Christelijke noodgreep van Dolf te Velde: god uit de machine

Schermafbeelding van lemma deus ex machina in het Algemeen letterkundig lexicon. Geraadpleegd via DBNL (KB, nationale bibliotheek). 

Het begrip deus ex machina, ofwel god uit de machine staat in de moderne dramaturgie niet gunstig bekend. Het wordt gezien als een noodgreep. Zoals bovenstaande uitleg zegt geeft het een slot aan een toneelstuk dat niet voorbereid is en uit het voorafgaande volgt. De oplossing komt letterlijk en figuurlijk uit de lucht vallen. Dat wordt dramaturgisch als zwak beschouwd. De ontknoping is niet geïntegreerd in het stuk, maar een soort vreemd lichaam. Het Fremdkörper landt niet echt, maar zet met overdonderend effect een punt. Vaak ook nog eens moralistisch.

Theoloog Dolf te Velde besluit zijn columnDe Oekraïneoorlog laat zien dat het kwaad niet uit te bannen is. Er is meer nodig‘ van 13 juni 2023 in het ND ook met zo’n noodgreep. Ineens worden Christus en het christendom er aan de haren bijgesleept. Dat staat los van het voorafgaande betoog dat voortmeandert door traditioneel laagland. Het is nog erger: de deus ex machina van Te Velde staat haaks op het voorafgaande in zijn betoog.

Schermafbeelding van deel opinieDe Oekraïneoorlog laat zien dat het kwaad niet uit te bannen is. Er is meer nodig‘ van Dolf te Velde in het ND, 13 juni 2023.

Te Velde zet in zijn column twee misstappen. Hij laat Christus die een nieuwe wereld zou brengen als noodgreep uit de lucht vallen. Bovenstaande twee slotalinea’s zijn wezensvreemd aan de rest van zijn betoog geplakt.

Verder noemt hij op geen enkele wijze de belangrijke rol van religie in de huidige Russisch-Oekraïense oorlog. Een commentator die spreekt over deze oorlog, het kwaad en Christus, en de Russische patriarch en ex-KGB’er Kirill niet noemt kan niet serieus genomen worden. Het Kremlin vermengt bewust nationalisme en militarisme met het orthodoxe christendom om de bevolking voor zich te winnen of onderhorig te houden. Wreedheid en vernieling wordt door het Russische christendom aangemoedigd en gelegitimeerd.

Te Velde zorgt voor verwarring door realisme en wensdenken te vermengen. In zijn protestante ‘eigen kring’ zal de tweedeling niet opvallen. Christus wordt er hoe dan aan de haren bijgesleept om iets te beloven, te geloven, te verbieden of op te eisen. De column van Te Velde kent de logica van het voetbalcommentaar: de bal is rond en uit welke oorzaak dan ook volgt altijd dezelfde conclusie: Christus is de oplossing om het kwaad uit te bannen en vrede en recht te brengen. Je zou bijna zeggen: ‘Droom lekker verder, Te Velde‘.

Ook op filosofisch niveau is Te Velde’s column een voorbeeld van een deus ex machina. Dat blijkt uit de laatste zin in de kop: ‘Er is meer nodig‘. De suggestie van Te Velde dat dat ‘meer nodige’ het christendom is dat beschaving en moraal biedt om de boel een beetje in toom te houden staat haaks op de wereldgeschiedenis. Christenen hebben 20 eeuwen de tijd gehad voor een nieuwe wereld en zijn daar niet in geslaagd. Geen wonder, want dat is een zware, onmogelijke taak. Waarom zou in 2023 ineens lukken wat in 20 eeuwen daarvoor niet is gelukt?

De claim van Te Velde is pretentieus en staat haaks op de realiteit die hij daarachter laat verdwijnen. Te Velde verkeert in hogere sferen, maar meent met zijn door Christus doordesemde geesteshouding een beschrijving van de werkelijkheid te kunnen geven. Daarin slaagt hij niet.

Voor volk en vaderland. Zo wordt gezegd

Wat is erger voor de geloofwaardigheid van Nederland? Onder het motto ‘niets bijzonders aan de hand’ vriendschappelijk omgaan met leiders van foute landen of net doen alsof het geen foute landen zijn? Het eerste getuigt van cynisme en het laatste van leugenachtigheid.

Het beste is uiteraard om direct betrokkenen van leden van verkeerde  Argentijnse regeringen niet toe te laten tot het Nederlandse koningshuis, geen gezellige biertjes te drinken met dictators of handel te drijven met landen waar de mensenrechten in erge mate worden geschonden.

Maar da’s utopisch denken. Om het kwaad in harmonie te brengen met onszelf ontkennen we gewoon dat het kwaad bestaat. Zodat we er niet eens tegen op hoeven te treden. Voor de symboliek wordt af en toe afgesproken om het allerergste aan te pakken. Win-win-win, dus? En wees nou eerlijk, er is geen beginnen aan. Volk en vaderland willen geen gedoe.

Hoe onderscheiden we complexe wereld en ons beeld ervan?

roomed-livian-623x350

De mensen die zich terugtrekken in hun eigen reservaat (dorp, straat, huis, familie, school, vriendenkring, werk, hobby) hebben gelijk. Want de wereld is niet meer te volgen. Niet dat er meer onrecht is dan voorheen. Dat lijkt maar zo omdat we er dicht met ons neus bovenop zitten en daardoor alles door de nieuwe media extra hard aankomt. Als het niet het onrecht zelf of de media zijn die het verschil maken, wat is het dan wel?

Ik weet het niet exact, en sla er een slag naar. Het is een combinatie van de schimmige grens tussen goed en kwaad en de onoverzichtelijke veelheid aan conflicten, geschillen en wrijvingen die ons zo onzeker maakt.

Om te beginnen schort het aan identificatie. De wereld is soms als het kijken naar een korfbalwedstrijd tussen Bhutan en Nepal. We kunnen ons met geen enkele betrokkene vereenzelvigen. Daarnaast loopt alles door elkaar heen wat oorzaken betreft. De dader in conflict A kan slachtoffer in conflict B of bemiddelaar in conflict C zijn. Zodat het absolute kwaad niet meer bestaat. Ons wordt de makkelijke maatstaf uit handen geslagen. Hoe kunnen we dat allemaal nog met elkaar vergelijken om tot een eindoordeel te komen? Maar om de wereld te begrijpen moeten we het algemene uit de toevalligheden afleiden. Ons onderscheid is de bezwering ervan.

Verklaren de veelheid aan impulsen, de nieuwe media en de onoverzichtelijkheid die niet op een morele kaart past waarom wij mensen telkens op zoek gaan naar het absolute kwaad omdat ons dat wel een identificatie geeft? Zodat we ons morele kompas weer kunnen resetten en weten waar we ons bevinden. Zoals het zich nu lijkt voort te doen bij ISIS in Syrië en Irak. De hoofdenafhakkers die zeggen namens een religie te handelen.

Conclusie van zo’n overpeinzing is niet dat de wereld in grote problemen verkeert, maar wel onze voorstelling van die wereld. Wat kunnen we nog geloven? Waar stoppen we met theoretiseren, beginnen met relativeren en laten een oordeel toe? Hoe moeten we gebroken serviezen vergelijken waarvan geen enkel nog heel is? Is de scherf van het gebaksschaaltje van de NAVO erger dan de barst in het kopje van Rusland of het ontbrekende eierdopje van Nederland? De mensen die proberen de wereld te volgen hebben meer ambitie dan mensen die dat opgegeven hebben. Hoewel ze allebei gelijk hebben in het verbeiden van de tijd die mensen gegeven is.

le-voyage-extraordinaire

Foto 1: Livia Marin, Nomad Patterns, 2012. Keramiek, kunststof, gips, transfer print.

Foto 2: Georges Méliès en Georges Méliès in ‘Le Voyage extraordinaire’, 2011 van Serge Bromberg en Eric Lange