Radicale boeren zijn met hun anti-overheidsdenken tot ultrarechtse complotdenkers geworden

Nederland kent een archipel van rechts-radicale en -extremistische groeperingen. Ze zijn verdeeld en relatief zwak en vormen daarom volgens de inschatting van de overheid geen groot gevaar voor de veiligheid, zoals onlangs bleek uit het antwoord op kamervragen van Sjoerd Sjoerdsma (D66). Maar de kans dat ze naar geweld grijpen wordt niet uitgesloten. Het loopt van complotdenkers over het 5G-netwerk, het RIVM, vaccinatie, het stikstofdossier en het coronavirus, tot anti-semitisten, anti-LHBTQ, anti-vrouw, anti-overheid, anti-Black Lives Matter en racisten. Sinds 2019 kan men aan dit ultrarechtse gedachtegoed de geradicaliseerde boeren van Farmers Defence Force toevoegen. Die door de agro-industrie zijn gesponsord en op de been geholpen. Uit een vandaag gepubliceerd Brits rapport van de Commissie voor de bestrijding van extremisme (CCE) blijkt dat extremisten de pandemie benutten om hun haat te verspreiden. In Nederland zal het niet veel anders zijn.

Veelzeggend is een bericht op de rechts-radicale site DDS over ene Femke Marije-Wiersma die werkt voor de Nederlandse Melkveehoudersvakbond en reageert op GL-leider Jesse Klaver. Zowel zij als de auteur van het stukje gooien alle remmen los en gaan elke nuance uit de weg. Dat is opmerkelijk voor wie dat rechtse idioom niet kent. Het past in het patroon van de complotdenkers, malcontenten en achtergestelden die het als hun opdracht zien om tegen de gebezigde orde te schoppen en chaos en onrust te creëeren. Bij gebrek aan argumenten doen ze dat niet op een zakelijke, maar op een persoonlijke manier. Het klopt met de observatie van de overheid en de AIVD. Namelijk dat ultrarechts in Nederland gefragmenteerd en marginaal is, maar ook op sociale media slecht geïnformeerden aanzet tot copy cat gedrag. Mijn reactie bij dit artikel op DDS:

Het is verdedigbaar om het met de standpunten of kijk op de wereld van een ander niet eens te zijn. Dan zegt men: ‘Ik ben het niet met u eens. Ik denk er anders over’. En vervolgens geeft men aan waarom en hoe men anders denkt over een bepaald standpunt. Daar kan die ander dan weer op reageren. Zo ontstaat een discussie. Dat hoort bij een volwassen, open democratie.

Wat Femke Marije en Michael van der Galien doen is het omgekeerde. Ze spelen het op de man. Zo raakt het zakelijke verschil van mening uit het zicht. De eerste noemt Jesse Klaver ‘een slecht mens’ en de laatste noemt hem ‘een schoft’. Dat is ongelukkig en niet zinvol. Men kan het ook anders zien, namelijk dat Marije en Van der Galien geen steekhoudende argumenten hebben en het daarom maar op de persoon spelen. Lekker simpel, bij gebrek aan beter.

Jesse Klaver schrijft in betreffende tweet dat minister Schouten niet veilig op bezoek (in Zeeland) kan gaan. Want zij heeft op advies van veiligheidsmensen haar bezoek afgebroken. Klaver vraagt zich af waar de intimidatie stopt. Hij verzoekt PVV en FvD om afstand te nemen van de radicale boeren.

Marije maakt niet aannemelijk wat er niet klopt aan deze tweet van Klaver. De feiten in de tweet kloppen. Niet Klaver, maar Marije neemt een loopje met de waarheid. Zoals gezegd, zij slaat de plank mis door het op de persoon te spelen en Klaver ‘een slecht mens’ te noemen. Omdat hij een andere mening heeft?

Klaver maakt, zoals inmiddels de meeste Nederlanders, een onderscheid tussen geradicaliseerde boeren en andere boeren. Klaver heeft het uitsluitend over ‘agressieve FDF-boeren’. Feit is dat minister Schouten haar bezoek moest afgelasten door het optreden van de geradicaliseerde boeren. Zij demonstreren in veel gevallen niet vreedzaam, maar intimiderend. Hiermee schieten de radicale boeren in eigen voet en verliezen ze steeds meer de sympathie van de Nederlanders.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelBZV Femke Marije veegt de vloer aan met Jesse Klaver: ‘Een slecht mens’’ van Michael van der galien op DDS, 9 juli 2020.

Foto 2: Tweet van Jesse Klaver, 8 juli 2020.

Foto 3: Antwoord 4 met vraag van Kamervragen over het bericht over dreiging extreemrechts en het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 52 van Minister Grapperhaus naar aanleiding van het artikel ‘Dreiging extreemrechts is een grote blinde vlek’, 1 juli 2020.

Wat is de reden en timing van een onthulling van Nieuwsuur en De Volkskrant over de AIVD die Russische hackers VS zag aanvallen?

Hoewel het een onthulling van de eerste orde lijkt, heeft Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov gelijk dat de bewijsvoering van Nieuwsuur en De Volkskrant flinterdun is en de toets der kritiek niet kan doorstaan. Hoewel het buitensporig van hem is om er het etiket ‘anti-Russische hysterie’ op te plakken. Iets te veel Pavlov van Peskov. Wie zich wil baseren op harde, concrete feiten vindt niks. De logica van het scenario en het optreden van de feiten in een unieke, dwingende samenhang moeten het doen. Precies dat is wat westerse media het Kremlin verwijten als dat weer eens met scenario’s over de Donbas, MH17 of de Krim komt. Het kan kloppen, maar harde bewijzen ontbreken. Uiteraard heeft dat met de sector van de inlichtingendiensten te maken waar data geheim zijn en geheim moeten blijven om de tegenstander niet in de kaart te laten kijken over wat men weet en hoe men werkt. Het lijkt erop dat de AIVD en de MIVD onder regie van respectievelijk het ministerie van Binnenlandse Zaken en Defensie op eigen voorwaarden en naar eigen goeddunken en zonder veel inzicht te geven in de achtergronden dit nieuws selectief en mondjesmaat hebben gelekt. Wat is het doel ervan?

Het item van Nieuwsuur over dit onderwerp was ongelijkmatig en rommelig, niet optimaal vormgegeven en redactioneel verkeerd afgeperkt. Het was gekoppeld aan de actualiteit van de dag over het Mueller-onderzoek in Washington. Dat had niets met dit aspect te maken omdat zich dat in een recent verleden afspeelt. Het leek of de redactie van Nieuwsuur over de Nederlandse inlichtingendiensten onvoldoende kennis naar boven had gehaald om er een robuust item van te kunnen maken. Huib Modderkolk van De Volkskrant deed het beter, maar ook hij kwam niet verder dan aannames en het onderstrepen van de geloofwaardigheid van een scenario. Daarbij komt nog de vraag waarom Nieuwsuur en De Volkskrant dit naar buiten konden brengen omdat ze er de positie van AIVD en MIVD mee hebben verslechterd. Wat velen zien als een finest hour van de Nederlandse onderzoeksjournalistiek, kan daarom ook negatiever opgevat worden.

Dit soort onthullingen is bijna nooit gevolg van autonoom journalistiek spitwerk, maar bijna altijd gevolg van een lek bij een overheidsdienst die er zelf iets mee wil bereiken. Bijvoorbeeld om er de publieke opinie mee te beïnvloeden. Op 21 maart 2018 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats en is er een referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Door tegenstanders ervan ook wel de sleepwet genoemd. Het is vanuit de wetmatigheid van dit soort onthullingen daarom verstandig om er rekening mee te houden dat wat via Nieuwsuur en De Volkskrant wordt onthuld of gelekt op zijn minst een hogere hand van de overheid bevat. Een onzichtbare hand die een eigen doel nastreeft en in de onthulling met stilzwijgen van de media buiten beeld blijft. Mogelijk lopen de belangen van de media en de lekkende overheid deels gelijk op.

Tekenend is dat sleepwet voorstaander Ronald Prins (ex-Fox-IT, ex-AIVD) als gast de onthulling duidde bij Nieuwsuur. Zoals blijkt uit een brief aan minister Ollongren is hij onlangs door de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken wegens ‘concrete praktische deskundigheid’ voorgedragen voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) die toezicht moet houden op de sleepwet. Onder meer naast het lid van Forum voor Democratie Jan Louis Burggraaf. Dat Nieuwsuur Prins aan het woord liet en niet een deskundige als Bart Jacobs, Dirk Poot of een onderzoeker van Bits of Freedom die kritischer staan tegenover het verlenen van meer bevoegdheden aan AIVD of MIVD en privacy boven veiligheid stellen vanwege het belang van de digitale burgerrechten gaf een gouvernementeel tintje dat dit item onnodig politiek kleurde. De conclusie kan bijna  niet anders zijn dan dat met deze onthulling een binnenlands politiek doel wordt nagestreefd.

Zo heeft deze onthulling bij nader inzien merkwaardige aspecten. Het lijkt er sterk op dat het ingebed wordt in een campagne van de overheid. Maar of zo’n WC-Eend keurt WC-Eend verhaal werkt bij het brede publiek valt te bezien. Er zit aan deze publiciteit ook een gevaar voor de regering zoals kamerlid Ronald van Raak (SP) dat in een reactie verwoordde. Als AIVD en MIVD in dit geval zo succesvol konden zijn, dan is het de vraag of ze meer bevoegdheden nodig hebben. Want een verwijzing naar kabelknooppunten van Prins zal de bevolking niet overtuigend in de oren klinken. Een andere vraag is waarom AIVD en MIVD om publicitaire of politieke redenen inzicht in hun werkwijze zouden geven -al is het van een afgesloten project- en of ze hiermee hun eigen beroepsrichtlijnen of code over geheimhouding en terughoudende politieke opstelling overtreden. Wat dat laatste betreft, hebben AIVD en het ministerie van Binnenlandse Zaken de schijn tegen. Zo zou deze onthulling zich wel eens tegen AIVD, MIVD, minister Ollongren en het sleepwet-referendum kunnen keren.

Het lijkt erop dat met de onthulling het ‘merk’ AIVD emotioneel moet worden gepromoot. Naast het Cozy Bear-project en de sleepwet. Zo wordt de AIVD gepolitiseerd, wat een doodzonde is. Deze keer gebeurt dat niet door de oppositie, maar door de coalitie. De afweging om op 21 maart voor of tegen de sleepwet te stemmen en de AIVD meer bevoegdheden te geven volgt mede uit de inschatting of de overheid vanuit een eigen agenda -zo niet: ivoren toren- praat en weigert digitale burgerrechtenactivisten of onafhankelijke deskundigen een kernpositie in het debat of in het toezicht te geven of dat het eigen tegenkrachten durft te mobiliseren. Prins is onbedoeld de getuige die bewijs aandraagt tegen de overheid. Met dank aan Nieuwsuur.

Simplisme TPO bereikt nieuwe hoogten. Bij een brief van Ollongren over beïnvloeding van de publieke opinie door statelijke actoren

TPO lijkt steeds meer moeite te hebben om aan zinvolle content te komen. De stukken lijken met de logica van een dobbelsteen in elkaar te worden gebroddeld. Daar zit niet eens een rechtse agenda achter, daar steekt luiheid en gemakzucht achter. Zorgvuldigheid en scherpte ontbreken. De jongste bedienden lijken nu ook hun kans te krijgen om eens lekker aan de boom te schudden. Maar de appels vallen op hun eigen kop. Als TPO serieus wil worden genomen zou het beter op kwaliteit dan kwantiteit inzetten. Mijn reactie bij het artikelD66-minister gaat sleepwet erdoor duwen onder mom van ‘nepnieuwsbestrijding’:

Waarom is het ‘doodeng’ om te praten met Facebook en Google om nepnieuws te bestrijden? Is TPO wellicht bang dat het ook in deze actie meegenomen wordt? Een gerechtvaardige zorg zoals blijkt uit dit bericht dat de ‘sleepwet’ verbindt met de bestrijding van nepnieuws. Het is een associatie uit het ongerede.

De brief van minister Ollongren aan de kamer gaat overigens niet uitsluitend over de inmenging in Nederland door de Russische Federatie, maar ook over andere landen die de Nederlandse publieke opinie proberen te beinvloeden of gebruik maken van de Nederlandse digitale infrastructuur.

Elk land moet alert zijn op inmenging in de publieke opinie of zelfs in het electorale proces, zoals in 2016 bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen gebeurde. Daar is niets merkwaardigs aan. Democratie moet weerbaar zijn en elke dag opnieuw verdedigd worden.

De brief van minister Ollongren is een opzetje en weinig meer dan dat. Er worden wat intenties uitgesproken. Erg concreet is het nog niet. Het kabinet Rutte III is ook pas aangetreden. Maar het is goed dat de dreigingen vanuit het buitenland worden benoemd, de overheidsdiensten alert zijn en er een beleid wordt ontwikkeld dat de invloeden neutraliseert.

NB: Zie ook de kamervragen ‘Beïnvloeding door buitenlandse entiteiten van democratische verkiezingen’ van Kees Verhoeven (D66), 13 november 2017.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelD66-minister gaat sleepwet erdoor duwen onder mom van ‘nepnieuwsbestrijding’’ op TPO, 14 november 2017.

MIVD en AIVD waarschuwen voor Russische en Saoedische destabilisatie. Politiek mist urgentie om maatregelen te nemen

Twee berichten de afgelopen dagen over landen die destabiliserend werken op Nederland. Waarvan een het bewust om destabilisering te doen is en het bij de ander een neveneffect lijkt. De dreigingen roepen de vraag op of de Nederlandse politiek dit beseft, wat voor consequenties het eruit trekt, welk beleid het samen met partners op de rails zet om deze landen op afstand te zetten en de angel uit de destabilisering te halen. Moet het de banden met betrokken landen op een lager pitje zetten zodat de bedreigingen worden geneutraliseerd?

Het gaat in het eerste geval om de Russische Federatie dat volgens de directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) generaal-majoor Onno Eichelsheim ernstige pogingen onderneemt om Nederland, Europa en de NAVO te destabiliseren. Hij schat ze zo zwaar in dat ze na terrorisme zouden gelden als het grootste veiligheidsrisico voor het Westen. Dat zei directeur Eichelsheim vandaag tijdens de presentatie van het jaarverslag van de MIVD, aldus een bericht van nu.nl.

In het tweede geval gaat het om de overname van Marokkaanse moskeeën in Amsterdam door salafistische imams die in Saoedi-Arabië worden opgeleid, aldus een bericht in NRC. Volgens het jaarverslag 2016 van de AIVD waar de krant naar verwijst gaat dat gepaard met geweld (p.05): ‘salafistische jongeren op verschillende plekken probeerden voet aan de grond te krijgen in gematigde moskeeën en moskeebesturen. In een aantal gevallen werd geweld hierbij niet geschuwd.’ NRC: ‘De ontwikkeling in moskeeën hangt samen met de invloed die Saoedi-Arabië uitoefent.’

Tot nu toe heeft de Nederlandse politiek uit deze bedreigingen geen consequenties getrokken die leidden tot beleidswijzingen. Hoewel sinds de ramp met de MH17 in juli 2014 de betrekkingen met het Kremlin bekoeld zijn. Niet zozeer omdat de Russen de ramp op hun geweten hebben, maar hun betrokkenheid niet toe willen   geven, weigeren hun excuses aan te bieden, geen echte medewerking aan het onderzoek naar de schuldvraag verlenen of beloven de daders uit te leveren, en nalaten om compensatie aan de slachtoffers aan te bieden.

Het kan nauwelijks toevallig zijn dat de Russische Federatie en Saoedi-Arabië autoritair geleide landen zijn die in economisch opzicht drijven op de verkoop en handel van olie en gas. Ze zijn niet zozeer afgegleden tot petrodictaturen, maar het betreft hier wel landen waar de rijkdom in de zakken van een machtige bovenlaag verdwijnt en niet de burgers bereikt. In de kern zijn deze landen daarom instabiel. Uit berekening proberen ze die instabiliteit naar het Westen te exporteren om de eigen instabiliteit te kunnen relativeren. Maar dat is het probleem van deze landen. Het is aan Nederland om te bepalen hoe het af wil schermen van -en beschermen tegen- de invloed die deze landen politiek, economisch of cultureel-religieus proberen uit te oefenen.

Het failliet van de Nederlandse soevereiniteit bewijst zich in machteloosheid, gebrek aan urgentie en onwil om een autonome politieke koers te voeren met betrekking tot het Nord Stream II project in aanleg dat Nederland en andere landen afhankelijker zal maken van Russisch gas. Een artikel van de WSJ van 30 maart is in de titel alleen al ontluisterend: ‘EU Says It Can’t Block Russia-Backed Nord Stream 2 Pipeline’. De EU liet volgens de WSJ in een brief van 28 maart aan de Deense en Zweedse regering weten dat het geen basis heeft om het project te blokkeren wegens ontbrekende juridische grond. Zo wordt een politiek project van het Kremlin door de West-Europese politiek niet op politieke gronden, maar op economische en juridische gronden beoordeeld. De EU weigert om met dezelfde wapens te vechten waarmee het ziet dat het Kremlin jegens de EU opereert.

Hetzelfde is het geval bij Saoedi-Arabië dat de aanstichter van het wereldwijde terrorisme is en nu dus ook haar invloed doet gelden in Amsterdamse moskeeën met denkbeelden over onder meer de ongelijkheid van man en vrouw. Men zou denken dat de hele Nederlandse politiek van links tot rechts het belang zou inzien van het terugdringen van de invloed van Saoedi-Arabië. Maar om onverklaarbare redenen gebeurt dat niet.

Waarom treedt de politiek uit zelfbescherming niet op tegen Russen en Saoedies als het met eigen ogen ziet dat die hun invloed vergroten? Volgens AIVD en MIVD betreft het bedreigingen die Nederland ernstig dreigen te destabiliseren. Waarom laat de politiek dat gebeuren? Komt het omdat bedrijven door deze landen met handelscontracten wordt gekocht, en die bedrijven vervolgens de Nederlandse en Europese politiek bewerken om maar geen concrete maatregelen te nemen tegen de bedreigingen? Business as usual en profijt voor bedrijven met wat kruimels voor corrupte politici, zelfs als het Nederland destabiliseert. Het lijkt logisch dat conservatieve partijen als VVD of CDA onder druk van werkgeverskoepel VNO-NCW meegaan in deze verregaande welwillendheid jegens bedrijven. Maar waar zijn in hemelsnaam de principes gebleven van alle andere politieke partijen? Is Nederland verworden tot een land dat tijdens de informatie maandenlang praat over de cijfers achter de komma en intussen de grote lijn volledig uit het oog verloren is? Het lijkt er sterk op.

Foto: Aanleg Nord Stream II, ‘Denmark govt seeks to veto Nord Stream II gas pipeline construction’.

Wat zijn de concrete bewijzen voor actieve betrokkenheid van het Kremlin bij rechts-extremistische of anti-EU partijen in Nederland?

De Senaatscommissie Inlichtingen (Select Committee on Intelligence) doet onderzoek naar de Russische inmenging in de presidentsverkiezingen en een mogelijke samenwerking van Trump of zijn medewerkers met het Kremlin. Dat onderzoek is er des te belangrijker op geworden nu de Inlichtingencommissie in het Huis is opgeblazen door de Republikeinse voorzitter Devin Nunes die een onderzoek en de werking van zijn commissie blokkeert. Trump-supporter Richard Burr is voorzitter van de Senaatscommissie die tot nu toe een onpartijdige opstelling kiest. Burr werkt goed samen met de Democratische ‘ranking member’ Mark Warner.

Burr waarschuwt in bovenstaand fragment voor Russische inmenging in de Franse presidentsverkiezingen van april-mei 2017. Hij verwijst ook naar Nederland. Het AD vertaalt zijn woorden in een bericht: ‘Het gaat om verborgen, maar ook openlijke pogingen om invloed uit te oefenen op Europese verkiezingen, zoals die in Duitsland en Frankrijk, en eerder in Montenegro en Nederland’. Het Kremlin zou via sociale media inzetten op karaktermoord van Emmanuel Macron die het dreigt te winnen van de beide kandidaten waarmee het Kremlin een lijntje heeft, François Fillon en Marine Le Pen. Dit is deels in lijn met een opinie-artikel van Vladimir Frolov in The Moscow Times die beweert: ‘(..) Russian propaganda efforts to boost far-right, anti-EU political forces in France, Germany, Italy and the Netherlands.’ Montenegro van Burr is veranderd in Italië van Frolov.

Ondubbelzinnig zijn de bewijzen van Burr en Frolov niet. Daarnaast maakt het verschil of extreem-rechtse partijen meeliften op de Russische propaganda die het Kremlin op EU-lidstaten richt of dat de Russische overheid actief samenwerkt met genoemde partijen en bewegingen. Invloed uitoefenen op verkiezingen is één ding, financiële, publicitaire en logistieke steun geven aan partijen en bewegingen is een ander ding.

Het is mogelijk dat vertrouwelijke informatie van westerse inlichtingendiensten concrete bewijzen bevat over de actieve samenwerking van het Kremlin met partijen en bewegingen in Frankrijk, Duitsland, Nederland, Montenegro of Italië. Maar het probleem is dat de verwijzingen in de openbaarheid niet samengaan met een te controleren onderbouwing aan de hand van feiten. Zoals bankafschriften, gespreksverslagen of getuigenissen van betrokkenen. Het is van tweeën één, of Burr en Europese leiders onderbouwen hun claim en stellen concrete maatregelen voor om de aanval van het Kremlin op Europese democratieën zo snel mogelijk te counteren of ze zwijgen. Aan halfslachtige waarschuwingen zonder tegenactie heeft niemand iets. Ze geven een idee van daadkracht, maar zijn het in de verste verte niet. Het zijn vooral uitingen van machteloosheid.

Ik stuurde gisteren The Moscow Times onderstaande reactie die vraagt naar dat verschil tussen invloed van het Kremlin op Europese verkiezingen die onloochenbaar bestaat en samenwerking van het Kremlin met extreem-rechtse partijen en bewegingen die in openbare bronnen niet concreet wordt aangetoond:

I’m puzzled by a statement in an opinion article by Vladimir Frolov titled ‘Breaching Protocol: Why Did Putin Meet Le Pen in Moscow?’ which appeared on March 27, 2017.

The statement which puzzles me is ‘(..), as well as Russian propaganda efforts to boost far-right, anti-EU political forces in France, Germany, Italy and the Netherlands.’

As a Dutchman with critical interest in the far-right political parties of The Netherlands -such as Wilders’  Freedom Party (PVV) and Forum voor Democratie of Thierry Baudet which since a week has two seats in the Lower Parliament- I don’t have any concrete evidence of ‘Russian propaganda efforts to boost far-right parties in The Netherlands’.

Especially the word ‘efforts’ puzzles me because it implies an active attitude of the Russian propaganda in the Netherlands beyond an opportunistic passive attitude of the Dutch far-right parties. For those active Russian attitude in the Dutch politics I have no evidence.

I please ask you to  you send this message to Mr. Vladimir Frolov. Hopefully he can answer my question about Russian efforts in Dutch politics to boost far-right or anti-EU political forces.’

Waarom beoordeelt NRC onwaarschijnlijke bewering van Thierry Baudet als ‘niet te checken’? Wie beoordeelt de fact checker?

aamsterdam_rokin_002_2sep2011_e_v_eis

Wie check de fact-checker? Een voorbeeld van wat het inhoudt geeft PolitiFact dat beweringen van politici tegen het licht houdt en van een oordeel voorziet. In navolging ervan heeft NRC sinds enkele jaren een rubriek Fact Check. Vandaag besteedt Wilmer Heck in een artikel aandacht aan een bewering van Thierry Baudet. Deze tegenstander van de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne die qua politieke kleur tegen Wilders’ PVV aanleunt kreeg op 22 juli een item van 10 minuten in actualiteitenprogramma Een Vandaag. Hij  beweerde het volgende (na 13’24’’): ‘De Oekraïense geheime dienst had een pand gehuurd op het Rokin waar ze 50 man fulltime in dienst had om te trollen om .. te dingen. Daar was veel meer gaande dan men heeft gezien.’

Deze bewering wordt door geen enkele andere bron bevestigd. Desgevraagd zeiden de AIVD en de Nationale Politie tegen Een Vandaag dat ze niet op de bewering van Baudet wilden reageren. Heck heeft contact gezocht om Baudet te vragen waarop hij zijn bewering gebaseerd heeft, maar Baudet heeft niet gereageerd op verzoeken om het toe te lichten. Heck heeft instanties gebeld, maar heeft nergens een bevestiging kunnen vinden van Baudets bewering. Volgens Heck gaat het niet om de Oekraïense geheime dienst SBOe, maar om eem mediacentrum: ‘Het lijkt onwaarschijnlijk dat de SBU met vijftig man aanwezig was op het Rokin. Het lijkt waarschijnlijker dat Baudet doelde op het Ukranian Crisis Media Center (UCMC). Dat zat namelijk wél tijdelijk in Amsterdam. In Oekraïne telt deze ngo volgens medeoprichter Vasyl Mirosjnitsjenko zo’n 50 medewerkers. Twee van hen zaten tijdens de referendumcampagne in Amsterdam, onder wie Mirosjnitsjenko zelf.

Het is nogal een verschil. Een buitenlandse geheime dienst die 50 fulltime medewerkers onderbrengt in een gehuurd pand in het centrum van Amsterdam of een mediacentrum met twee medewerkers. Dat eerste is onlogisch en onwaarschijnlijk. Want een geheime dienst opereert liever in de anonimiteit en niet vanuit een gehuurd pand waar het 50 medewerkers bij elkaar onderbrengt die daarmee direct navolgbaar zijn. Dat Oekraïne in het centrum van Amsterdam tijdens het referendum een mediacentrum met twee medewerkers inrichtte is goed voor te stellen. Voor Oekraïne is die inzet gezien de middelen en het belang redelijk.

Heck besluit zijn verder vlekkeloze artikel met een conclusie die teleurstellend is: ‘Omdat hij niet meewerkt aan deze rubriek valt ook niet honderd procent uit te sluiten dat Baudet via een onbekende bron wel degelijk weet heeft van de massale aanwezigheid van de Oekraïense geheime dienst tijdens de referendumcampagne op het Rokin. Daarom beoordelen we de bewering van Baudet als niet te checken.’ Dat is een onnodig voorzichtig oordeel. Als Heck consequent zijn eigen journalistieke principes had gevolgd, dan was hij op zoek gegaan naar een tweede bron. Die heeft hij niet gevonden. Dat rechtvaardigt het oordeel dat de bewering van Baudet onjuist is. Mede door de onwaarschijnlijkheid dat een buitenlandse dienst vanuit een adres in het centrum van Amsterdam 50 geheime agenten laat opereren en de weigering van Baudet voor een toelichting.

Mij verbaast het steeds meer waarom types als Trump, Baudet, Farage, Boris Johnson of Wilders zoveel aandacht in de establishment pers krijgen. Van elke oprisping wordt verslag gedaan. En zo bouwen ze hun aanhang op. Waarom is dat? Welk beleid van deze media ligt daaraan ten grondslag? Het is goed dat NRC dit checkt –Een Vandaag heeft Baudets oprisping aandacht gegeven- maar het oordeel van Heck dat de bewering van Baudet niet te checken valt is naar mijn idee opvallend ontwijkend. En houdt Baudets leugen in stand.

Komt het door de traditionele journalistieke code van enerzijds-anderzijds, woord en weerwoord? Soms een verworvenheid, maar vaak een blok aan het been van goede journalistiek. Volgens het boekje herschrijft een type journalisten de eigen mening tot objectiviteit. Wat het niet alleen langdradig maakt, maar ook verkeerde meningen die aantoonbaar zijn gefundeerd op foute feiten in hetzelfde kader plaatst als meningen die op de juiste feiten gebaseerd zijn. Dat deed Een Vandaag met Baudet die door een item van 10 minuten voor een breed publiek aan autoriteit wint. Waarom doet Een Vandaag dat? Dat NRC dat niet afwijst is een teken aan de wand. Heck en andere journalisten die hun vak professioneel willen uitoefenen zitten verstrikt in de codes van hun vak en zijn op hun dood om door hun chef, hoofdredacteur of het lezerspubliek ervan beschuldigd te worden activistisch te zijn. In die kringen een doodzonde. Dan gewoon liever de Code van Bordeaux uit 1954 voor de zoveelste keer afgestoft. Alhoewel die ontstond in een andere wereld met andere media.

Foto: Rokin, Amsterdam.

Masterplan voor de salafistische dawa in Nederland gevraagd: isolatie tussen repressie en tolerantie

800px-Kairo_1856_(Francis_Frith)

Enkele burgemeesters en de Tweede Kamer denken verschillend over de gewenste relatie met salafistische groeperingen. Het is een orthodoxe stroming binnen de soennitische islam die extreem fundamentalistisch en islamitisch is. De Tweede Kamer heeft het kabinet in november 2015 in een motie gevraagd te onderzoeken of salafistische organisaties kunnen worden verboden. Het geschil spitst zich toe op de burgemeester Jozias van Aartsen van Den Haag die wijst op de vrijheid van godsdienst en gemeentelijke diensten met salafistische organisaties laat samenwerken en zelfs subsidie geeft voor taallessen. NRC zette zijn mening uiteen in een artikel. Mede daarop reageert het sociaal-democratische kamerlid Ahmed Marcouch die Van Aartsen naïviteit verwijt en volgens een artikel in het AD net als andere kamerleden het liefst het salafisme in Nederland wil verbieden. Marcouch wijst ook op het ronselen van jihadisten door salafisten voor de jihad in Syrië.

In het rapportRadicale dawa in verandering; de opkomst van een islamitisch neoradicalisme in Nederland’ vatte de AIVD in 2007 samen wat het onder de radicale dawa verstond, namelijk ‘de verspreiding van radicaal, onverdraagzaam politiek- religieus gedachtegoed’. De aanbiedingsbrief omschreef de salafistische dawa beweging: ‘Het radicale karakter is gelegen in het feit dat zij de samenleving diep ingrijpend wil hervormen naar ultraorthodox model, waarmee zij zich duidelijk onderscheidt van meer traditioneel georiënteerde ultraorthodoxe stromingen. Participatie in de omringende niet- islamitische samenleving wordt afgewezen en verregaande vormen van onverdraagzaam isolationisme tegen andersdenkende moslims en niet-moslims worden gepropageerd. Ook roept de salafistische dawa beweging op tot antidemocratisch handelen, evenwel zonder daarbij het gebruik van geweld te verheerlijken, ertoe op te roepen of het te ondersteunen.’

De salafistische dawa is een stroming die de Nederlandse democratie verwerpt en zich verzet tegen de verworvenheden van de rechtsstaat zoals de vrijheid van godsdienst of gelijke rechten en zich beroept op de vrijheid van godsdienst om dat te mogen zeggen. Wat moet de overheid met een organisatie waarvan het weet dat die erop gericht is de democratie om zeep te willen helpen? Wie heeft gelijk, Marcouch of Van Aartsen?

Verschil tussen de meerderheid van de Kamer en Van Aartsen (plus D66 en SP in de Kamer) valt te herleiden tot het soort democratie dat betrokkenen voor ogen staat, respectievelijk een substantieve (preventie door repressie) of procedurele (tolerante) democratie. Ook omschreven als het verschil tussen een Duitse en een Amerikaanse democratie. (zie p. 1). Stefan Rummens en Koen Abts komen in hun artikelPolitiek extremisme en de weerbaarheid van de democratie’ (2008) tot een derde aanpak omdat ze de procedurele en substantieve aanpak problematisch vinden. Anders gezegd, hoe kan een democratie zich wapenen niet te inschikkelijk te zijn jegens vijanden die de democratie op willen blazen zonder met een te militante aanpak de eigen principes met voeten te treden? Wat is de beste strategie om extremisten te ontmantelen en mogelijk te vervangen?

Rummens en Abts besluiten hun artikel met een aanbeveling voor de Vlaamse situatie die vertaald kan worden naar een aanbeveling voor de Nederlandse overheid met betrekking tot de salafistische dawa: ‘de combinatie van enerzijds een stringent cordon sanitaire en anderzijds een geloofwaardige, alternatieve oppositievoering (..) uiteindelijk electorale schade kan aanrichten bij het extremistische Vlaams Belang. Uiteindelijk zou principiële non-coöperatie niet alleen legitiem, maar ook wel eens effectief kunnen blijken te zijn.

Conclusie is dat er iets aan de hand is met de salafistische dawa dat ingrijpen door overheden rechtvaardigt. Van Aartsen wijst op de vrijheid van godsdienst die mensen niet beoordeelt op gedachten of ideeën: ‘Dat is de hoeksteen van de rechtsstaat waar onze democratie op is gebaseerd. Ik vraag mij af of de Tweede Kamer zelf nog wel gelooft in de beginselen van de rechtsstaat.’ Maar hij heeft het mis de salafistische dawa uitsluitend als godsdienst te zien en de politieke component buiten beschouwing te laten. Vooralsnog kijkt de kamermeerderheid naar wat van het salafistische gedachtengoed en activisme niet binnen een godsdienst past en Van Aartsen kijkt naar wat wel binnen een godsdienst past. Ze gaan hierbij allebei de fout in.

Er dient een masterplan te komen dat geldt voor alle overheden dat eruit bestaat dat de salafistische dawa in Nederland wordt geïsoleerd en facilitair wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld bij de toekenning van vergunningen voor ‘brede’ moskeeën. Van Aartsen en andere burgemeesters zoals Rob van Gijzel dienen onmiddellijk de samenwerking met salafistische organisaties te staken en de subsidie te stoppen met als doel dat er een cordon sanitaire om de salafistische dawa wordt gelegd en dat de instroom van oliegelden uit het Midden-Oosten voor de bouw van moskeeën in kaart wordt gebracht. De overheid moet niet zover gaan door actief aan de slag te gaan met het idee van compenserende neutraliteit -dat tijdens het burgemeesterschap van Job Cohen door Ahmed Marcouch werd gesteund- maar dient de gematigde stromingen van de islam wel passief te steunen. Het onderzoek door het OM waar de motie Marcouch/Tellegen om vraagt dient een onderscheid te maken tussen de politieke en de religieuze componenten van de salafistische dawa in Nederland.

Foto: Caïro 1856. Zicht op de citadel. Fotograaf Francis Frith (1822 -1898).

Commissie Stiekem en ‘het lek’. Selectieve verontwaardiging en narcisme van de politiek

In de hype loopt iedereen als een kip zonder kop achter de hype aan. Met de focus op de rugnummers en de namen. Is er een staatsgeheim gelekt uit die commissie met die rare naam: Stiekem? Welnee. Het is allemaal een kwestie van perspectief. Een oude waarheid leert dat de overheid zelf overvloedig lekt als het zo uitkomt.

Lekken is nooit het probleem als het gelekte in lijn is met wat de regering naar buiten wil brengen. Lekken is pas een probleem als het daarmee strijdig is. Zoals nu. Gaat het om de leugens van minister Ronald Plasterk (PvdA) die doorgeprikt werden door een artikel in NRC, maar niet doorgeprikt mochten worden? Leugens die door het nu ingestelde onderzoek niet vergeten worden, maar door de fractieleider van de VVD Halbe Zijlstra comfortabel in de lucht worden gehouden. Dit gaat werkelijk nergens over. Waarom gaan de politieke partijen niet aan het werk om de vluchtelingencrisis te beteugelen of het land beter te maken? Waarom laten partijen zich steeds maar weer afleiden door hun eigen functioneren? Als een narcist die in de spiegel blijft staren.

Hoe eindigt dat onderzoek? Met controle door de NSA van telefoongegevens van fractieleiders met de NRC?

College Rechten van de Mens: kritiek op wetsvoorstel dat zonder toezicht veiligheidsdiensten burgers ongericht laat afluisteren

crvdm

Een wetsvoorstel maakt het voor de Nederlandse veiligheidsdiensten mogelijk ongericht telecommunicatie te onderscheppen. Dit betekent dat de overheid alle Nederlanders kan afluisteren, ook als ze nergens van worden verdacht. Het College voor de Rechten van de Mens maakt als onafhankelijke toezichthouder op mensenrechten zich zorgen over de bulkspionage van burgers die van niets verdacht worden door de overheid. Want dit vindt het een ontoelaatbare aantasting van de privacy. Het heeft er bovenstaand persbericht aan gewijd. Daarnaast krijgt in de nieuwe wet de toezichthouder CTIVD onvoldoende macht.

Onder minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken die verantwoordelijk is voor deze wetgeving maakt Nederland een omgekeerde beweging vergeleken met andere landen. Daar wordt onder druk van de publieke opinie het toezicht op de veiligheidsdiensten versterkt. Ook in Nederland bestaat die maatschappelijke druk, maar het kabinet trekt zich er niets van aan. Het lijkt raadselachtig waarom het kabinet Rutte dat doet. Er is een verklaring voor, namelijk besparingen. Door onvoldoende capaciteit en organisatie bij veiligheidsdiensten en politie wil het kabinet elke belemmering wegnemen die het functioneren beperkt. Dat het daarbij de mensenrechten inperkt en daar kritiek op krijgt neemt het op de koop toe. Dat het College het nodig acht om bovenstaand persbericht te schrijven is een teken aan de wand over het mensenrechtenbeleid van het kabinet. De rechtsstaat kent een minimumvereiste om in wetgeving het toezicht door de toezichthouder te garanderen.

Foto: Bericht ‘Uitbreiding bevoegdheden inlichtingendiensten uit balans’ van het College voor de Rechten van de Mens.

Plasterk zet klok terug met voorstel massale spionage van burgers

bof

Nederland Gidsland, maar dan in het negatieve. Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken (PvdA) die verantwoordelijk is voor de AIVD trekt ook buiten de grenzen aandacht door een wetsvoorstel om de geheime diensten meer bevoegdheden te geven om ook niet specifiek verdachte burgers massaal af te luisteren, en het toezicht daarop te beperken. Dit staat haaks op ontwikkelingen als gevolg van de onthullingen in 2013 van Edward Snowden die de bevoegdheden van inlichtingendiensten inperken. Plasterk verdedigt zich door te beweren dat de wetgeving bij de tijd moet worden gebracht vanwege de expansie van het internet.

Techdirt citeert uit het blog van Matthijs R. Koots en constateert: ‘There’s more bad news than good in the proposal. While it’s understandable that surveillance laws would need to be revisited more than a decade on from their original installation, it would have been nice to see a little more restraint deployed, rather than the assumption that an expansion of powers (without a corresponding expansion of oversight) is the only way to deal with evolving communications methods.’ Critici missen in de voorstellen dus zowel terughoudendheid in de massale spionage van burgers als een uitbreiding van toezicht die daarbij zou horen. Plasterk houdt het toezicht in een hand. Namelijk in zijn eigen hand. Tot 1 september 2015 kan gereageerd worden, wat Bits of Freedom zegt te doen. Ter bescherming van onze digitale burgerrechten. Plasterk, wonderkind of total loss?

Foto: Schermafbeelding van ‘PERSBERICHT: PLASTERK MAAKT NIEUW SLEEPNET VOOR GEHEIME DIENSTEN BEKEND’ van 2 juli 2015 van Bits of Freedom.