Fictief drama valt nooit samen met werkelijkheid. Over ‘The Crown’

De Britse TV-serie ‘The Crown‘ is drama. Gebaseerd op de werkelijkheid van het Britse koningshuis en de regeringsperiode van koningin Elizabeth II. Het moet niet verward worden met die werkelijkheid waar het niet mee samenvalt. Het lijkt er sterk op dat zowel publiek als zogenaamde deskundigen die zich er over uitspreken niet goed beseffen wat fictief drama is.

Marketing en publiciteit over zo’n dramaproduct die verkeerde verwachtingen scheppen zijn eerder het probleem, dan het drama zelf. Dat komt tot uiting in het bericht van RTV Boulevard als critici worden geciteerd die zeggen dat distributeur Netflix die de serie uitzendt duidelijker moet maken dat het om fictie gaat. Onder wie de conservatieve en gezagsgetrouwe Julian Fellowes. Tegelijk is dat onzinnige kritiek die RTL zonder kritiek naar boven haalt omdat iedereen kan weten dat het kenmerk van fictie is dat het per definitie nooit kan samenvallen met de werkelijkheid.

Zo kondigt zich een ander knelpunt aan dan het altijd onterechte verwijt dat fictie zich verkeerd verhoudt tot de werkelijkheid. Namelijk die van media educatie die in Nederland al tientallen jaren achterblijft bij de groei van de (sociale) media.

Het publiek zou in onderwijs, media en ook door dee distributeurs van fictie beter moeten worden voorgelicht over wat de kenmerken van en de grenzen aan het genre zijn. Dat dat niet of onvoldoende gebeurt is inherent aan het kenmerk van het drama dat de illusie in stand wil houden dat het zichzelf vertelt.

Daar past geen waarschuwing bij dat het fantasie is. Toch zou met name het onderwijs veel meer kunnen doen om het publiek mediawijs te maken dan het nu doet.

Drama moet op de eigen waarde beoordeeld worden en niet in relatie tot de werkelijkheid waar het op gebaseerd is. Dat speelt op het aspect van samenhang, geloofwaardigheid en waarschijnlijkheid.

Ofschoon via een omweg de relatie tot de werkelijkheid een van de kenmerken kan zijn waar drama aan afgemeten kan worden. Denk aan een sleutelroman die vanuit geslotenheid intimiteit openbaart onder het mom van overtreding en openbaring. Maar ook dan dient dat afmeten uitsluitend begrepen te worden binnen de constructie die drama hoe dan ook is.

Drama is een opgetuigde werkelijkheid die in zichzelf bestaat. Drama als ‘The Crown‘ hanteert een klassieke, Hollywoodiaanse vertelwijze waarin vanwege het streven naar realisme de constructie van het drama, zeg de montage, weggemoffeld wordt. Waarbij realisme niet begrepen moet worden als de vertaling van de werkelijkheid waarnaar het drama verwijst, maar als realisme van de constructie in de eigen gesloten werkelijkheid.

De opzet van dit soort fictie als ‘The Crown’ dat een traditionele, verhalende vertelwijze hanteert is om de identificatie van de kijker met dat drama te maximaliseren, maar met de ‘echte’ werkelijkheid erachter te minimaliseren.

Ook daarom is het verwijt over het vermeende gebrek aan realisme onterecht. Twee belangrijke kenmerken van dit soort drama zijn a) dat de kijker geen kritische afstand kan nemen tot dat drama en b) het verhaal verteld wordt aan de hand van de personages. Dat is de dubbele garantie dat het systeem waarbinnen het drama tot stand is gekomen ongenoemd blijft en geen kritiek krijgt. Met dient goed te beseffen dat verwijzingen naar het systeem, zeg de samenleving of de machtsstructuur, binnen dat drama ook fictie zijn.

Hoe dat in de praktijk werkt laat de kritiek op ‘The Crown’ zien. Het is tamelijk potsierlijk dat kritiek op een fictief drama op zijn beurt ook weer fictie is. Die kritiek kan opgevat worden als de verdere bevestiging van het beeld dat fictie een illusie is, zonder dat dit als zodanig gezegd kan worden. Deze kritiek is de perfecte afleiding om in een dubbele ontkenning via een omkering van waarden de ware aard van fictie te verhullen.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelNetflix-serie The Crown ligt flink onder vuur’ op RTL Boulevard, 22 november 2020.

Foto 2: ‘Werkfoto’ met Stephen Daldry, Anton Lesser en Claire Foy in The Crown (2016). Credits: Robert Viglasky / Netflix.

Theater en religie putten uit dezelfde bron. Reformatorische kringen negeren dat door religie geen schijnwereld te noemen

Update 24 januari 2022: Teun van der Keuken schrijft in zijn Volkskrant-column van 23 januari 2022 dat kunst net als de kerk een uitdrukking van het Hogere is. Hij omschrijft dat ook als het ongrijpbare. Van der Keuken doet een aardige poging om kunst en religie te vergelijken, maar dringt naar mijn idee niet tot de kern door. Zijn framing van het Hogere introduceert onnodige vaagheid. In dit commentaar uit 2018 naar aanleiding van een toen actuele kwestie probeerde ik aan de hand van het ontstaan van theater en religie aannemelijk te maken dat ze twee kanten van dezelfde medaille zijn. Ooit waren ze inwisselbaar, daarna zijn ze enigszins uit elkaar gegroeid, maar nog steeds hebben ze sterke overeenkomsten. Orthodoxe kerkleiders die theater en kunst afwijzen doen dat uit kerkpolitieke redenen. Dat ze geen inhoudelijke (historische) redenen hebben voor deze afwijzing probeer ik in dit commentaar aannemelijk te maken. 

Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) gaf vandaag antwoord op kamervragen van Peter Kwint (SP). Het ging over het bericht dat een docent op een reformatorische school mag worden ontslagen om een theaterstuk. Niet vanwege de inhoud, maar vanwege de vorm. Het gaat om leraar Nederlands en SGP’er Arjan van Essen die ontslagen is door het Driestar College in Gouda omdat hij met zijn toneelstuk ‘Kop of Munt’ de schouwburg ingaat. Het ging op 3 november in première. Minister Slob (Christen-Unie) licht toe, maar vergoelijkt de schorsing ook. In een reactie op de affaire Van Essen voert het CIP dominee Meeuse op die meent dat ‘theater niet past bij de reformatorische identiteit’. Maar hij gaat verder dan dat door het theater ervan te beschuldigingen een ongeschikte kunstuiting te zijn en dat het de werkelijkheid tot een spel wil maken. Dat is grof. Hij meent zelfs dat achter de toneelwereld een “schijnwereld” schuilgaat. Dat kan Meeuse allemaal wel vinden, maar hij lijkt voorbij te gaan aan de oorsprong van religie en de gemeenschappelijke kenmerken die het heeft met theater. Mijn reactie op de FB-pagina van het CIP bij bovenstaande posting.

Het merkwaardige aan de opvatting van dominee Meeuse is dat hij negeert dat drama en religie uit dezelfde bron zijn ontstaan en kinderen van dezelfde ouders zijn. Namelijk rituelen en dramatisering. Dat werkt nog steeds door in godsdienst. Wie aanwezig is bij een kerkdienst in een reformatorische kerk ervaart dit met eigen ogen. Vertegenwoordigers van de kerkorganisatie kruipen in de huid van het opperwezen en ‘doen alsof’. Dat is het kernmerk van acteren. Ze bootsen op een zich repeterende wijze een handeling na. Eeuwenlang. Geestelijken treden als het ware buiten de werkelijkheid en streven ernaar om via een verhaal verbinding met iets hogers, iets verticaals aan te brengen. Naargelang het soort religie en het soort theater is dat een combinatie van schoonheid, inzicht, lering, vermaak, instructie of wat dan ook. De bezoekers worden niet als individu, maar als publiek aangesproken zodat ze zich met elkaar kunnen verbinden.

Dominees of voorgangers zijn de vertellers of bemiddelaars die het publiek bij de hand nemen. Een kerkgebouw is identiek aan een theater met een proscenium en de vierde wand die doorbroken wordt. Die gemeenschappelijke bron van godsdienst en theater valt te herkennen in de kerkdienst die in grote lijnen dezelfde opbouw en kenmerken heeft als een traditioneel toneelstuk. De toneeltekst in het theater is het heilige boek in religie. Het kan dat de reformatorische identiteit zich om welke reden dan ook verwijderd heeft van de eigen religieuze en rituele traditie en er nu afstand van neemt door zich te concentreren op het woord en het beeld daaraan ondergeschikt te maken. Maar dat rechtvaardigt niet om het theater afzonderlijk in een kwaad daglicht te stellen.

Dominee Meeuse zeg in een interview met het Nederlands Dagblad dat volgens hem achter de toneelwereld een “schijnwereld” schuilgaat met ‘vaak “een bedrieglijke boodschap die mensen aftrekt van het wezenlijke geluk dat Gods Woord ons voorhoudt.”’ Het is vanuit zijn religieuze overtuiging begrijpelijk dat Meeuwse dat zo ziet, maar tegelijk is het onwaarachtig omdat de wereld van een kerkgenootschap bij uitstek opgevat kan worden als een schijnwereld.

Theater en religie horen heel goed bij elkaar omdat ze twee van hetzelfde zijn en allebei uitgaan van schijnwerelden. Anders gezegd, door fictionaliseren en dramatiseren bouwen zowel theater als religie door afspraken met het publiek een in zichzelf gesloten logica op die buiten de vier wanden van de sacrale plek (kerk, toneelpodium) niet in die vorm bestaat. Alleen in kerk of schouwburg bestaan zulke schijnwerelden.

Het is vreemd dat reformatorische organisaties in Nederland zeggen moeite te hebben met theater als kunstvorm, terwijl kerken bij uitstek de plek zijn waar dat theater gestalte krijgt en wordt vertegenwoordigd door geestelijken die namens de kerk opereren. Zelfs als het uitsluitend zou blijven bij het kale voorlezen uit de bijbel gaat dat nog gepaard met vaste gebruiken, afspraken, toonzetting en compositie. En laat dat nou juist het uitgangspunt van theater zijn. Er worden afspraken met de gemeente gemaakt die identiek zijn aan de afspraken die het theater met een theaterpubliek maakt. Het feit dat de dominees dat alles zelf niet zo zien of benoemen en zelfs ontkennen wil nog niet zeggen dat het niet zo is. Integendeel, hun ontkenning is juist verklaarbaar vanuit hun geloof.

Het is begrijpelijk dat dominees de eigen oorsprong van hun religie ontkennen of in het midden laten omdat dat een specifiek doel dient. Dat is opnieuw een treffende gelijkenis met theater. Het kenmerk van de standaard Hollywood-film of het klassieke toneelstuk is de identificatie van de toeschouwer. Dat wordt bereikt door de ‘montage’ en de dramatisering zoveel mogelijk aan het oog te onttrekken en te verbergen in het lopende verhaal. Het idee daarachter is dat de constructie de vereenzelviging in de weg staat en de betovering verbreekt. Uiteraard zijn er sinds de modernisering van het theater door onder meer Bertolt Brecht ook andere visies op en verschijningsvormen van theater, maar wie de nu gangbare vormen in ogenschouw neemt in schouwburg, bioscoop en op televisie beseft dat het traditionele, verhalende theater waarin de constructie wordt verhuld nog steeds leidend is.

Zoals de constructie van de Hollywood-film ed. tijdens de voorstelling ontkend wordt, zo wordt door geestelijken de constructie van religie ontkend. ‘God’ is een gedramatiseerd, fictief personage die weinig specifieke kenmerken heeft meegekregen van de makers, zodat er volop ruimte resteert voor verbeelding om dat per gemeenschap en per tijdperk in te vullen. Dat is een verstandige, doelmatige en profetische dramatisering door de constructeurs van religie.

Zo wordt met dramatische middelen een optimale identificatie van gelovigen met hun religieuze organisatie bereikt. Vroeger dachten gelovigen zelfs dat God geen fictief personage was, maar de constructeur van de religie waarin God het hoofdpersonage was. Iemand als dominee Meeuwse gelooft dat zelfs nu nog als hij over ‘Gods Woord’ praat als iets dat uit zichzelf buiten de godsdienst is ontstaan en waarvan die godsdienst is afgeleid. Maar dat is een ingewikkelde en onbewijsbare uitleg die niet het meest voor de hand ligt. Een maker kan niet tegelijkertijd op twee abstractieniveau’s optreden als maker en personage. Ook in een ‘reflectief’ stuk als Luigi Pirandello’s ‘Zes personages op zoek naar een auteur’ is de zogenaamde auteur in het stuk uitsluitend een personage. Zo geldt dat ook voor ‘God’.

De tegenstelling tussen theater en godsdienst wordt vanuit sommige religieuze organisaties gecreëerd om de constructie van godsdienst te ontkennen en de afstand tot het theater waarmee religie als constructie zoveel gemeen heeft te vergroten. Als gelovigen dat zelf wensen, dan moeten ze dat vanuit hun religieuze logica en marketing zeker doen, maar het zou oprechter zijn als ze ófwel zouden erkennen dat theater en religie uit dezelfde bron putten en dezelfde soort schijnwerelden zijn ófwel ze dat allebei niet zijn, omdat ze uitsluitend in zichzelf bestaan als gesloten werelden.

Foto 1: Schermafbeelding van posting ‘Waarom theater niet past bij de reformatorische identiteit’ op FB-pagina van CIP, 25 september 2018.  

Foto 2: Schermafbeelding van deel kamervragenAntwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat een docent op een reformatorische school mag worden ontslagen om een theaterstuk’, 12 november 2018.

Foto 3: Schermafbeelding van deel artikelWaarom theater niet past bij de reformatorische identiteit’, op CIP, 25 september 2018.

Foto 4: Schermafbeelding van prospectus van ‘Schijn bedriegt’ van dominee C.J. Meeuse door boekhandel Den Hertog.

Hoe onderscheiden we complexe wereld en ons beeld ervan?

roomed-livian-623x350

De mensen die zich terugtrekken in hun eigen reservaat (dorp, straat, huis, familie, school, vriendenkring, werk, hobby) hebben gelijk. Want de wereld is niet meer te volgen. Niet dat er meer onrecht is dan voorheen. Dat lijkt maar zo omdat we er dicht met ons neus bovenop zitten en daardoor alles door de nieuwe media extra hard aankomt. Als het niet het onrecht zelf of de media zijn die het verschil maken, wat is het dan wel?

Ik weet het niet exact, en sla er een slag naar. Het is een combinatie van de schimmige grens tussen goed en kwaad en de onoverzichtelijke veelheid aan conflicten, geschillen en wrijvingen die ons zo onzeker maakt.

Om te beginnen schort het aan identificatie. De wereld is soms als het kijken naar een korfbalwedstrijd tussen Bhutan en Nepal. We kunnen ons met geen enkele betrokkene vereenzelvigen. Daarnaast loopt alles door elkaar heen wat oorzaken betreft. De dader in conflict A kan slachtoffer in conflict B of bemiddelaar in conflict C zijn. Zodat het absolute kwaad niet meer bestaat. Ons wordt de makkelijke maatstaf uit handen geslagen. Hoe kunnen we dat allemaal nog met elkaar vergelijken om tot een eindoordeel te komen? Maar om de wereld te begrijpen moeten we het algemene uit de toevalligheden afleiden. Ons onderscheid is de bezwering ervan.

Verklaren de veelheid aan impulsen, de nieuwe media en de onoverzichtelijkheid die niet op een morele kaart past waarom wij mensen telkens op zoek gaan naar het absolute kwaad omdat ons dat wel een identificatie geeft? Zodat we ons morele kompas weer kunnen resetten en weten waar we ons bevinden. Zoals het zich nu lijkt voort te doen bij ISIS in Syrië en Irak. De hoofdenafhakkers die zeggen namens een religie te handelen.

Conclusie van zo’n overpeinzing is niet dat de wereld in grote problemen verkeert, maar wel onze voorstelling van die wereld. Wat kunnen we nog geloven? Waar stoppen we met theoretiseren, beginnen met relativeren en laten een oordeel toe? Hoe moeten we gebroken serviezen vergelijken waarvan geen enkel nog heel is? Is de scherf van het gebaksschaaltje van de NAVO erger dan de barst in het kopje van Rusland of het ontbrekende eierdopje van Nederland? De mensen die proberen de wereld te volgen hebben meer ambitie dan mensen die dat opgegeven hebben. Hoewel ze allebei gelijk hebben in het verbeiden van de tijd die mensen gegeven is.

le-voyage-extraordinaire

Foto 1: Livia Marin, Nomad Patterns, 2012. Keramiek, kunststof, gips, transfer print.

Foto 2: Georges Méliès en Georges Méliès in ‘Le Voyage extraordinaire’, 2011 van Serge Bromberg en Eric Lange

Hoe knap zijn eigenlijk de kinderen van groep 7b van El Furkan?

Het is knap dat de kinderen van groep 7b van Basisischool El Furkan van zo’n 11 jaar zo politiek gemotiveerd zijn en zich zo welsprekend uiten. Vol mediawijsheid vinden ze het Jeugdjournaal van 1 juli ‘niet altijd even eerlijk’. Ze hebben exact bijgehouden wat het Jeugdjournaal zegt over kinderen die in Israël en de Palestijnse gebieden worden doodgeschoten. Ze weten dat de Palestijnen helemaal geen leger hebben en Israël wel. Ze weten dan wellicht ook waarom PLO-leider Yasser Arafat altijd een uniform droeg. Dwaas eigenlijk, zo zonder leger als je er goed over nadenkt. Carnaval in het Midden-Oosten? Het is knap dat de kinderen van groep 7b zich weten te presenteren als gedode kinderen. Dat soort identificatie vraagt een abstractievermogen dat bij 11-jarige kinderen bijzonder genoemd mag worden. ‘Later werd ik in de bossen bij Jeruzalem gevonden’, wat je noemt vereenzelviging tot in de dood. Wat een knappe kinderen van groep 7b van Basisschool El Furkan. Je zou uit hun uitingen niet opmaken dat ze slechts 10, 11 of 12 jaar zijn. Je zou ze veel ouder schatten. Knap?

03484581

Foto: Yasser Arafat.

EU-debat verdient niet meer aandacht dan het verdient

eu

Deze petitie roept de Nederlandse publieke omroep op om meer aandacht aan de Europese verkiezingen te besteden en debatten tussen de lijsttrekkers van de grootste partijen in het Europarlement uit te zenden. De oproep vraagt om kanttekeningen. 1) De petitie suggereert dat de lijsttrekkers met zekerheid ook de kandidaten voor het voorzitterschap van de Europese Commissie zijn. Dat suggereren de lijsttrekkers zelf, maar het is nog lang geen uitgemaakte zaak of de regeringsleiders niet zelf de voorzitter benoemen. 2) Niet alle stromingen uit het Europarlement of uit de Europese landen zijn vertegenwoordigd in de vier debatten die gehouden worden. Piraten en Eurosceptici ontbreken zodat de debatten kandidaten uitsluiten. Zo worden de debatten een onderonsje tussen christen-democraten, sociaal-democraten, liberalen en groenen die een vertekend beeld van de stemming onder het electoraat geven. 3) Geen van de kandidaten die aan de debatten deelneemt kan in Nederland gekozen worden. Hoe kan een Nederlandse kijker zich er dan mee identificeren?

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘EU-Debat 15 mei op televisie‘, 2 mei 2014.

Hoe Lavabit de Amerikaanse overheid weerstaat en moet sluiten

Lavabit is een dienst die het versturen van versleutelde e-mails mogelijk maakt. Maar onder druk van de Amerikaanse overheid heeft het haar operaties opgeschort. Het moest de zogenaamde SSL-certificaat sleutels aan de FBI geven. Dat weigerde oprichter Ladar Levinson. Alles draait om klokkenluider Edward Snowden die klant van Lavabit was. De NSA kon z’n versleutelde e-mails niet kraken en klopte daarom aan Lavabits deur.

Het is Levinson op straffe van gevangenisstraf of een fikse boete verboden om in de openbaarheid precies te vertellen waartoe de Amerikaanse overheid hem wilde dwingen. Ook mag-ie niet bevestigen dat het de FBI om Snowden te doen was. Zodat-ie ook geen contact mag leggen met parlementsleden om z’n zaak te bepleiten.

De kwestie roept de vraag op wat voor rechtsstaat de VS is waar een verdachte zonder beroepsmogelijkheid het recht onthouden wordt zich te verdedigen. Uit wat Levinson wel in de openbaarheid mag zeggen kan opgemaakt worden dat andere Amerikaanse internetbedrijven toegeven aan druk van de overheid en met de geheime diensten samenwerken. Ook zij mogen dat niet naar buiten brengen. Dat roept weer zorgen op over aantasting van de privacy en de betrouwbaarheid van internet. De kwestie-Lavabit tast de geloofwaardigheid van de regering-Obama nog verder aan dan deze sinds de onthullingen van Edward Snowden al is.

Kan Europa zich politiek, economisch en mentaal losmaken van VS?

17mund.4-600

Het Texaanse bedrijf Lavabit dat versturen van versleutelde emails mogelijk maakt schort haar acties op. In een verklaring zegt topman Ladar Levinson waarom. Hij verloor een juridische strijd en moet de encryptie ‘uitzetten’ of gegevens van z’n klanten overleggen. Onder wie Edward Snowden om wie het de Amerikaanse overheid vermoedelijk te doen is. Levinson weigert dat en ziet sluiting als enige weg. Het is hem verboden om over de details naar buiten te treden. Levinson raadt iedereen af gegevens nog toe te vertrouwen aan een bedrijf met fysieke banden in de VS. Ook het vergelijkbare Silent Circle heeft haar diensten preventief gestaakt ‘to prevent spying’. Zie ook hier. Glenn Greenwald zet de details uiteen in een recente Guardian-column.

Door de hechte samenwerking van Silicon Valley met de NSA wordt nu ook bij het grote publiek bekend dat de privacy bij Apple, Google, Microsoft en de Amerikaanse techbedrijven die fysiek in de VS zijn gevestigd niet in goede handen is. Hoewel de samenwerking angstvallig uit de publiciteit wordt gehouden sijpelt er voldoende informatie naar buiten om te concluderen dat overheid en bedrijfsleven onder een hoedje spelen. Bedrijven als Lavabit of Silent Circle die dat niet willen voelen zich gedwongen hun bedrijf te sluiten. De schatting is dat de Amerikaanse ‘cloud computing industrie‘ door deze negatieve publiciteit en het verlies aan geloofwaardigheid de komende drie jaar tussen 21 en 35 miljard dollar aan omzet verliest. Waar kan dat geld heen?

Dit verwachte verlies aan omzet van Silicon Valley roept de vraag op wat de kans is op een (Noord)-Europese ‘cloud computing industrie‘ die financieel, politiek en fysiek los van Amerikaanse overheid of bedrijfsleven opereert. Inclusief haar partners. Wat is de kans op een autonome Europese industrie die de privacy van gebruikers garandeert, encryptie toestaat en overheden buiten de deur houdt? De crisis biedt Europa kansen.

Hoewel nog veel onduidelijk is en een onderzoek van toezichthouder CTIVD naar het opereren van de veiligheidsdiensten AIVD en MIVD in het najaar verschijnt lijkt de Nederlandse politiek achter de NSA aan te lopen. Voor de eigen nationale veiligheid vertrouwt Nederland op de techniek van de VS en durft het niet op eigen benen te staan. Daarmee blijft het afhankelijk van de VS, ontwikkelt het met anderen geen alternatief en wordt Nederland tegen wil en dank meegetrokken in het massaal schenden van de burgerrechten.

Kan Nederland een omslag helpen maken en een en ander combineren? Alles strikt beredeneerd vanuit het Nederlandse belang. Bij voorkeur in samenwerking met het Duitse bedrijfsleven en de Duitse overheid. Het gaat dan om 1) ontwikkelen van een ‘cloud computing industrie’ voor consumenten naar Rijnlands model dat de privacy van burgers weer zoals voorheen garandeert; 2) ontwikkelen van ICT-spionageprogramma’s met andere Europese overheden die zowel juridische garanties, autonomie los van de VS als doelmatigheid combineert; 3) terugwinnen aan eigen juridisch eigendom over de infrastructuur aan kabels en afluistercentra die onder Europese autonomie worden gesteld en 4) politiek en mentaal afstand willen nemen van de VS.

Het kabinet-Rutte heeft in de openbaarheid nog geen inhoudelijke toelichting gegeven op de onthullingen over de Amerikaanse spionage en de eigen betrokkenheid daarbij. Mogelijk omdat het gedwongen wordt door de VS om over de geheime programma’s te zwijgen. Nederland kan dit goedmaken door in samenwerking met Duitsland het initiatief te nemen voor een Europees project dat afstand neemt van de VS. Het bevordert de economie omdat het voor veel hoogwaardige banen zorgt. Het bevordert het zelfbeeld van een politiek lamgeslagen Europa dat naar de pijpen van de VS danst zoals bleek toen Europese landen het vliegtuig van de Boliviaanse president Evo Morales tegenhielden. Het is in lijn met de mentaliteit van een menselijk Europa waar de burger telt. Europa heeft nu de kans om zich politiek, economisch en mentaal los te maken van de VS.

Foto: Telegraafkamer van het Mundaneum te Brussel. Zie hier voor ‘Mundaneum, Paul Otlet en Alle Kennis van de Wereld‘.

Wie kan het machtsmisbruik door overheid nog halt toeroepen?

technologie-privacy-overheid-476x233

NRC meldt dat de politie de wet schendt door de opslag van kentekens. De Landelijke Eenheid, een onderdeel van de Nationale Politie blijkt ‘alle kentekens die het vastlegt met zogenoemde anpr-camera’s op te slaan in een centrale database.‘ Volgens het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) is dat illegaal. ‘Het bewaren van kentekens van allerlei onschuldige mensen is in strijd met de wet. Die moeten direct worden verwijderd‘, zo citeert NRC CBP-voorzitter Jacob Kohnstamm. Opslag is in tegenspraak met afspraken die door het kabinet Balkenende-IV zijn gemaakt. De Landelijke Eenheid bewaart de gegevens in een afgeschermde database zoals blijkt uit ‘een tot nu toe onbekend convenant tussen de Landelijke Eenheid en de Belastingdienst.’

De opslag van kentekens in een geheime database is er een in een reeks van incidenten. Nog onlangs werd bekend dat parkeergegevens ook na de toegestane termijn van acht weken worden bewaard in een versleutelde database en door diensten oproepbaar zijn. In een ander geval blijkt de politie in een ‘parallelle constructie’ onder het mom van verkeerscontrole recherche-onderzoek te doen. De verkeerscontrole wast dan de eerste indicatie wit doordat deze niet meer terug te vinden is en niet in de dossiers wordt opgenomen. In al deze gevallen wordt het de verdediging zo goed als onmogelijk gemaakt om een verdachte bij te staan.

Het verbaast niet dat politie of de Belastingdienst door een soepele interpretatie de wet blijken te overtreden. Machtsmisbruik door overheden is een aloud verschijnsel. Overal waar technische middelen zijn worden deze vroeg of laat ingezet. Overheidsdiensten geven gegevens nooit uit eigen beweging uit handen en houden altijd een achterdeur open voor toegang. Ze weten dat informatie macht geeft. Deze mentaliteit is sterker dan de werking van de wet of de bescherming van persoonsgegevens van burgers.  Zodat de afspraken over het bewaren van vingerafdrukken, kentekens, communicatie op internet of smartphones per definitie geschonden wordt door overheidsdiensten. In de verantwoording achteraf wordt dat beredeneerd vanuit een hoger doel.

Het is ontoelaatbaar dat het in deze gevallen schort aan voldoende politiek toezicht. Direct door het parlement op het functioneren van ministeries die omgaan met persoonsgegevens en indirect op een toezichthouder als het CBP die tandeloos gehouden wordt en niet daadkrachtig kan optreden. Omdat machtsmisbruik door overheidsdiensten niet incidenteel maar stelselmatig plaatsvindt spant een reactie die van incident tot incident kijkt het paard achter de wagen. Een reactie die niet wenst te kijken naar het machtsmisbruik, de schending van de privacy, de mentaliteit van de politieleiding, het meegaan van het OM, het ontbreken van voldoende toegeruste toezichthouders, een slap parlement en niet optredende ministers valt op te vatten als kwade wil.

Foto: Privacy en IT op ICT Blog over Technologie, privacy en de overheid.

Privacy loopt risico door flexibel handelen overheid: Friesland

Fr1

Provincie Friesland kent subsidie aan bedrijven toe. Het in Heerenveen gevestigde Tele ID krijgt bijna 200.000 euro van de provincie voor het project ‘Sluitende leeftijdcontrole alcoholuitgifte aan jongeren‘. Er wordt gezegd dat dit een maatschappelijk probleem zou zijn. Is het dit middel waard? Opzet is om een waterdicht systeem van ‘anonieme’ leeftijdscontrole voor jongeren te ontwikkelen bij de verstrekking (dus aankoop en consumptie) van alcohol. Een vingerprintlezer in de supermarkt, slijterij, horecagelegenheid of sportkantine leest met een biometrische controle die gekoppeld is aan een sensor de vingerafdruk van de koper of drinker.

Het systeem wordt gepresenteerd als Anonieme Leeftijdscontrole. Logisch lijkt dat daartoe de biometrische gegevens losgekoppeld worden van de persoonsgegevens. De identificatie wordt overgeslagen omdat het om authenticatie gaat. Alleen de overeenkomst met de biometrische gegevens telt. Dit systeem staat of valt met de koppeling aan de persoonsgegevens. Ofwel, is er een achterdeurtje om gegevens tijdelijk op te slaan en alsnog te koppelen aan persoonsgegevens? Stel dat er in een sportkantine een moord plaatsvindt, kunnen dan de biometrische gegevens gekoppeld worden aan een persoon? Onduidelijk is of het systeem zo gebouwd is dat erin opgesloten ligt dat de gegevens niet voor  andere doelen dan authenticatie gebruikt kunnen worden.

Het project valt onder projectbureau A7Westergo dat de samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid propageert. In het jaarverslag 2012 constateert de waakhond die toeziet op persoonsgegevens en privacy CBP in een persberichtdat de overheid in toenemende mate persoonsgegevens verzamelt en aan elkaar koppelt‘. Voorzitter Jacob Kohnstamm maakt zich zorgen over de privacyschending door de overheid: ‘De bescherming van persoonsgegevens is een grondrecht dat juist door de overheid als grootverwerker van persoonsgegevens als geen ander dient te worden nageleefd. Een te`flexibele’ omgang met dat grondrecht heeft op de langere termijn ondermijnende effecten op het vertrouwen van burgers in de overheid’.

Waar overheid en bedrijfsleven op het gebied van de privacy samenwerken geldt die naleving nog meer. Door het CBP of burgerrechtenbewegingen in het project te betrekken kan het wantrouwen van de burger verkleind en de transparantie vergroot worden. Mooie woorden van een bedrijf als Tele ID dat het ‘uiterst zorgvuldig’ omgaat met persoonsgegevens is een te dunne garantie. Op Friese blauwe ogen kan niet vertrouwd worden.

Foto: Schermafbeelding bericht ‘Alleen drank als het mag‘ van de Provincie Fryslân/ Friesland.

Zero Dark Thirty verheerlijkt marteling in de jacht op Osama

Update 7 mei 2013: Gawker toont aan dat de CIA invloed had op het eindresultaat. Het wist scènes gewijzigd of verwijderd te krijgen. In de Nederlandse filmpers werd de film positief ontvangen. Nrc.next noemde de film zelfs ‘razendknappe geschiedschrijving‘. Dat geeft te denken over het niveau van de Nederlandse filmpers. 

Zero Dark Thirty is een film van Kathryn Bigalow. Een thriller over de jacht op Osama bin Laden die dicht tegen de werkelijkheid aanleunt. Met de slogan: ‘The Biggest Manhunt in History‘. Vanaf 24 januari 2013 in de Nederlandse bioscopen, uitgebracht door A-Film. In de VS ontstond over de film al controverse toen bleek dat de filmmakers nauw met het Pentagon en de CIA samenwerkten. De paradox was dat daartoe geheime informatie aan schrijver Mark Boal en Katryn Bigalow werd gegeven door de regering-Obama waarvoor klokkenluiders doorgaans door de overheid worden vervolgd. Critici spraken toen al over propaganda.

Zonder die gezien te hebben bekritiseert Glenn Greenwald in The Guardian de film. Kern van zijn kritiek is dat het marteling verheerlijkt omdat valselijk wordt geclaimd ‘dat waterboarding en andere vormen van ondervragingstactieken onder dwang’ cruciaal waren voor het vinden van Osama. Een idee uit de hoge hoed van voormalig vice-president Dick Cheney dat nooit aangetoond is. De voortgang die Zero Dark Thirty in de lucht houdt is gebouwd op een verzinsel. De film fabriceert de leugen die in werkelijkheid niet werkte. Ook blijven bezwaren van CIA-medewerkers tegen de immorele en contra-productieve martelingen ongenoemd.

Maar een film is een artistiek product met een eigen logica en vormtaal dat leent uit de werkelijkheid. Dramatisering via hoofdpersonages dient om een filmwerkelijkheud te bouwen en door identificatie de toeschouwer in het verhaal te trekken. Daarom snijdt de kritiek dat een film iets verheerlijkt of juist aanvalt pas hout als de relatie met de werkelijkheid als uitgangspunt wordt genomen. Bij The Hobbit of Star Trek gebeurt dat niet. Bij Zero Dark Thirty dient dat evenmin te gebeuren. Het vertelt een hedendaags sprookje dat de werkelijkheid verzint. Het verschil tussen de twee trailers is opvallend. De bovenste kiest voor de fabel en de onderste voor de werkelijkheid. De laatste ontmoet kritiek omdat het de schijn van echt verkoopt.