Rob Scholte, establishment, gelijkgeschakelde media en lakse journalisten

cs
‘Ik ben kritisch over de journalistiek. Volgens mij is de pers gelijkgeschakeld, waarbij amusement en een bepaald politiek belang voorop staan. Er wordt onvoldoende goed onderzoek gedaan.’ Aldus kunstenaar Rob Scholte in een interview in NRC met Thomas van Huut. De interviewer vraagt niet door wat Scholte bedoelt, zodat we ernaar moeten gissen. Het interview stelt dat het ‘pact’ tussen interviewer en geïnterviewde dat stilzwijgend verzwijgt wat de aanleiding voor het gesprek is wordt doorbroken. Het gaat over de tegenwerking die Scholte zegt te ondervinden van de gemeente Den Helder bij zijn Rob Scholte Museum. Die kritiek wordt ondersteund door een ruim ondertekende open brief aan het Helderse college. Een andere aanleiding is de tentoonstelling ‘Embroidery Show’ met achterkanten van 950 ‘gevonden’ borduurwerken met de handteking van Rob Scholte die in het Zwolse Museum de Fundatie tot 19 september 2016 getoond worden en vragen oproepen over authenticiteit in de kunst. Scholte verbreekt na 14 jaar de stilte, zo heet het, maar wat zegt hij?

De term ‘gelijkschakeling’ verwijst naar de Duitse term Gleichschaltung die van toepassing is op maatregelen die vanaf 1933 genomen werden door de nazi’s om controle over de samenleving te krijgen. Gelijkschakeling moet opgevat worden als een technische term die uitgelegd kan worden door het begrip ‘synchronisatie’, het in de pas laten lopen van machines. In deze visie is de totalitaire staat een organisch geheel waarbij alle delen ondergeschikt worden gemaakt. Actuele geschiedschrijving over het Derde Rijk van onder meer Timothy Snyder en Ian Kershaw weerspreekt de visie dat nazi-Duitsland een sterke, autoritaire, bureaucratische staat was met bijvoorbeeld een uitgewerkt meesterplan voor de Holocaust. Dat ontstond vanuit een combinatie van intentie (van hogerop) en de functionele improvisatie, projectie en initiatieven (lager in de hiërarchie).

Rob Scholte heeft gelijk dat de huidige Nederlandse gevestigde (‘establishment‘) media gelijkgeschakeld zijn. Ze volgen de agenda van de macht en stellen de vanzelfsprekendheid van de macht niet ter discussie. Wat niet wil zeggen dat er aan de hand van eigen onderzoek geen onthullingen worden gedaan. Maar de optelsom is dat gevestigde media tegen de macht aanleunen en de status quo verdedigen. Het politiek belang voor media is het eigen bestaansrecht. Aandacht voor amusement dient ter afleiding. Zodat de NRC niet opent met een onderzoek dat de tegels van de macht licht, maar op de voorpagina uitpakt met de dood van popsterren als David Bowie of Prince. Waardoor zelfs een krant die de nuance zegt te zoeken afzakt naar het niveau van lifestyle dat machtsstructuren aan het oog onttrekt en zo’n medium zelf onbenullig en corrupt doet lijken.

sd

Het antwoord op de vraag of gevestigde media intentioneel of functioneel tegen de macht aankruipen geeft inzicht in hun functioneren. Het is verleidelijk om in ordening en organisatie deze media te vergelijken met het losse verband van een totalitaire staat als nazi-Duitsland. Het concept is de combinatie van intentie en functie. Dat bestaat uit de grofweg geschetste contouren van bovenaf die op lagere niveau’s door initiatieven van individuen worden ingekleurd. Het wordt de journalist bij gevestigde media niet dwingend opgelegd om op te komen voor de bestaande macht, maar hij neemt uit eigenbelang en door het kiezen van de weg van de minste weerstand die van hem verwacht wordt het initiatief om dat te doen. Zo wordt op de afzonderlijke microniveau’s het macroniveau ‘uitgevuld’. Deze oversprong in theorievorming van historiografie naar de mediakunde geeft de onderbouwing voor het inzicht van Rob Scholte over de corruptie van gevestigde media.

Foto 1: Ben van Meerendonk, ‘Krantenkiosk in de tunnel van het Centraal Station, Amsterdam, 6 februari 1947’. Collectie IISG, Amsterdam.

Foto 2: Ben van Meerendonk, ‘Fotografen verzameld in afwachting van naderende Koninklijke geboorte, Soestdijk, 2 februari 1947’. Collectie IISG, Amsterdam.

Trump wil geen nieuwe moslims. Herhaalt de geschiedenis zich?

Donald Trump wordt door zijn uitspraken steeds meer in verband gebracht met het fascisme van de jaren ’20, ’30 en ’40 van de 20ste eeuw in Italië. Wegens verwarring van historische begrippen bedoelen velen met ‘fascisme’ het Duitse nationaal-socialisme van de NSDAP. Feitelijk een hardere variant van het fascisme. Het is één ding dat iemand zoiets zegt, het is een ander ding dat velen hem daarin steunen. Cenk Uygur van The Young Turks verwijst naar de internering van Amerikaanse staatsburgers van Duitse, Italiaanse en Japanse herkomst tijden de Tweede Wereldoorlog. Een beschamende episode in de Amerikaanse geschiedenis die Trump met zijn uitspraken over moslims opnieuw in herinnering brengt. En zelfs wil laten herleven.

In 2013 citeerde ik in een commentaar over de internering van Japans-Amerikanen -met een bijrol voor de huidige minister Lodewijk Asscher- opperrechter Hugo Black aan wie de volgende uitspraak toegeschreven wordt: ‘the need to protect against espionage outweighed individual rights‘. Dus de noodzaak om tegen spionage te beschermen weegt zwaarder dan individuele rechten. De hedendaagse variant van deze uitspraak luidt: ‘the need to protect against terrorism outweighs individual rights’. Ook politieke modes veranderen.

Spionage dat afgelopen jaren door de regering-Obama tegen de klokkenluiders Chelsea Manning, Edward Snowden en Julian Assange in stelling werd gebracht wordt nu rechts ingehaald door Trump. Een interessante ontwikkeling die de belangstelling voor het ‘Diepe Amerika’ in het centrum van de publieke opinie zet. Is het een reden voor Obama om voor het aflopen van zijn tweede termijn met de oneigenlijke verwijzing naar spionage de vervolging van klokkenluiders te staken? Als dat zo is, dan heeft Trump toch nog zin gehad.

Hoe moet Europa reageren op terrorisme? Met vijf overwegingen

Wat moet de reactie zijn op de aanslag bij Charlie Hebdo die 12 mensen het leven kostte? In grote lijnen zijn er twee soorten reacties: 1) meer restrictieve maatregelen die veiligheid boven alles stellen of 2) het verhogen van de doelmatigheid door aanpak binnen de bestaande (wettelijke) kaders. Deze standpunten worden respectievelijk door de Britse conservatief Timothy Kirkhope en de Duitse Groene Jan Philipp Albrecht in het Europarlement verwoord. Dat meningsverschil concretiseert zich nu op de reisgegevens. De Tweede Kamer is kritisch omdat het oprekken van bevoegdheden niet nodig is voor de bestrijding van het terrorisme.

In een reactie op Geen Stijl (14-01; 12:22) verwoordde ik dat zo: ‘Feit is dat de politie- en veiligheidsdiensten over grenzen heen niet optimaal samenwerken. Dus zowel binnen Nederland tussen verschillende korpsen als in Europa tussen diverse landen kan de samenwerking verbeterd worden. (..) Het kan binnen de bestaande wettelijke kaders. Zodat zowel veiligheid als privacy gediend worden. Niet alleen Alexander Pechtold van D66, maar ook partijen als de VVD, PvdA en het CDA zijn tegen het eenzijdig vergroten van bevoegdheden van veiligheidsdiensten. (..) Laten de AIVD en politie dus eerst maar eens doelmatiger gaan werken. Want het is een publiek geheim dat de doelmatigheid van de Nederlandse politie schrikbarend laag is. (..) De roep om meer bevoegdheden kan daarom als een vlucht naar voren opgevat worden’ . 

Over de bestrijding van het terrorisme is de afgelopen week in de publiciteit, op scholen en werkplekken en in kroegen het nodige gezegd. Uit alles blijkt dat het een gecompliceerd vraagstuk is dat om een brede aanpak vraagt. Ik zet wat observaties op een rij in een zich van dag tot dag ontwikkelend verhaal:

1) Terrorisme moet breder geïnterpreteerd worden dan moslimgeweld tegen het Westen. Met als doel een beleidsaanpassing  dient eronder ook staatsterrorisme, terrorisme door Westerse landen of terrorisme door niet-moslims in Westerse landen begrepen te worden. Het parlement moet het voortouw nemen. Zie hier.

2) Bestrijding van terrorisme kan binnen bestaande wettelijke kaders door betere samenwerking tussen veiligheidsdiensten, gelijkschakeling van standaarden en het vergroten van doelmatigheid. De samenwerking   staat haaks op het pleidooi om de veiligheidsdiensten meer bevoegdheden te geven wat hun autonomie laat toenemen. Deze moet juist verkleind worden tot een niveau dat parlementaire controle erop vergemakkelijkt.

3) Veiligheid en burgerrechten (privacy) zijn niet in tegenstelling met elkaar, maar wel in continue onderlinge afweging. In Nederland zijn beide aspecten nu vertegenwoordigd in het ministerie van Veiligheid en Justitie, maar dat is ongewenst omdat er dan geen twee partijen zijn voor een gelijkwaardige afweging. Daarom moet er weer een apart ministerie van Justitie komen. Veiligheid kan voortaan ondergebracht worden in een nieuw ministerie van Binnenlandse Veiligheid dat politie, territoriale verdediging van kwetsbare objecten (inclusief cyberoorlog en digitale verdediging) en de veiligheidsdienst AIVD omvat.

4) De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut, maar wordt uitsluitend beperkt door de wet. De wet is de enige neutrale plek waar burgers van de pluriforme samenleving elkaar kunnen verstaan. Uitingen van religies zoals in zogenaamde heilige geschriften dienen als fictie (literatuur) en niet als non-fictie (geschiedenis, ‘waargebeurd’) beoordeeld te worden. Want religie is een menselijke constructie totdat het tegendeel bewezen is. Een beroep op goede smaak en fatsoen bij het beoordelen van religiekritiek is individueel bepaald en daarom niet bruikbaar om mensen te verbinden. Een beroep op fatsoen en beschaving of het idee dat religie een uitzondering is die ontzien dient te worden compliceert en verduistert de toetsing aan de wet.

5) Een levendig publiek debat hoort bij een open samenleving die burgers niet op voorhand inperkt. Functie van alle vormen van maatschappelijke kritiek is dat het de vanzelfsprekendheid van de macht ter discussie stelt. Zodat een samenleving de tegenkrachten een kans geeft. Via onderwijs moet gezorgd worden dat alle maatschappelijke geledingen gekwalificeerd zijn om actief en op niveau aan dat debat bij te dragen. De monotheïstische wereldgodsdiensten met hun missie en marketing bezitten een grote politieke macht waarvan het vanwege het politieke evenwicht nodig is dat deze bevraagd wordt. De enige grond voor extra juridische bescherming is de kwetsbaarheid en zwakte van groeperingen om deel te nemen aan het publieke debat, zoals hoogbejaarden, geestelijk gehandicapten, laagopgeleiden, chronisch zieken en kinderen.

Slagveld Internet: digitale oorlogsvoering heeft de toekomst

Gisterenavond werd op het Duitse eerste net ARD in de reeks ‘Die Story im Ersten’ de reportage ‘Schlachtfeld Internet’ uitgezonden. Het stelt de vraag in hoeverre het internet nu al het nieuwe slagveld van de oorlog is. En internet het nieuwe wapen om anderen te treffen. Edward Snowden wordt geïnterviewd en dringt aan op bewustwording over deze nieuwe manier van oorlogvoeren. Ook ziekenhuizen en electriciteitscentrales kunnen in die oorlog afgesloten worden als gevolg van oorlogshandelingen door oorlogsvoerende partijen.

Onthullend is dat indringers in de digitale infrastructuur van een land niet in alle gevallen ‘vijanden’ zijn, maar vaak zogenaamde ‘vrienden’. Wat het er nog onoverzichtelijker op maakt wat die oorlog inhoudt. Snowden geeft het voorbeeld van Iran dat via Duitse infrastructuur de New Yorkse beurs aanviel. Omdat de Amerikanen aan een reactie in real time werken zou in de toekomst het Duitse netwerk platgelegd kunnen worden. Dat treft ziekenhuizen en electriciteitscentrales die water uit de kraan en stroom uit het stopcontact laten komen.

Nog onthullender door het uitblijven van een onthulling is de inbraak in 2013 door een buitenlandse veiligheidsdienst in het informatiesysteem van het Belgische Belgacom. Waarmee het netwerk van NAVO en EU kon worden bespioneerd. Mede aan de hand van zogenaamde NSA-documenten ligt de sterke verdenking bij het Britse GCHQ, volgens Der Spiegel in 2013. Maar anderhalf jaar later lijkt de zaak doodgebloed. Stilzwijgen. Een doofpot of komt werkelijk het bewijs niet rond? Politiek ondergraaft zelfs de verdenking tegen de Britten de eenheid binnen de EU. Want hoe kunnen de Britten de EU bespioneren waar ze zelf deel van uitmaken?

De reportage gaat in op de internetveiligheid van Duitsland. Volgens critici is Duitsland met een kwetsbare maakindustrie onvoldoende beveiligd tegen vriend en vijand. Van de ene kant vertrouwt Duitsland te veel op Amerikaanse bescherming -die tot een knellende omarming is geworden- en van de andere kant onderschat het de bedreiging door vijanden. Binnen twee jaar moet de veiligheid van de digitale infrastructuur op peil zijn zegt een Duitse minister, maar of dat geheel los is van de Amerikaanse inmenging blijft de vraag.

Dezelfde vragen gelden voor Nederland. Hoe beveiligt is het tegen aanvallen op de digitale infrastructuur door vriend en vijand? Hoe urgent acht de regering-Rutte deze veiligheid? Welk deltaprogramma en investeringen zet het op de rails om de digitale veiligheid van Nederland oorlogsbestendig te maken? Gaan straks onze ziekenhuizen, transportnetwerk en electriciteitscentrales op zwart door een gerichte cyberaanval van buiten of als onbedoeld neveneffect van zo’n daad die naar Nederland uitstraalt? De nieuwe oorlog brengt het dichtbij.

Telecombedrijf hielp massale Britse spionage. Bewustwording?

Gebaseerd op Snowden-documenten onderzoekt Channel 4 in samenwerking met WDR en Süddeutsche Zeitung hoe de Britse geheime dienst GCHQ en Britse telecombedrijven de afgelopen jaren samenwerkten  in het bespioneren van burgers. Door het aftappen van onderzeese kabels of verdeelstations waar die kabels samenkomen. Channel 4 geeft een samenvatting evenals Ryan Gallager voor The Intercept.

Toegenomen maatschappelijke bewustwording maakt dat spionage die enkele jaren geleden als wettelijk werd gezien niet langer als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Het is een moeizaam proces om gevestigde politici en ambtenaren tot inzicht en beleidsverandering te brengen. Zo lag aan het afluisteren van kanselier Merkel door de Britten waarschijnlijk een wettelijke machtiging ten grondslag. De vraag is niet alleen of massaal afluisteren of aftappen van data politiek verstandig of ethisch aanvaardbaar is -naast het capaciteitsprobleem waardoor massale spionage averechts kan werken- maar ook of het wettelijk is zo’n machtiging te geven.

Tekenend voor een ouderwetse manier van denken dat elk doel de massale, ongerichte spionage heiligt is het tegensputteren van de oud-chef van de GCHQ Sir David Osmand die uit een gesprek met Channel 4 en de Duitse parlementariër Konstantin von Notz loopt omdat-ie zijn trein zou moeten halen. Zonder het besef dat-ie de trein allang gemist heeft bij een veranderd denken over privacy en spionage dat de prioriteiten heeft gewijzigd in het voordeel van de burgerrechten. Paul Mason legt het voor Channel 4 overtuigend uit.

Pleidooi voor nieuw politiek machtsevenwicht. Via de flanken

Ralph Nader is duidelijk. De links-rechts tegenstelling over sociale kwesties wordt vanuit een verdeel en heers tactiek door het bedrijfsleven aangewakkerd. Zodat politieke partijen niet samen een front trekken tegen dat bedrijfsleven. Het te boven komen van die tegenstelling is een recente ontwikkeling. Het zijn rebellen van progressief links en libertarisch rechts tegenover het establishment. Hun meningsverschillen zetten ze per onderwerp voor een hoger doel opzij om een gelegenheidscoalitie te smeden. Als passing ships in the night.

In een hoefijzermodel raken conservatieven en progressieven elkaar. Niet door het midden, maar over de flanken. In de VS waren het Julian Assange en Ron Paul die elkaar vonden. Of genoemde rebellen tegen het establishment van de politieke partijen. Zodat Amy Goodman van Democracy Now! en de conservatieve Glenn Beck van Fox ondanks zichzelf in hetzelfde kamp belandden. Voor even. Beslissend was dat hun afwijzing van president Obama met z’n inperking van privacy, de opbouw van de controlestaat en de vrije hand voor de veiligheidsindustrie, het bedrijfsleven en de bankensector groter was geworden dan hun onderlinge afkeer. In Nederland vinden SP en PVV elkaar soms op de flanken. Jagers trekken soms op met milieuactivisten.

Logica van politiek is het zoeken van macht door het maken van afspraken met partners. Per onderwerp of per kabinetsperiode. Nederland kent de middenpartijen VVD, PvdA, D66, CDA, CU en SGP die niet twijfelen aan het bestaande machtsevenwicht. Maatschappijcritici die een samenleving met andere machtsverhoudingen wensen hebben niks van deze partijen te verwachten. Namens de macht achter de schermen mogen ze op de winkel passen. De verandering moet over de flanken komen. Hoe lastig dat gaat toont de mislukte campagne van de SP voor de Tweede Kamer in 2012. Het is de sleutel voor het gegeven dat het establishment met inzet van de gevestigde media actief het machtsevenwicht bewaakt. SP, PVV, Piratenpartij, Libertarische partij, vrijzinnige D66’ers en conservatieve VVD’ers weten wat hun taak is. En wel elkaar opzoeken via de flanken en de sociale kwesties tijdelijk bevriezen om een ander stelsel van afspraken naar het centrum van de politiek te brengen.

JAGUAR4

Foto: Maurice Tillieux en Gos, (uit: stripreeks Gil Jourdan /Guus Slim) Trois Detectives, 1987.

Snowden beantwoordt vragen die de journalistiek laat liggen

es

Het is vaker opgemerkt, de onthullingen van Edward Snowden is niet alleen een verhaal over de nationale veiligheid en de burgerrechten, maar steeds meer over de journalistiek. In die zin dat de Amerikaanse gevestigde media er gekleurd verslag van doen. Zo zag Snowden zich genoodzaakt om in The New Yorker een weerwoord te bieden aan de Republikeinse voorzitter van de House Intelligence Committee Mike Rogers die hem ervan beschuldigde met de Russen te hebben samengewerkt. Terwijl de feiten overduidelijk de andere kant op wijzen. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken trok eenzijdig Snowdens paspoort in toen-ie in Moskou was wachtend op een vlucht naar Havana. De VS leverden hem zo feitelijk over aan de Russen. Er zijn tot nu toe geen feiten boven water gekomen die de beschuldigingen van Rogers staven.

Edward Snowden is niet eens verbaasd over de laster van types als Mike Rogers of afgevaardigde Peter King. Hij verbaast zich wel over de media uitingen die verklaringen brengen waarvan die sprekers zelf toegeven dat ze pure speculatie zijn. (‘It’s that outlets report statements that the speakers themselves admit are sheet speculation‘). Zo nam De Volkskrant in een nieuwsartikel onder de kop ‘Rusland hielp Snowden bij onthullingen‘ afgelopen zondagavond zonder enige context de speculaties van Rogers over. Waarom treedt De Volkskrant als waterdrager op voor een conservatief als Rogers en nuanceert het in hetzelfde artikel zijn laster niet? Wat is dat voor journalistiek die op speculaties drijft en niet meer uitgaat van de feiten? Tegen zo’n overmacht van gekleurde media moet Snowden vechten om gehoord te worden. De gevestigde media in de VS zijn kwaadwillend en in een land als Nederland onbenullig. Zoals dat stuk in De Volkskrant akelig aantoont.

Omdat de gevestigde media hun taak om het publiek objectief te informeren grotendeels laten liggen, moeten onderzoeksjournalisten zelf hun publiciteit verzorgen. Glenn Greenwald trad afgelopen vrijdag na de toespraak van president Obama over de NSA op in programma’s om tegenwicht aan hem en z’n waterdragers te bieden. Nieuwsorganisatie First Look Media van Pierre Omidyar waaraan Greenwald meewerkt komt eraan. Het zegt het anders dan de andere nieuwsorganisaties te gaan doen. Opener te zijn en kritischer op de macht.

Edward Snowden trad vorige week toe tot het bestuur van de Freedom of the Press Foundation dat ijvert voor journalistiek die het algemeen belang dient. Snowden moet ook aan de bak in de slag om de publiciteit. Hij beantwoordt morgen vragen op z’n officiële steunpagina Freesnowden.is. Vragen kunnen gesteld worden via Twitter op #AskSnowden en de antwoorden verschijnen op http://www.freesnowden.is/asksnowden.

Foto: Schermafbeelding van steunsite voor Edward Snowden ‘Free Snowden‘, 22 januari 2014.

Greenwald beantwoordt aanval MSNBC met tegenaanval

Glenn Greenwald verenigt drie rollen in zich. Als onderzoeksjournalist werkte hij de afgelopen 6 maanden in The Guardian en talloze internationale nieuwsmedia als initiator en poortwachter van de Edward Snowden-documenten mee aan stukken die de spionagepraktijken van vooral de NSA en de Britse GCHQ ter discussie stelden. En in Engelstalige en Braziliaanse media opereert Greenwald als een geharnaste woordvoerder voor het pro-Snowden kamp. Elke aanval weet-ie te pareren en succesvol om te buigen in een tegenaanval. Hij is de schaker die zijn gesprekspartners telkens drie zetten vooruit is. Als moreel baken en burgerrechtenactivist herinnert Glenn Greenwald de ander eraan hoe ze door een andere keuze hun betere ‘ik’ hadden kunnen zijn.

Die vermenging van rollen roept irritatie op en lokt tegenstanders vaak uit hun tent. Deze drie rollen vallen in bovenstaand fragment prachtig samen. Kristen Welker van het linksige MSNBC redeneert zo strikt vanuit het perspectief en het belang van president Obama -en niet uit dat van de burgers of dat van de grondwet- dat ze het in het gesprek niet eens kan verbergen. Greenwald gaat op z’n bekende wijze frontaal in de tegenaanval als Welker persoonlijk wordt en hem indirect verwijt een woordvoerder van Snowden te zijn. Hij riposteert door te zeggen dat journalisten dat in openheid mogen zijn als ze daar eerlijk over zijn. Want MSNBC neemt het altijd op voor Obama en de Democratische partij. Wat een feit is en het pro-Snowden kamp enorm stoort.

Zoals bijna altijd bij dit soort discussies in Amerikaanse media verschuift zo het debat naar de dubieuze rol van de Amerikaanse journalistiek. Die volgens critici als Greenwald -maar ook conservatieve en progressieve, niet partijgebonden journalisten- te braaf, te kritiekloos en te ondergeschikt aan de zittende politieke macht is. Kristen Welker toont dit aan en bereikt daarmee het omgekeerde van wat ze wilde: Obama verdedigen.