Is autonomie in de kunst mogelijk? De kwesties Rein Wolfs en Roald Dahl

Picasso en Matisse als voorbeelden van oriëntalisme in de collectiepresentatie 1880 – 1950 in het Stedelijk Museum Amsterdam. Foto Gert Jan van Rooij.

Aan het begrip autonomie in de kunst moest ik denken bij twee voorbeelden die de laatste tijd in de publiciteit kwamen.

Dat betreft directeur Rein Wolfs van het Stedelijk Museum die door de gemeente Amsterdam politieke doelstellingen over inclusie krijgt opgelegd die direct van invloed zijn op het personeels-, tentoonstellings-, en verzamelbeleid. Precies op die terreinen waar een museumdirecteur zich kan profileren wordt hij tot een marionet van de politiek gemaakt. Uit de publiciteit blijkt dat Wolfs in verwarring is over zijn rol en beseft dat hij de autonomie mist door de dwang van de gemeente.

Dat staat in schril contrast tot vorige museumdirecteuren van het Stedelijk die als sterke mannen bekend stonden en hun eigen weg konden gaan. (‘Sterke mannen‘ zal door scherpslijpers per definitie als politiek incorrect worden afgeserveerd). Terwijl notabene het museum toen formeel nog niet verzelfstandigd was, maar een gemeentedienst was. Of Wolfs hoon of mededogen verdient zal de tijd leren.

Een andere kwestie is de kwestie Roald Dahl en de autonomie van literatuur en andere kunstuitingen. Dat is geen nieuw, maar een zich steeds herhalend debat. Hoewel nu de beweegredenen voor verandering niet meer vanuit de kunst zelf lijken te komen, maar vanuit externe redenen, zoals commercie en opgelegde doelen over inclusie.

Ik herinner me als student Theaterwetenschappen van zo’n 40 jaar geleden dat studenten en docenten felle debatten voerden over de autonomie van toneelteksten. In hoeverre is een toneeltekst heilig of mag een regisseur of dramaturg schrappen, wijzigen en actualiseren?

Dat is minder een zwart-wit tegenstelling dan het lijkt. Want er bestaat overeenstemming over dat toneelteksten aangepast kunnen worden. Sommige zijn onspeelbaar door de lengte, de taal of de ons vreemde gedachtenwereld. En een buitenlandse toneeltekst is door de vertaling toch al niet meer een zuivere brontekst.

Er bestond toen wel consensus over de voorwaarde dat een aanpassing in het verlengde van de geest van de toneeltekst wordt aangebracht. Hoe breed die marge ook is.

Denk aan de verfilming van Shakespeare’s Richard III dat naar een fascistisch Engeland anno 1930 wordt verplaatst. Dat ligt niet alleen in het directe verlengde van de originele toneeltekst, maar versterkt deze door de thematiek ‘machtsuitoefening’ en ‘corruptie’ te accentueren en zo een hedendaags publiek via een omweg meer begrip over de oorspronkelijk toneeltekst te geven. Dat is de functie van kunst. Juist daar is het bij de tamelijk botte aanpassingen van het werk van Dahl ontspoord. De geest van zijn boeken is erdoor aangetast.

Is het streven naar autonomie op allerlei terreinen de correctie van een doorgeschoten ontwikkeling richting doelmatigheid en rationalisatie waarin alles met elkaar is verknoopt en dat bij nader inzien als naïef kan worden omschreven? Hoe heeft dat zijn weerslag op de kunsten?

Hoe kan kunst terugvechten en autonoom zijn in een complexe wereld vol deelbelangen waarin marketing, politiek en publiciteit de boventoon voeren? Dat zijn actuele gesprekspunten in een nog niet afgerond debat waar velen zich een mening over vormen.

Onbewust wijst Nashville-initiator Piet de Vries erop dat religieuze organisaties geen ruggegraat hebben

Dit citaat is afkomstig van voormalig predikant Piet de Vries uit een bericht van het AD van vandaag over de kritische reacties op de Nashville-verklaring over homoseksualiteit en transgenderisme. De Vries is verbonden aan de faculteit Religie en Theologie van de VU. DDS zet het citaat in een kader en onderstaande reactie is een antwoord op een artikel met dit citaat. De Vries heeft gelijk dat kerken zich moeten laten horen. Zeker als een maatschappij dreigt te ontsporen en gelovigen en niet-gelovigen opkijken naar de kerk als moreel kompas. Maar over welke ontsporing heeft hij het met zijn vergelijking tussen nazi- en genderideologie?

Want wat bedoelt De Vries met ‘genderideologie’? Hoe wordt volgens hem dat aan de christelijke kerken of de leden hiervan opgelegd? Het is begrijpelijk dat De Vries vanuit zijn religieuze overtuiging bepaalde standpunten afwijst. Daarvoor leven we in een pluriforme samenleving die als politieke filosofie het secularisme heeft dat godsdiensten en levensovertuigingen een gelijke plaats geeft, en onder de rechtsstaat die onder meer de grondrechten garandeert op het juridische vlak. Binnen die kaders mogen we met elkaar van mening verschillen dat het een lieve lust is. Daarom is onze veelzijdige en veelkantige samenleving ook zo boeiend. En altijd in beweging. Die zogenaamde genderideologie is dus uitsluitend voor intern gebruik. Als De Vries en zijn medestanders er niks mee willen, dan hoeven ze er niks mee te doen en kunnen ze het afwijzen.

De Vries en zijn medestanders wordt niets door iemand opgedrongen. Hij kan autonoom in eigen kring zijn. Hij wil echter meer, zo lijkt het. Namelijk bepalen hoe de samenleving ingericht is en hoe andersdenkenden zich naar zijn christelijke ideologie moeten voegen. Of in pure vorm of in de verwaterde vorm van het compromis. Die wens is terecht en begrijpelijk, want maatschappelijke organisaties zoals politieke partijen of religieuze organisaties zoals kerkgenootschappen mogen zich laten horen. Die ruimte hebben De Vries en de orthodoxe kerken op dit moment al. Vanwaar dan toch zijn angst om onder de voet te worden gelopen en zijn onrust die leiden tot een vergelijking met nazi-ideologie die feitelijk zegt dat hij geen recht van spreken heeft en hem een dictaat wordt opgelegd dat hij en de orthodoxe christenen vanwege levensgevaar moeten slikken?

Een bredere interpretatie van De Vries’ woorden is dat religieuze organisaties zich in de geschiedenis voortdurend in de luren hebben laten leggen door de wereldlijke overheid. Dat varieert van de vermenging van religie en politiek door de kruisvaarders tot het hedendaags knechten van hele volkeren uit naam van een godsdienst, zoals in Saoedi-Arabië. Religieuze organisaties waren en zijn tot op de dag van vandaag met één vinger te lijmen. Zij staan pas op tegen onrecht als dat het onrecht van de eigen religieuze organisatie is. Dat is de schijnheiligheid van religieuze organisaties die zingeving en ethiek ondergeschikt maken aan machtsvorming. Piet de Vries is duidelijk met zijn krakkemikkige en contra-productieve vergelijking. Het artikel ‘The Subversion of Christianity’ van Alan Cross droeg bij aan mijn meningsvorming over dit onderwerp.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelDoorgedraaide Nashville-initiatiefnemer vindt homohuwelijk vergelijkbaar met het nazisme: ‘En de kerk zwijgt!’’ van Tim Engelbart voor DDS met een citaat van Piet de Vries, 8 januari 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van eigen reactie bij artikelDoorgedraaide Nashville-initiatiefnemer vindt homohuwelijk vergelijkbaar met het nazisme: ‘En de kerk zwijgt!’’, DDS, 8 januari 2019.

Conservatieve christenen laten zich kennen in Nashville-verklaring

Tientallen protestante predikanten, docenten en politici hebben de Nashville-verklaring ondertekend. Een Nederlandse versie van een Amerikaanse verklaring uit 2017. Het gaat over de afwijzing van homoseksualiteit en transgenderisme. Mensen zouden zich volgens deze christenen niet als zodanig mogen identificeren. Het doet stof opwaaien onder medewerkers van de Vrije Universiteit, zoals blijkt uit dit bericht van AT5. Dit nieuwsmedium ziet het als ‘anti-homomanifest’. De verklaring gaat er ook over wie de Bijbelse waarheid in pacht heeft. De conservatieve ondertekenaars van de verklaring of de christenen die ruimdenkender zijn?

Opmerkelijk is de volgende passage die zegt: ‘Deze seculiere geest van onze eeuw brengt een grote uitdaging mee voor de christelijke kerk. Zal de kerk van de Heere Jezus Christus haar Bijbelse overtuiging, duidelijkheid en moed verliezen en opgaan in de tijdgeest?’ Dit is een valse tegenstelling. Leden binnen een Nederlandse kerkelijke organisatie hebben de volledige vrijheid en zeggenschap om in eigen autonomie te leven volgens de beginselen die ze waardevol achten. Door niemand worden ze verplicht om ‘op te gaan in de tijdgeest’.

Deze kleine, geradicaliseerde, conservatieve gemeenschap van christenen stelt de eigen situatie slechter voor dan die in werkelijkheid is. Waarom ze dat doen is de vraag. In eigen kring zijn ze vrij, terwijl de verklaring de suggestie wekt dat dat niet zo is. Hoe dan ook voelen ze zich onder druk gezet door de samenleving en vrezen ze voor hun eigen overtuiging. Door dat in een verklaring te zetten hopen ze mogelijk te voorkomen dat leden afglijden. Maar van de andere kant kunnen deze christen-fundamentalisten niet hun wil opleggen aan een meerderheid van andersdenkenden, onder wie homoseksuelen en transgenders met een andere geloofsovertuiging of levensovertuiging. Want die hebben eveneens autonomie in hun eigen kring.

Het is de vraag voor wie deze verklaring bedoeld is. Het is duidelijk dat de harde kern van orthodox-conservatieve protestanten zich ertoe aangesproken voelt. Maar zij hebben die verklaring niet nodig omdat ze toch al denken volgens hun Bijbelse waarheid die hiermee in lijn is. Dat deze christenen deze verklaring ondertekenen geeft duidelijkheid en laat goed uitkomen wat fundamentalistische religie in de kern betekent.

Dat gaat om insluiten, om niet te zeggen opsluiten van de eigen gelovigen in de eigen kring, en uitsluiten van anderen daarbuiten. Daar is niks merkwaardigs aan omdat dit nu eenmaal het kenmerk van godsdienst is. Die insluiting én uitsluiting zijn zowel de kracht als de zwakte van godsdienst. De Nashville-verklaring heeft de verdienste dat het dit kenmerk van godsdienst benadrukt en voor iedereen duidelijk maakt. Het past andersdenkenden niet om daar neerbuigend of lachwekkend over te doen omdat ze daarmee hetzelfde doen wat de Nashville-verklaring doet. Namelijk het veroordelen van mensen die anders denken en anders zijn.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOnenigheid op Vrije Universiteit om christelijk anti-homomanifest’ op AT5, 6 januari 2019.

Oekraïense Orthodoxe Kerk is definitief los van Moskou en verenigd in eenheidsraad

De Oekraïens Orthodoxe Kerk (Moskou Patriarchaat) ressorteert niet langer onder de Russische Orthodoxe Kerk, maar heeft zich daarvan recent losgemaakt. Eeuwenlang werd deze Oekraïense Kerk gecontroleerd door het Russische Patriarchaat. Russische kerkleiders accepteren de breuk niet en hebben uit protest de banden verbroken met het overkoepelend Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel dat in 2018 de Oekraïense onafhankelijkheid heeft erkend. Op 15 december 2018 hebben drie stromingen van Oekraïense Orthodoxe kerken zich verenigd in een eenheidsraad. Tot primaat is de kandidaat van de kerk met de meeste gelovigen, de Oekraïens Orthodoxe Kerk (Kiev Patriarchaat) gekozen: Epiphanius I, met de titel Metropoliet van Kiev.

Aanleiding voor de breuk is de verwijdering tussen Oekraïne en de Russische Federatie als gevolg van de in 2014 door het Kremlin begonnen en nog steeds voortwoekerende oorlog tussen deze twee landen. In februari 2014 bezetten de Russen de Oekraïense Krim. Volgens de Oekraïense president Petro Porosjenko gaat de onafhankelijkheid van Oekraïne hand in hand met de onafhankelijkheid van de Oekraïense Orthodoxe Kerk.

Deze ontwikkelingen en de reacties erop tonen aan dat religieuze instellingen zoals kerken een politieke machtscomponent hebben die de innerlijke werking van een geloof te boven én te buiten gaat. Tevens laat dit zien dat het binnen- en buitenlandse programma van Russificering van president Putin niet werkt omdat de ‘Russische Wereld’ krimpt, zoals Paul Goble in een commentaar op een rijtje zet. Niet in Oekraïne, Armenië of Finland, maar evenmin in Tatarstan waar evenals in andere republieken die deel uitmaken van de Russische Federatie een verlangen naar autonomie en de-Russificering bestaat (zoals Dagestan, Tsjetsjenië, Circassië, Tuva, Karelië). Dat heeft te maken met het afnemend economisch, politiek en cultureel belang van de Russische Federatie dat immens divers is. De Oekraïense kerkscheuring en binnenlandse unificatie is een krachtig teken van de afnemende Russische macht, maar zeker niet de enige actuele ontwikkeling ervan.

Mak en Maatman nemen tegenovergestelde standpunten in over de functie van kunst. Tussen grote geschiedenis en hobby in

In een opinie-artikel voor de Theaterkrant probeert theaterwetenschapper Bregje Maatman te relativeren. Ze komt met zinvolle beweringen, maar de vraag is of ze daarmee niet te ver gaat. Aanleiding is de uitspraak van schrijver Geert Mak over zijn vriend theatermaker Johan Simons die de Otto von der Gablentz Prijs van het Duitsland Instituut heeft gewonnen. In zijn lofrede maakt Mak een vergelijking met de Joods-Oostenrijkse schrijver Joseph Roth (1894-1939) en ziet een vraag die ‘iedere kunstenaar permanent hoort te beheersen’, namelijk ‘De vraag: hoe geef ik vorm aan de onderstromen van onze tijd, van onze cultuur, van ons Europa.’

Het is zoals Maatman stelt onterecht van Mak om kunst zo’n grote maatschappelijk-politieke rol toe te delen. En zo lijkt me, het getuigt ook van wensdenken en onnozelheid van Mak tegen beter weten in. Die rol neemt tegenwoordig zelfs de partijpolitiek niet meer in. In een samenleving waar de democratie steeds maar als een excuus en dekmantel functioneert. Niet als een onaantastbaar basisprincipe. Steeds meer macht wordt achter de schermen verdeeld in bestuurskamers van multinationals of financiële instellingen, in vergaderkamers van supranationale organisaties of in informele overleggen tussen landen. Daar komt de burger nog nauwelijks aan te pas. En evenmin de kunst of de kunstenaar. Het valt niet in te zien hoe in Europa kunst belangrijker is dan partijpolitiek. Mak schuwt het grote gebaar niet, maar verliest daarmee zoals vaker de zorgvuldigheid uit het oog. Mak redeneert vanuit een werkelijkheid die niet meer bestaat. Of wellicht zelfs nooit bestaan heeft.

Is kunst daarmee een hobby, zoals Maatman prikkelend zegt? Maatman: ‘Laten we toegeven dat kunst, net als bijna alles in het leven, een hobby is.’ Nee, dat is weer te minimalistisch. De functie van kunst moet worden gesitueerd tussen het wensdenkend maximalisme van Mak en het ironisch minimalisme van Maatman in. Kunst heeft wel degelijk maatschappelijke relevantie. Maar een andere dan Mak en Maatman stellen.

Kunst is een vaag focuspunt, een grove filter van een veelgelaagde en diffuse esthetische uiting die buiten de opzet van de maker in zichzelf kan overstijgen. Doordat het anderen aanspreekt, motiveert en verbindt. Kunst trotseert eeuwen en kan daarom per definitie niet nauw gedefinieerd zijn. Erin kunnen functies gecombineerd worden die de autonomie van kunst overschaduwen. De makke van Mak is dat hij de niet-esthetische functies isoleert en de onmatigheid van Maatman is dat zij -waarschijnlijk uit weerbarstigheid en omwille van de aanscherping van het debat- die functie ontkent. Kunst is (een) kleine beweging. Kunst scherpt aan, kunst toont door verdichting een echter gezicht van de werkelijkheid dan de werkelijkheid zelf en kunst spiegelt. Dat is geen romantisch beeld zoals Maatman zegt, maar een functie die kunst nu eenmaal in zich draagt. Maar kunst is evenmin de parodie van Mak. Hij maakt de kunstenaar tot een missionaris met verplichte vragen ‘die iedere kunstenaar permanent hoort te beheersen’ en de kunst tot filiaal van de grote geschiedenis.

De waarde van kunst is dat het zich grotendeels ontworsteld heeft aan de macht en weerstand biedt aan onderwerping. Het heeft voor de kunstenaars die de kunst instromen een vrijplaats bevochten. Enigszins vergelijkbaar met religie die een vergelijkbare maatschappelijke rol gegund wordt. Kunstenaars staan niet zozeer op de schouders van een inhoudelijke traditie zoals in de Renaissance over de Grieken werd gezegd, maar op de schouders van een toevallige bundeling van omstandigheden die lang geleden genoeg opgestart is om nu stand te kunnen houden. In rituelen. Dat tekent tevens de paradox van kunst. Kunst moet ver genoeg van politieke en maatschappelijke krachten blijven om er vrij en onbevreesd op te kunnen spiegelen, maar moet ook weer niet te veel afstand nemen om ‘voor eigen bestwil’ in een reservaat te eindigen. Mak en Maatman maken in combinatie door hun stellingname duidelijk dat de waarheid over kunst in het midden ligt.

Een FB-posting van Wijbrand Schaap was aanleiding voor dit commentaar. Hij wordt bedankt.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelBregje Maatman: ‘Laten we toegeven dat kunst een hobby is’’ van Bregje Maatman voor Theaterkrant, 23 juli 2017. Zonder toelichting  is de titel op 23 juli inmiddels veranderd in ‘Bregje Maatman: ‘Kunst heeft niet per se iets te melden’.

Putin zou EU gedreigd hebben Europese hoofdsteden in te nemen

UKRAINE-CRISIS/PUTIN

Opvallend aan een bericht in de Süddeutsche Zeitung over nieuwe bedreigingen van de Russische president Vladimir Putin is dat ze deels waar zijn en deels uit het hoofd van een waanzinnige lijken te komen die alle realiteitszin kwijt is en anderen eenzijdig zijn wil wenst op te leggen. En daarmee de Europese vrede bedreigt.

Putin zou zijn Oekraïense ambtgenoot Petro Porosjenko afgelopen vrijdag gedreigd hebben dat als hij wil het Russische leger snel Oost-Europese hoofdsteden kan bezetten. Putin zou Porosjenko in een gesprek gezegd hebben: ‘Wenn ich wollte, könnten russische Truppen in zwei Tagen nicht nur in Kiew, sondern auch in Riga, Vilnius, Tallinn, Warschau oder Bukarest sein.’ Porosjenko heeft dat aan de EU gerapporteerd. Putins dreiging past in een patroon. Begin september dreigde hij EU-commissievoorzitter José Barroso dat als hij wilde Rusland binnen twee weken Kiev zou bezetten. Opvallend is dat Putin de troepen van de Russische Federatie steeds sneller laat opereren. Wat begin september nog twee weken was, is een halve maand later twee dagen. Als dat zo doorgaat kunnen straks de Russen in twee uur in genoemde hoofdsteden zijn. Of in twee minuten.

Of Putins waarheid kwalijker is dan zijn waanzin is de vraag. Hij zou gezegd hebben door bilaterale contacten zoveel invloed in de Europese Raad van regeringsleiders te hebben dat hij een meerderheid die negatieve besluiten over de Russische Federatie neemt te kunnen blokkeren (‘Er könne durch bilaterale Kontakte Einfluss nehmen und eine “Sperrminorität” im Europäischen Rat bewirken, die für Russland negative Entscheidungen verhindere, soll Putin demnach gesagt haben.’). Deze grootspraak klinkt aannemelijk. Landen als Hongarije, Slowakije, Bulgarije, Tsjechië en Cyprus staan onder sterke invloed van het Kremlin en ze ondermijnen een krachtdadig optreden en de eensgezindheid van de EU. Putin wijst op het failliet van de buitenlandse politiek van de EU dat geen antwoord weet op het dreigen van een waanzinnige die daarnaast de waarheid spreekt.

Foto: President Vladimir Putin.

Oekraïne kiest voor EU. Rusland begrijpt het niet

De VS waarschuwen Mexico, Duitsland waarschuwt Nederland, Frankrijk waarschuwt Monaco, Zuid-Afrika waarschuwt Namibië, China waarschuwt Vietnam, de Russische Federatie waarschuwt Oekraïne. Hoe moet dat waarschuwen van een klein buurland opgevat worden? Is het mededelen of gelasten, informeren of bestraffen?

De twee parlementsleden uit de Duma spreken elkaar tegen. De eerste meent dat Oekraïne zichzelf door aansluiting bij de EU in de vingers snijdt. Maar de tweede zegt dat zowel Oekraïne en de Russische Federatie op dit moment niet kunnen concurreren tegen de goedkopere en kwalitatief betere producten uit de EU.

Door de weg naar de EU in te slaan, zoekt Oekraïne de overstap naar onafhankelijkheid. Dat valt voor het grotere buurland slecht te verteren. Maar onthutsing, afscheid en onbegrip horen bij opgroeien. Het op eigen benen staan en volwassen worden van de kleine broer is wennen. Maar de logische gang van zaken. Landen zijn in hun reacties soms net mensen. Kinderachtig en ik-zuchtig.

Schotse onafhankelijkheidsstreven toont dat Oekraïne kansen mist

De president van Catalonië Artur Mas zou in een referendum voor Schotse onafhankelijkheid ‘ja’ stemmen. Hij legt uit dat Catalonië een referendum door de Spaanse regering onthouden wordt. Mas meent dat als een meerderheid van de Schotten ‘ja’ stemt dat door de EU zal worden erkend en Schotland door onderhandelingen een plek in de EU krijgt. Juist vanwege de zorgvuldige procedure en voorbereiding.

Op een ander front meent de Oekraïense zender Ukraine Today dat gebruikers van sociale media die het Kremlin steunen in het streven naar onafhankelijkheid van de Schotten parallellen ziet met het streven naar onafhankelijkheid in Oekraïne. Maar eerder is het omgekeerde waar. Het Schotse referendum is volgens alle partijen wettelijk, goed georganiseerd, tijdig gepland (al in 2012), heeft maatschappelijke steun en is door overleg tussen vertegenwoordigers van het Schotse en het Britse parlement tot stand gekomen.

Niet door geweld, maar met overleg is het Schotse referendum tot stand gekomen. Dat is de enige juiste manier om te beslissen over onafhankelijkheid. Wellicht was dat begin 2014 in Oekraïne onmogelijk omdat evenals in Spanje de centrale macht uit angst zo’n referendum niet toe wilde staan. Maar het opdelen van een staat is ook niet niks en vraagt tijd en geduld. Bij een boedelscheiding wat de afscheiding van een regio is dienen complexe belangen uit elkaar geknoopt te worden. Dat vraagt rust, overleg en bezinning.

Degenen in Oekraïne die naar onafhankelijkheid streven, zoals op de Krim of de Donbass hadden hun oprechtheid getoond als ze evenals de Schotten of de Catalanen niet hun toevlucht tot haastige manipulatie van referenda of geweld hadden genomen. Ook nog eens met inroepen van hulp uit andere landen. Het onafhankelijksheidsstreven van de staat Azawad in Noord-Mali maakt duidelijk dat het omvormen van een stateloze staat tot een staat een traag proces is dat niet overhaast moet worden. Juist om de culturele bedding van onderop vorm te geven en volken tijd te geven om te wennen aan een idee van verzoening.

Jonas Staal en Moussa Ag Assarid over Azawad. De stateloze staat

The%20Revolution%20is%20Without%20Frontiers_re-size[e-flux]

Gisterenavond bezocht ik een debatavond op de ‘ambassade’ van Azawad in Utrecht. In kunstcentrum BAK. Een ambassade als onderdeel van een onderzoeksproject met de staat als culturele uiting en uitdrukking van het volk. Voordat het een concrete bureaucratische en zelfs militaire constructie wordt. Beeldend kunstenaar Jonas Staal zocht binnen zijn langlopend project over stateloze staten New World Summit samenwerking met de nu in Frankrijk wonende schrijver en vertegenwoordiger van het seculiere MNLA (Nationale Beweging ter Bevrijding van Azawad) Moussa Ag Assarid. Staal bezocht de regio in mei 2014 en deed er in NRC verslag van.

Azawad is het noordelijke deel van Mali dat in 2012 na een opstand door de MNLA tot staat werd uitgeroepen. Nog door geen enkel land erkend, hoewel er contacten zijn met de Franse missie en de VN-blauwhelmen in Mali. Vergemakkelijkt omdat MNLA en Fransen zich beide afzetten tegen de moslimterroristen van de lokale Al Qaida. Geleid door de Toeareg streeft de beweging voor de multi-etnische bevolkingsgroepen (ook: Songhai, Fula en Arabieren) geweldloos naar zelfbeschikking. Een referendum moet uitwijzen hoe reëel de steun voor onafhankelijkheid is. Omdat er  bodemschatten in de grond zitten kan Azawad economisch levensvatbaar zijn.

Moussa Ag Assarid kreeg kritische vragen over de representativiteit van de MNLA die hij in welluidend en goed navolgbaar Frans -vertaald in het Engels- beantwoordde. Nicolaas Vrijboer schetste op 25 juni 2014 min of meer gelijkluidende bezwaren in een stuk voor de Max van der Stoel Stichting. Ag Assarid weersprak dat de MNLA samenwerkte met moslimterroristen. Hij verklaarde de beeldvorming op drie manieren: 1) Strijders van de MNLA en de terroristen bevonden zich soms in hetzelfde gebied zonder militair samen te werken; 2) Een minderheid van de MNLA ziet militair optreden als hoofddoel; 3) De Malinese regering heeft er belang bij de MNLA in een kwaad daglicht te stellen. Op dit moment vinden er in Algiers onderhandelingen plaats tussen de diverse bevrijdingsbewegingen (ook: HCUA en MAA) en de Malinese regering. Een langlopend proces.

Volgens een toelichting van Staal bestaat de stateloze ‘in de vorm van taal, poëzie, muziek en literatuur, en door symbolen en beelden. Het is kunst die de geschiedenis van van een volk draagt, en daarmee de belofte van een nieuwe wereld.’ Debatdeelnemer en oorlogsjournalist Arnold Karskens gaf het MNLA het advies mee die symboliek te benadrukken en contact met de media te zoeken om juist dat over te brengen. Het debat eindigde met een humanistisch betoog van Ag Assarid dat volkeren zich met elkaar moeten verbinden zonder zich te laten beperken door staatsbelang dat vaak dat volksbelang in de weg zit. Jonas Staal sprak even vlammend en weersprak daarmee terloops het idee dat kunst en kunstenaars maatschappelijk niet relevant kunnen zijn. Of zich in de kunstpraktijk weg moeten laten stoppen en temmen in het vakje ‘politieke kunst’.

Wat te denken van het streven naar een autonome staat Azawad? Juist in de week dat het Britse establishment alles op alles zet om te verhinderen dat het Schotse volk voor autonomie kiest. Deze gebeurtenis is ook van invloed op Azawad en andere stateloze staten die zowel een vorm als legitimatie voor hun aspiraties zoeken. Ze leggen dat uit als het corrigeren van fouten die tijdens de periode van het kolonialisme zijn gemaakt. Hoe grijpen ze hun kans? Sympathiek in het streven van de MNLA is dat uitgaat van culturele uitingen van het volk en militair optreden niet voorop zet. Maar zelfbeschikkingsrecht van volkeren opent een doos van Pandora die tot verzwakking en fragmentatie van bestaande staten kan leiden. Zoals de Russische Federatie waar talloze etnische niet-Russische volkeren naar federalisering of autonomie streven. Het voorbeeld Azawad toont aan dat staatsvorming niet altijd zo vanzelfsprekend is als het lijkt en er ruimte voor correcties wordt gezocht.

Mali_EN_azawad_rev2

Foto 1: Moussa Ag Assarid, ‘The Revolution is Without Frontiers’, met vlag van Azawad.

Foto 2: Azawad, zoals geclaimd door de MNLA.

Opmerking: De reader ‘The Art of Creating a State’ geeft meer bijzonderheden over het project van Jonas Staal. 

De betrokken moslima en de levensbeschouwelijke denker

Update 10 mei 2014: De video is door de gebruikster verwijderd. De tekst blijft. Een cultureel misverstand? 

Je weet maar nooit, soms luistert er iemand. Hoewel ik vanuit een ander wereldbeeld met New Miss Shiekh weinig gemeenschappelijk heb voel ik met haar mee. En heb sympathie voor haar kijk op de wereld. En haar moed. Ik deel haar zorgen en haar verstandige blik op de wereld. In een religieuze omgeving biedt ze weerstand tegen het misbruiken en banaliseren van religie. Die ze te waardevol vindt om er een middel tot iets anders van te maken. Emoties moeten volgens anderen het ding doen, maar dekken het nooit volledig. De betrokken moslima die voor de kern van haar religie gaat en de levensbeschouwelijke denker die zich geen keuze af willen laten dwingen die anderen hem opleggen ontmoeten elkaar in oprechtheid. Zo lijkt het.