Facebook ligt onder vuur. Het pakt de problemen niet aan, maar vertraagt, ontkent en leidt af. Grijpen de toezichthouders in?

Facebook ligt onder vuur door een achtergrondartikel in The New York Times. In haar programma praat Stephanie Ruhle met journaliste Kara Swisher. Het blijkt dat Facebook onder leiding van de algemeen directeur Sheryl Sandberg een campagne voerde om de kritiek op het bedrijf af te leiden en de omvang van de problemen te verhullen. Dit roept opnieuw de vraag op of Facebook verantwoordelijkheid neemt en werkelijk geconstateerde problemen van nepnieuws en inmenging van buitenlandse overheden probeert te verhelpen. Of dat het eenzijdig gericht blijft op groei. Ruhle stipt in het interview de grip van het grote geld op de Amerikaanse politiek aan. Minderheidsleider Chuck Schumer is in de Senaat verdacht aardig voor Facebook. Andere Senatoren zijn kritischer, maar of ze genoeg druk kunnen zetten om Facebook in beweging te krijgen en niet opnieuw weg te laten komen met smoesjes is de vraag. Dit onderwerp raakt ook direct aan Nederland.

Joe Walsh en conservatief Amerika. Schoppen van rechts tegen media is onvergelijkbaar met links dat haatspraak wil verbieden

Joe Walsh is een voormalig Republikeins, conservatief congreslid voor Illinois. Ooit lid van de Tea Party causus. Hij is nu gastheer van een conservatief radioprogramma. Walsh was aanvankelijk een aanhanger van Trump, maar kwam daar na de ontmoeting van Trump met Putin en de ontluisterende afsluitende persconferentie in juli 2018 op terug. Walsh noemde Trump een verrader. Walsh steunt het onderzoek van speciale aanklager Robert Mueller naar de samenwerking van Team Trump met het Kremlin. Walsh is vergelijkbaar met het wereldbeeld van andere vanouds conservatieve opinie-makers als Max Boot, Ben Shapiro, John Schindler of Bill Kristol die doorgaans pro-Israël, pro-kleine overheid en een strikte fiscale politiek, anti-abortus, pro-Navo, pro-Westerse alliantie en anti-Putin zijn. Een artikel van Arch Puddington in het conservatieve Weekly Standard gaat in op de vraag in hoeverre conservatieven en Republikeinen de Rusland-politiek van Trump steunen. Zijn Walsh en consorten de regel of de uitzondering binnen de conservatieve beweging in de VS?

Bij genoemd wereldbeeld hoort de opvatting van ongebreidelde persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Zoals Jaap Tielbeke in een artikel in De Groene uitlegt valt dat te herleiden tot de liberale filosoof John Stuart Mill die van mening was dat ‘een ongehinderde uitwisseling van ideeën‘ in het publieke debat ‘een essentiële voorwaarde‘ was ‘om dichter bij de waarheid te komen’. Tielbeke doet het af als ‘naïef‘ en ‘een valse voorstelling van zaken’ omdat ‘de vrije markt voor ideeën een illusie’ is. Overigens des te meer omdat door de verslechterde economische situatie van traditionele media de rol van de journalistiek is afgenomen en er gaten zijn gevallen in ‘de vrije markt voor ideeën‘ en nieuwe media als Facebook tot nu toe onvoldoende beseffen en aarzelen om de verantwoordelijkheid te nemen die bij hun journalistieke verplichtingen past. 

Walsh’ tweet verwijst in de tweede alinea (‘hate speech banned’) naar complotdenker Alex Jones en diens radicaal-rechts vehikel ‘Infowars’. Zoals techsite The Verge in het artikel ‘How Alex Jones lost his info war; Misinformation is fine — but hate speech isn’t’ opmerkt is Jones door de techbedrijven behalve Twitter in de ban gedaan vanwege haatspraak of aanzetten tot haat. Casey Newton vraagt zich trouwens af of de echte uitdaging voor de techbedrijven pas komt als gebruikers de inhoud van Jones’ programma’s gaan kopiëren.

Walsh’ vergelijking tussen rechts dat niet gelooft in persvrijheid en links dat niet gelooft in vrijheid van meningsuiting is onevenwichtig. Het eerste is realiteit, maar het tweede niet. Trumps tirades tegen ‘de pers als vijand van het volk’ omdat nieuwsorganisaties ‘nepnieuws’ zouden bieden is een afleiding om de actuele en nog te verschijnen verslagen van de media over de uitkomsten van de onderzoeken naar de samenzwering van Team Trump met het Kremlin in een kwaad daglicht te stellen. Walsh heeft gelijk dat Trumps achterban hem daarin steunt. Ook onafhankelijk kiezers zijn gevoelig voor die continue tirades van Trump en zijn waterdragers tegen de media. Enig bewijs dat media werkelijk vijanden van het volk zijn ontbreekt echter.

Dat is anders met haatspraak. Zoals ook Tielbeke stelt is een ‘een ongehinderde uitwisseling van ideeën’ waarin het denken van Alex Jones past naïef. Niet alleen omdat de ‘vrije markt van ideeën’ van de traditionele media een illusie is en nieuwe (sociale) media nu pas schoorvoetend hun journalistieke verantwoordelijkheid beginnen te nemen, maar ook omdat in de echokamers van de sociale media per definitie een publiek debat ontbreekt waarbij de beste ideeën komen bovendrijven. Hier moeten overheden op inspringen om het open, publieke debat en de democratie te redden. Door zelf actie te nemen en richtlijnen op te stellen, en door bedrijven te verplichten tot actie. Het is Jones’ intentie niet om zijn meningen te meten met die van anderen en zonodig in te wisselen voor een betere mening. Kwam Jones met het verspreiden van desinformatie jarenlang weg, nu hij wordt aangesproken op haatspraak of aanzet tot haat lijkt ineens de maat vol te zijn. Als indirecte terechtwijzing van Trump? De maat die allang vol was, maar eindelijk echt als vol bevonden wordt. 

Foto: Tweet van Joe Walsh, 9 augustus 2018.

Petitie roept op tot discipline van Facebook

Het ziet er niet best uit voor de oprichter en topman van Facebook Mark Zuckerberg. Hij heeft zitten slapen en toezichthouders hebben Facebook niet bij de les gehouden. Zuckerberg dacht als onaantastbare oligopolist de geschiedenis te kunnen herschrijven. Maar zoals altijd is het andersom, de geschiedenis herschrijft Facebook.

In de media circuleren opinies met de vraag of hij Facebook niet moet verlaten. Hoe dan ook gaat Facebooks macht door de politiek aangepakt worden. Die is te groot en te ongecontroleerd geworden. Het schandaal met Cambridge Analytica dat leidde tot dubieuze verkiezingsresultaten in onder meer Nigeria, India, het Verenigd Koninkrijk (Brexit) en de VS had met alert optreden van de top van Facebook beperkt kunnen worden. Om druk op de ketel te houden zijn er petities, zoals bovenstaande op Avaaz. Het is niet zozeer een signaal aan Zuckerberg om op te treden en de data van de gebruikers te beschermen, maar een oproep aan de politiek om Facebook hard aan te pakken. Dit is een verhaal van ‘te laat en hopelijk niet te weinig’, meer zit er niet in.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Dear Mark Zuckerberg …’, tekenen kan hier.

KPMGUK verpakt zelfpromotie in gedateerd nieuws over Google en techbedrijven

Is dit serieus bedoeld of satire? De vraag is lastig te beantwoorden. Wellicht is het dat allebei tegelijk. Het vertrouwen in techbedrijven als Facebook loopt snel terug en in navolging daarvan ook in bedrijven als Google, Amazon en Apple, maar tot KPMGUK lijkt dat besef nog niet doorgedrongen. Of was dat nog niet ten tijde van het ‘Executive Exchanges Event’ in het Londense Science Museum in februari 2018. De techbedrijven hebben hun zaken niet op orde en zijn afgelopen jaren te laat en te weinig opgetreden. KMPGUK claimt bedrijven uit te dagen om zichzelf uit te dagen met als doel het doorvoeren van veranderingen. Vaag genoeg om het in een promotiefilmpje te vatten waaraan niemand zich een buil kan vallen omdat het zo nietszeggend is. Alleen, KPMGUK lukt het ondanks deze vaagheid toch om de plank mis te slaan. Dat geeft niet zozeer te denken over Facebook of Google, maar vooral over de politieke antenne van KPMG dat nieuws promoot dat achterhaald is. KPMGUK haakt aan bij techbedrijven die afgehaakt worden in de politiek en de publieke opinie. Was de mammoettanker van KPMG niet meer te stoppen? Exact de kritiek die bedrijven als Facebook en Google ook krijgen. In hun wereldvreemdheid. Zo opgevat klopt de logica van de onzin die KPMGUK beweert.

Kwestie Beatrix von Storch: Gevraagd, geen censuur door, maar toezicht op Facebook en Twitter

Wat betreft de vrijheid van meningsuiting kan men niet principieel genoeg zijn. Het devies dat aan de 18de-eeuwse Franse schrijver Voltaire wordt toegeschreven ‘Ik ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal tot het einde vechten om het je te laten zeggen’ (Je ne suis pas d’accord avec ce que vous dites, mais je me battrai jusqu’au bout pour que vous puissiez le dire) behoort leidend te zijn in een volwassen democratie.

In een opinie-artikel voor De Dagelijkse Standaard besteedt hoofdredacteur Michael van der Galien aandacht aan de censuur door Facebook en Twitter van een uitspraak van de AfD-politicus Beatrix von Storch. Zij had zich in negatief uitgesproken over de politie in Keulen die informatie over de oudejaarsviering in diverse talen verspreidde, waaronder Arabisch. Zij had daarop in een tweet gezegd ‘Denkt u die barbaarse, islamitische, groepsverkrachtende mannenhorde zo tot bedaren te brengen?’ (Meinen Sie, die barbarischen, muslimischen, gruppenvergewaltigenden Männerhorden so zu besänftigen?). De tweet werd wegens ‘overtreding van regels’ verwijderd en Beatrix von Storch werd voor 12 uur van Twitter verbannen. En tot slachtoffer gemaakt.

AfD-medefractievoorzitter Alice Weidel mengde zich ook in het debat en nam Von Storch volgens een bericht in Die Welt in bescherming: ‘Het jaar begint met de censuurwet en de onderwerping van onze autoriteiten aan de geïmporteerde, plunderende, grijzende, geselinge, messtekende migrantenmenigten, waaraan we zouden moeten wennen. De Duitse politie communiceert nu in het Arabisch, hoewel de officiële taal in ons land Duits is.’ De laatste opmerking is onzinnig omdat overheidsdiensten in een pluriforme samenleving diverse talen gebruiken en dat niets te maken heeft wat de officiële landstaal is. Maar dat een nieuwe Duitse censuurwet (Netzwerkdurchsetzungsgesetz) tegen nepnieuws en haatspraak ondoordacht is, ongewenste effecten geeft en averechts werkt lijkt duidelijk. Het geeft radicalen extra munitie en vergroot de macht van de Amerikaanse techbedrijven. Een frontale confrontatie met Facebook en Twitter is nodig en niet een halfslachtige poging van overheden om het publieke debat in te perken. Tegen Von Storch en Weidel is door vele Duitsers aangifte wegens ophitsing gedaan. Precies het koren op de molen dat radicale partijen laat groeien. Mijn reactie:

Men hoeft het niet met de politiek van de AfD of Beatrix von Storch eens te zijn om toch de beslissing van Facebook en Twitter af te wijzen om Beatrix von Storch te censureren. Des te meer omdat het niets oplost en de macht van de techbedrijven eerder groter dan kleiner maakt. Terwijl de maatschappij juist om inperking van de macht van Silicon Valley vraagt omdat de bedrijven hun journalistieke verantwoordelijkheid niet wensen te nemen en daar door de overheid niet toe gebracht kunnen worden.

Ofwel, dit gaat niet over een vermeend kwalijke, radicaal-rechtse uiting van een Duitse partijpoliticus, maar over de macht van Amerikaanse techbedrijven als Facebook, Twitter en Google.

Dit soort censuur lost niets op, maar geeft wel in de beeldvorming het idee dat er iets opgelost wordt. Wat dus niet het geval is. Facebook, Twitter, Google en andere Amerikaanse techbedrijven volgen om opportunistische redenen altijd het beleid van de Amerikaanse regering en zijn niet onpartijdig.

Ze zullen daarom de economisch en politiek machtigen niet aanpakken, maar wel de minder machtigen. Zoals de AfD die als een zondebok dient. En als bliksemafleider voor maatregelen om de macht van de techgiganten in te perken. Deze censuur is symboolpolitiek en afleiding. Op verzoek van de machtige Israëlische regering worden echter wel onmachtige Palestijnse activisten van Facebook of Twitter verbannen. Zo gaat dat wereldwijd.

Censuur corrigeert niet het onrecht of trekt een ongelijkheid recht, maar vergroot de verschillen tussen de macht en de onmacht juist nog eens extra.

Als Beatrix von Storch op sociale media een politieke mening verkondigt die aanvechtbaar is, dan moet die niet gecensureerd, maar met een weerwoord bestreden worden. Zo ontstaat een open publiek debat waarin meningen botsen.

Europese overheden moeten zich niet verlaten op de zelfregulering van de Amerikaanse techbedrijven of ze zelfs een verzoek doen om samen te werken in het bestrijden van haatspraak of onwelgevallige uitingen, maar juist inzien dat deze bedrijven selectieve belangen hebben die niet gelijk op lopen met het ontstaan van een dynamisch, open publiek debat.

Het is niet Beatrix von Storch die aangepakt moet worden, maar de techbedrijven die haar censureren en geheimzinnig doen over hun beweegredenen en economische belangen, en selectief zijn in hun zelfregulering die afhankelijk is van dat economisch belang en totaal niet met grondrechten te maken heeft of daar vanuit beredeneerd wordt.

Wat nodig is, is niet censuur door Facebook en Twitter, maar toezicht op Facebook en Twitter.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHonderden Duitsers doen aangifte tegen AfD-kopstuk Beatrix von Storch vanwege “volkophitserij”’ van Michael van der Galien voor De Dagelijkse Standaard, 3 januari 2018.

Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek is nodig. En mogelijk

Mijn reactie op een opinie-artikel van Michael van der Galien op DDS:

Journalistiek is altijd afhankelijk van geldschieters. Want het is mensenwerk, en dat moet betaald worden. Of door sponsors, abonnees of inkomsten uit reclame. Met die bril gezien bestaat er per definitie geen ‘onafhankelijke onderzoeksjournalistiek’.

Maar die kan wel benaderd worden. Het is iets wat vaker gebeurt en tamelijk normaal is. Wie dat anders wil voorstellen maakt zich onnodig dom. Een commissie die op afstand van de politiek staat toetst, verdeelt en verantwoord dan de verdeling van subsidies. Zonder dat de politiek daar rechtstreeks zeggenschap over heeft. Het valt te verwachten dat dit in dit geval ook zo zal gaan.

Het gaat om een relatief klein bedrag van 20 miljoen euro. Door de teruglopende inkomsten van vooral de oude geschreven media staat de onderzoeksjournalistiek onder druk. Het is een diepte investering van maanden en stelt journalisten vrij van de dagelijkse gang van zaken. In een sector die het economisch toch al zo zwaar heeft is dan de som snel gemaakt. Opdoeken maar.

Een overheid die zichzelf serieus neemt en zelfvertrouwen heeft organiseert de eigen tegenkrachten. Om er uiteindelijk met z’n allen sterker van te worden. De journalistiek kan daar een nuttige bijdrage aan leveren.

Dit alles speelt niet alleen tegen de achtergrond van een verzwakking van de traditionele media, maar ook tegen de opkomst van de nieuwe media. Vooral online. De meeste ervan werken volgens andere journalistieke codes dan de oude media en nemen het niet zo nauw met de feiten. De opinie over dit project is daar een treffend voorbeeld van. Het simplificeert, insinueert en suggereert. Het is een vorm van journalistiek die een doelgroep bedient en daarom bestaansrecht heeft, maar het kan niet het alleenrecht op de journalistiek hebben. Of hoe het zichzelf wil noemen.

Daarnaast zijn er de techbedrijven van Silicon Valley (Facebook, Twitter, Google) die wereldwijd veel macht naar zich toe hebben getrokken. Het zijn kolossen die zich hebben begeven op het gebied van de journalistiek, maar niet volgens het toezicht van die sector door een media-waakhond wordt getoetst. Daar ligt een politiek gat dat politici op willen vullen. Dat heeft veel voeten in de aarde. De oplossing die gezocht wordt lijkt op wat ook aan het begin van de 20ste eeuw gebeurde: het opknippen van bedrijven die te machtig zijn geworden.

Wat er tegen meer onderzoeksjournalistiek is vraag ik me af. Het hoeft zich uiteraard niet te richten tegen het reilen en zeilen van de overheid alleen. Overal waar wantoestanden heersen kan het ingezet worden. Bij financiële instellingen en multinationals die de politiek gijzelen. Of bij de nieuwe media die onder het mom van het bedrijven van journalistiek feitelijk aan politiek activisme doen. Dat verschil in opzet tussen oude en nieuwe media geeft meer spanning dan de vermeende belangenverstrengeling tussen de politiek en de oude media.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelKnettergek: Rutte III gaat 20 miljoen euro ‘investeren in onafhankelijke onderzoeksjournalistiek’’ van Michael van der Galien op DDS, 11 oktober 2017.

Waar blijft het antwoord op de Russische inmenging in Europa?

8d25540v

Er moet me iets van het hart waar ik al drie jaar over peins zonder op een begin van een antwoord te stuiten. Sinds ik me in februari 2014 verdiep in de toestand in Oekraïne zit ik om een afdoend antwoord verlegen.

Het is verbazingwekkend dat westerse landen als Canada, Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en de VS nog steeds geen antwoord hebben om de informatieoorlog van het Kremlin lik op stuk te geven. Terwijl de technische ontwikkelingen notabene in Silicon Valley plaatsvinden en onze wereld ingrijpend veranderen.

Waar is de westerse kennis over psychologische oorlogsvoering gebleven die met name Britten en Amerikanen tijdens de koude oorlog hebben opgebouwd? Vaak met behulp van Duitse en Russische specialisten. In het niets verdwenen? Is het moedwil of misverstand om het Kremlin niet van repliek te dienen? Of gewoon lamlendigheid? Waarom kan de kennis die tot 1990 in de koude oorlog werd opgebouwd niet teruggehaald en opgefrist worden en als basis dienen voor het formuleren van een antwoord op Russische acties?

Steeds wordt gezegd dat de urgentie in westerse hoofdsteden wordt beseft. Talking heads zeggen in hun wijsheid al ruim drie jaar hetzelfde zonder het idee te geven werkelijk stappen te maken en verder te komen. Ook verder te willen komen? De zogenaamde liberale democratieën zouden onder druk staan door de Russische informatieoorlog. Zo zeggen dan de talking heads. Wie weet, maar waarom wordt er dan geen zichtbaar gevolg aan die urgentie gegeven? Waarom merken we niets van een antwoord dat hout snijdt?

Steeds weer zeggen westerse beleidsmakers, wetgevers en communicatie-deskundigen dat de op Europa gerichte Russische propaganda niet met westerse propaganda beantwoord moet worden, maar met het geven van informatie. Propaganda met propaganda beantwoorden zou een valkuil zijn. Maar schiet zo’n ethische opstelling niet tekort in een tijdperk waarin de waarheid en de feiten zelf ter discussie worden gezet?

Propaganda valt op te vatten als een slag om de publieke opinie. Die staat onder druk zoals media dagelijks verkondigen. Propaganda is een vorm van psychologische oorlogsvoering. Het misleidt en zaait angst. Het verhult eigen zwakheden door die van de ander te benadrukken. De Russische informatieoorlog is een direct verlengde van militaire en politieke strijd en geïntegreerd in krijgsmacht en politiek. Het is een journalistiek middel zonder journalistiek te zijn. De schijn van journalistiek is het wezen van propaganda.

Wat kunnen westerse landen doen als het hun menens is? Bedreig Putin om de informatie over zijn onwettig vergaarde rijkdom openbaar te maken als hij 1) de inmenging in westerse verkiezingen (VS, Frankrijk, Duitsland) niet per direct stopt en 2) de steun aan Europese rechts-extremistische partijen beëindigt.

Omlijst dat met een opsomming van kenmerken van de Russische Federatie. Deze regionale macht is economisch en staatkundig zwak en verdeeld. Geen natiestaat, maar een veelvolkerenstaat zonder kern. Zelfs militair zo zwak dat het een oorlog tegen de NAVO binnen twee weken verliest. Die informatie neemt de angst en het gevoel van dreiging bij een deel van de Europeanen weg die nu in onzekerheid worden gehouden. Door Russen en westerse landen die een gemeenschappelijk belang lijken te hebben. Hoe bizar het ook klinkt.

Het is van tweeën een. Of de urgentie bestaat om pro-actief op te treden tegen de Russische agressie die de Europese veiligheidssituatie en rechtsorde bedreigt. Dan moet er uit zelfbehoud en vanuit een idee van weerbaarheid om de democratie te verdedigen hard opgetreden worden tegen de Russische inmenging die de normale bemoeienis van staten met elkaar te buiten gaat. Landen bemoeien zich immers altijd met elkaar, maar in dit geval gaat het om grensoverschrijdend gedrag van het Kremlin, zoals dat wordt ervaren en gedefinieerd. Inzet is dat de Russische inmenging op straffe van een hard antwoord per direct moet stoppen.

Waarom is er geen zichtbare westerse informatieoorlog die de Russen een koekje van eigen deeg geeft? Al sinds 2014 lezen we over voornemens, plannen, taskforces en missies die in Brussel, Londen, Riga of Washington worden vormgegeven. Of wat nog tragischer klinkt: voorbereid. Maar in de praktijk valt er niets van te merken. Hoe komt dat? Wat zou er wel kunnen gebeuren met de op dit moment beschikbare middelen?

Of die urgentie bestaat niet en dan moet er in westerse hoofdsteden niet meegegaan worden in de retoriek van een nieuwe koude oorlog. Of een situatie met een verhoogd dreigingsniveau. Zoals gezegd, dat jaagt de eigen bevolking onnodige angst aan. Dan lijkt het alsof de Russische militaire en publicitaire dreiging wordt omgebogen om westerse bestedingen aan wapens op een hoger peil te brengen. De paradox is dat in het geval van een dreiging een passend antwoord uitblijft en in het geval van geen dreiging een antwoord wordt gegeven dat geen antwoord op de dreiging is. Wie houdt wie voor de gek en zet ons geestelijk in de kou?

Foto: Esther Bubley, Washington, D.C. Girls window shopping, 1943. Collectie Library of Congress.

Cybertopia van Tegenlicht doet kritisch verslag uit Silicon Valley

Gisteren vertoonde Tegenlicht van de VPRO de reportage ‘Cybertopia’ van Marije Meerman. Over de macht en de bedrijfscultuur van de techbedrijven, en de visie van rijke zakenmensen in het Californische Silicon Valley.

Dit is een leerzaam verslag over een wereldvreemde, van de echte wereld losgezongen subcultuur vol zelfoverschatting die denkt leidend te kunnen zijn voor anderen. Een cultuur met een libertarische opstelling die schoenen van de oude politiek weggooit zonder nieuwe te hebben. Zonder te uitleggerig te zijn laat Meerman het door haar registratie aan de kijker over om zelf conclusies te trekken. De durfkapitalisten, ondernemers (entrepreneurs) en zelfverklaarde visionairen zetten zichzelf behoorlijk te kijk in hun bizarre mix van narcisme, keihard kapitalisme, hippiecultuur en misnoegen voor traditionele waarden en oude politiek.

De opstelling van dit soort cyberfuturisten van bedrijven als Apple en Google die suggereren a-politiek te zijn en eigenhandig een nieuwe wereld te kunnen boetseren wordt des te schrijnender en onoprechter als meer bekend wordt over hun samenwerking met de Amerikaanse overheid. Zo gaf Google in 2012 documenten van medewerkers van WikiLeaks aan de NSA. The Guardian vat het samen.  Zonder betrokkenen daarvan op de hoogte te stellen vanwege een spreekverbod waaraan Google zich ondergeschikt maakte. Pas op kerstavond 2014 berichtte Google betrokken omdat het spreekverbod was ingetrokken. Het is ongeloofwaardig dat vanuit zo’n cybercultuur vol opportunisme en winstdenken, en zonder veel principes, medeleven met de ander of gemeenschapsgevoel een zinvolle, nieuwe samenleving kan ontstaan. Het valt in elk geval niet te hopen.

GCHQ misbruikt ISIS om internet onder controle te krijgen

Robert Hannigan is de baas van de Britse evenknie van de NSA, de GCHQ. De overschatting van technologie gebruikt Hannigan om de positie van zijn dienst te versterken. Hij weet dat zijn oproep niet kan werken, maar doet deze toch. Niet zozeer om ISIS te bestrijden, maar om er als dienst beter van te worden. Het is de strijd om meer bevoegdheden en meer overheidsbudgetten. Politici die deze inzet onvolledig begrijpen gaan mee in de fantasie van geheime diensten. Ik herhaal over deze overschatting van techniek wat ik eind 2013 schreef:

(..) Die overschatting kan bestreden worden door beleidsmakers die de technici niet begrijpen (..) ervan te overtuigen dat het een waanidee betreft. Door de mythe van de almacht van techniek door te prikken kunnen samenlevingen zich ontworstelen aan de druk van geheime diensten en bedrijven. En aan die van overheden die dat wettigen.

In de NRC van afgelopen zaterdag beschrijft Evgeny Morozov in ‘Het data delirium‘ hoe beleidsmakers zich op een dwaalspoor laten brengen. Alsof met het internet nieuwe tijden aanbreken. Niet dus, want met technische verandering -stoommachine, telefoon, lopende band, radio, televisie, ruimtevaart- breken geen nieuwe tijden aan. Geschiedenis verandert, maar loopt altijd door. De computer en het internet brengen veranderingen. Maar geen overgang naar een nieuwe tijd. Dat dat zo zou zijn is een fabeltje. Of zo u wilt: een leugen.

Morozovs openingszinnen zeggen alles: ‘Het heeft verstand van techniek, maar weet nauwelijks iets te zeggen over de sociale, poltieke en economische gevolgen daarvan. Silicon Valley’. Precies daar gaan inlichtingen – en veiligheidsdiensten de fout in. Met techniek proberen ze te vangen wat niet te vangen is. De burgers zitten met de brokken. Hun vrijheid wordt verwoest vanwege een fout uitgangspunt. Maurits Martijn leidt het denken van Morozov in De Correspondent treffend in: ‘Zo zijn we slachtoffer van een zelf gecreëerd technologisch begrip van ‘vrijheid’ dat ons in werkelijkheid gevangen houdt.‘ Welke burgers doorbreken een waanidee?

Petitie voor behoud van burgerrechten. Tegen de controlestaat

Change

Vandaag 10 december is het Dag van de mensenrechten. De dag wordt internationaal gevierd en aangegrepen om actie te voeren. Ter gelegenheid ervan pleiten dit jaar meer dan 500 schrijvers, politici en kunstenaars in een petitie aan bedrijven, naties, de VN, regeringen en burgers voor het behoud van democratie in het digitale tijdperk. Volgens critici is deze framing trouwens een overschatting van het belang van internet en computers. Maar goed, ook onafhankelijke denkers volgen de mode van hun tijd. Ze spreken zich uit tegen de massale surveillance en voor de burgerrechten. ‘Iemand die wordt bespioneerd is niet langer vrij, zo’n samenleving is geen democratie meer’. Zo is de redenering. De petitie kan ondersteund worden op Change.org. Ze wordt wereldwijd gepubliceerd in 32 dagbladen. In Nederland in De Volkskrant. Ethische opstand van onderop is een noodzakelijke voorwaarde om de opbouw van de controlestaat een halt toe te roepen. Nu de praktijk nog. Hoe kunnen burgers, intellectuelen en kunstenaars samen het initiatief terugnemen over hun eigen leven? Hoe? 

Foto: Schermafbeelding van de petitie ‘A Stand For Democracy In The Digital Age‘ op Change.org, 10 december 2013. Tekenen kan hier.