
Er is een richtingenstrijd binnen de SGP. Dat werd zo’n vier jaar geleden aangewakkerd door de opkomst van FvD. SGP’ers werden in de richting van de denkbeelden van FvD getrokken. Het werkte ook de andere kant op, want conservatieve christenen binnen FvD namen sleutelposities in.

Die storm is gaan liggen omdat FvD over haat hoogtepunt heen is en de wervende kracht van de partij door radicalisering is afgenomen. Maar de richtingenstrijd binnen de SGP is niet over. Dat speelt vooral binnen de jongerenafdeling SGPJ waar activistische leden zich via sociale media laten horen. Dat is niet altijd wat de leiding van de partij wil horen. Omdat het de SGP publicitair zou beschadigen. Het is de vraag hoe oprecht de redenering van de leiding is.

Er is een relletje in de maak naar aanleiding van de deelname van SGPJ-er Mathijs van der Tang aan het programma ‘Rutger en de Nationalisten‘ van Rutger Castricum voor PowNed waarvan op 9 mei 2023 het eerste deel wordt uitgezonden.
Van der Tang zegt daarin dat ‘moslims geweerd moeten worden‘. Dat riep na een promotiefilmpje voor dit programma op 3 mei de reactie op van het bestuur van de SGPJ die afstand nam van de uitspraak. Van der Tang heeft geen officiële functie binnen de SGPJ.

Reactie bestuur SGPJ n.a.v. promotievideo ‘Rutger en de nationalisten, 3 mei 2023.
Op de uitspraak van de naar het rechts-radicalisme leunende Mathijs van der Tang reageerde op 3 mei ook Maarten van Nieuw Amerongen in een tweet. Er loopt het een en ander door elkaar heen. Want nationalisme is niet per definitie verkeerd en een programma daarover evenmin. Het gaat erom hoe inclusief dat nationalisme wordt opgevat.

Van Nieuw Amerongen vraagt om schorsing van Van der Tang. Dat valt op te vatten als het terugdringen van rechts-radicale geluiden binnen SGP en SGPJ. Maar ook als bescherming van de orthodox-protestante variant van het islamitische takiyya. Dat betreft het verbergen van eigen kernwaarden in een vijandige omgeving en het huichelen daarover of het bewust onduidelijk houden van die waarden.
Op welke grond Van der Tang geschorst moet worden is onderwerp van debat binnen de SGP en in de marge van de partij. Er wordt verwezen naar Artikel 1 van het Beginselprogramma van de SGP dat naar artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis verwijst. Dat gaat verder dan schorsing alleen, maar stelt binnen SGP opnieuw te discussie of dit artikel 36 gehandhaafd kan blijven of dat het een historisch relict is dat opgeruimd moet worden. Nog in 2021 wilde het bestuur van de SGP dit artikel 36 niet schrappen.

Van der Tang zet de discussie op scherp door zijn uitspraak over het weren van moslims. Hij zegt in praktijk wat in theorie de SGP is. Zoals gezegd, de SGP wil daar in de publieke ruimte bewust vaag over zijn. Daarom kan het bestuur van de SGP niet blij zijn met het optreden van Van der Tang omdat hiermee publiekelijk de ware aard van de SGP wordt getoond. Immers de partij die geen plek ziet voor andere geloven. In elk geval niet in het eigen beginselprogramma.

Artikel 36 staat op gespannen voet met de vrijheid van godsdienst zoals is vastgelegd in de grondwet. Hoewel de SGP zegt voor gewetensvrijheid te zijn. Men kan trouwens ook concluderen dat de SGP met haar streven naar een regering die ingericht is naar het voorbeeld uit de Bijbel niet past binnen de democratische rechtsstaat en daarom ontbonden moet worden.
Wat Van der Tang zegt is in lijn met de beginselen van de SGP. De befaamde 21 woorden uit artikel 36 van de Geloofsbelijdenis zeggen: ‘om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valse godsdienst en het rijk van de antichrist te gronde te werpen‘. Ofschoon daar ook weer talloze interpretaties van en correcties op zijn. Overigens ageert Van der Tang tegelijk tegen het beeld van een overheid die gevolgd moet worden. Het beeld is dus gemengd. De verwijzing ernaar in artikel 1 van het Beginselprogramma van de SGP zorgt voor verdeeldheid binnen de partij.
Schorsing van Van der Tang omdat hij de SGP ‘publieke schade‘ zou toebrengen is een pragmatische oplossing voor de SGP om de principiële discussie over het handhaven van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis in artikel 1 van het Beginselprogramma uit de weg te gaan.
Van der Tang wordt dan als kwade appel uit de mand gegooid zonder dat de SGP zich hoeft af te vragen of de eigen mand niet is verrot. De SGP hoeft dan niet aan zelfonderzoek te doen en kan met een beginselprogramma dat indruist tegen bepalingen van de Nederlandse Grondwet verder schipperen onder de radar van de publieke opinie die niet ziet, en niet mag zien, wat de ware aard van de SGP werkelijk is.