Gedachte bij foto ‘Een onderwijzeres van de meisjesvervolgschool te Seroei (Japen) van de Evangelisch Christelijke Kerk, vertelt een sprookje’ (1958)

Een onderwijzeres van de meisjesvervolgschool te Seroei (Japen) van de Evangelisch Christelijke Kerk, vertelt een sprookje, mei 1958. Nieuw-Guinea. Collectie: Nationaal Archief.

Nederland heeft geen goede beurt gemaakt in Nieuw-Guinea. In het begin van de jaren 1960 heeft het onder internationale druk en door Indonesische inmenging de papoea’s in de steek gelaten. Ondanks beloften dat ze over hun toekomst zouden kunnen beslissen en Nederland daarbij zou helpen. De inlijving bij de Republiek Indonesië was niet logisch omdat Nieuw-Guinea geen deel van de Indonesische archipel is, maar van Melanesië.

De titel van de foto is ongewild komisch en tragisch. Dat behoeft eigenlijk geen commentaar: ‘Een onderwijzeres van de meisjesvervolgschool te Seroei (Japen) van de Evangelisch Christelijke Kerk, vertelt een sprookje’. Dat is vier jaar voor de onafhankelijkheid toen Nederland met de staart tussen de benen het gebied verliet.

Het is gissen welk sprookje de onderwijzers aan haar leerlingen vertelt. Deze foto van de Nederlandse overheidsvoorlichting (‘Kantoor voor Voorlichting en Radio Omroep Nieuw-Guinea’) suggereert eenheid tussen bevolking en kolonisator. Maar dat beeld hield niet lang stand. Het was allemaal een verzinsel. Inderdaad, een sprookje. Nederland was niet opgewassen tegen de werkelijkheid.

Structuur van een artikel over kunst en koffie in een huis-aan-huisblad

kk

De Russische structuralist Vladimir Propp (1895-1970) onderzocht sprookjes en kwam tot de conclusie dat ze ‘te ontbinden zijn in een aantal vaste elementen. De sprookjes volgen allemaal één grondpatroon, dat men kan uitdrukken in 31 “morfemen” of „functies”, aldus Wikipedia.’ De mythe van het sprookje ontmaskerd. Of positiever gezegd: begrepen. Ik moest daaraan denken bij bovenstaand bericht in het Nieuwe Stadsblad.

Wat zijn vaste elementen van een artikel over kunst in een huis-aan-huisbladen van de middelgrote gemeente Schiedam? Uit welke bouwstenen is het opgebouwd en wat wil het ons vertellen? De toon is welwillend. Er wordt een positief beeld gegeven van het Kunst Caffè in het centrum van Schiedam. Het verband van kunst met het genotmiddel koffie wordt gelegd. Een psycho-actieve stof om ons beter te voelen. De associatie van het genot van koffie straalt op de kunst af. Een kunstenaar is actief bezig met een zelfportret, maar hij is niet te beroerd om ons van een tosti of koffie te voorzien. De kunstenaar is dienend. De klanten beseffen dat en vinden de weg naar de ‘ruimte vol kunst, koffie en ateliers’. Opnieuw wordt benadrukt dat hier gewerkt wordt door te verwijzen naar de ruimte die vol werkplaatsen is. Hier wordt niet geluiwammest, maar gewerkt.

De manier om een kunstenaar te ‘plaatsen’ is door te verwijzen naar de opleiding, een kunstenaarsinitiatief, een prestigieuze tentoonstelling in een gerenommeerd museum of de verkoop voor veel geld van een werk. De opleiding aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam geeft aan dat het hier om een professionele kunstenaar gaat. Beide kunstenaars zijn niet van de straat. Maar uiteraard wel van het atelier en de koffiehoek.

Dat de kunstenaar opmerkt dat kunst veel meer is dan wat in het museum te vinden is suggereert dat zijn kunst niet in het museum is te vinden. Met de lokale architect is een stichting opgericht die dient als platform. Een podium, uitbouw en toneel in de stad. Dat er verbindingen met ondernemers en culturele instellingen in Schiedam worden gezocht is de bouwsteen die dwingend uit het voorafgaande volgt. Evenals de aanbeveling van ‘twee dames die een dagje Schiedam doen’ dat ze het een leuke tent vinden. Ze vragen zelfs om meer kunstenaars in de stad. Vanzelfsprekend met een lekkere kop koffie erbij. Het maakt het verhaal rond.

Foto: Schermafbeelding van artikel ‘Kunst en koffie: smaakvolle combi’ in het Nieuwe Stadsblad, 24 maart 2016.

Zero Dark Thirty verheerlijkt marteling in de jacht op Osama

Update 7 mei 2013: Gawker toont aan dat de CIA invloed had op het eindresultaat. Het wist scènes gewijzigd of verwijderd te krijgen. In de Nederlandse filmpers werd de film positief ontvangen. Nrc.next noemde de film zelfs ‘razendknappe geschiedschrijving‘. Dat geeft te denken over het niveau van de Nederlandse filmpers. 

Zero Dark Thirty is een film van Kathryn Bigalow. Een thriller over de jacht op Osama bin Laden die dicht tegen de werkelijkheid aanleunt. Met de slogan: ‘The Biggest Manhunt in History‘. Vanaf 24 januari 2013 in de Nederlandse bioscopen, uitgebracht door A-Film. In de VS ontstond over de film al controverse toen bleek dat de filmmakers nauw met het Pentagon en de CIA samenwerkten. De paradox was dat daartoe geheime informatie aan schrijver Mark Boal en Katryn Bigalow werd gegeven door de regering-Obama waarvoor klokkenluiders doorgaans door de overheid worden vervolgd. Critici spraken toen al over propaganda.

Zonder die gezien te hebben bekritiseert Glenn Greenwald in The Guardian de film. Kern van zijn kritiek is dat het marteling verheerlijkt omdat valselijk wordt geclaimd ‘dat waterboarding en andere vormen van ondervragingstactieken onder dwang’ cruciaal waren voor het vinden van Osama. Een idee uit de hoge hoed van voormalig vice-president Dick Cheney dat nooit aangetoond is. De voortgang die Zero Dark Thirty in de lucht houdt is gebouwd op een verzinsel. De film fabriceert de leugen die in werkelijkheid niet werkte. Ook blijven bezwaren van CIA-medewerkers tegen de immorele en contra-productieve martelingen ongenoemd.

Maar een film is een artistiek product met een eigen logica en vormtaal dat leent uit de werkelijkheid. Dramatisering via hoofdpersonages dient om een filmwerkelijkheud te bouwen en door identificatie de toeschouwer in het verhaal te trekken. Daarom snijdt de kritiek dat een film iets verheerlijkt of juist aanvalt pas hout als de relatie met de werkelijkheid als uitgangspunt wordt genomen. Bij The Hobbit of Star Trek gebeurt dat niet. Bij Zero Dark Thirty dient dat evenmin te gebeuren. Het vertelt een hedendaags sprookje dat de werkelijkheid verzint. Het verschil tussen de twee trailers is opvallend. De bovenste kiest voor de fabel en de onderste voor de werkelijkheid. De laatste ontmoet kritiek omdat het de schijn van echt verkoopt.