Kohnstamm (CBP) kritisch op toezicht inlichtingendiensten

Obama Mad Spy_1

Brenno de Winter geeft CBP-voorzitter Jacob Kohnstamm op nu.nl in twee stukken ruimte om zich kritisch uit te laten over de NSA en aantasting van de privacy. In ‘Nederland kan NSA niet alleen te lijf‘ wordt uitgelegd dat Kohnstamm zich ermee bemoeit: ‘Hoewel de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in eerste instantie niet tot zijn werkterrein horen, vindt hij dat dat in het geval van de NSA-kwestie wel zou moeten‘. Omdat het CBP de waakhond is voor de bescherming van persoonsgegevens is dit een logische uitbreiding van het werkterrein: ‘De privacy van burgers is wel degelijk in het geding is. Wij hebben ons er daarom mee te bemoeien.’

Maar deze bemoeienis kan ook opgevat worden als kritiek op anderen die zich niet sterk maken voor het belang van de burger. Dat betreft de toezichthouder op de inlichtingendiensten CTIVD en de bewindslieden op de ministeries van Justitie en Binnenlandse zaken die te weinig afstand nemen van de spionagepraktijken.

Kohnstamm spreekt zich vanuit zijn rol als toezichthouder uit zoals geen enkele Nederlandse overheidsdienst, toezichthouder of kabinetslid tot nu toe deed. Premier Rutte zwijgt, minister Plasterk beweegt zich met vallen en opstaan door het dossier en spreekt zich voortdurend tegen, en minister Opstelten vraagt om vertrouwen, maar zet steevast Veiligheid boven Justitie. Kohnstamms kritiek is nodig. Een half jaar na het begin van de onthullingen van Snowden is het onderhand de hoogste tijd dat de uitvoerende macht enig teken van urgentie afgeeft. Dat ontbreekt tot nu toe. Er dient iets of iemand te zijn om het ongenoegen dat in de samenleving leeft over de massale spionage door geheime diensten te kanaliseren en om te buigen tot opbouwende kritiek.

D66’er Kohnstamm kijkt als voorzitter van de zogenaamde Artikel29-werkgroep die de verzamelde Europese privacytoezichthouders bundelt verder dan Nederland. Hij pleit voor Europese eenheid om de VS het hoofd te bieden en onderstreept dat in het interview met Brenno de Winter: ‘De overheersing van het Amerikaanse bedrijfsleven is zo groot dat privacywetgeving in heel Europa nodig is om daar zoveel mogelijk een beperking in aan te brengen.’ Kohnstamm geeft fijnzinnig aan waarom de spionage ontspoord is en niet doelmatig meer kan zijn: ‘Het grote probleem van veiligheidsdiensten is dat er zo ontzettend weinig terroristen zijn en dat je dus relatief gesproken meer informatie moet verzamelen dan je lief is.‘ Kritiek over de sector zelf is welkom.

In een ander stuk CBP kritisch over oprekken rechten inlichtingendiensten laakt Kohnstamm de commissie-Dessens die naar zijn idee te weinig afstand neemt tot de inlichtingendiensten: ‘Je moet een grote afstand houden tot degene op wie je toezicht houdt. In het rapport lijkt dit teveel bijeen te komen.’ Kohnstamm vindt het een goed principe dat nut en noodzaak van spionage moeten worden aangetoond. Maar in praktijk wordt dat soms vergeten. Naar zijn idee krijgt het rapport dat lek niet boven water: Mijn grote kritiek op het rapport is nu: gaat het om ongerichte kabelgebonden interceptie of gaat het om met zoektermen persoonlijke gegevens onderscheppen? Daar word ik niet wijzer van uit het rapport.‘ Word vervolgd, hopelijk met debat. 

Foto: Mad, War on Privacy, oktober 2013.

Oproep aan media: volg de spionnen zoals zij de burgers volgen

ms

Willkommen auf meiner Website! Nachdem ich schon alles über Sie weiss, dürfen Sie jetzt auch mal etwas über mich erfahren. Denn nur ein transparenter Geheimdienstchef ist ein moderner Geheimdienstchef. Und wer nichts zu befürchten hat, hat auch nichts zu verbergen.‘ Aldus Markus Seiler. Burgers die niks te vrezen hebben, hebben niks te verbergen. Dat prenten overheden ons in. Dat geldt dus ook voor overheidsdienaren.

Wat kunnen media doen als inlichtingen- en veiligheidsdiensten steeds weer duiken voor controle, voldoende parlementair toezicht ontbreekt en de verantwoordelijke ambtenaren die er leiding aan geven in het openbaar geen verantwoording af willen of mogen leggen? In Zwitserland heeft Die Wochenzeitung een antwoord gevonden. Het volgde ‘Geheimdienstchef‘ Markus Seiler zoals geheime diensten willeurige burgers volgen. Ofwel, media kunnen inlichtingendiensten een koekje van eigen deeg geven door de leiders ervan te volgen. Die Wochenzeitung heeft het samengevat in een aparte website: markusseiler.ch. Eerder ludiek en signalerend met voorzichtig een teen in het water dan werkelijk indringend in de levenssfeer. Maar het is een begin.

Dit opent perspectief voor kritische Nederlandse media die het wegduiken van de Nederlandse geheime diensten en de ontwijkende antwoorden van ministers over de massale spionage van burgers goed beu zijn. Ze kunnen de directeur van de AIVD Rob Bertholee volgen zoals deze burgers volgt en dat weergeven in de website robbertholee.nl. En het woonhuis, woonomgeving, vrienden en vijanden, hobby’s, kerk of sportclub en werkplaats van directeur Pieter Bindt van de MIVD openbaren op de website pieterbindt.nl. Of zijn de Nederlandse media te netjes, te schijterig en te onderhorig omdat het formeel niet bij hun ethische code past?

Burgers worden massaal bespioneerd door binnenlandse of buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten, maar burgers en media achten zich te fatsoenlijk om ministers of directeuren van geheime diensten met gelijke munt te betalen. Zo resteert een a-synchrone strijd. Misschien moeten Nederlandse media toch nog maar eens achter hun oren krabben en bedenken waarom zwaardere middelen niet geoorloofd zouden zijn in de strijd tegen de massale spionage door overheden. Een agendapunt voor de komende redactievergadering. 

Foto: Schermafbeelding van de door Die Wochenzeitung opgezette website markusseiler.ch die de baas van de Zwitserse geheime dienst volgt. Information in English on TheLocalSwitzerlandMagazine spies on Switzerland’s top spy.

NSA verzamelt dagelijks 5 miljard gegevens over mobiele telefoons

Barton Gellman en Ashkan Soltani van de Washington Post leggen aan de hand van gesprekken met medewerkers van Amerikaanse inlichtingendiensten en documenten van Edward Snowden uit hoe de NSA per dag 5 miljard gegevens over mobiele telefoons opslaat. Het maakt de NSA mogelijk om de bewegingen van individuen te volgen inclusief hun relatie met anderen. Die gegevens worden in een gigantische database opgeslagen. Het aftappen gebeurt door in te breken in kabels die het wereldwijde netwerk van mobiele telefoons verbinden. Het is niet bewust gericht op Amerikaanse locaties, maar vangt deze wel ‘incidenteel’ op. De gegevens van de tien miljoenen Amerikanen die in het buitenland reizen worden wel opgeslagen.

Zoals immer is er een merkwaardige ongelijkheid tussen het aftappen van gegeven van Amerikanen en niet-Amerikanen. In de VS zegt een toezichthouder dat het wettelijk toegestaan is omdat het niet bewust gericht is op Amerikanen: ‘there is no element of the intelligence community that under any authority is intentionally collecting bulk cellphone location information about cellphones in the United States‘. Onder het Vierde Amendement zijn Amerikaanse burgers beschermd tegen onredelijke huiszoekingen en inbeslagnames. Dit maakt niet-Amerikanen vogelvrij. Volgens de Washington Post geeft de NSA toe dat het verzamelen van deze miljarden gegevens per dag niets met de nationale veiligheid te maken heeft. Maar het programma CO-TRAVELER maakt het mogelijk om in de database relaties bloot te leggen van mensen die elkaar kruisen.

Gellman en Soltani concluderen dat in schaal, omvang en aantasting van de privacy dit programma onovertroffen is vergeleken met andere surveillanceprogramma’s die sinds juni zijn beschreven. Vanwege het verzamelen van locatiegegevens en de analyse ervan. Analisten kunnen overal ter wereld mobiele telefoons vinden, hun bewegingen volgen en verborgen relaties tussen de gebruikers van de mobieltjes blootleggen.

wp

Foto: Het programma CO-TRAVELER dat gegevens analyseert uit de bulkverzameling aan gegevens van mobiele telefoons. Vormgeving: de Washington Post.

Maak aftappen duur: vraag Plasterk en Hennis om je gegevens

plast

Waarom wordt er zo veel getapt in Nederland? Onder andere omdat afluisteren makkelijker en goedkoper is dan écht politiewerk. De providers moeten het grootste deel van de kosten van het afluisteren zelf dragen en berekenen dat gewoon aan ons door. Afluisteren is voor de overheid zo goedkoop omdat wij zelf de kosten van onze bewakers dragen.‘ Aldus Dirk Poot die de spijker op de kop slaat. Rechercheren kost geld, spioneren nauwelijks. De vlucht van de inlichtingendiensten in techniek is mogelijk omdat het nieuwe mogelijkheden biedt, maar vooral omdat het bezuinigingen oplevert. Waarbij trouwens de VS nog eenduidiger inzetten op techniek dan Nederland dat met de geheime diensten naar verluidt wel eens klusjes voor de Amerikanen verricht omdat het de yankees ontbreekt aan talenkennis of culturele kennis van te bespioneren gebieden.

Beredeneerd vanuit de inlichtingsdiensten is aftappen een ideale wereld zonder nadelen. Het kost geen fluit, het suggereert een idee van hoogste ontwikkeling, de gleufhoeden kunnen in hun kantoren het werk doen en doelmatig ingezet worden, ze krijgen in real time een beeld van wat er leeft in de samenleving, ze kunnen naar eigen goeddunken iedereen bespioneren die ze willen bespioneren en de kans om betrapt te worden is nihil evenals het overheidstoezicht omdat de waakhond CTIVD achterloopt in het begrip van de techniek.

Elke minister die de inlichtingendiensten aanstuurt loopt tegen deze voorwaarden aan en kan zich niet meer onttrekken aan de massale inzet van techniek omdat het zo simpel en goedkoop is. Dit dilemma valt op te vatten als de wet van de stimulerende beperking van de  burgerrechten. Want de keerzijde van de inzet van techniek met als doel om persoonsgegevens van burgers af te tappen is de veronachtzaming van rechten. Overheidsdiensten die aftappen en met elkaar deel uitmaken van de veiligheidsindustrie vatten burgerrechten niet op als voorwaarde voor hun handelen. Maar als belemmering die in het proces geïntegreerd en omzeild wordt omdat burgerrechten het functioneren van de techniek in de weg staan en er niet essentieel voor zijn.

De oplossing voor de wet van de stimulerende beperking van de burgerrechten ligt in de bedrijfsvoering van inlichtingendiensten. Als een minister niet intuïtief aanvoelt dat burgerrechten het leidende principe dienen te zijn voor het functioneren van een overheidsdienst moet dit via een omweg blijken. Burgers kunnen daar actief in zijn. Ze kunnen zorgen dat de voordelen van de techniek in een nadeel verkeren. Alleen via de omweg van het geld kunnen de burgerrechten uit handen van ministers en overheidsdiensten teruggepakt worden.

Dirk Poot geeft een aanzet: ‘Zet Tapsterk en Hennis aan het werk!‘ Opzet is om het aftappen te compliceren en duur te maken. Bijvangst is dat het proces transparanter wordt, maar daarvan moet niet te veel verwacht worden. Poot zegt: ‘Jij kunt vandaag iets doen om het afluisteren een stuk duurder én transparanter te maken, door met behulp van twee brieven jouw data op te vragen bij de AIVD en de MIVD.‘ De voorbeeldbrief aan minister Plasterk staat hierboven. De voorbeeldbrief aan minister Hennis van Defensie staat hier. Schrijf ze. 

Foto: Schermafbeelding van Voorbeeldbrief aan minister Plasterk om persoonsgegevens op te vragen bij de AIVD.

Bits of Freedom: maatregelen tegen spionage. Bespied ons niet

bof2

Digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom overhandigde vandaag minister Ronald Plasterk ‘een pakket met concrete maatregelen die genomen moeten worden‘. Dit naar aanleiding van de recente onthullingen over de spionagepraktijken van inlichtingendiensten. Directeur Hans de Zwart: ‘Dit is hét moment voor de regering om strenge maatregelen te nemen om deze spionagepraktijken te stoppen.‘ Op bespied-ons-niet.nl noemt Bits of Freedom een lijst maatregelen die de regering moet nemen om een vuist te maken tegen deze spionage. Het gaan om een mix van maatregelen. De geheime diensten in Nederland moeten aan banden worden gelegd. De regering moet onderzoeken wat de schaal van de spionage is. Doelwitten van economische spionage moeten worden onderzocht. De regering moet het gebruik van beveilingstechnologie bevorderen. In Europa moet Nederland eisen dat onderhandelingen met de VS worden gestopt.

Interessant is de twijfel aan de onafhankelijkheid van internetbeveiligingsbedrijf Fox-IT: ‘Fox-IT is de leverancier van informatiebeveiliging van veel grote bedrijven in Nederland, de overheid én onze geheime diensten. Kunnen we sinds de hacks van de NSA er nog wel zeker van zijn dat hun systemen of mensen niet zijn gecompromitteerd?‘ Ook opvallend is de oproep om de zeekabels te onderzoeken: ‘De regering moet onderzoeken of de NSA of GCHQ de zeekabels aftapt die in Nederland uitkomen. Er komen zes internationale zeekabels met internetverkeer in Nederland uit. Ook hiervan moeten de resultaten worden gepubliceerd.

bof

Foto’s: Schermafbeeldingen van ‘Bespied ons niet‘ van Bits of Freedom, 4 december 2013.

Hoe Lavabit de Amerikaanse overheid weerstaat en moet sluiten

Lavabit is een dienst die het versturen van versleutelde e-mails mogelijk maakt. Maar onder druk van de Amerikaanse overheid heeft het haar operaties opgeschort. Het moest de zogenaamde SSL-certificaat sleutels aan de FBI geven. Dat weigerde oprichter Ladar Levinson. Alles draait om klokkenluider Edward Snowden die klant van Lavabit was. De NSA kon z’n versleutelde e-mails niet kraken en klopte daarom aan Lavabits deur.

Het is Levinson op straffe van gevangenisstraf of een fikse boete verboden om in de openbaarheid precies te vertellen waartoe de Amerikaanse overheid hem wilde dwingen. Ook mag-ie niet bevestigen dat het de FBI om Snowden te doen was. Zodat-ie ook geen contact mag leggen met parlementsleden om z’n zaak te bepleiten.

De kwestie roept de vraag op wat voor rechtsstaat de VS is waar een verdachte zonder beroepsmogelijkheid het recht onthouden wordt zich te verdedigen. Uit wat Levinson wel in de openbaarheid mag zeggen kan opgemaakt worden dat andere Amerikaanse internetbedrijven toegeven aan druk van de overheid en met de geheime diensten samenwerken. Ook zij mogen dat niet naar buiten brengen. Dat roept weer zorgen op over aantasting van de privacy en de betrouwbaarheid van internet. De kwestie-Lavabit tast de geloofwaardigheid van de regering-Obama nog verder aan dan deze sinds de onthullingen van Edward Snowden al is.

Amsterdam als vrijplaats tegen absolutisme en censuur? Nog steeds?

cole

De Amerikaanse historicus Juan Cole kijkt naar de geschiedenis en ziet vrijplaatsen als Genève of Amsterdam die zich aan de druk van de absolutistische 18de eeuwse vorsten onttrokken. Daar konden in vrijheid boeken verschijnen. Cole constateert dat het Amerika van president Obama door censuur is afgedaald tot het niveau van de absolutistische vorsten. Hij komt mede naar aanleiding van de verklaring van Lavar Levinson tot die slotsom. Deze maakte afgelopen week bekend zijn bedrijf Lavabit te sluiten omdat-ie persoonsgegevens van zijn klanten niet aan de geheime dienst wil overhandigen. Waartoe de Amerikaanse overheid hem verplicht.

Cole trekt de parallel van Voltaire die midden 18de eeuw voor de Franse koning vluchtte en in onder andere Engeland en Nederland terechtkwam en internetgebruikers die nu een buitenlandse provider moeten zoeken om onder de druk van de Amerikaanse overheid uit te komen. Juan Cole doelt niet alleen op de massale spionageprogramma van de geheime diensten, maar ook op de censuur door de Amerikaanse overheid: ‘Government employees have been forbidden to read the Wikileaks diplomatic cables. As a result, web sites that republish or discuss them, such as Tomdispatch.com, have been blocked on government servers.’

De gelijkenis gaat verder. Klokkenluider Edward Snowden is gedwongen asiel in Rusland aan te vragen omdat-ie in zijn geboorteland geen zicht op een eerlijk proces heeft. Critici die vanwege het algemeen belang het publieke debat aan willen zwengelen worden door het establishment buiten de orde geplaatst. Met de bedoeling ze tot zwijgen te brengen. Cole concludeert dat de VS nu terug is bij het absolutisme van de 18de eeuw. Het alternatief voor Amerikanen om vervolging en arrestatie te ontlopen is het vrije Amsterdam: ‘Next we’ll have to publish our books and blogs anonymously in Amsterdam for fear of arbitrary arrest.’

Wat bedoelt Cole met zijn Amsterdam? Is dat het symbool van een onafhankelijk, zelfverzekerd en machtig Nederland zoals dat ooit bestond en nu een historisch voorbeeld is geworden? Of ziet-ie werkelijk in het 21ste eeuwse Amsterdam een vrijplaats voor de meningsuiting dat het ooit was? Maar weet Cole dan niet dat de huidige macht van de VS tot in allerlei verre regeringskamers reikt? Weet-ie dat het Nederlandse kabinet zich nog steeds niet uitgesproken heeft over de massale spionage en de rol van de NSA in Nederland? Moet ‘de republiek‘ Amsterdam zich vrijmaken van Den Haag om precies in dat te voorzien waarvoor Cole vreest? Zijn historische vergelijking over Amsterdam zorgt voor een Amerikaan voor reliëf en blijft daarom bijzaak, maar is voor een Nederlander bittere hoofdzaak. Hoe dan ook zet zijn historische schets aan tot nadenken.

f4.highres

Foto 1: Schermafbeelding van begin artikel Where is our Amsterdam? Lavabits, Snowden & Wikileaks Censorship recall age of Absolutism van Juan Cole, 9 augustus 2013.

Foto 2: Titelblad van Anti-Machiavel door Voltaire uitgegeven in Amsterdam, 1741.