische vraag is wie daarover het laatste woord heeft: het parlement of de koningin, zoals The Independent in een bericht toelicht. Het zwaartepunt lijkt bij het parlement te liggen.

Labour parlementslid Helen Goodman stelt vanmiddag in het Lagerhuis een zogenaamde ‘urgent question’ aan Oliver Letwin die als kabinetslid het Cabinet Office bezet en de premier ondersteunt. Goodman opteert ervoor dat artikel 50 alleen in werking kan worden gesteld na goedkeuring van het parlement. Als dat zo is, dan wordt het er in de Britse politiek nog onoverzichtelijker op. Wie spreken er dan nog namens wie? Dan kan de toekomstige  premier May niet zonder publiek debat artikel 50 in werking stellen. De Schotse en Noord-Ierse parlementsleden hebben al gezegd in de EU te willen blijven en tegen het inroepen van artikel 50 te stemmen. Hetzelfde geldt voor de meeste volksvertegenwoordigers die overwegend in het Remain-kamp zaten. Hoe moet dan de kleine meerderheid van 52% tegemoet worden gekomen die voor een Brexit stemde?

Vrijheid is meer dan een kreet en zit nu eenmaal aan de realiteit vast. Pleidooi voor contract met de burgers. En echte hervorming

Paul Teule is duidelijk: vrijheid heeft een infrastructuur nodig. Vrijheid krijgt pas invulling in de uitvoering. Maar vrijheid wordt nauwelijks opgemerkt. Vrijheid als idee alleen heeft geen praktische betekenis en is een illusie. Absolutie vrijheid bestaat niet, maar is het gevolg van een relatie met anderen. Voor het Engeland is dat niet alleen het buitenland, maar ook Gibraltar, Noord-Ierland en Schotland die in de EU willen blijven.

De opvatting van Teule over vrijheid wordt door degenen die de bestaande orde uit hun gewone doen willen halen als defensief gezien. Zoals de ontevredenen die de EU niet willen hervormen, maar afschaffen. Onder het mom van, ‘zie je wel, zo kan er nooit wat veranderen’. Ze hebben op een andere manier gelijk dan ze denken. De globaliserende wereld is nu eenmaal verknoopt, gecompliceerd en even lastig op te rapen als een mikado-spel. Een appèl dat het uitschreeuwt ’ik wil mijn vrijheid terug’ of ‘ik ben er klaar mee’ schiet tekort. Niet omdat de schreeuw niet legitiem is en niet moet klinken, maar omdat het geen eindpunt, maar startpunt van het denken over vrijheid is. Het is geen uitroeptekens, maar een dubbele punt waarop iets moet volgen.

Het tekort van degenen die de vrijheid claimen is dat ze geen idee hebben hoe ze de infrastructuur kunnen veranderen. Of moedeloos inzien dat het een loodzware taak is. Dat bewees de Brexit waar de Conservatieve Boris Johnson en de UKIP-ers Nigel Farage en Deputy Leader Paul Nuttell het voor gezien zeggen te houden. Ze zitten ook in een onmogelijke positie. Want de marges zijn klein. Dat is de reden dat ze opstappen. De ontevreden kiezers die zo naar vrijheid verlangen en dat als een strijdkreet hanteren blijven verweesd achter.

Voor wie verlangt naar de kladderadatsch is alles wat minder is verraad aan de goede zaak. Dan wordt het een verwerpelijk politiek standpunt om te zeggen dat hervorming de oplossing is. Een excuus van watjes die de echte sprong niet durven wagen. Echte hervorming is wel de oplossing. Hervorming die maatschappelijke tegenstellingen vermindert, de bevolking een sociaal contract biedt zodat de onzekerheid over de toekomst afneemt, macht van mega-ondernemingen en banken aanzienlijk terugdringt en meer burgers bij het politieke bestel betrekt. Tot en met een referendum-cultuur die de directe democratie activeert in de zin dat niet de populisten of de gevestigde partijpolitiek spreken, maar de burgers zichzelf uitspreken. Het is kiezen tussen het grote romantische gebaar dat ‘vrijheid‘ schreeuwt en het zetten van kleine stapjes. Maar die laatste moeten wel de goede kant opgaan. Dat moeten burgers en politiek meeslepend in een contract vastleggen.

Wereldmuseum maakt nieuwe start met AFRIKA 010. Geen doorstart zonder investering. Een terugblik

13124483_1022919657836380_2648610787077600993_n

 

Update 7 september 2016: Eind goed, al goed met het Wereldmuseum, dankzij de inspanningen van velen onder wie kunstenaar Olphaert Den Otter die een persoonlijk portret in de NRC krijgt. Hij is trouwens eerder intermediair dan klokkenluider. Het Rotterdamse gemeentebestuur gaat in een collegebrief van 6 september voorbij aan het advies van de RRKC dat door velen als onwerkbaar werd beoordeeld en pleit ervoor ‘alle museale functies te herstellen’ en stelt daarvoor ‘een bedrag van jaarlijks 5 miljoen euro maximaal’ beschikbaar. Hier de verdeling van de cultuurbegroting over de verschillende instellingen. De gemeenteraad moet er nog mee instemmen. Zoals uit een brief van directeur van het NMVW Stijn Schoonderwoerd blijkt volgt het gemeentebestuur de musea ingefluisterde constructie (‘Het gekozen model kan het best omschreven worden als een bestuurlijk organisatorische integratie zonder over te gaan tot een juridische fusie’).

Gisteren opende de tentoonstelling AFRIKA 010 in het Rotterdamse Wereldmuseum. Met een aparte website die gisteren de lucht in ging en de inhoud van de catalogus vol faits divers bevat die door Veenman+ wordt uitgegeven. De opening die met 600 bezoekers goed bezocht werd was op te vatten als een botsing tussen het oude en het nieuwe regime. De ontvangst was warm en genereus zodat de verwaaide bezoekers die gewoontegetrouw de weg naar de Willemskade weten te vinden niet verrast werden. Het overvolle programma met een lengte van meer dan 2 uur was het enige schoonheidsfoutje van de dag. AFRIKA 010 is uit eigen collectie samengesteld door curator Paul Faber. In vele opzichten een tentoonstelling met een geschiedenis.

In september 2011 besteedde ik voor het eerst aandacht aan het Wereldmuseum in een commentaar over het afstoten van The Schoolboys van Marlene Dumas door Museum Gouda dat de museumwereld onaangenaam verraste. De echte reden waarom dit schilderij geveild moest worden is nog steeds niet door directeur Gerard de Kleijn geopenbaard, zodat we het moeten doen met een rammelende uitleg. Zie hier de kern van de kritiek op het beleid dat tot verkoop leidde. Antwoorden op kamervragen wezen op de smalle marges van musea die wilden ontzamelen. Afstoffen van beleid leidde tot herbevestiging van richtlijnen en floot museumdirecteuren terug die over de rand gingen. De paradox van het antwoord van toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra op kamervragen van SP’er Jasper van Dijk over de collectie van het Wereldmuseum leek dat het haaks stond op de kaalslag in de kunst die het kabinet Rutte I van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV vanaf 2010 inzette.

Het was geen paradox, maar het doorschuiven van verantwoordelijkheid zonder voldoende financiering naar een bestuurlijk lager niveau zoals later ook de zorg overkwam. Zijlstra antwoordde in 2011: ‘Ik ga ervan uit dat gemeenten, provincies en rijksoverheidsorganen de musea die hun collecties beheren in staat stellen die codes na te leven en zelf die codes als kader hanteren bij het verlenen van volmachten om voorwerpen af te stoten. (..) De beoordeling van de vraag of een voorstel van het Wereldmuseum binnen deze codes past ligt bij de Gemeente Rotterdam.’  Dit leidde begin 2014 in Rotterdam tot opstellen van de Rotterdamse regels

In die vijandelijke omgeving van lokale musea, museumsector, kunstfondsen, kunstenaars, kunstliefhebbers en -verzamelaars, steun op lokaal niveau van D66 en linkse partijen en op landelijk niveau van een kabinet van VVD, CDA ‘dat op de centen paste’ onderschatte toenmalig directeur van het Wereldmuseum Stanley Bremer de oppositie en het monsterverbond tegen zijn plannen om delen van de collectie te verkopen om een reservefonds van tientallen miljoenen op te bouwen voor de exploitatie. Bremer staarde zich blind op z’n inner circle van Rotterdamse Leefbaar- en VVD-getrouwen die lak hadden aan regels. Zijn rol als Robin Hood aan de Maas om te nemen van de gemeenschap en te geven aan z’n medestanders bleek potsierlijk en ondeugdelijk.

Het Wereldmuseum is door de inspanning van velen die nooit in de openbaarheid traden voor de poorten van de hel weggesleept. In de openbaarheid waren het onder meer Boris van Berkum, Olphaert Den Otter, Sjors van Beek, raadslid Ruud van der Velden en ikzelf die de voorstanders trachtten te motiveren om in actie te komen. Die berichten motiveerden het personeel van het Wereldmuseum dat zich geschoffeerd voelde door Bremer. Ze klampten zich vast aan kritiek die op een omslag kon wijzen. Vooral voor de zomer van 2014 verliep dat moeizaam, maar daarna kreeg de actie wind in de zeilen. De burgerbeweging die kunstenaar Den Otter wist op te tuigen was een prachtig voorbeeld van activistische politiek door burgers. Het was ook een front en focus voor anderen om door te drukken en de cultuurbarbaren zoals die gesymboliseerd werden door museumdirecteuren als Gerard de Kleijn of Stanley Bremer terug te wijzen en op hun plek te zetten.

De geschiedschrijving van deze kwestie is nog niet rond zoals een artikel van Claudia Kammer in NRC ter gelegenheid van de opening van AFRIKA 010 verduidelijkt. Het had de misleidende titel ‘Spookverhalen bleken niet waar’ die over de collectie Sanders leek te gaan, terwijl dat nauwelijks uit de tekst bleek. Spookverhalen blijken wel degelijk waar, want dat alle stukken uit de gemeentelijke collectie er uiteindelijk nog zijn wil niet zeggen dat ze zonder het hierboven geschetste monsterverbond van opposanten tegen het ontzamelbeleid van directeur Bremer niet verkocht zouden zijn aan kunsthandelaren in Madrid, Brussel, Parijs of Londen.

13095739_1022919757836370_5920450050971882555_n

Hoe verder? Het Wereldmuseum is met AFRIKA 010 en interim-directeur Jan Willem Sieburgh de goede weg ingeslagen, maar de steun ervoor moet vastgehouden worden. In Nederland wordt kunst niet vanzelfsprekend gekoesterd. Dat moet elke keer weer bevochten worden. Ik omschreef een jaar geleden wat nodig is voor een levensvatbare doorstart: 1) politieke steun van de gemeente Rotterdam inclusief het herstel van het oude niveau van subsidie om tot een levensvatbaar bedrijfsmodel te komen; 2) heroriëntatie van het gebouw op tentoonstellingen en collectie (beheer, documentatie, ontsluiting), en afwaarderen van de niet-kerntaken (restaurant, banqueting) die trouwens toch verliesgevend waren; 3) herstel van de kerntaken van het museum door het opnieuw opbouwen van een wetenschappelijke staf en een tentoonstellingsafdeling die zo’n twee grote, vier middelgrote en zes kleinere presentaties per jaar maakt ; 4) herstel van het vertrouwen bij politiek, publiek, museumsector en collega-volkenkundige musea, bruikleengevers, vermogensfondsen en sponsoren.

Foto: Impressies van de opening van de tentoonstelling ‘AFRIKA 010‘ in het Wereldmuseum, 28 april 2016. Credits: Lydia van Oosten.

Cenk Uygur valt verdediger van Hillary Clinton aan en neemt het op voor Bernie Sanders

Wellicht zijn voor niet-Amerikanen niet alle details te volgen over de verkiezingsstrijd tussen Hillary Clinton en Bernie Sanders. Maar Cenk Uygur is geweldig in vorm en gaat tekeer tegen een column van de Afro-Amerikaanse Keli Goff voor het centrum-rechtse The Daily Beast. Met close reading ‘breekt hij het down‘. De achtergrond van de aanval van Uygur op Goff is dat het establishment via endorsements, superdelegates en de gevestigde media op oneigenlijke gronden Hillary Clinton bevoordeelt. Bernie Sanders wil net als Uygur –met burgercomité Wolf Pac– het grote geld uit de Amerikaanse politiek halen, terwijl Clinton door het grote geld van onder meer Wallstreet in het zadel geholpen wordt en zich met beloften verplicht aan de geldschieters die hun steun niet voor niks geven. Maakt Sanders door de tegenwerking van het establishment een kans op de Democratische nominatie? Waarschijnlijk niet, maar het feit dat Hillary Clinton al haar hulptroepen moet inzetten om Sanders af te stoppen geeft aan dat de strijd opener is dan ze wil toegeven. Grootse televisie.

Bernie Sanders stapt in race om president te worden. Echte hoop?

11205486_10153260404302908_2800591635437173445_n

De onafhankelijke en tegen de Democratische Partij aanleunende senator van Vermont Bernie Sanders maakte deze week bekend dat hij presidentskandidaat is voor de Democraten. Hij moet het opnemen tegen de gedoodverfde kandidaat Hillary Clinton. Sanders geeft velen hoop nu de progressieve Elizabeth Warren zich niet kandidaat stelt. En president Obama een teleurstelling voor progressieve politiek bleek te zijn. Sanders laat met verstand het hart spreken als hij opkomt voor de werkende klasse, zoals vorige week in de Senaat waar hij de Republikeinse voorstellen fileerde: ‘Republicans Want to Take America in the Wrong Direction’. Republikeinen gaan met het land aan de haal en leiden het de verkeerde kant op. Weg van de working class.

Sanders vecht voor het terugdringen van de rol van het grote geld in de Amerikaanse politiek. Die spottend ‘corporate politics’ genoemd wordt omdat bedrijven de politiek bepalen en politici opkopen. Zodat de burgers het nakijken hebben. En in het congres nog nauwelijks vertegenwoordigd zijn door beeldbepalende politici. Sanders is de uitzondering. Maar is hij kansrijker dan die andere eeuwige linkse kandidaat Eugene McCarthy?

Politici van het kaliber Sanders zijn om jaloers op te zijn. In 2013 vroeg ik me af waarom Nederland ze mist: ‘Hoe komt het dat ik in Nederland geen ‘progressieve‘ politici kan vinden? Want die zoek ik en vind ik niet. Als referentie voor de richting waarin ik zoek verwijs ik naar de Amerikaanse senator Elizabeth Warren. Dat soort ongebonden en eigenzinnige politici mis ik in Nederland. Vele politici zoals Ronald van Raak, Gerard Schouw of de teruggetreden Mariko Peters of Boris van der Ham verenigen volop kwaliteiten in zich, maar kan ik toch niet opvatten als ‘progressief‘. Zo wordt hun vrijzinnigheid aangevuld met een economisch wereldbeeld dat ik te behoudend (D66), te etatistisch (SP) of te naïef (GroenLinks) vind. Ik begrijp waarom deze politici zo zijn. Maar ik begrijp niet waarom er in Nederland geen progressieve partij is die progressieve politici voortbrengt.

Foto: Publiciteit van Bernie Sanders op Facebook.

Directeur Wereldmuseum heeft krediet verspeeld. Disciplinaire straf per 15 april?

Directeur Stanley Bremer van het Wereldmuseum heeft er een puinzooi van gemaakt. Daar is de Rotterdamse politiek nu wel van overtuigd. Wethouder Adriaan Visser (D66) zit er dicht op. Hij heeft Bremer persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de collectie. Het krediet van de directeur is op. Op 15 april benoemt Visser een Raad van Toezicht die de formele werkgever van de directeur is. Dat kon niet eerder om juridische redenen.

De Raad kan Bremer volgens het Rotterdams ambtenarenreglement op grond van artikel 78 ontslaan: ‘De ambtenaar kan wegens plichtsverzuim disciplinair worden gestraft. Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van hetgeen een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.’ De zwaarste disciplinaire straffen zijn schorsing en ontslag. Vandaag gaat de erfgoedinspectie opnieuw langs in het depot om te kijken of de collectie intussen wel goed wordt bewaard.

Rotterdam herstelt orde bij Wereldmuseum. Past Bremer daarbij?

800px-William_J._McCloskey_(1859–1941),_Wrapped_Oranges,_1889._Oil_on_canvas._Amon_Carter_Museum_of_American_Art

Het net sluit zich rond directeur Bremer van het Wereldmuseum. Op 26 maart stond hier het volgende over onregelmatigheden met collectiestukken: ‘Als deze berichten kloppen, dan dient directeur Bremer met een bestuurlijke maatregel per onmiddellijk door het Rotterdamse gemeentebestuur uit zijn ambt gezet te worden wegens ontoerekeningsvatbaarheid. Bremer is openbaar kunstbezit aan het verjubelen. Het Rotterdamse gemeentebestuur moet dat onderhand kunnen weten en begeeft zich in de fase van medeplichtigheid.’

Werkgever van de directeur van het geprivatiseerde Wereldmuseum is de Raad van Toezicht. Alleen was er geen functionerende Raad van Toezicht meer. Zodat nood wetten kon breken. Cultuurwethouder Visser (D66) zegt de benoeming van een nieuwe Raad op 15 april af te wachten, en bestuurlijk in te grijpen waar hij kan.

Da’s in de bescherming van de collectie dat zo een voorlopig middel wordt om de directeur te disciplineren en de orde te herstellen. Volgens Visser kloppen de berichten over de onzorgvuldigheid waarmee de collectie van het Wereldmuseum wordt beheerd. Eigendom van de gemeente Rotterdam. Hij deelt de Commissie ZOCS in een brief van 31 maart mee directeur Stanley Bremer vorige week telefonisch en schriftelijk persoonlijk aansprakelijk te hebben gesteld als die geen maatregelen neemt om collectiestukken te beschermen tegen schade. In een interview laat Visser blijken dat dit op vrijdag 27 maart is gebeurd. Visser zegt in de brief rapportages niet af te wachten vanwege signalen en een persoonlijk bezoek aan het depot in de Metaalhof.

Directeur Bremer dient de collectie per 1 april op orde te hebben gebracht. Maar dat klinkt als een slechte 1 april-grap. Want hoe kan de directeur de orde binnen vijf dagen herstellen als de wanorde zo immens is? Dit klinkt dan ook als een aangezegd ontslag. In een radiointerview met RTV Rijnmond is Visser duidelijk. Hij laat op een vraag naar een nieuwe directeur doorschemeren dat de benoeming van een nieuwe Raad van Toezicht (na 4’20”) tot een besluit zal leiden: ‘Op 15 april benoem ik onmiddellijk als de termijn verlopen is waarop dat kan een nieuwe Raad van Toezicht. En die gaat aan het werk.’ Die gaat aan het werk, dat klinkt veelbelovend en onheilspellend tegelijk. Veelbelovend voor de kunstliefhebbers en onheilspellend voor directeur Bremer.

Foto: William J. McCloskey, Wrapped Oranges, 1889. Oil on canvas. Amon Carter Museum of American Art.