
Politieke aanslagen komen niet altijd rationeel tot stand. Plegers van een aanslag zoeken legitimiteit in de binnenlandse of buitenlandse politiek. Daarmee is niet gezegd dat een aanslag een direct antwoord op het handelen van de macht is, bijvoorbeeld Amerikaans imperialisme of de gespannen situatie in het Midden-Oosten. Op voorhand staat dat niet vast. Zelfs niet als de pleger van de aanslag beweert dat het wel zo is.
Er zijn kleinschalige bewegingen die betrekkelijk autonoom opereren in het plegen van aanslagen. Ze hebben een omlijnd doel en vechten tegen een lokale tiran, een gestolen verkiezing of tegen uitsluiting uit etnische of religieuze motieven. Ze vallen buiten het kader van aanslagen die de hele wereld als plaats delict kunnen hebben en overstijgend van plaats zijn. Daarom blijven ze hier buiten beschouwing.
Plegers van aanslagen opereren binnen een eigen logistiek, geldcircuit, kader en hiërarchie. Ze werken soms samen in losse verbanden, maar zijn soms ook concurrenten die elkaar de loef proberen af te steken. Ze moeten radicaliseren om hun geldgevers blijvend tevreden te stellen. Of ze zwijgen tijdelijk als de politieke wind is gedraaid. Met andere woorden, ze worden gestuurd en zijn afhankelijk van politieke ontwikkelingen.
Een lijn die loopt vanaf de achterban of opdrachtgever naar de pleger vormt de ultieme reden voor de aanslag. Da’s de logica. Niet de rationaliteit die er in de begeleidende publiciteit opgelegd wordt en verwijst naar Israël, Rusland, de VS of een zittende macht in de hoofdstad. Da’s legitimatie die dient om de publieke opinie te bespelen of de opdrachtgever aan het zicht te onttrekken.
Motivatie kan gereconstrueerd worden. Neveneffect is dat een rechtszaal tot publiciteitsmachine wordt. Precies het verwijt dat onder andere omstandigheden Geert Wilders treft. Bij het proces Adolf Eichmann werkte de publiciteit trouwens de andere kant op. Een en ander is geen reden om het recht niet zijn loop te laten. Recht en politiek zijn neefjes van elkaar en hebben soms slaande ruzie over het laatste woord.
Om de relatie tussen opdrachtgever en pleger van een aanslag te ontrafelen kan een vooronderzoek helpen. Dit werkt slechts als er gerede kans bestaat dat het verband aangetoond kan worden. Dat klinkt zowel als patstelling en als smoes om het recht te ontlopen,maar is reëel indien plegers van hogerhand beschermd worden. Uitgewiste sporen leiden niet tot veroordeling. Van tevoren kent men die uitkomst echter niet.
Indien veiligheidsdiensten een aanslagpleger uit de wind houden wordt vooronderzoek een loze exercitie. Zo zijn er sterke aanwijzingen over contacten tussen de Pakistaanse ISI en Osama bin Laden. Bij voorbaat leidt zo’n zaak tot niets. Dan rest de second best optie: liquidatie zonder proces die door zorgvuldige overwegingen en controle op de feiten tot stand komt. Probleem is dat de internationale rechtsorde bodem mist.
Foto: Vele doden in explosie op Wall Street, New York. Soldiers and police establishing line at door of the Morgan Bank while bodies of the victims are lying in front of the Sub Treasury, 1920
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...