In Amersfoortse raad klinkt de roep om een diepgaand onderzoek naar het MOA. In de Utrechtse raad blijft het opvallend stil

Het was vanaf eind 2010 uit openbare bronnen duidelijk dat het Armando Museum (later omgedoopt tot Museum Oud Amelisweerd; MOA) geen succes kon worden. De voorwaarden voor succes ontbraken aantoonbaar. Iedereen met ogen in de kop kon dat in het volle daglicht zien. Er waren ontelbare mensen die sinds die tijd gewaarschuwd hebben voor de gebrekkige levensvatbaarheid van het omgekatte Armando Museum in de bossen van Bunnik (Rini Dippel/ex SM, Paul van Vlijmen/ex-Spoorwegmuseum, Eymert-Jan Goossens/Huis Doorn, Jesper Rijpma/VVD UT, Xander van Asperen/D66 UT, SP, Nieuw-Rechts UT, SP UT, Burgerpartij A’foort, Ben Stoelinga/A2014 A’f, Ramón Smits Alvarez/PvdA A’f, Raphaël Smit/Vliet A’f, Simone Kennedy/CU A’f, Hiske Land/GL A’f, Ben van Koningsveld/CDA A’f), maar ze werden niet gehoord en hun argumenten werden weggepoetst. Daarnaast waren er nog mensen uit de museumsector die achter de schermen hun ongenoegen uitten, maar dit vanwege hun functie of positie niet in het openbaar konden zeggen. Het opknappen van het vastgoed sinds begin jaren ’90 onder leiding van Centraal Museum en gemeentelijke diensten van de gemeente Utrecht is overigens geen weggegooid geld en moet niet verward worden met de ongelukkige en mislukte doorstart van het Amersfoortse Armando Bureau in Bunnik.

Een diepgaand onderzoek is nodig. Raadslid Ben Stoelinga van de Amersfoortse partij A2014 vindt dat de onderste steen boven moet komen over de gang van zaken van het MOA. Stoelinga is vooral geïnteresseerd in de financiële afwikkeling. Hij schetst twee scenario’s die in de raadsvergadering van 5 februari 2019 besproken worden: een onderzoek door externe onderzoekers of een raadsenquête. De laatste optie lijkt vanwege de transparantie en de mogelijkheid om betrokkenen, zoals ambtenaren en bestuurders onder ede te horen zijn voorkeur te genieten, zoals uit een notitie blijkt. Vanwege de werkdruk kunnen delen van de raadsenquête uitbesteed worden aan externe onderzoekers, zodat een combinatie van beide soorten onderzoeken wellicht het meest werkbaar is omdat het openheid en diepgang combineert met volledigheid.

Complicatie is de veelheid aan betrokken gemeenten (Utrecht, Amersfoort, Bunnik), de snelle wisseling van cultuurwethouders en de gefragmenteerde besluitvorming waardoor niemand zich blijkbaar verantwoordelijk voelt. Het is opvallend dat met Ben Stoelinga, maar ook met de langzittende raadsleden Hans van Wegen (BPA), Ben van Koningsveld (CDA) en Simone Kennedy-Doornbos (CU) het historisch geheugen in de Amersfoortse raad nog aanwezig is omdat deze raadsleden de beslissende debatten zelf hebben gevoerd en door hun dossierkennis weten waarover ze praten. In de Utrechtse gemeenteraad ontbreekt dat geheugen en die kennis op één uitzondering na, te weten SP’er Tim Schipper. In de Utrechtse raad is de omloopsnelheid zo groot dat bij de belangrijkste partijen in dit dossier, te weten D66 en VVD de woordvoerders elkaar in snel tempo hebben opgevolgd (D66: Xander van Asperen, Aline Knip, Ellen Bijsterbosch; VVD, Jesper Rijpma, André van Schie, Marijn de Pagter). Voor leden van de Utrechtse raad is de geschiedenis, besluitvorming en financiële complicatie van het MOA een ver-van-hun-bed-show waar ze geen persoonlijke betrokkenheid bij hebben. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Daarom is het verklaarbaar dat de kritiek op het MOA uit de Amersfoortse en niet uit de Utrechtse raad klinkt. Terwijl laatstgenoemde er een groter belang bij en verantwoordelijkheid voor heeft omdat landhuis Amelisweerd eigendom van de gemeente Utrecht is.

De inzet van Ben Stoelinga is prima en vanuit zijn verantwoordelijkheid voorbeeldig te noemen, maar loopt ook tegen grenzen aan. Het kent nu eenmaal een Amersfoorts perspectief. En dat kan per definitie niet het hele perspectief zijn. Het is zoals gezegd verklaarbaar, maar ongelukkig dat de Utrechtse raad geen initiatief neemt voor een onderzoek van een project waarover jaren van tevoren met argumenten werd aangetoond dat het zou mislukken. Daarnaast is er ook de provincie Utrecht waar de statenleden Elly Broere, PVV en Truke Noordenbos, SP kritische vragen stelden, maar zij waren de uitzondering. Zijn het in de Utrechtse raad alleen het historisch geheugen en het gebrek aan kennis en affiniteit die ontbreken of is er meer aan de hand? De omstandigheid dat sinds 2010 alle grotere partijen bestuursverantwoordelijkheid hebben gedragen en boter op hun hoofd hebben in dit dossier MOA kan het zwijgen in de Utrechtse raad verklaren. Zodat geen van de grotere partijen happig is op een onderzoek dat met terugwerkende kracht de eigen bestuurders zou kunnen beschadigen. En de leden van de kleinere partijen (PvdD, DENK, S&S, PVV, Stadsbelang) leggen of andere prioriteiten of beseffen niet eens hoe slecht dit project vanuit het gemeentebestuur is uitgedacht en begeleid.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOnderste steen boven rond faillissement MOA’ van Artwin Kreekel in het AD, 5 februari 2019.

Rutte begrijpt er echt niets van: Willem-Alexander in Sochi

Premier Mark Rutte begrijpt ‘echt helemaal niets‘ van alle kritiek op het gedrag van koning Willem-Alexander bij de Olympische Winterspelen in het Russische Sochi. Zo zei hij vandaag op z’n wekelijkse persconferentie. De meningen over het gedrag van de koning lopen uiteen. Jammergenoeg maakt premier Rutte van de critici een karikatuur: ‘Dan zit er ergens een zeurpiet die zegt dat de koning met een heel somber hoofd, in driedelig grijs pak met een horlogeketting op de tribune moet zitten. Ik begrijp er echt helemaal niets van.

Volgens een commentaar in het RD vergat de koning de waardigheid van zijn ambt. Hier was ik het mee eens. Gezien de kritiek die van alle kanten komt is het juist de vraag of Willem-Alexander met zijn gedrag te Sochi de eenheid van het land vertegenwoordigt zoals Rutte veronderstelt. Het bracht me tot de volgende reactie:

Niemand ontkent de koning zijn pleziertje. Willem-Alexander houdt nu eenmaal van sport. Maar hij is meer dan een individu. Of zelfs een kroonprins. Willem-Alexander is staatshoofd van Nederland. De koning maakt deel uit van de regering. Daarbij horen politiek besef, een zekere mate van waardigheid (decorum) en daarnaast wat het koningschap zelf betreft, het instandhouden -of niet doorbreken- van een mythe. Met als doel om het beeld uit te dragen dat er een traditie wordt doorgegeven en dat het volk verenigd wordt.

Met politiek besef, decorum, de mythe van het koningschap en de verbindende rol lijkt Willem-Alexander in Sochi lichtvaardig te zijn omgegaan. Hij kan weliswaar een potje breken omdat hij een aimabele en benaderbare persoon is, maar da’s ook precies zijn valkuil. Hij moet oppassen om in de modernisering van het koningschap niet te veel te individualiseren. Waar zijn moeder voor de huidige tijd wellicht te statig en ouderwets was, moet de koning -in reactie- niet de andere kant opschieten.

In het commentaar van het reformatorische RD speelt ook nog de relatie tot topsport. En de sportverdwazing die nu langzamerhand Nederland overspoelt nu de schaatsmedailles overvloedig binnen blijven stromen. Dat gaat om de verhouding tussen lichaam en geest, over genotzucht en onthechting, over aanstellerij en volwassen gedrag, over oppervlakkigheid en verdieping, over de mediahype en de overgave aan innerlijke doelen. Over schijn en wezen.

Op overkoepelend niveau was de reden voor bovenstaand stukje de constatering -bij mezelf- dat ik tot dezelfde conclusie kom als de commentator van het RD, hoewel ik vanuit een volstrekt tegengesteld vrijzinnig gedachtengoed redeneer. Het stukje valt daarom ook op te vatten als het doorgronden van het waarom van die gemeenschappelijkheid. Zelfonderzoek.

Amersfoort wacht miljoenenstrop vanwege claim Elleboogkerk

Amersfoort heeft een bijzonder museumbeleid. Het betaalt talloze miljoenen voor een museum dat het niet heeft. Het zit zo. Op 22 oktober 2007 werd de Elleboogkerk door brand verwoest. Het Armando Museum was er gevestigd. In 2010 verbreekt het Amersfoortse college de belofte tot herbouw. Het gemeentebestuur verbreekt eenzijdig de in 1998 afgesloten prestatieovereenkomst. Voorzitter van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn is not amused, hij beschouwt het niet nakomen van de afspraken als onbehoorlijk bestuur. Om het leed voor het Armando Museum Bureau af te kopen besluit de raad onder veel protest de oude organisatie een bruidsschat van 1 miljoen mee te geven voor een doorstart in landhuis Oud-Amelisweerd in Bunnik. Maar van een leien dakje gaat de besluitvorming niet, de Amersfoortse PvdA beticht het college van misleiding.

Er klink ook andere kritiek op het Amersfoortse gemeentebestuur die overigens in heel Nederland speelt. Zo vraagt raadslid voor GroenLinks Hiske Land zich in 2010 af in een betoog dat probeert weg te komen van de actuele politiek wat het openbaar bestuur eigenlijk nog in de melk te brokkelen heeft bij het museumbeleid. Culturele ondernemingen gaan hun eigen gang en de raad mag desgewenst de tegenvallers aanvullen. Coördinatie en een evenwichtige afweging ontbreken omdat het beleid van incident naar incident hobbelt en het gemeentebestuur zich door toevalligheden laat sturen. Zoals de brand in de Elleboogkerk.

SRO is in 2007 de vastgoedontwikkelaar van de Elleboogkerk die in 2010 door de verzekeraars formeel is gedagvaard, aldus RIB 2012-118 van de gemeente Amersfoort. Samen met de loodgieter DI is SRO door de verzekeraars van het Armando Museum hoofdelijk aansprakelijk gesteld ‘voor de schade die is ontstaan door de brand. Het bedrag van de schade wordt in de dagvaarding gesteld op ongeveer € 5 miljoen‘. Vandaag wordt de zaak in de Utrechtse rechtbank mondeling behandeld, naar verwachting moet SRO betalen.

De gemeente Amersfoort is voor 50% aandeelhouder in het bedrijf SRO. Op 1 januari 2008 is Haarlem ook als 50% aandeelhouder toegetreden tot de NV SRO onder de voorwaarde dat een mogelijke claim van de verzekeraars voor de schade aan de Elleboogkerk door de gemeente Amersfoort gecompenseerd wordt. Zodat Haarlem als aandeelhouder in SRO niet geraakt wordt door de schadeclaim. En Haarlems vermogenspositie in de SRO niet wordt aangetast. De RIB zegt: ‘Met de gemeente Haarlem is afgesproken dat Amersfoort de gemeente Haarlem primair zal compenseren uit de dividenduitkeringen die SRO aan Amersfoort uitkeert. Als dit na vier boekjaren ontoereikend is, komt de restant-betaling ten laste van de gemeentelijke begroting.’

De hoogte van de schade voor Amersfoort hangt af van de schuldvraag. Derving aan inkomsten uit dividenden en restant-betaling kan in de miljoenen lopen. Het Armando Museum blijft Amersfoort achtervolgen. Notabene voor een Museum Oud-Amelisweerd waarover de Amersfoortse raad in februari 2012 zegtDe raad heeft de nodige reserves bij de haalbaarheid van het Ondernemings- en huisvestingsplan van Museum Oud Amelisweerd. Met de subdidieregeling worden de financiële risico’s voor Amersfoort verminderd.

Foto: Brand Amersfoortse Elleboogkerk, 22 oktober 2007

Verkoopt Amersfoort gemeentelijke kunstcollectie om economische redenen?

Kleine gemeenten willen eerder af van het beheer van beeldende kunst dan grote gemeenten omdat ze minder middelen ter beschikking hebben. Dat kan gaan om het ontbreken van een klimatologisch geschikt depot met als gevolg hoge huur van een commercieel depot, het ontbreken van expertise in de gemeentelijke dienst of om het bovengemiddeld korten op cultuur. Wat dan volgt is verkoop, vaak via een veiling.

Zo gebeurde het in Gouda, Tilburg en Nijmegen waar met gemeenschapsgeld verworven publiek bezit onder niet altijd duidelijke voorwaarden in particuliere handen overging. Afstoten van museale objecten door gemeentelijke, provinciale en rijksmusea staat hoog op de agenda. De Raad voor Cultuur veroordeelt het afstoten van museaal bezit om economische redenen in navolging van staatssecretaris Zijlstra. Wat echter ontbreekt is een richtlijn voor museale objecten in niet-museale collecties. Dat lijkt nu in Amersfoort actueel.

Op 9 november 2010 nam de Amersfoortse raad bovenstaande motie aan die zegt dat ‘het op dit moment niet inzichtelijk is wat de gemeente Amersfoort aan kunstwerken bezit en wat daar de financiële waarde van is.’ Deze overweging valt op te vatten als een viervoudige motie van wantrouwen. Het zegt het vertrouwen op in de ambtelijke organisatie die de kunstwerken beheert, of toeziet op het beheer. Het zegt het vertrouwen op in particuliere stichtingen die hun collectie onder publiek beheer hebben gebracht. Het zegt het vertrouwen op in het college inclusief de cultuurwethouder dat toe moet zien op het beheer door de ambtelijke organisatie die het aanstuurt. En de raad geeft zichzelf een brevet van onvermogen omdat het constateert dat het het college er niet afdoende van heeft kunnen overtuigen haar tijdig, passend en volledig te informeren.

In het Overzicht moties en toezeggingen 2011 staat onder 209 over de ‘Verplaatsing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd’: in herijkingsnota cultuur wordt een passage aan de Armandocollectie gewijd. Hierbij wordt tevens de totale kunstcollectie tegen het licht gehouden en gekeken welke kunstwerken mogelijk verkocht kunnen worden, om zodoende invulling te geven aan motie X-0.10 (9-11-10). Dat speelt in 2012.

In Amersfoort is volgens de opzet een Kadernota het zwaartepunt binnen een begrotingscyclus. De motie vraagt zowel naar de economische als de artistieke waarde van de kunstwerken in gemeentelijk bezit. Dit kan inhouden dat ze uit economische redenen afgestoten worden. Een voorstel van het college zal dit inzichtelijk maken. Het is aan de raad om al dan niet in te stemmen met de verkoop van de gemeentelijke kunstcollectie.

Foto: Schermafbeelding van motie X0.10

Terugvaloptie Armando Museum op kosten van Amersfoort?

UPDATE 22 juni: De Utrechtse raad steunt met grote meerderheid de kredietaanvraag voor Oud-Amelisweerd. Dat verknoopt is aan een specifieke exploitant: Stichting Museum Oud-Amelisweerd. Vincent Oldenborg (Leefbaar) was helder in een wollig debat. Als het misgaat dan heeft Utrecht mede op kosten van anderen een prima museumgebouw. Naar zijn idee zonder subsidie van Utrecht. Niemand sprak hem tegen. 

Op 6 december 2011 nam de Amersfoortse gemeenteraad de motie ‘Gelden Armando Faillisementsproof van de PvdA en TROTS aan. De indieners constateren dat het Ondernemings- en Huisvestingsplan van een Museum Oud-Amelisweerd ‘zeer ambitieuze plannen bevat m.b.t. inkomstenwerving op gebied van bezoekersaantallen, horeca, verhuur en fondsenwerving‘. Amersfoort steunt dit museum met een bruidsschat van 1 miljoen euro. De indieners willen deze steun gefaseerd uitbetalen zodat bij een faillissement of falen van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd de restanten van het bedrag terugvloeien naar Amersfoort.

Op 13 december 2011 stuurde het Utrechtse College een brief naar de Commissies Stad & Ruimte en Mens & Samenleving waarin het weinig bezwaren ziet in bovengenoemd Ondernemings- en Huisvestingsplan. De brief bevat tegenstrijdigheden. Erin wordt een ‘terugvaloptie’ geschetst indien de ambities van het nieuwe museum niet realiseerbaar zijn. Dan komt Utrecht met de variant van een ‘sitemuseum’ of ‘open monument’ onder beheer van het Centraal Museum. Ofwel, een continuering van de situatie zoals die sinds 1990 bestaat.

Verzelfstandiging van het CM kan nog een complicatie vormen. Da’s in opdracht van het college onderzocht in een haalbaarheidsonderzoek. Conclusie is dat het zou kunnen, maar de realiteit is dat het nog niet zover is of dat verzelfstandiging ook noodzakelijk is. Om formele redenen werd een Tijdelijke Ondernemingsraad opgetuigd om het personeel mee te laten praten. Dit is voluit kritisch. Met name het Raad van Toezicht-model biedt minder kwaliteit dan een gemeenteraad die de wethouder controleert. Voorbeelden bij Raden van Toezicht van verzelfstandigde Amsterdamse, Goudse en Groningse musea tonen stelselmatig falen aan.

Op 30 december 2011 heeft het Amersfoortse raadslid Raphaël Smit van de fractie Groep van Vliet zijn zorgen uitgesproken over de tegenstrijdigheden in de verhuizing van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd. Smit wijst op een principieel punt uit de overeenkomst van 15 januari 1998 tussen Amersfoort, Armando en zijn ex-vrouw Tony de Meijere. De RIB 2010-136  (p. 7) parafraseert de bepaling alsvolgt: ‘dat er op grond van de overeenkomst museaal verantwoorde expositieruimte in Amersfoort moet worden geboden’ en (p.8) ‘zolang de gemeente binnen haar mogelijkheden museaal verantwoorde expositieruimte biedt in Amersfoort, handelt zij juridisch in overeenstemming met bovengenoemde overeenkomsten.

Al sinds het afblazen van de herinrichting in de Elleboogkerk is duidelijk dat het Amersfoortse college deze overeenkomst van 1998 en een latere prestatieovereenkomst van na de brand niet nakwam zoals was afgesproken. In juli 2010 werd de gemeenteraad door toenmalig A-in-C directeur Gerard de Kleijn van woordbreuk en onbehoorlijk bestuur beticht. Maar de collegepartijen dekten deze beslissing van het college.

Tijdens de beraadslagingen in 2011 over de bruidsschat werd de raad het beeld geschetst dat weliswaar de overeenkomst van 1998 en de prestatieovereenkomst van na de brand niet nagekomen zouden worden door het college, maar dat dit naar de geest wel zou gebeuren in landhuis Oud-Amelisweerd. Zoals Smit zegt: ‘De verhuizing van het Armandomuseum naar Oud-Amelisweerd betekende, dat het artistieke erfgoed van Armando elders een vaste plaats zou krijgen, overeenkomstig de opzet van het Armandomuseum in de Elleboogkerk. Hierin lag het morele motief om een forse bruidsschat beschikbaar te stellen.’ 

Er speelt een misverstand dat de Amersfoortse raad aan zichzelf te wijten heeft. Tijdens de raadsdebatten werd over de verhuizing van het Armando Museum gesproken, alsof dat elders in een kale ruimte uitgepakt zou worden. Maar Oud-Amelisweerd is een rijksmonument dat een waarde in zichzelf vertegenwoordigt. Vanaf het begin was duidelijk dat de Armando collectie in samenhang met de collectie unieke achttiende-eeuwse Chinese behangsels gepresenteerd zou worden, zoals het Ondernemings- en Huisvestingsplan stelt. Van een autonoom Armando Museum op de locatie Oud-Amelisweerd is nooit sprake geweest.

Toch heeft Smit een punt als-ie wijst op de ‘terugvaloptie’ uit de brief van 13 december. De indruk ontstaat dat Utrecht het Amersfoortse geld aanwendt om een Utrechts museum op te tuigen. Daarover maakt-ie zich zorgen. Want als in 2016 blijkt dat de ambities van een Museum Oud-Amelisweerd met 40.000 bezoekers niet haalbaar zijn, dan stuurt Utrecht de Armando Collectie terug naar Amersfoort. Niet onmogelijk gezien het ontbreken van een gezonde exploitatiebegroting. Dan heeft dit Bunnikse avontuur Amersfoort zo’n 700.000 euro gekost en kan het opnieuw beginnen. Met het bestuderen van de overeenkomst van 15 januari 1998.

Het Utrechtse VVD-raadslid Jesper Rijpma is eveneens kritisch op de onderbouwing van de plannen van een Museum Oud-Amelisweerd. Volgens Rijpma is het eerder gebaseerd op aannames dan op realisme. Naar verwachting worden zijn vragen begin februari in de raadscommissie Mens & Samenleving behandeld.

Foto: De Kei van Amersfoort, 1661. Credits: Erfgoedhuis Utrecht/ Museum Flehite

Verhuizing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd in 10 raadsels

Het ontbreken van een solide financieel plan lijkt nog het enige beletsel voor een nieuw op te richten Museum Oud-Amelisweerd. Het geeft de voorstanders tot dan toe een objectief feit in handen om een slecht onderbouwd project alsnog af te blazen. Tegenstanders die zich zorgen maken over het draagvlak van de cultuur zullen opgelucht adem halen dat een slecht beredeneerd project de cultuurhaters geen extra munitie geeft. Voorstanders hebben een zware verantwoordelijkheid die breder is dan bezuinigingen en politiek.

Tragiek van de voorgenomen verhuizing van het Armando Museum naar het Bunnikse rijksmonument Oud-Amelisweerd is dat inhoudelijke overwegingen niet voorop staan. ‘Geef ons een kans‘ is het argument van de directeur van het Armando Museum Bureau. Waarom die kans gegeven moet worden blijft onduidelijk. Iedereen wil wel zo’n kans hebben. De noodzaak van de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd is nooit aangetoond. Logisch omdat het om meerdere redenen niet voor de hand ligt.

Raadsel 1. Zo is het landhuis oorspronkelijk gebouwd als zomerverblijf. In de zomer heerlijk koel, maar in de winter ijskoud. Een binnentemperatuur van 8 graden lijkt volgens onderzoek van de TU Eindhoven haalbaar. Toch is de vuistregel van conservation heating van monumentale panden dat de binnentemperatuur nooit meer dan 5 graden boven de buitentemperatuur kan worden gebracht. Een winter telt gemiddeld meer dan 50 vorstdagen. Het landhuis werd sinds 1990 beheerd door het Centraal Museum. Activiteiten werden doorgaans niet in de winter gehouden. Openstelling gedurende het hele jaar ligt dan ook niet voor de hand.

Raadsel 2. Oud-Amelisweerd is een inmiddels mooi gerestaureerd 18de eeuws landhuis met onschatbare waarde voor ons culturele erfgoed. Het eveneens 18de eeuwse antieke Chinese behang op de beletage is uniek. Een museum met jaarlijks 40.000 bezoekers is geen logische bestemming voor een kwetsbaar rijksmonument. Ook de bovenste verdiepingen zijn bijzonder en vragen om voortdurende zorg en toezicht. Daarbij komt dat het landhuis geen inhoudelijk verband met het werk van Armando kent. De keuze voor een kleinschalig museum op het gebied van natuur, landgoederen,  behang of Chinoiserie ligt meer voor de hand.

Raadsel 3. Uit de RIB 2011-103 van de gemeente Amersfoort blijkt dat de investeringen om tot een functionerend museum te komen minimaal 4 miljoen euro bedragen. De gemeente Utrecht stopt er 1.660.000 euro in. Onduidelijk is of dit laatste bedrag cash geld of productsubsidie is. Sowieso resteert er na een lobbycampagne van het Armando Museum Bureau en Amersfoort-in-C een tekort van zo’n 750.000 euro.

Raadsel 4. Uit de RIB 2011-103 blijkt tevens dat de exploitatie aan eigen inkomsten voor 2013 uitgaat van een dekkingspercentage van iets onder de 50% en in 2016 van zo’n 60%. Da’s voor een beginnend museum een rooskleurig ondernemingsplan. Inkomsten van de horeca is de kurk waarop alles drijft. Maar daarachter zit het zelfstandige bedrijf De Veldkeuken dat als huurder een directe overeenkomst met de gemeente Utrecht heeft. Verder zijn er nog de ‘bijdragen derden’ van 200.000 euro per jaar. Da’s onrealistisch hoog. En tot 2014 zijn de lasten van de huisvesting 22.000 euro. Als inrichtingsjaren weggeschreven. Utrecht zegt geen cent aan de exploitatie te zullen bijdragen, maar met zo’n niet marktconforme huurprijs kan het Utrechtse college moeilijk volhouden via de huur geen verdekte bijdrage aan de exploitatie te leveren.

Raadsel 5. Bijlage 2 bij de RIB 2011-103 geeft een inventarisatielijst van de kerncollectie Armando. De eerste 21 werken zijn bezit van de gemeente Amersfoort en hebben een verzekeringswaarde van 710.000 euro. Het overgrote deel bestaat uit de bruikleencollectie van Armando en de Armando Stichting. Da’s een langdurige bruikleen, maar geen eigendom. Wat opvalt is dat het geen museale collectie betreft omdat het geen overzicht geeft van Armando’s ontwikkeling. De latere jaren zijn oververtegenwoordigd. Voor een overzicht zal het museum bruiklenen uit de jaren’ 50, ’60 en ’70 bij andere musea moeten aanvragen. Dat is niet ongebruikelijk maar verzwakt het argument dat een apart museum laat zien wat elders niet te zien is.

Raadsel 6. Bijlage 1 bij de RIB 2011-103 geeft een door Armando ondertekende verklaring over de schenking van mw. De Meijere van haar collectie van 343 werken aan het Kröller-Müller Museum. Dat verklaart wellicht het handelen van mw. De Meijere en Armando, maar niet dat van de gemeente Amersfoort. In antwoord op vragen van Marlien de Kruif (PvdA) over de raamovereenkomst van 15 januari 1998 vergeet het Amersfoortse college de eigen verantwoordelijkheid: ‘Voor het verplaatsen van de Armando collectie naar Utrecht zal in ieder geval een overeenkomst moeten worden gesloten met de strekking dat alle bij de overeenkomsten uit 1998 betrokken partijen ermee instemmen dat de Armando collectie niet meer in Amersfoort maar in Utrecht wordt geëxposeerd.’ Het is echter Amersfoort dat eenzijdig de overeenkomst heeft opgezegd. De schenking van mw. De Meijere aan Kröller-Müller Museum is daar slechts een gevolg van.

Raadsel 7. In een interview stelt mw. Ploum over de complicaties van de raamovereenkomst: ‘Even werd overwogen om niet akkoord te gaan met het collegebesluit en te wijzen op de contracten en afspraken die er lagen.’ Da’s een interessante constatering die een wereld van interpretaties opent. In juli 2010 betichtte toenmalig voorzitter van A-in-C Gerard de Kleijn het college van onbehoorlijk bestuur omdat het de afspraken over de Elleboogkerk niet nakwam. Nu suggereert mw. Ploum dat A-in-C en het Armando Museum Bureau met hun contracten en afspraken het gelijk aan hun kant hadden, maar dat gelijk juridisch niet wilde halen. Dit suggereert een uitruil. Waarin A-in-C belooft het juridisch niet op de spits te drijven en het college een ruimhartige financiële ondersteuning toezegt. Inclusief de bruidsschat van 1 miljoen.

Raadsel 8. In hetzelfde interview zegt mw. Ploum: We wisten dat de gemeente Utrecht bezig was met de openstelling van Oud-Amelisweerd. Wij gingen ons afvragen of wij die bestemming konden invullen. Dit is geschiedvervalsing. Oud-Amelisweerd wordt sinds 1990 beheerd door het Centraal Museum en is altijd opengesteld geweest voor rondleidingen, kleine presentatie (o.a. Sarkis, Brethouwer, De Vriendt) en de zogenaamde tables d’hôte. Logischerwijze stond de openstelling tijdens drukke werkzaamheden van de restauratie op een laag pitje, maar sinds 1990 is Oud-Amelisweerd open voor publiek. Wie het Chinese behang wilde zien, heeft het kunnen zien.

Raadsel 9. Los van het verkeerde beeld dat mw. Ploum over de openstelling geeft is het merkwaardig waarom dan het Armando Museum alleen in aanmerking kwam. Juist op het moment dat de restauratie zo goed als afgerond is en Utrecht uit kon gaan kijken naar een huurder. Er is nooit een openbare aanbesteding geweest. Evenmin konden culturele of andere instellingen bij Utrecht pitchen om hun zaak te bepleiten. Dat was uitsluitend aan het Armando Museum voorbehouden. Als A-in-C en het Armando Museum Bureau wisten dat Utrecht bezig was met een nieuwe huurder voor Oud-Amelisweerd dan hadden andere instellingen dat toch ook kunnen weten? Des te meer omdat duidelijk was dat de restauratie van het landhuis ten einde liep.

Raadsel 10. Het antwoord op de vorige vraag roept een vraag op over het ethisch handelen van het openbaar bestuur. Iedereen weet dat mw. Ploum de partner is van directeur Edwin Jacobs van het Centraal Museum. Deze relatie staat aan de basis van de plannen om het Armando Museum uit de brand te helpen en naar Oud-Amelisweerd te laten verhuizen. Bij zorgvuldig bestuur hadden de wethouders van Utrecht vanwege de schijn van belangenverstrengeling deze plannen nooit serieus in overweging moeten nemen. Met verwijzing naar good governance en vanwege de geloofwaardigheid van allen was het logisch geweest dat de plannen nooit verder waren gekomen dan de borreltafel. Nu beschaamt dit aspect het vertrouwen in de politiek.

Conclusie. Waarom blijft het Armando Museum niet gewoon in Amersfoort? Mooi kleinschalig en sober in de Elleboogkerk. Als Armando zo’n grote publiekstrekker is zoals het Armando Museum Bureau beweert dan moet het dat in Amersfoort waar kunnen maken. De logica van een Amersfoorts museum op Bunniks grondgebied onder leiding van de gemeente Utrecht ontgaat niet alleen u en mij, en ook steeds meer partijen in de Amersfoortse raad die de feiten leren kennen, maar onderhand elke nadenkende burger. Het draagvlak voor cultuur vraagt op dit moment om realisme en haalbaarheid. Zeker niet om projecten met een open eind.

Foto: Chinees behang met vogels en planten van omstreeks 1780

PvdA beticht college van misleiding over Armando Museum

Update 26 oktober: Het interpellatiedebat in de Amersfoortse raad dat de PvdA voor 25 oktober had aangevraagd is doorgeschoven naar 1 november. Voor die tijd zal het college de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.

Tevens heeft het college een raadsvoorstel gepubliceerd over de bekostiging. Het gaat in op de procedures en achtergronden, maar niet op de inhoudelijke noodzaak. Bij de achtergronden valt een onvolledigheid op. B&W stelt dat Amersfoort ‘zou zorgdragen voor een passende tentoonstellingsruimte voor de Armandocollectie’. Dat is op 15 januari 1998 overeengekomen. Maar de essentie van de overeenkomst laat B&W achterwege, namelijk dat dit te Amersfoort moest gebeuren. Omdat de gemeente juridische partij is bij genoemde overeenkomst is het merkwaardig dat het in het raadsvoorstel naar Amersfoort in C als initiatiefnemer voor een verhuizing naar buiten Amersfoort verwijst. 

Voor het eerst klinkt er in de publiciteit kritiek op de plannen om het Armando Museum in landhuis Oud-Amelisweerd te Bunnik te huisvesten. Behalve dan wat er hier sinds december 2010 regelmatig over gezegd is.

De Amersfoortse oppositiepartij PvdA stelt in een verklaring dat de verhuizing van het Armando Museum aan alle kanten rammelt: De PvdA Amersfoort wil helderheid over de kosten die de verhuizing van het Armando Museum naar Utrecht met zich meebrengt. Daarom dient de partij een interpellatieverzoek in bij het College, zodat de financiële stand van zaken rondom het museum nog kan worden meegenomen in de begrotingsbehandeling 2012. De interpellatie vindt plaats tijdens de raadsvergadering van 25 oktober.

Achtergrond voor de opstelling van de PvdA is dat de gemeente Utrecht geen cent structurele subsidie geeft aan het op te richten Museum Oud-Amelisweerd. Volgens plannen gaat het Armando Museum daar in op. Zo ontstaat de constructie dat een Utrechts (stad) museum op Bunniks grondgebied door Amersfoort wordt ondersteund in de exploitatie. Naar verluidt 1 miljoen euro gedurende 10 jaar. PvdA-Amersfoort maakt zich zorgen over de eigen bezuinigingsdoelstelling als Utrecht exploitatiekosten noch exploitatieverlies wil dekken.

Verder stoort de PvdA zich aan de procedure en de informatieverstrekking. Van het uit november 2010 daterende haalbaarheidsonderzoek De Wegh der Weegen van vier hoofdstukken en zes bijlagen had het naar eigen zeggen van het Amersfoortse college slechts een hoofdstuk ontvangen. Inmiddels wordt er voor het debat in de Utrechtse raad gewerkt aan een ‘Ondernemings- en huisvestingsplan Museum Oud-Amelisweerd’ dat PvdA-Amersfoort in concept dan ook wel niet zal hebben ontvangen. De besluitvorming blijft verwarrend.

In haar vragen aan het college legt de PvdA het zwaartepunt bij de collectie. Zo wil het weten uit welke kunstwerken de Armando Collectie bestaat en wat de samenhang van de collectie is. Een ontwikkeling deze zomer 2011 was dat mevrouw Tony de Meijere haar belangrijke collectie Armando-werken aan het Kröller-Müller Museum schonk. Ook Armando liet dit museum werken na. De PvdA roept de vraag op of een deel van de Armando Collectie nog een apart op te richten museum rechtvaardigt. De vraag naar de inhoudelijke noodzaak is in het openbaar nooit behandeld. Ben van Koningsveld (Trots op NL) stelt aanvullende vragen.

Foto: Elleboogkerk na de brand; Credits Armandomuseum