Paul Cliteur neemt ON in bescherming door te wijzen op de desinformatie van het EO-geloof

Schermafbeelding van deel artikelPaul Cliteur: “EO-geloof kan je ook desinformatie noemen”‘ op spreekbuis.nl, 28 april 2023.

Cliteur praat naast de kern van de zaak. Hij maakt een valse vergelijking. Het gaat er niet om of ON een identiteit heeft, maar dat het zich herhaaldelijk niet heeft gehouden aan de afspraken die het heeft gemaakt met de publieke omroep. 

Dat is een afspraak. ON krijgt gratis zendtijd en subsidie onder de voorwaarde dat het opereert binnen de kaders van de publieke omroep. Maar ON treedt daar bewust buiten. 

Enkel en alleen daarom wordt ON op de vingers getikt en dreigt het de publieke omroep te moeten verlaten. Erg is dat niet, want het kan elders een doorstart maken. 

Als Cliteur lid van een sportclub zou zijn, dan begrijpt hij ook dat de afspraak is dat iedereen zich aan de regels houdt. Als mensen eigen regels gaan maken, dan wordt het chaos. Als Cliteur daarbij een rode, aluminium of zwarte pet opzet om zijn identiteit te benadrukken, dan doet dat er niet toe. Het gaat om het nakomen van de afspraken over de regels. 

Er zijn argumenten om het christendom een haard van desinformatie te noemen. Het schetst een onjuist bestaan van het eigen ontstaan en leidt daar vervolgens van alles uit af. Maar dat mag volgens de godsdienstvrijheid. Want iedereen mag onzin prediken. Of doen alsof het normaal is om een petje, vergiet, stuk textiel of hoofddeksel op te zetten. Onze samenleving heeft afgesproken om dat te accepteren en daar geen vragen bij te stellen.

Identiteit is een hedendaags modewoord waar veel ongenoegen, zelfbewustzijn, slachtofferschap of onzin op wordt geprojecteerd. Iedereen verstaat er wat anders onder. De een verdedigt er bestaande belangen mee, de ander valt die er juist mee aan. 

Omdat identiteit een vaag begrip is dat op vele niveau’s en voor vele aspecten gebruikt kan worden, zorgt het vooral voor misverstand. Dat is vermoedelijk van voorbijgaande aard. Nu kan Cliteur het gebruiken om verwarring te zaaien over de ware aard van ON die hij vergeefs probeert te vertroebelen door de EO erbij te halen.

Paul Cliteur foetert voor een radicaal-rechts gehoor op de publieke omroep

Schermafbeelding van deel artikelDe NPO onder vuur van Paul Cliteur: is er sprake van politieke vooringenomenheid?‘ van Nieuwsredactie DDS, 25 februari 2023.

Bij dit artikel over Paul Cliteur plaatste ik vandaag onderstaande reactie. Een FB-vriend noemde dat ‘terug-trollen‘, maar ik zou het eerder een protest tegen het radicaal-rechtse trollen willen noemen:

Cliteur redeneert niet zuiver. Hij leidt uit tweets over specifieke programma’s het algemene af. Namelijk dat de publieke omroep politiek vooringenomen is. Dat is ondeugdelijk argumenteren. 

Cliteur doet aan stemmingmakerij. Aan hem is de nuance niet besteed. In elk geval kun je niet afleiden uit een of meer talkshows dat de publieke omroep vooringenomen is. 

Cliteur steekt zijn vinger uit het raam en laat daaruit de weersvoorspelling voor de komende 14 dagen weten. 

Cliteur zou in zijn opinie ook mee moeten nemen dat politici als Wilders (PVV) en Baudet (FVD) onwillig zijn om in talkshows op te treden. En als ze al bereid zouden zijn, dan stellen ze bijkomende eisen aan redacties die niet realistisch zijn. 

PVV en FVD zitten helemaal niet op deze talkshows te wachten. Deze partijen willen de volledige controle hebben over hun eigen uitingen. Zonder interventie of relativering. 

Daar hebben deze partijen bewust voor gekozen. Daarom richten ze zich voornamelijk op hun eigen sociale media waar ze hun opinies zonder tegenspraak kunnen verzenden. Ook zonder controle of wat ze beweren wel in lijn met de waarheid is. 

PVV en FVD zijn er dus zelf niet in geïnteresseerd om hun partijleider of kaderleden naar deze talkshows af te vaardigen. Daarbij komt dat ze strikt hiërarchisch georganiseerd zijn en dat de partijleider of het fractiebestuur kamerleden verbiedt om in de publiciteit te treden. Die is weggelegd voor de partijleider en een kleine groep getrouwen. 

Omroepverenigingen hebben hun eigen profiel en nodigen gasten uit die daarbij passen. Bij de EO komt het debat altijd uit bij God, Christus of bijbel. Bij de VPRO gaat het om vrijzinnigheid en non-conformisme. Bij KRO-NCRV gaat het over begrippen als medemenselijkheid en wereldburgerschap. Bij AVRO-TROS gaat het over ondernemen en de status quo. Etc. 

Cliteur lijkt te vergeten dat er andere programma’s dan talkshows zijn waar politici in op kunnen treden. Zoals nieuws- of achtergrondprogramma’s. Die moet hij in zijn opinie meewegen als hij een representatief beeld van de publieke omroep wil geven. 

Uiteraard lobbyen kamerleden om in beeld te komen. Dat is hun garantie om op een verkiesbare plek op de kieslijst te komen. Binnen een grote partij als de VVD zijn de kamerleden elkaars concurrenten. Ze hebben voor hun verkiesbaarheid niets te duchten van leden van andere partijen. Dus de tegenstellingen om in beeld gekomen in een talkshow bestaat eerder binnen dan tussen partijen. 

Een ander feit is dat een kamerlid van een grotere partij een beperkt aantal portefeuilles heeft om zich mee te kunnen profileren, en daarmee expertise opbouwt. Dat is interessanter dan een generalist die over van alles meepraat, maar nergens echt verstand van heeft. Er zijn uitzonderingen als Omtzigt die echter zo zwaar belast is dat hij relatief weinig aandacht aan de publiciteit kan besteden. 

Wat wil Cliteur bewijzen met zijn opinie over het vermeende gebrek aan representatie van de publieke omroep? Zijn betoog rammelt en klinkt als een hondenfluitje vol toespelingen voor de eigen achterban, maar een deugdelijk betoog is het niet. 

En het ergste is, dat weet hij zelf als geen ander, maar toch lanceert hij deze quatsch.

Pleidooi voor integrale visie NPO radiostations. Met ruimte voor ‘NPO Radio 2 Muziek’ met ‘moeilijke’ muzieksoorten die nu slachtoffer zijn van populistische omroeppolitiek

Programmering voor 16 november 2022 van NPO Radio 4

I. In de media ontstond een aanzet tot een debat over de kwaliteit van NPO Radio 4 dat in de kern ging over de kwaliteit van de muziekzenders van de publieke omroep. Die zouden te populistisch zijn.

Aanleiding was een interview in De Volkskrant met zendermanager Simone Meijer die een koerswijziging van dit radiostation aankondigde. Die komt erop neer dat het station voortaan NPO Klassiek heet. De naam houdt volgens Meijer onder meer in dat ‘wereldmuziek’ en jazz niet meer thuishoren op het nieuwe NPO Klassiek. Meijer lijkt onder ‘Klassiek’ klassieke muziek van voor Schönberg te verstaan. Zeg maar 19de eeuws en vroeger.

Schermafbeelding van deel interviewRadio 4 heet straks NPO Klassiek. ‘De radio blijft het kloppend hart, maar we bieden veel meer’ in De Volkskrant, 1 november 2022.

Er valt heel wat af te dingen op Meijers standpunten. Zoals haar angst of koudwatervrees voor ‘moeilijke’ muziek. Waarom de Concertzender, het Vlaamse Klara, een Amerikaanse studentenzender als WKCR en vele Europese radiostations succesvol pre-20ste eeuwse klassieke muziek combineren met jazz, geïmproviseerde muziek, 20ste eeuwse en hedendaagse klassieke muziek, kwalitatief interessante populaire muziek en zogenaamde ‘wereldmuziek’ en NPO Radio 4 dat blijkbaar niet kan of wil is een raadsel. Meijer ziet genoemde radiostations als spookrijders, terwijl zij meent dat het nieuwe NPO Klassiek als enige aan de goede kant van de weg rijdt.

II. Toch is Meijers pleidooi voor NPO Klassiek zinvol. Een opwaardering van NPO Radio 4 is hoog nodig, maar het is onduidelijk of Meijer een kwaliteitsverbetering voor ogen heeft. Het is goed dat NPO Klassiek er komt, mits zo’n station om de muziek draait en is ontluisd van gebabbel, populisme en een schema waarin de presentatoren en omroepen belangrijker zijn dan de muziek. Daar schort het namelijk aan bij het huidige NPO Radio 4. Meijers standpunten geven weinig hoop dat zij de muziek centraal wil zetten. In het interview zegt ze: ‘We werken er hard aan om nieuw publiek te bereiken‘. Het lijkt haar om de luistercijfers en de marketing te gaan.

Een radiostation dat diverse soorten interessante, kwalitatieve muziek draait kan vaste uitzendtijden voor specifieke soorten muziek invoeren. Zodat een luisteraar weet wat te verwachten. Verspreidt het uitzendschema in een landelijke publiekscampagne zodat het twee vliegen in een klap slaat: Publiciteit voor de zender en accentuering van de diversiteit en duidelijkheid over de uitzendtijden van bepaalde muzieksoorten. Maar dat soort denken lijkt aan Meijer niet besteed.

Meijers uitspraak dat ‘de helft van de luisteraars’ NPO Radio 4 uitzet als er jazz wordt gedraaid is bestuurlijk onhandig en onnodig. Heeft zij trouwens laten onderzoeken hoeveel luisteraars afhakken door het populisme van de klassieke arbeidsvitaminen vol gebabbel? Het gevolg daarvan was dat Radio 4 nooit een duidelijke identiteit heeft kunnen opbouwen. Journalist Henk Hofland formuleerde ooit de kritiek op Radio 4:

Schermafbeelding van deel artikelKritische brief Katdebel over Radio4‘ uit 2008.

III. Waar het in Meijers denken aan ontbreekt is een integrale visie voor alle radiostations en een plek waar de in haar ogen ‘moeilijke’ muzieksoorten worden ondergebracht. Wellicht mist zij de macht om zo’n visie te realiseren. Die had ze hoe dan ook met andere zendermanagers moeten voorbereiden voordat ze zich daar in het Volkskrant-interview over uitliet. De zendermanagers hadden NPO Radio 4, NPO 3FM en NPO Radio 2 Soul & Jazz niet vanuit omroeppolitiek, verenigingen, luistercijfers of profiel van een station moeten beredeneren, maar vanuit de logica van de uiteenlopende muzieksoorten.

Dan had Meijer de kritiek vanuit de jazz en geïmproviseerde muziek en de hedendaagse klassieke muziek ondervangen en steun gekregen. Nu heeft ze met haar interview de kritiek aangewakkerd.

Meijer had namens andere zendermanagers kunnen zeggen dat jazz, geïmproviseerde muziek, 20ste eeuwse en hedendaagse klassieke muziek, kwalitatief interessante populaire muziek en zogenaamde ‘wereldmuziek’ op het huidige NPO Radio 2 Soul & Jazz zouden worden ondergebracht (dat volledig op de schop zou gaan en kwalitatief opgewaardeerd werd tot NPO Radio 2 Muziek) en de populaire popmuziek op NPO3 FM. De populistische muzieksoorten van het huidige NPO Radio 2 Soul & Jazz zouden dan kunnen verhuizen naar NPO 3FM.

Er zou zo een logische en overzichtelijke indeling van muziekzenders ontstaan: Populair en populistisch voor een breed publiek (NPO3 FM), kwaliteit en grensverleggend voor muziekliefhebbers (NPO Radio 2) en voor de pre-20ste eeuwse klassieke muziek NPO Klassiek. Dat trouwens relatief wel veel ruimte zou krijgen.

IV. Evaluatie. In het commentaarHoofd Klara wordt netmanager VRT. Waarom kan zoiets niet in Nederland?‘ van maart 2016 schreef ik het volgende:

Schermafbeelding van deel commentaarHoofd Klara wordt netmanager VRT. Waarom kan zoiets niet in Nederland?‘ van 22 maart 2016.

Burgers moeten afbraak publieke omroep halt toeroepen. Frans Kleins schoten in eigen voet bieden kansen voor nieuw omroepbestel

Frans Klein, 7 mei 2021 in Nieuwsuur. © NPO

In de recente uitspraken van directeur video van de NPO Frans Klein valt op dat hij het nooit echt over de inhoud heeft en hij alles beredeneert vanuit de kijkcijfers en het marktaandeel. Hij is verantwoordelijk voor de programmering van NPO 1, 2 en 3, NPO Start, ZAPP en Zappelin. 

Klein redeneert vanuit marketing. Hij bevestigt telkens het idee dat programma’s niet een hoger doel dienen, maar instrumenteel zijn voor een ander doel. Namelijk het behalen van marktaandeel of het aantrekken van specifieke doelgroepen. Zoals de middengroep van 20 tot 49 jaar.

In dit denken gaat het mis. Klein bevestigt het failliet van de omroeppolitiek dat gericht is op kijkcijfers en niet op inhoud. Dat valt hem niet persoonlijk aan te rekenen omdat hij een functionaris is die bestaand beleid uitvoert. Het beleid dat hij invult is echter krakkemikkig en slecht doordacht.

Waarom het in Nederland zo mis gaat met de omroeppolitiek omschreef ik in 2016 in het commentaarHoofd Klara wordt netmanager VRT. Waarom kan zoiets niet in Nederland?’ dat ik hieronder herhaal omdat het raakt aan de kern van het probleem van de Nederlandse omroeppolitiek en nog even actueel is als vijf jaar geleden. Namelijk het ontbreken van de focus op inhoud en de koudwatervrees om kwaliteit te maken die eeen deel van het publiek afstoot. Ik zoomde in op kunst, maar dat geldt precies zo voor zware informatie. Niet te verwarren met het lichte soort waarmee de NPO kosmetisch opinieprogramma’s tot journalistiek omkat, maar serieuze journalistiek zoals onderzoeksjournalistiek, gedegen historische documentaires en diepgravende interviews met opinieleiders die de tijd krijgen om te reflecteren op samenleving, politiek en wetenschap:

Zomaar een bericht in het Vlaamse nieuws. Deze keer niet over islamitische terreur en bomaanslagen in Brussel, maar over cultuur. Chantal Pattyn is netmanager van het Vlaamse Klara en wordt hoofd cultuur van de Vlaamse publieke omroep VRT.  Na de inkrimping en het bewust om zeep helpen om interne omroeppolitieke redenen in 2006 van de Nederlandse Concertzender en de infantilisering van Radio 4 is Klara nog de enige nationale culturele zender van niveau in het Nederlandse taalgebied die het beluisteren waard is.
Het cliché is waar, Vlamingen vinden cultuur belangrijk. Dat heeft met hun emancipatiestrijd te maken en het besef dat taal en kunst ertoe doen. En de overeenstemming over partijen heen dat het de nationale identiteit versterkt. In Nederland doen VVD en PVV die eveneens zeggen nationale identiteit belangrijk te vinden het omgekeerde: ze breken bewust de publieke omroep en de kunsten af. Maar ook in Vlaanderen moeten kunst en cultuur voor de poorten van de hel worden weggesleept. Ook daar moet telkens weer de liefde voor kunst op de politiek bevochten worden. Niets komt vanzelf. De loyaliteit van de bestuurders in de cultuursector lijkt het verschil te maken. De Vlaamse cultuurminister Sven Gatz (‘kunst dient nergens toe’) haalde in 2014 met terugwerkende kracht dezelfde shockdoctrine van cultuurbezuinigingen als Halbe Zijlstra uit de liberale kast.
Kunst is kunst, maar ook een wapen waarmee de strijd tegen terreur die van buiten komt en onverschilligheid die van binnen komt gewonnen kan worden. Het is de strijd om de harten en geesten van de eigen bevolking die telt en een positieve impuls kan geven. Media kunnen daarin een opbouwende rol spelen. Niet omdat het educatief is of doelgroepen emancipeert, maar omdat het kunst als voorbeeld voorhoudt. Juist dat patroon is in Nederland uitzondering geworden. Onder het uitroepen van ‘zie ons eens aan kunst doen’ wordt kunst naar aparte reservaten verbannen of slachtoffer van popup en populariteitsdenken. Wat Nederland mist is die positieve, vanzelfsprekende grondhouding tegenover kunst en cultuur die in een samenleving tamelijk breed gedragen wordt. In elk geval in omroepkringen die een kunsthistoricus tot netmanager benoemen. Klasse. 

In 2018 kondigde Frans Klein al aan om te willen bezuinigen op journalistieke programma’s. In zijn NPO’s Newspeak noemde hij dat ‘vernieuwen‘. Hij zei toen in een interview met NRC’s Wilfred Takken dat journalistieke programma’s een steeds kleiner publiek bereiken en daarom een andere vorm moesten krijgen. Dit gaf toen ook al aan dat Klein niet redeneert vanuit de programma’s, de inhoud of een hoger doel als democratie of spreiding van kennis, maar vanuit de marketing. In het commentaarNPO-directeur Klein komt met ongeloofwaardige ‘vernieuwingen’, na kritiek op hem te korten op journalistieke programma’s‘ uit 2018 schreef ik:

De argumentatie van Frans Klein dat de kijker van Tegenlicht al ‘zeer goed bediend wordt door de publieke omroep’ zodat er gekort kan worden op Tegenlicht is onjuist. Tegenlicht en ook Andere Tijden zijn unieke programma’s die niet vervangen kunnen worden door andere programma’s.
Daarnaast maakt Klein nog een andere denkfout. Jongeren, maar ook ouderen kijken niet meer vanzelfsprekend lineair naar televisie. Uiteraard weet Klein dat. Waarom hij dan toch tot de gedachtensprong komt dat hij televisie voor jongeren wil maken is de vraag. Het lijkt onzinnig om krampachtig televisie voor jongeren te willen maken. Daar trappen jongeren niet in. Het gaat erom goede programma’s te maken die zowel ouderen als jongeren kunnen bedienen.
Het Nederlandse omroepbestel is gefragmenteerd en lijkt in die versplintering te weinig soortelijk gewicht te hebben. De noodzaak tot hervorming wordt versneld door extra bezuinigingen. Frans Klein is het symbool van een ouderwets zuilensysteem met levensbeschouwelijke omroepen dat zichzelf heeft overleefd. Hij is geen deel van de oplossing, maar van het probleem.
Klein helpt kwalitatief journalistieke programma’s om zeep, beschermt de omroepen, doet aan wensdenken en beseft onvoldoende dat de traditie van broadcasting niet meer gerevitaliseerd kan worden in de vorm die hij ons voorspiegelt. Dat tijdperk ligt achter ons. Ook in Hilversum. De winst van zijn interventie is dat hij zich ermee zo onmogelijk maakt in potsierlijkheid en wereldvreemdheid dat hij er onbewust een punt voor de tegenpartij mee maakt.
Namelijk voor degenen die de omroepen willen omvormen en afslanken tot productiehuizen en een nationale omroep willen optuigen. Klein bewijst met zijn manier van denken het Nederlandse publiek een grote dienst. Zijn schot in eigen voet biedt volop kansen voor de toekomst met een levensvatbaar omroepbestel zonder de omroepen zoals we die nu (nog) kennen. Dan is het definitief geen 1925 meer in Hilversum.

Er is een gezegde dat aan Joseph de Maistre wordt toegeschreven dat zegt: ‘Elk land heeft de regering die het verdient’. Een variant daarop is ‘elk volk krijgt de leiders die het verdient’ dat naar allerlei sectoren kan worden uitgebreid. Dat is een fatalistisch standpunt dat suggereert dat macht een land overkomt. Vertaald naar de publieke omroep luidt dat: ’Nederland krijgt de directeuren van de NPO die het verdient’.

Maar dat is onzin. Het Nederlandse volk hoeft het marktdenken van de publieke omroep dat wordt gepersonifieerd door omroepbobo Frans Klein die macht naar zich heeft toegetrokken niet voor zoete koek aan te nemen. Want zijn argumentatie is zwak en eenzijdig. Gezien de kritiek op Kleins plannen in 2018 en nu weer in 2021 vinden veel Nederlanders de plannen van de NPO die hij presenteert slecht en ongepast. Klein is een zetbaas die beleid uitvoert waar veel betrokken burgers het niet mee eens zijn. Welnu, laten ze niet Klein daarop aanvallen, maar degenen die er de oorzaak van zijn dat Klein dit dient uit te voeren. Te weten de politieke partijen.

De marges zijn smal, maar de Nederlandse publieke omroep moet geen aansluiting zoeken bij de markt omdat dit een doodlopende weg is die teruggaat naar de 20ste eeuw en de laatste restjes kwaliteit inlevert, zodat er bij de volgende aankondiging van Klein of zijn opvolgers in 2024, 2027 of 2030 niks van kwaliteit meer is om in te leveren. Daarnaast is Nederland als markt te klein om in internationaal verband een vuist te maken.

Klein en degenen die hem zijn standpunten influisteren moeten nu teruggefloten worden in hun idee van meer van hetzelfde en minder van kwaliteit. Hun afbraak van de publieke omroep is ongewenst en strijdig met het grondidee van een publieke omroep. Dat is niet het populisme en het marktdenken dat Klein probeert te verkopen, maar algemeen nut zoals de watervoorziening of het elektriciteitsbedrijf. Dat kan uit principe niet vermarkt worden.

Charlie Parker werd 100 jaar geleden geboren. WKCR doet verslag

Update 29 augustus 2022: Geboortedag van Charlie Parker. Inmiddels 102 jaar geleden. WKCR besteedt er ook dit jaar aandacht aan. Met bewaard gebleven analyses van de in 2021 overleden Parker-specialist Phil Schaap. Voor andere commentaren over ParkerOntlening in de populaire muziek (1951). Van Charlie Parker, Trio Do-Ré-Mi, Hubert Giraud, Jacques Hélian tot Lily Fayol en Kritiek op culturele toe-eigening is onnozel. Het voorbeeld ‘Charlie Parker with Strings’.

Op 29 augustus 2020 is het 100 jaar geleden dat altsaxofonist Charlie Parker (1920-1955) in Kansas City werd geboren. Hij is met Louis Armstrong en John Coltrane een vernieuwer van de jazz. Dé specialist op het gebied van Parker en tijdgenoten is de Amerikaanse programmamaker, jazzhistoricus en producer Phil Schaap die op studentenzender WKCR van Columbia University in New York door de week het programma Bird Flight presenteert. Jammergenoeg is de 69-jarige Schaap niet meer in optimale gezondheid zodat steeds vaker noodgedwongen ingeblikte uitzendingen worden uitgezonden. De bijnaam van Parker was Bird of Yardbird.

WKCR zendt veel jazz en klassieke muziek uit, bij voorkeur op een analyserende, thematische wijze. De zender die het moet hebben van donaties en gerund wordt door onbetaalde vrijwilligers verkeert altijd in financiële en technische problemen. Terugkerend zijn de jaarlijkse bedelacties om de kas te spekken. Op zijn eigen homepage zijn sommige programma’s over Charlie Parker van Schaap terug te beluisteren.

Maar het is een voorrecht om WKCR via internet te kunnen beluisteren. Het biedt diepte en kwaliteit die in het Nederlandse omroepbestel onbekend is. In Nederland is er de zender NPO Radio 2 Soul & Jazz die echter onverteerbaar is door de herverkaveling in formats, de popularisering, de verheerlijking van de discjockeys en niet het accent op de muziek, het gebrek aan profiel, diepte en deskundigheid. Tekenend is dat de zender geen speciale ruimte inruimt voor Parker vanwege de centennial. De clichématige onzin in een biografie over Parker is veelzeggend: ‘Vanaf 1950 zet de aftakeling in. Hoewel hij bij tijd en wijle nog steeds briljante optredens geeft, begint het drugsgebruik steeds meer zijn tol te eisen.’ Wie Parkers discografie (bijvoorbeeld Jepsen of Piet Koster) kent weet dat hij na 1950 aanhoudend iconische muziek heeft gemaakt, zoals de Afro-Cuban Jazz Suite in december 1950. Het is de bijzondere  top in dit genre. De samenwerking met klassieke musici in de Parker with Strings-opnames maakte Parker begin jaren 1950 tot een van de meest populaire musici van de populaire muziek vergelijkbaar met Elvis een kleine 10 jaar en The Beatles 15 jaar later.

In een commentaar van maart 2016 schreef ik: ‘Na de inkrimping en het bewust om zeep helpen om interne omroeppolitieke redenen in 2006 van de Nederlandse Concertzender en de infantilisering van Radio 4 is Klara nog de enige nationale culturele zender van niveau in het Nederlandse taalgebied die het beluisteren waard is.’ Want de zenders die het naar vergelijking het beste doen zijn Klara van de Vlaamse publieke omroep en de vrijwilligerszender Concertzender die tegenwoordig aan de Utrechtse Ganzenmarkt is gevestigd maar weinig middelen heeft ondanks de steun van sponsors en partners. Beide zenders besteden op 29 augustus in hun programmering aandacht aan Parker. Voor Nederland geldt dat de les is dat zenders als Concertzender en WKCR die door donateurs en vrijwilligers in de lucht worden gehouden niet alleen meer kwaliteit en diepte bieden dan de Nederlandse publieke omroep, maar dat ook doen zonder gemeenschapsgeld. Is dat niet bizar?

Foto’s: Schermafbeelding van het ‘CHARLIE PARKER CENTENNIAL FESTIVAL!’ op WKCR, 28 augustus 2020.

Misleiding door NPO-top over afbraak journalistieke programma’s wordt door journalistieke uitingen van publieke omroep herkauwd

Deze week werd de programmering van het komend seizoen van de publieke omroep gepresenteerd. Dat ging gepaard met een publiciteitsoffensief van de NPO in de eigen media door directeur Video Frans Klein. Hij beweerde met onwaarheden, halve waarheden en verdraaiingen dat er niet bezuinigd wordt op journalistiek, maar dat is onjuist. Want er wordt wel degelijk stevig bezuinigd op de journalistieke programma’s van de publieke omroep. Jan-Hein Visser geeft in een commentaar voor TotaalTV duidelijk en overtuigend aan dat de NPO-top de feiten bewust verdraait en wel degelijk aanzienlijk bezuinigt op de journalistieke programma’s:

Dat directeur Klein draait en liegt dat het gedrukt staat is nog tot daar aan toe – hij is immers een politieke omroepbobo – maar dat vervolgens de journalistieke programma’s van de publieke omroep zijn onwaarheden herkauwen is kwalijker en geeft te denken over de redactionele onafhankelijkheid van programma’s zoals het NOS-Journaal. Die vooral gefocust is op het behoud van het eigen budget. Terwijl een artikel van 28 augustus van de online redactie NOS weliswaar de juiste details geeft is de kop ervan misleidend als het zegt: ‘Publieke omroep: journalistiek wordt ontzien, meer geld van tv naar online’. Nee, de journalistiek wordt niet ontzien, maar fors uitgekleed. Zelfs als zoals gebruikelijk is het citaat van Klein tussen aanhalingstekens was gezet – wat om onbegrijpelijke reden niet gebeurde –  kon nog volgehouden worden dat ermee een opinie van de top van de publieke omroep werd weergegeven. Waarom de online-eindredactie van de NOS echter een opinie die aantoonbaar onjuist is in de kop plaatst is merkwaardig. Opnieuw, deze gang van zaken roept vragen op over de redactionele onafhankelijkheid van de journalistiek van de publieke omroep die nu zo onder vuur ligt.

Het is bedenkelijk dat de journalistieke uitingen (online, NOS-Journaal) van de publieke omroep de leugens van de NPO-top pruimen en doorslikken. Dat is niet objectief en eerlijk, dat is geen evenwichtige journalistiek. Dat is bewust meewerken aan misleiding. Terwijl het notabene gaat om het inperken en devalueren van eigen journalistieke programma’s. Sport wordt gespaard en de journalistiek opgeofferd. De NPO-top heeft niet het lef en de ruggengraat om dat volmondig toe te geven. En de NPO-journalistiek heeft niet het lef en de durf om de leugens van de NPO-top door te prikken. Als het zo moet met de kwaliteit en onafhankelijkheid van de journalistiek van de publieke omroep, dan kan het gemist worden als kiespijn en doet het er nog weinig toe als er bezuinigd op wordt. Zo brengen de journalistieke uitingen van de publieke omroep zichzelf om zeep.

Foto 1: Schermafbeelding van NPO-directeur Frans Klein in het NOS-Journaal van 28 augustus 2018 met ondertiteling: ‘Op de journalistiek bezuinigen we niet, maar we gaan wel geld omleggen van televisie naar online’.

Foto 2: Schermafbeelding van artikelNPO verdraait feiten rondom bezuinigingen op journalistiek’ van Jan-Hein Visser voor TVTotaal, 28 augustus 2018.

Foto 3: Schermafbeelding van deel artikelPublieke omroep: journalistiek wordt ontzien, meer geld van tv naar online’ van de NOS, 28 augustus 2018.

Waarom moet sport dominant zijn? Petitie ‘Paralympische Spelen op de TV’ vraagt meer zendtijd. Klein volgt met kamervragen

para

De petitieParalympische Spelen op de TV’ vraagt meer aandacht voor de Paralympische Spelen op televisie. Ze worden in Rio gehouden van 7 tot en met 18 september. Aandacht voor sport was immens tijdens de ‘NPO Sportzomer’ op Radio 1 van 10 juni tot 21 augustus. Hier een commentaar. Uit de berekening bij kamervragen van Norbert Klein over dit onderwerp blijkt dat inclusief herhalingen de publieke televisie 35 uur besteedt aan de Paralympische Spelen. Vergeleken met willekeurig elk ander niet-sport onderwerp is dat veel zendtijd. Klein meent ook dat er meer zendtijd moet komen voor de Paralympische Spelen. Maar 35 uur lijkt redelijk.

Vergelijking van de Paralympische met de Olympische Spelen is een verkeerd uitgangspunt. Want het feit dat de publieke omroep 300 uur zendtijd besteedde aan de Olympische Spelen wil niet zeggen dat dat niet te veel was. Daarom kan er niets bij voorbaat uit afgeleid worden voor de Paralympische Spelen. Ook is de televisie-luwe zomer voorbij en kan de claim op zendtijd van sport niet meer zo makkelijk gerechtvaardigd worden.

Klein bemoeit zich met een klein onderwerp en probeert dat groot te maken. Paralympische Spelen zijn een kleiner evenement dan Olympische Spelen en hebben minder aantrekkingskracht voor een algemeen publiek.

Foto: Schermafbeelding van petitieParalympische Spelen op de TV’.

ANP Video op YouTube toont bijna alleen sport. Waarom?

anp

De laatste 32 video’s op het  YouTube-kanaal van ANP Video tonen op dit moment sport. Dat komt omdat er Olympische Spelen in Rio zijn. In dat verre buitenland Brazilië. Maar de wereld staat niet stil. Er is meer in de wereld dan sport alleen. Terrorisme, Putin en Oekraïne, ISIS, de strijd in de Republikeinse partij en Donald Trump, rassenonlusten en overstromingen in de VS, Erdogan en Gülen, de 90-jarige Fidel Castro, mogelijk uitstel van de Brexit tot 2019, Julian Assange die met onthullingen over Clinton dreigt, kanselier Merkel die oppositie ondervindt van zowel SPD als CSU, de herdenking van de Japanse capitulatie en een explosie in Schiedam. Maar ANP Video besteedt er geen aandacht aan. ANP Video beperkt zich hoofdzakelijk tot sport.

De NOS heeft de Sportzomer op Radio 1 die als een tsunami van voor- en nabeschouwingen, voor- en nagesprekken, wedstrijdverslagen en evaluaties het wereldnieuws gedurende 10 weken wegdrukt en de nieuwsvoorziening domineert. ANP Video gaat er als toeleverancier in mee. Zo genereert de aandacht voor sport de aandacht voor sport. Het lijkt er steeds meer op dat de Sportzomer vooral naar zichzelf verwijst.

Al bij de planning in 2015 was bekend dat Nederland niet meedeed aan het EK Voetbal en zoals in de vorige jaren behaalden Nederlandse wielrenners in 2016 geen topklassering in de Tour de France. Of Rio voldoet aan de verwachtingen is afwachten. Waarom dan toch die buitenproportionele media-aandacht voor sport? Komt het door het geld dat ervoor wordt vrijgemaakt en als een recordpoging dominostenen omgooien Hilversum in beweging zet? Is de stilzwijgende overeenstemming onder omroepbazen dat de nieuwswaarde nihil is, maar omdat het hoge kijkcijfers oplevert net gedaan wordt alsof sport geen amusement maar nieuws is?

Heinrich Heine zou gezegd hebben dat in Nederland alles 50 jaar later gebeurt. De uitspraak ‘Als de zondvloed komt, ga ik naar Holland, want daar gebeurt alles vijftig jaar’, wordt aan hem toegeschreven, zo memoreert deze boekbespreking. Als Heine nog leefde had hij dat na deze NPO Sportzomer en sportzomer op ANP Video kunnen wijzigen in de volgende uitspraak: ‘Als de zondvloed komt, ga ik naar Holland, om er een voor- en nabeschouwing, voor- en nagesprek, wedstrijdverslag en evaluatie van te zien’. Ook op ANP Video?

Foto: Schermafbeelding van YouTube-kanaal van ANP Video met de meeste recente 30 items die sport gerelateerd zijn.

NPO-Sportzomer is te gemakzuchtig en dominant. Dat kan beter

Er is kritiek op de NPO-Sportzomer die liefst 80 dagen duurt. Van 10 juni tot 21 augustus. Er zit wel iets in die kritiek van onder meer Jean-Pierre Geelen of Cornald Maas. Geelen heeft vooral kritiek op de programmering van radiozender Radio 1 die maandenlang in het teken van sport staat. Tot vervelens toe. Op twee van de drie televisienetten is soms sport te zien. Dat is op netten die bestemd zijn voor een algemeen publiek te veel van het goede voor een specifieke categorie waar niet iedereen warm voor loopt. Op twee manieren is er iets mis met de NPO-Sportzomer: het is overheersend en voorspelbaar. En de sport wordt niet eens centraal gesteld.

De NPO-Sportzomer laat niet alleen sportwedstrijden zien, maar toont veel praatprogramma’s over sport die nauwelijks over sport gaan. Of geeft commentaar bij sportwedstrijden dat niet over de sport zelf gaat. Daarbij komt dat de Nederlandse sportjournalistiek niet echt uitblinkt in diepgang en sport als een interessant maatschappelijk fenomeen weet te duiden waarin economie, nationale identiteit en politiek samenkomen als kenmerk van onze tijd. Het praten over sport wordt met voetbaltrainers, sportjournalisten of actieve sporters als gast geen poging om het fenomeen sport te willen doorgronden en de verschillende aspecten ervan te belichten, maar ontaardt in kletspraatjes, meligheid en incrowd gebazel over human interest. Het blijft te veel aan de oppervlakte en benadrukt het amusementsaspect van sport meer dan nodig. Die praatprogramma’s zouden met andere gasten meer diepgang krijgen en aan kwaliteit winnen. Waarom worden er geen filosofen, schrijvers en kunstenaars uitgenodigd die op een veelzijdige  en onvoorspelbare manier naar sport kijken?

Effect van de NPO-Sportzomer is niet alleen het tonen van sport (onder meer EK Voetbal, Tour de France, Olympische Spelen) en praatprogramma’s over sport, maar het bepaalt ook in hoge mate de programmering van de andere twee netten. Daarmee gaat de NPO-Sportzomer over een grens. Waarom is er gedurende de Sportzomer geen alternatieve programmering van programma’s die tijdens het hoogseizoen niet in het drukke schema passen? Waarom zijn er op de andere netten geen registraties van theatervoorstellingen of is er een filmcyclus te zien dat het werk van een breed aanspreekbare regisseur toont dat goed in de ‘losheid’ van de zomer past? Denk bijvoorbeeld aan Valerio Zurlini. Waarom geen project opgezet voor aanstormend talent dat lekker kan experimenteren? Waarom geen reisprogramma’s of historische programma’s over de Nederlandse Antillen, Suriname of Nederlands-Indië? Nu tonen KRO-NCRV hun detectives en wordt dat gepresenteerd als alternatief voor sport. Maar dat is het niet. Trouwens, naast Nieuwsuur is er nu geen enkele rubriek die de wereldpolitiek volgt. Is volgens het management van de NPO de politiek actualiteit 80 dagen met reces?

Sport is een interessant gebeuren dat in de NPO-Sportzomer de nek wordt omgedraaid. De NPO ontkent door wegkijken dat sport in dienst van een ideologie staat en meent dat het neutraal gepresenteerd kan worden. Dat is reinste volksverlakkerij. Waarmee geenszins gezegd wordt dat sport achter de politiek moet verdwijnen. Liever niet zelfs, maar die context moet wel genoemd worden. Laat het duidelijk zijn, met sport is niets mis, wel met de Sportzomer die de NPO ervan maakt. Of het nou komt door de gemakzucht van de netmanagers, de macht van de kijkcijfers, het gebrek aan intellectuele diepgang van de Nederlandse sportjournalistiek of de opvatting dat de zomer er in het uitzendschema nauwelijks toe doet valt te bezien. De NPO-Sportzomer die de publieke omroep ervan maakt is te gemakzuchtig en te dominant. Dat moet in de komende jaren anders. Evenwichtiger en beter. En wat de paradox is van de NPO-Sportzomer: met meer aandacht voor sport.

Hoofd Klara wordt netmanager VRT. Waarom kan zoiets niet in Nederland?

cp

Zomaar een bericht in het Vlaamse nieuws. Deze keer niet over islamitische terreur en bomaanslagen in Brussel, maar over cultuur. Chantal Pattyn is netmanager van het Vlaamse Klara en wordt hoofd cultuur van de Vlaamse publieke omroep VRT.  Na de inkrimping en het bewust om zeep helpen om interne omroeppolitieke redenen in 2006 van de Nederlandse Concertzender en de infantilisering van Radio 4 is Klara nog de enige nationale culturele zender van niveau in het Nederlandse taalgebied die het beluisteren waard is.

Het cliché is waar, Vlamingen vinden cultuur belangrijk. Dat heeft met hun emancipatiestrijd te maken en het besef dat taal en kunst ertoe doen. En de overeenstemming over partijen heen dat het de nationale identiteit versterkt. In Nederland doen VVD en PVV die eveneens zeggen nationale identiteit belangrijk te vinden het omgekeerde: ze breken bewust de publieke omroep en de kunsten af. Maar ook in Vlaanderen moeten kunst en cultuur voor de poorten van de hel worden weggesleept. Ook daar moet telkens weer de liefde voor kunst op de politiek bevochten worden. Niets komt vanzelf. De loyaliteit van de bestuurders in de cultuursector lijkt het verschil te maken. De Vlaamse cultuurminister Sven Gatz (‘kunst dient nergens toe’) haalde in 2014 met terugwerkende kracht dezelfde shockdoctrine van cultuurbezuinigingen als Halbe Zijlstra uit de liberale kast.

Kunst is kunst, maar ook een wapen waarmee de strijd tegen terreur die van buiten komt en onverschilligheid die van binnen komt gewonnen kan worden. Het is de strijd om de harten en geesten van de eigen bevolking die telt en een positieve impuls kan geven. Media kunnen daarin een opbouwende rol spelen. Niet omdat het educatief is of doelgroepen emancipeert, maar omdat het kunst als voorbeeld voorhoudt. Juist dat patroon is in Nederland uitzondering geworden. Onder het uitroepen van ‘zie ons eens aan kunst doen’ wordt kunst naar aparte reservaten verbannen of slachtoffer van popup en populariteitsdenken. Wat Nederland mist is die positieve, vanzelfsprekende grondhouding tegenover kunst en cultuur die in een samenleving tamelijk breed gedragen wordt. In elk geval in omroepkringen die een kunsthistoricus tot netmanager benoemen. Klasse. 

Foto: Schermafbeelding van bericht ‘Chantal Pattyn wordt manager Cultuur VRT’ in TVvisie, 21 maart 2016.