Smits Alvarez maakt in Spanje eind aan leven

ponte

Volgens een bericht in de regionale Noord-Spaanse krant La Voz de Galicia heeft Ramón Smits Alvarez zelfmoord gepleegd. Gisteren is aan het eind van de middag zijn lichaam gevonden te Ponte Ulla in de gemeente Vedra. Iets na 17.00 uur belde hij nog met zijn vrouw in Amersfoort om haar te waarschuwen dat-ie zich van het leven ging beroven. Ook belde hij de Guardia Civil om de locatie door te geven. Onmiddellijk ging er een patrouille naar de bewuste plek. Ze zagen hem nog op een brug maar konden niet voorkomen dat-ie er van afsprong. Het lichaam werd om 19.15  uur gevonden door brandweermannen en leden van andere diensten die een zoektocht waren gestart. Voor dit tragisch voorval had de moeder van Smits Alvarez contact opgenomen met de uitgever van La Voz de Galicia in Carballo om aan te geven dat haar zoon van een brug in de buurt van Santiago zou gaan springen. Maar zonder te specificeren welke.

Het is nog steeds gissen naar de reden voor de daad van dit veelbelovende Amersfoortse PvdA-raadslid. Zonder dat dat in de partij of de raad geweten werd zou Ramón Smits Alvarez zakelijke problemen hebben gehad. Bijvoorbeeld niet bij zorgverzekeraar Agis werken zoals-ie tegen zijn omgeving vertelde. Ook wordt erover gespeculeerd dat-ie naar de pers vertrouwelijke informatie had gelekt uit een functioneringsgesprek van de Amersfoortse burgemeester Bolsius van eind december 2012. De uiteindelijke reden blijft onduidelijk.

Ik kende Ramón nauwelijks en veel slechter dan anderen, maar had enkele malen telefonische gesprekken met hem over een politieke kwestie die in Amersfoort speelde. Uit de gesprekken kwam-ie op me over als  een schrander, doortastend en energiek mens.  Triest dat het niet anders mocht eindigen. Partijleden en anderen uit de Amersfoortse politiek, maar vooral z’n familie zullen zich deze bijzondere persoon altijd herinneren.

Foto: Rio Ulla in Ponte Ulla te Vedra, provincie A Coruña, 2011. Credits: Jose Luis Cernadas Iglesias.

Verhuizing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd in 10 raadsels

Het ontbreken van een solide financieel plan lijkt nog het enige beletsel voor een nieuw op te richten Museum Oud-Amelisweerd. Het geeft de voorstanders tot dan toe een objectief feit in handen om een slecht onderbouwd project alsnog af te blazen. Tegenstanders die zich zorgen maken over het draagvlak van de cultuur zullen opgelucht adem halen dat een slecht beredeneerd project de cultuurhaters geen extra munitie geeft. Voorstanders hebben een zware verantwoordelijkheid die breder is dan bezuinigingen en politiek.

Tragiek van de voorgenomen verhuizing van het Armando Museum naar het Bunnikse rijksmonument Oud-Amelisweerd is dat inhoudelijke overwegingen niet voorop staan. ‘Geef ons een kans‘ is het argument van de directeur van het Armando Museum Bureau. Waarom die kans gegeven moet worden blijft onduidelijk. Iedereen wil wel zo’n kans hebben. De noodzaak van de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd is nooit aangetoond. Logisch omdat het om meerdere redenen niet voor de hand ligt.

Raadsel 1. Zo is het landhuis oorspronkelijk gebouwd als zomerverblijf. In de zomer heerlijk koel, maar in de winter ijskoud. Een binnentemperatuur van 8 graden lijkt volgens onderzoek van de TU Eindhoven haalbaar. Toch is de vuistregel van conservation heating van monumentale panden dat de binnentemperatuur nooit meer dan 5 graden boven de buitentemperatuur kan worden gebracht. Een winter telt gemiddeld meer dan 50 vorstdagen. Het landhuis werd sinds 1990 beheerd door het Centraal Museum. Activiteiten werden doorgaans niet in de winter gehouden. Openstelling gedurende het hele jaar ligt dan ook niet voor de hand.

Raadsel 2. Oud-Amelisweerd is een inmiddels mooi gerestaureerd 18de eeuws landhuis met onschatbare waarde voor ons culturele erfgoed. Het eveneens 18de eeuwse antieke Chinese behang op de beletage is uniek. Een museum met jaarlijks 40.000 bezoekers is geen logische bestemming voor een kwetsbaar rijksmonument. Ook de bovenste verdiepingen zijn bijzonder en vragen om voortdurende zorg en toezicht. Daarbij komt dat het landhuis geen inhoudelijk verband met het werk van Armando kent. De keuze voor een kleinschalig museum op het gebied van natuur, landgoederen,  behang of Chinoiserie ligt meer voor de hand.

Raadsel 3. Uit de RIB 2011-103 van de gemeente Amersfoort blijkt dat de investeringen om tot een functionerend museum te komen minimaal 4 miljoen euro bedragen. De gemeente Utrecht stopt er 1.660.000 euro in. Onduidelijk is of dit laatste bedrag cash geld of productsubsidie is. Sowieso resteert er na een lobbycampagne van het Armando Museum Bureau en Amersfoort-in-C een tekort van zo’n 750.000 euro.

Raadsel 4. Uit de RIB 2011-103 blijkt tevens dat de exploitatie aan eigen inkomsten voor 2013 uitgaat van een dekkingspercentage van iets onder de 50% en in 2016 van zo’n 60%. Da’s voor een beginnend museum een rooskleurig ondernemingsplan. Inkomsten van de horeca is de kurk waarop alles drijft. Maar daarachter zit het zelfstandige bedrijf De Veldkeuken dat als huurder een directe overeenkomst met de gemeente Utrecht heeft. Verder zijn er nog de ‘bijdragen derden’ van 200.000 euro per jaar. Da’s onrealistisch hoog. En tot 2014 zijn de lasten van de huisvesting 22.000 euro. Als inrichtingsjaren weggeschreven. Utrecht zegt geen cent aan de exploitatie te zullen bijdragen, maar met zo’n niet marktconforme huurprijs kan het Utrechtse college moeilijk volhouden via de huur geen verdekte bijdrage aan de exploitatie te leveren.

Raadsel 5. Bijlage 2 bij de RIB 2011-103 geeft een inventarisatielijst van de kerncollectie Armando. De eerste 21 werken zijn bezit van de gemeente Amersfoort en hebben een verzekeringswaarde van 710.000 euro. Het overgrote deel bestaat uit de bruikleencollectie van Armando en de Armando Stichting. Da’s een langdurige bruikleen, maar geen eigendom. Wat opvalt is dat het geen museale collectie betreft omdat het geen overzicht geeft van Armando’s ontwikkeling. De latere jaren zijn oververtegenwoordigd. Voor een overzicht zal het museum bruiklenen uit de jaren’ 50, ’60 en ’70 bij andere musea moeten aanvragen. Dat is niet ongebruikelijk maar verzwakt het argument dat een apart museum laat zien wat elders niet te zien is.

Raadsel 6. Bijlage 1 bij de RIB 2011-103 geeft een door Armando ondertekende verklaring over de schenking van mw. De Meijere van haar collectie van 343 werken aan het Kröller-Müller Museum. Dat verklaart wellicht het handelen van mw. De Meijere en Armando, maar niet dat van de gemeente Amersfoort. In antwoord op vragen van Marlien de Kruif (PvdA) over de raamovereenkomst van 15 januari 1998 vergeet het Amersfoortse college de eigen verantwoordelijkheid: ‘Voor het verplaatsen van de Armando collectie naar Utrecht zal in ieder geval een overeenkomst moeten worden gesloten met de strekking dat alle bij de overeenkomsten uit 1998 betrokken partijen ermee instemmen dat de Armando collectie niet meer in Amersfoort maar in Utrecht wordt geëxposeerd.’ Het is echter Amersfoort dat eenzijdig de overeenkomst heeft opgezegd. De schenking van mw. De Meijere aan Kröller-Müller Museum is daar slechts een gevolg van.

Raadsel 7. In een interview stelt mw. Ploum over de complicaties van de raamovereenkomst: ‘Even werd overwogen om niet akkoord te gaan met het collegebesluit en te wijzen op de contracten en afspraken die er lagen.’ Da’s een interessante constatering die een wereld van interpretaties opent. In juli 2010 betichtte toenmalig voorzitter van A-in-C Gerard de Kleijn het college van onbehoorlijk bestuur omdat het de afspraken over de Elleboogkerk niet nakwam. Nu suggereert mw. Ploum dat A-in-C en het Armando Museum Bureau met hun contracten en afspraken het gelijk aan hun kant hadden, maar dat gelijk juridisch niet wilde halen. Dit suggereert een uitruil. Waarin A-in-C belooft het juridisch niet op de spits te drijven en het college een ruimhartige financiële ondersteuning toezegt. Inclusief de bruidsschat van 1 miljoen.

Raadsel 8. In hetzelfde interview zegt mw. Ploum: We wisten dat de gemeente Utrecht bezig was met de openstelling van Oud-Amelisweerd. Wij gingen ons afvragen of wij die bestemming konden invullen. Dit is geschiedvervalsing. Oud-Amelisweerd wordt sinds 1990 beheerd door het Centraal Museum en is altijd opengesteld geweest voor rondleidingen, kleine presentatie (o.a. Sarkis, Brethouwer, De Vriendt) en de zogenaamde tables d’hôte. Logischerwijze stond de openstelling tijdens drukke werkzaamheden van de restauratie op een laag pitje, maar sinds 1990 is Oud-Amelisweerd open voor publiek. Wie het Chinese behang wilde zien, heeft het kunnen zien.

Raadsel 9. Los van het verkeerde beeld dat mw. Ploum over de openstelling geeft is het merkwaardig waarom dan het Armando Museum alleen in aanmerking kwam. Juist op het moment dat de restauratie zo goed als afgerond is en Utrecht uit kon gaan kijken naar een huurder. Er is nooit een openbare aanbesteding geweest. Evenmin konden culturele of andere instellingen bij Utrecht pitchen om hun zaak te bepleiten. Dat was uitsluitend aan het Armando Museum voorbehouden. Als A-in-C en het Armando Museum Bureau wisten dat Utrecht bezig was met een nieuwe huurder voor Oud-Amelisweerd dan hadden andere instellingen dat toch ook kunnen weten? Des te meer omdat duidelijk was dat de restauratie van het landhuis ten einde liep.

Raadsel 10. Het antwoord op de vorige vraag roept een vraag op over het ethisch handelen van het openbaar bestuur. Iedereen weet dat mw. Ploum de partner is van directeur Edwin Jacobs van het Centraal Museum. Deze relatie staat aan de basis van de plannen om het Armando Museum uit de brand te helpen en naar Oud-Amelisweerd te laten verhuizen. Bij zorgvuldig bestuur hadden de wethouders van Utrecht vanwege de schijn van belangenverstrengeling deze plannen nooit serieus in overweging moeten nemen. Met verwijzing naar good governance en vanwege de geloofwaardigheid van allen was het logisch geweest dat de plannen nooit verder waren gekomen dan de borreltafel. Nu beschaamt dit aspect het vertrouwen in de politiek.

Conclusie. Waarom blijft het Armando Museum niet gewoon in Amersfoort? Mooi kleinschalig en sober in de Elleboogkerk. Als Armando zo’n grote publiekstrekker is zoals het Armando Museum Bureau beweert dan moet het dat in Amersfoort waar kunnen maken. De logica van een Amersfoorts museum op Bunniks grondgebied onder leiding van de gemeente Utrecht ontgaat niet alleen u en mij, en ook steeds meer partijen in de Amersfoortse raad die de feiten leren kennen, maar onderhand elke nadenkende burger. Het draagvlak voor cultuur vraagt op dit moment om realisme en haalbaarheid. Zeker niet om projecten met een open eind.

Foto: Chinees behang met vogels en planten van omstreeks 1780

PvdA beticht college van misleiding over Armando Museum

Update 26 oktober: Het interpellatiedebat in de Amersfoortse raad dat de PvdA voor 25 oktober had aangevraagd is doorgeschoven naar 1 november. Voor die tijd zal het college de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.

Tevens heeft het college een raadsvoorstel gepubliceerd over de bekostiging. Het gaat in op de procedures en achtergronden, maar niet op de inhoudelijke noodzaak. Bij de achtergronden valt een onvolledigheid op. B&W stelt dat Amersfoort ‘zou zorgdragen voor een passende tentoonstellingsruimte voor de Armandocollectie’. Dat is op 15 januari 1998 overeengekomen. Maar de essentie van de overeenkomst laat B&W achterwege, namelijk dat dit te Amersfoort moest gebeuren. Omdat de gemeente juridische partij is bij genoemde overeenkomst is het merkwaardig dat het in het raadsvoorstel naar Amersfoort in C als initiatiefnemer voor een verhuizing naar buiten Amersfoort verwijst. 

Voor het eerst klinkt er in de publiciteit kritiek op de plannen om het Armando Museum in landhuis Oud-Amelisweerd te Bunnik te huisvesten. Behalve dan wat er hier sinds december 2010 regelmatig over gezegd is.

De Amersfoortse oppositiepartij PvdA stelt in een verklaring dat de verhuizing van het Armando Museum aan alle kanten rammelt: De PvdA Amersfoort wil helderheid over de kosten die de verhuizing van het Armando Museum naar Utrecht met zich meebrengt. Daarom dient de partij een interpellatieverzoek in bij het College, zodat de financiële stand van zaken rondom het museum nog kan worden meegenomen in de begrotingsbehandeling 2012. De interpellatie vindt plaats tijdens de raadsvergadering van 25 oktober.

Achtergrond voor de opstelling van de PvdA is dat de gemeente Utrecht geen cent structurele subsidie geeft aan het op te richten Museum Oud-Amelisweerd. Volgens plannen gaat het Armando Museum daar in op. Zo ontstaat de constructie dat een Utrechts (stad) museum op Bunniks grondgebied door Amersfoort wordt ondersteund in de exploitatie. Naar verluidt 1 miljoen euro gedurende 10 jaar. PvdA-Amersfoort maakt zich zorgen over de eigen bezuinigingsdoelstelling als Utrecht exploitatiekosten noch exploitatieverlies wil dekken.

Verder stoort de PvdA zich aan de procedure en de informatieverstrekking. Van het uit november 2010 daterende haalbaarheidsonderzoek De Wegh der Weegen van vier hoofdstukken en zes bijlagen had het naar eigen zeggen van het Amersfoortse college slechts een hoofdstuk ontvangen. Inmiddels wordt er voor het debat in de Utrechtse raad gewerkt aan een ‘Ondernemings- en huisvestingsplan Museum Oud-Amelisweerd’ dat PvdA-Amersfoort in concept dan ook wel niet zal hebben ontvangen. De besluitvorming blijft verwarrend.

In haar vragen aan het college legt de PvdA het zwaartepunt bij de collectie. Zo wil het weten uit welke kunstwerken de Armando Collectie bestaat en wat de samenhang van de collectie is. Een ontwikkeling deze zomer 2011 was dat mevrouw Tony de Meijere haar belangrijke collectie Armando-werken aan het Kröller-Müller Museum schonk. Ook Armando liet dit museum werken na. De PvdA roept de vraag op of een deel van de Armando Collectie nog een apart op te richten museum rechtvaardigt. De vraag naar de inhoudelijke noodzaak is in het openbaar nooit behandeld. Ben van Koningsveld (Trots op NL) stelt aanvullende vragen.

Foto: Elleboogkerk na de brand; Credits Armandomuseum