Arrestatie uit 2016 van FSB-kolonel Mikhailov direct gerelateerd aan Russische inmenging in Amerikaanse presidentsverkiezingen

Rachel Maddow besteedt aandacht aan de arrestatie van FSB-kolonel Sergei Mikhailov op 5 december 2016. Hij werd een jaar geleden gearresteeerd samen met drie vermeende handlangers: zijn assistent Dmitri Dokuchayev, voormalige medewerker Ruslan Stoyanov van het Russische softwarebedrijf Kaspersky Lab en internetondernemer Georgi Fomchenkov. The Moscow Times geeft de details in een bericht van 5 december 2017. De arrestatie zou in verband staan met de hack van de Democratische partij (DNC) in 2016 door Russische hackers die gelieerd waren met twee concurrerende Russische inlichtingendiensten, respectievelijk de FSB en de GRU. De eerste hack zou ongemerkt zijn verlopen, maar die door de GRU zou slapende honden hebben wakker gemaakt. De vier verdachten worden al een jaar in geïsoleerde hechtenis gehouden.

De Russische inmenging bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 wordt doorgaans vanuit het Amerikaanse perspectief beredeneerd. Dat speelt dan op het niveau van wie deed wat, wie wist wanneer wat en wie communiceerde met wie. Er lopen onderzoeken van diverse commissies van het Congres en speciale aanklager Robert Mueller zit het Team Trump dicht op de hielen in het ontrafelen van wat voor, tijdens en na de campagne is gebeurd. Maar ook van het in kaart brengen van de obstructie vanuit Trumps Witte Huis om het onderzoek tegen te werken. Tegen de grondwet in. Met de arrestatie en detentie van Sergei Mikhailov is het perspectief omgedraaid en wordt de vraag geactualiseerd over de details van de Russische betrokkenheid.

Rachel Maddow refereert aan een artikel van de Russischtalige The Bell, een website die wordt geleid door Liza Osetinskaya. Het is onduidelijk door wie het wordt gefinancierd. De aanvraag voor toezending van een nieuwsbrief toont een adres in Berkeley, California. Maddow beweert in navolging van The Bell dat de vier mannen werden gearresteerd omdat ‘zij de Russische bronnen waren die Amerikaanse inlichtingendiensten vorig jaar aan bewijsmateriaal hielpen’ bij het aantonen van de Russische betrokkenheid bij de hack van de DNC. The Bell concludeerde dat uit gesprekken met mensen uit de omgeving van de vier gearresteerden. Een artikel van The New York Times van 25 januari 2017 oppert de mogelijkheid dat de arrestaties moesten verhinderen dat er nog langer informatie uit de Russische Federatie kwam over de Russische hack van de DNC.

Maar onweerlegbaar bewijs wordt niet gegeven. Niet door de journalistiek en al helemaal niet door landen die elkaar beloeren en in de gaten houden. Dat is precies het probleem bij het vaststellen van dit soort operaties die zich afspelen in de sfeer van de inlichtingendiensten. Landen willen hun informatiepositie en werkwijze niet verraden en komen niet altijd met de meest directe bewijzen naar buiten. Rapporten, zoals dat van 6 januari 2017 van het bedrijf CrowdStrike in opdracht van de Amerikaanse DNI, spelen een rol in het publieke debat met een gekuiste publieksversie waaruit de meest gevoelige en meest expliciete informatie verwijderd is. Het publieke en openbare politieke debat moet het vervolgens doen met ondersteunend, indirect bewijs. Vermoedens, waarschijnlijkheden, aannames, oordelen en de samenhang van gebeurtenissen die zo specifiek en uniek is dat die met een bepaalde logica en doelstelling uitsluitend tot een specifieke bron te herleiden is.

Rachel Maddow stelt zich twee vragen over de arrestatie van Sergei Mikhailov. Als het Kremlin zoals het steevast beweert niets met de inmenging in de Amerikaanse verkiezingen te maken zou hebben, waarom sluit het dan een FSB-kolonel op die de Amerikaanse inlichtingendiensten informatie had gegeven over de aanval van de Russische Federatie op de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016? Mikhailovs arrestatie is de rook en de Russische inmenging in de Amerikaanse verkiezingen het vuur. De arrestatie is er de bevestiging van dat de informatie die Mikhailov aan de Amerikanen heeft gegeven juist was. Zonder dat we de details te weten komen. En Maddow vraagt zich af waarom het Kremlin wil dat deze informatie nu naar buiten komt. Wat is het belang van de Russische regering om nu informatie ‘door te laten’ waaruit blijkt dat het Trump heeft geholpen de verkiezingen te winnen? Het antwoord ligt voor de hand. Het verder vergroten van de chaos en verdeeldheid in Washington en het verder ondermijnen van de legitimiteit van Trumps presidentschap.

Opstelten beantwoordt kamervragen over MH17. En zit ernaast

car1

Update 5 april 2015: Steeds duidelijker wordt wat de Nederlandse regering wist in de drie dagen voor de ramp met de MH17, en steeds minder duidelijk wordt waarom de regering luchtvaartmaatschappijen en kamer niet volledig heeft geïnformeerd. Den Haag wist van een briefing door de Oekraïense regering op 14 juli 2014 dat Russische luchtdoelraketten van het Russische leger een bedreiging vormden voor de burgerluchtvaart boven Oost-Oekraïne. Waarom is die informatie niet gedeeld met de kamer? In juli 2014 niet, in februari 2015 niet en nu niet. Waarom laadt de regering-Rutte de verdenking op zich iets te verbergen? En wat is dat dan? 

De ministers Opstelten, Koenders en Plasschaert en staatssecretaris Mansveld beantwoordden gisteren de op 3 februari gestelde kamervragen van Sjoerd Sjoerdsma (D66) en Pieter Omtzigt (CDA) over de MH17. Het draait om de vraag of de Nederlandse regering KLM had moeten waarschuwen over de veiligheidssituatie boven Oost-Oekraïne. Drie dagen voordat de MH17 werd neergeschoten schoten separatisten en/of Russen een Oekraïens militair Antonov toestel op 6,5 kilometer hoogte neer. Opzienbarend nieuws in de  media. Oppositiepartijen verwijten de regering geen duidelijkheid te geven over haar informatiepositie van dat moment en over een briefing door de Oekraïense regering naar aanleiding van het neerhalen van de Antonov.

In vraag 17 zegt verantwoordelijk minister Opstelten er niet mee bekend te zijn dat andere landen hun luchtvaartmaatschappijen een waarschuwing hadden gegeven met betrekking tot de gevaren in het luchtruim van Oost-Oekraïne. Onderstaand citaat uit de WSJ van 23 juli 2014 zegt dat twee Koreaanse luchtvaartmaatschappijen Korean Airlines en Asiana Airlines al voor de ramp met de MH17 op 17 juli 2014 het luchtruim van Oost-Oekraïne sinds begin maart 2014 meden. Ze hadden uit hun eigen risico-analyse geconcludeerd dat de situatie boven Oost-Oekraïene niet veilig was.

car3

Waren ze gewaarschuwd door hun eigen regering of hadden beide Koreaanse luchtvaartmaatschappijen deze afweging zonder informatie van de Zuid-Koreaanse regering gemaakt? De WSJ citeert in hetzelfde artikel een ambtenaar van het Koreaanse ministerie van Transport die zegt dat de Koreaanse luchtvaartautoriteit de waarschuwingen over conflictgebieden die het krijgt van andere landen standaard doorgeeft aan de eigen luchtvaartmaatschappijen. Ze kunnen dan zelf beslissen wat ze ermee doen, zoals het wijzigen van de routes.

car4

Dit betekent dat de Zuid-Koreaanse regering via de Koreaanse luchtvaartautoriteit de twee Koreaanse luchtvaartmaatschappijen Korean Airlines en Asiana Airlines de waarschuwingen van de Oekraïense luchtvaartautoriteit heeft doorgegeven. Dit is strijdig met het antwoord van vraag 17 van minister Opstelten dat ‘andere landen geen waarschuwing gegeven hebben met betrekking tot gevaren over de veiligheid van het luchtruim van Oost-Oekraïne‘ omdat dit onjuist is en tevens goed toegankelijke informatie waar de minister mee bekend had kunnen zijn. Deze onwaarheid geeft te denken over de kwaliteit van de antwoorden.

Foto 1: Schermafbeelding van kamervraag 17 van de leden Sjoerdsma en Omtzigt over de Nederlandse informatiepositie in aanloop naar de MH-17 ramp, plus antwoord van de regering. 10 februari 2015.

Foto 2 en 3: Schermafbeeldingen van passages uit artikel ‘Before MH17 Crash, Korean Airlines Were Avoiding Ukraine’ van de WSJ, 23 juli 2014.

Snowden laakt volgzame houding AIVD en MIVD ‘op werkniveau’

Minister Ronald Plasterk die verantwoordelijk is voor de AIVD reageerde vandaag ontkennend op aantijgingen van Edward Snowden dat Nederlandse inlichtingendiensten ondergeschikt zijn aan de Amerikaanse NSA. Voor Nieuwsuur sprak Eelco Bosch van Rosenthal en Huib Modderkolk voor De Volkskrant met Snowden in Moskou.

Plasterk ontwijkt een antwoord door erop te wijzen dat Nederlandse diensten zich aan de Nederlandse  wet houden. Maar dat gaat voorbij aan de mogelijkheid dat de diensten binnen de wet functioneren -of de wet maximaal oneigenlijk opgerekt wordt uit het zicht van toezicht en controle- en ondergeschikt zijn aan de VS. De vraag of Nederlandse diensten het schoothondje zijn van de VS is ongelukkig. Vragen of de diensten ‘ondergeschikt’ zijn aan de VS, ‘geen eigen beleid hebben’ en ‘uitermate volgzaam’ zijn worden niet gesteld.

Op Snowdens uitspraken kwam kritiek. Mede ingegeven door nationale trots. Zo meent inlichtingenexpert Constant Hijzen volgens Argos dat Snowden kwaliteiten van Nederlandse inlichtingendiensten over het hoofd ziet. Zoals het analytisch vermogen of de inzet aan tolken. Maar dat is niet wat Snowden ontkent. Hijzens kritiek komt voort uit het verkeerd begrijpen van wat Snowden zegt en hoe hij zijn kritiek inperkt. Snowden  heeft het over het werkniveau –the working level– waarmee hij bedoelt het technisch afluisteren via de infrastructuur en de toegang die de Nederlandse inlichtingendiensten de Amerikanen geven tot kabels, satellieten en knooppunten. De journalisten van Nieuwsuur en De Volkskrant hadden deze misverstanden kunnen helpen voorkomen door de woorden van Snowden beter toe te lichten en van een context te voorzien.

Snowden suggereert kamerleden om bij de wetsbehandeling over de verruiming van de bevoegdheden van de diensten het kabinet de volgende vraag te stellen: ‘Hebben de AIVD en de MIVD in enige vorm samengewerkt met de NSA over welke bevoegdheden ze moeten aanvragen en hoe ze te gebruiken en of ze van plan of bereid zijn om de producten van het nieuwe afluistersysteem met de NSA en andere geheime diensten te delen’. Hijzen vindt dit een goede suggestie: ‘Want het wetsvoorstel gaat straks in de Kamer komen, en dan ben ik wel voor een heel scherpe ondervraging en een goede toelichting van het kabinet. Want waar is deze maatregel eigenlijk goed voor? Dat hangt nog steeds een beetje boven de markt en wordt slechts in heel vage termen geduid. Waarom is het nodig dat de diensten ongericht communicatie via de kabel verzamelen? Het kan wat mij betreft niet zo zijn dat minister Plasterk alleen maar zegt: dat zijn de werkwijzen en daar zwijg ik verder over. Nee, hij zou scherp moeten gaan benoemen waar dit goed voor is.’ De Tweede Kamer is aan zet.

Terrorisme experts in media zijn minder onafhankelijk dan het lijkt

Wat is terrorisme en wie bepaalt dat? Wie vormen eigenlijk dat rondreizende circus van ‘terrorisme experts’ dat in de media een mening over terrorisme mag geven? Vormen of vervormen ze ons beeld van de wereld? Velen ervan lijken verre van onafhankelijk te zijn, zoals Glenn Greenwald en Lisa Stampnitzky voor ‘Democracy Now!’ met voorbeelden toelichten. Onder terrorisme verstaan de ‘onafhankelijke experts’ die op de loonlijst staan van media of bedrijven uitsluitend het geweld van moslims tegen Westerse doelen. Is het in Nederland beter gesteld met de ‘onafhankelijke terrorisme experts’ die in de media optreden? Het lijkt er niet op.

Nederland kent ‘terrorisme expert‘ Glenn Schoen die in de media optreedt en als ‘onafhankelijk expert‘ wordt gepresenteerd. Nog een week geleden werd hij in de uitzending van 7 januari in de talkshow Jinek als ‘terrorisme expert’ aangekondigd. Er is alleen een probleem. Schoen is geen ‘terrorisme expert‘ en mist de kwalificaties ervoor, maar is een vertegenwoordiger van de Amerikaanse beveiligingsfirma G4S die gewoon z’n eigen product verkoopt. Schoen redeneert vanuit het uitgangspunt: ‘Er is een dreiging, dus is er een dreiging’.

Prima als iemand eigenbelang heeft, maar de media moeten zo iemand dan niet als ‘onafhankelijk terrorisme expert‘ presenteren. Schoen is onafhankelijk noch expert. Buro Jansen & Janssen analyseerde in 2014 Schoens optreden in de media: ‘Waarom de beveiliger met alle egards wordt ontvangen, lijkt minder met zijn expertise te maken te hebben dan met zijn onkritische houding ten aanzien van de veiligheidsstaat. (..) Voor de journalistiek lijkt in principe hetzelfde uitgangspunt te gelden. Geweld en ellende verkopen nu eenmaal beter dan het verhaal dat de meerderheid van de Nederlanders elke dag zonder problemen zal doorkomen.

Dan zijn er nog andere ‘terrorisme experts‘ als Rob de Wijk, Edwin Bakker, Gilliam de Valk, Willemijn Aerdts, VVD-senator Frank van Kappen of ICT-expert Ronald Prins die masterclasses geven aan de European Security Academy. Wellicht door hun kwalificaties deskundiger dan Schoen, maar onafhankelijk zijn ze zeker niet. Over De Wijk schreef ik eerder: ‘De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden. Daartoe worden vijandbeelden gecreëerd om het belastinggeld te verantwoorden. Vanuit deze industrie worden door ‘deskundigen‘ in de publieke opinie breed analyses verspreid die als overeenkomst hebben dat ze de noodzaak voor het bestaan ervan ‘neutraal’ onderstrepen. Rob de Wijk maakt onderdeel uit van deze industrie. Het is zijn goed recht, maar het zou gewenst zijn als er voortaan een disclaimer bij z’n opinies verschijnt: ‘Beperkt houdbaar door eigenbelang‘..

eursec

Foto: Schermafbeelding van docenten voor de masterclass Protective Intelligence van de European Security Academy in Den Haag, 2014. Met Gilliam de Valk, Willemijn Aerdts, Glenn Schoen, Dick Oey, Frank van Kappen, Herman Mulder, Ronald Prins en Michael Stronck.

Obama is een zwakke leider die de wereld niets te bieden heeft

110Estonia Obama

Met Rob de Wijk ben ik het meestal niet eens. Over hem schreef ik in 2013: ‘De veiligheidsindustrie heeft als legitimatie de dreiging die door ‘wetenschappers‘ en ‘journalisten‘ in de lucht wordt gehouden. Daartoe worden vijandbeelden gecreëerd om het belastinggeld te verantwoorden. Vanuit deze industrie worden door ‘deskundigen‘ in de publieke opinie breed analyses verspreid die als overeenkomst hebben dat ze de noodzaak voor het bestaan ervan ‘neutraal’ onderstrepen. Rob de Wijk maakt onderdeel uit van deze industrie.’ De Wijk heeft een geloofwaardigheids- en identiteitsprobleem. Voor wie en namens wie praat hij?

Met een column in Trouw over president Obama revancheert Rob de Wijk zich enigszins. Waarbij opnieuw wereldbeelden, verwachtingen en projecties over de ander botsen. De Wijk verwijt Obama niet alleen geen groot strategisch denker te zijn, maar ook als een amateur politiek te bedrijven: ‘Obama’s tegenstanders zien hem als een zwakke leider die je risicoloos kunt testen. Obama uit zich soms meer als commentator dan als staatsman.’ Het verwijt dat Obama ook steeds meer in eigen land treft is dat-ie wel mooi kan praten, maar niet weet te handelen. Feitelijk is het presidentschap van Obama -door tegenstanders Bush III genoemd- een even grote ramp als dat van zijn voorganger George ‘W’ Bush. Waarbij Bush foute strategische keuzes maakte, maar nog enige consistentie had door te doen wat hij zei, terwijl Obama juist nooit doet wat hij zegt.

De rot zit diep in het Amerikaanse politieke systeem als welwillende amateurs als George Bush en Barack Obama president worden en de professionals aan de kant blijven staan. Terwijl president Bill Clinton nog een politicus in hart en nieren kon worden genoemd mist Obama de basisvaardigheden om diplomatie op hoog niveau te bedrijven, het tactisch besef om te scoren en het strategisch vermogen om een geïntegreerd buitenlands beleid te voeren. Obama is er met z’n kop niet bij en hij geeft de indruk alsof politiek hem geen zier interesseert. In de vorm excelleert hij. En daar stopt het. Ook Europa plukt daar de wrange vruchten van, zoals in Oekraïne waar Putin geen strobreed in de weg gelegd wordt in het schenden van de soevereiniteit van Oekraïne. De Wijk: ‘Even vreemd is Obama’s verklaring dat het Russische conflict met Oekraïne hem geen oorlog waard is. Dat mag zo zijn, maar les een van het handboek dwangdiplomatie is dat alle opties worden opengehouden. Als de militaire optie expliciet van tafel gaat, maakt dat de risico’s voor Poetins bemoeienis met Oekraïne redelijk beperkt, worden economische sancties ineffectief en wordt de kans op escalatie groter.’

Foto: Een houten Matroesjka-pop in Estland voor 29 euro te koop met Putin, Obama, Bush en tweemaal Stalin, 2 september, 2014. Credits: Mindaugas Kulbis/AP Photo.