Bezwaren tegen islamistische GroenLinks kandidaat Kauthar Bouchallikht worden bevestigd door open brief van linkse Britten op het aan de Moslimbroederschap verbonden Al Jazeera

Kritiek op Kauthar Bouchallikht die een hoge plaats op de kandidatenlijst van GroenLinks heeft gaat niet liggen. Zij was jarenlang vice-voorzitter van Femyso, een organisatie die begin 2020 door de Organisatie Europese Moslimbroeders in een document een eigen instelling werd genoemd, volgens publicist Carel Brendel in een artikel. Bouchallikht was dus niet alleen jarenlang gelieerd aan de Moslimbroederschap, maar blijkt dat ook verzwegen te hebben aan GroenLinks. Haar band met de Moslimbroederschap werd in elk geval niet genoemd bij haar kandidaatstelling.

Ook de kritiek op de kritiek gaat niet liggen. Zodat de verwijten over en weer blijven gaan. De essentie van de kritiek op de kritiek wordt in een artikel door Vrij Linkser Leo van Bergen omschreven: ‘Blijkbaar moeten mensen zoals ik – linksstemmend, cultuurminnend, etc. – onze mond houden zolang iemand die volgens de linkse goegemeente ‘deugt’, wordt aangevallen door ‘mensen die niet deugen’. Ik ben het met Van Bergen eens.

Hoe ver de argumentatie gaat die neerkomt op de redenering ‘de vijand van mijn vriend is mijn vriend’ toont een artikel van klimaatactivist Martijn Schackmann in Joop dat erop neerkomt dat links Bouchallikht volop moet steunen en de kritiek op haar dient in te slikken. Met dit soort kritiekloos wegkijken voor het onrecht in eigen kring is het geen wonder dat de linkse partijen in de volksgunst steeds verder wegzakken. Eddy Terstall constateert in zijn Telegraaf-column dat links in de peilingen nog maar 22% van de stemmen haalt, terwijl dat doorgaans 35-45% was. Waar het om gaat is dat links en het progressief-rechtse D66 niet meer lijken te weten waarvoor ze in het leven zijn geroepen, waar ze voor op moeten komen en wat hun identiteit is.

Hoe verwarrend de kritiek op het heimelijke islamisme van Kauthar Bouchallikht en het weerwoord daarop inmiddels is geworden toont een open brief op Al Jazeera van linkse Britse opiniemakers aan. Ze nemen het op voor Bouchallikht maar gaan voorbij aan haar betrokkenheid bij de Moslimbroederschap. Al Jazeera is een initiatief van Qatar dat een jarenlange geschiedenis van steun voor de Moslimbroederschap heeft, niet in het minst via Al Jazeera. Vanuit deze kennis beredeneerd bevestigt de open brief eerder Bouchallikhts betrokkenheid bij het islamisme dan dat die weerlegd wordt. Of liever gezegd, afgeleid wordt door de kritiek uit rechtse hoek te gebruiken als rechtvaardiging voor haar islamisme. Het is daarnaast op z’n minst merkwaardig dat deze Britten zich mengen in een lopend Nederlands debat.

Uiteraard mogen linkse partijen een religieuze koers varen als ze daar voor kiezen. Het brengt mij tot de verzuchting dat er in Nederland geen vrijzinnige linkse partij overblijft om op te stemmen. Maar dat is mijn probleem als politiek dakloze die net als Leo van Bergen het ongelukkig vindt dat religieuze kandidaten hoog op de lijst van linkse partijen worden gezet. Het debat binnen links wordt er niet overzichtelijker en beter op als dat aspect genegeerd wordt en de enige verdediging lijkt te zijn dat het de schuld van rechtse partijen en media is. Zo hoeft links niet te reageren op fundamentele kritiek waar het blijkbaar geen raad mee weet of bij zichzelf te rade te gaan over de eigen identiteit. Het gevolg is dat de ideeën van Bouchallikht worden weggemoffeld en links opnieuw een stuk van de eigen identiteit inlevert. Zo wordt ook GroenLinks een partij zonder hart die op kritiek antwoordt met kritiek op de kritiek zonder de kritiek zelf serieus te nemen.

Foto: Schermafbeelding van deel open brief ‘In solidarity with Kauthar Bouchallikht’ op Al Jazeera, 24 december 2020.

Kandidatuur van Kauthar Bouchallikht bij GroenLinks toont aan dat het in Nederland ontbreekt aan een linkse, vrijzinnige partij

De wetmatigheid van een verkiezingscampagne is dat onrust bij de buren positief uitpakt voor de partij waar het rustig blijft. Zo beredeneerd is op links de PvdA op dit moment de geluksvogel. Bij D66 is er Sigrid Kaag die een parallelle marketingcampagne heeft opgezet en het stigma om elitair te zijn in haar uitspraken eerder benadrukt dan ontzenuwt. Bij SP is er een geschil van de partijleiding met de jongerenafdeling ROOD (verdacht van communistische sympathieën) die vragen oproept over de interne democratie van de partij. Toch al het zwakke punt van de SP. En bij GroenLinks is er de ongelukkige kandidatuur voor de Tweede Kamer van Kauthar Bouchallikht die voortdurend in opspraak is en voor negatieve publiciteit blijft zorgen.

Kauthar Bouchallikht was tot 1 december 2020 als vice-voorzitter van studenten – en jongerenplatform FEMYSO die opgericht was door de Moslimbroederschap hieraan gelieerd. Dat kan, maar het springende punt was dat de leiding of screeningcommissie van GroenLinks hiervan niet op de hoogte bleek. Of in elk geval ontbrak dit feit bij de informatie die de partij gaf over de kandidaten. De leiding van GroenLinks lijkt dus niet tot in detail te hebben begrepen waar Bouchallikht voor staat en zit nu in een publicitaire klem om achteraf toe te geven dat de screening onvoldoende is geweest en deze kandidate niet bij het karakter van de partij past. Het is dan ook de vraag of de partij deze publicitair zeurende kwestie goed behandelt.

Het ontbreekt de linkse partijen aan een goede antenne om kandidaten met een allochtone achtergrond te screenen zoals ze dat bij andere kandidaten doen. Of hoe dat in het tijdperk van inclusie en diversiteit genoemd behoort te worden. De afsplitsing van twee Turks-Nederlandse PvdA’ers die met succes DENK oprichtten geeft aan hoe mis dat is gegaan bij de PvdA. Toenmalig partijleider Wouter Bos zei daar in 2006 over dat hij ongelukken voorzag met allochtone kandidaten die met voorkeurstemmen gekozen waren. De fout die partijen maken is dat ze ongeduldig zijn. Ze zien niet in dat islam-fundamentalisten in vorm modernistisch zijn, maar niet in inhoud en dat anderen vanwege het streven naar een representatieve vertegenwoordiging van allerlei doelgroepen hun etniciteit om opportunistische redenen gebruiken om snel te stijgen in de partijhiërarchie. Waardoor de rijping en scholing te weinig aandacht krijgen.

De linkse partijen laten zich door schone schijn van conservatief-religieuze opvattingen verleiden die in tegenspraak met hun uitgangspunten zijn. Vaak komt daar nog antisemitisme bij. In een commentaar in 2018 over de ongelukkige samenwerking van het islamitisch geïnspireerde NIDA met SP, PvdA en GroenLinks in Rotterdam concludeerde ik: ‘De linkse reflex van diversiteit en insluiting is even kwalijk als de rechtse reflex van homogeniteit en uitsluiting als die niet samengaat met het toetsen van uitspraken op hun betekenis.’

Wat meespeelt bij GroenLinks is dat bij de fusie in 1991 met PPR en EVP, naast de CPN en PSP, een evangelisch geluid de partij binnenkwam. Reken daarbij de communisten die zich gedroegen als gelovigen en het is duidelijk dat het vrijzinnige en pacifistische geluid van PSP’er Fred van der Spek binnen GroenLinks een minieme minderheid was. In bijna 30 jaar is weliswaar het onderlinge verschil tussen de afzonderlijke bloedgroepen afgenomen, maar is dat zalvend-verkondigende aspect nog steeds in het DNA van GroenLinks aanwezig. Naar mijn idee heeft de partij zich nooit hersteld van dat religieuze denken en de wil om te getuigen. Het kan er de verklaring voor zijn dat Kauthar Bouchallikht binnen GroenLinks zo weinig kritisch, om niet te zeggen naïef is bejegend.

Er moet maar eens een echte linkse, vrijzinnige partij in Nederland komen. Het is tamelijk absurd voor het seculiere Nederland waar het hele politieke landschap is verkaveld in aparte onderdelen voor elke overtuiging dat zo’n eenduidig vrijzinnige partij niet bestaat. Het valt Kauthar Bouchallikht niet aan te rekenen dat ze haar opvattingen heeft (die zijn te karakteriseren als islamitisch-fundamentalistisch), maar wel dat GroenLinks met haar kandidatuur volhoudt dat het vrijzinnig en seculier is.

Hebben Nederlandse christenen redenen voor steun aan Baudet? Het is maar hoe breed men kan kijken hoe dat oordeel uitpakt

Een opmerkelijk opinie-artikel van Zmnako Karem in Trouw. De krant die zoveel religie in zijn berichtgeving doet. Hij meent dat de reden van de stem op Baudet ‘juist de aantrekkelijke cultuur-conservatieve boodschap over het behoud van de culturele identiteit van Nederland en het aanwakkeren van de nationale trots ten tijde van de culturele identiteitscrisis en van islamterrorisme’ is. Dat is ook een mening. Trouw biedt een platform.

Karem gaat voorbij aan wat Baudet ook is. Een volksmenner. Een ondergangsfilosoof. Een complotdenker. Een politicus die verdeelt. Een seksist. Een ontkenner van het klimaatakkoord. Een politicus die de Nederlandse identiteit eng definieert en aanhaakt bij christenen. Deze opinie-maker ziet dat allemaal door de vingers.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelAlle reden voor steun van christenen aan Baudet’ van Zmnako Karem in Trouw, 10 april 2019.

Foto 2: Tweet, 10 april 2019.

Conservatieve, mannelijke, witte evangelicals zijn schijnheilig door Trump te steunen. Maar zo hebben ze de kern van de macht bereikt

De Democratische presidentskandidaat Pete Buttigieg trok afgelopen weekend het geloof in God van president Trump in twijfel. Ook bekritiseerde hij de schijnheiligheid van Trumps evangelische supporters. Op de FB-pagina van Christian Headlines bij het artikelEvangelicals Are Hypocrites for Supporting Trump, Democratic Candidate Says’ plaatste ik onderstaande reactie. Zie hieronder bij reacties voor de Nederlandse vertaling.

The mistake that American politicians make is that they mix church and state. This is not the case in Western European countries. Some politicians there are religious, but they keep that to themselves and they don’t use it as marketing in their political career.

You could only wonder why American politicians are so explicitly showing off their beliefs. Why do they think that is necessary? What kind of mechanism is at work here?

This makes it difficult to criticize President Trump’s religion. Because he has the right to practice his personal faith. It is not decent to criticize this in the public domain because the personal faith belongs to the personal domain.

The condition for criticism is that a politician does not explicitly use his personal faith – or whatever goes for it – for political goals. Because then it ceases to belong to the personal domain and passes to the political domain. In that case, political opponents can say something about it in public.

President Trump clearly seems to have crossed this border. His background and testimony gives no reason to assume that he has a deep personal faith. Let alone that he wants to keep that for himself and his family. For political and electoral purposes, he expresses a picture of faith and Christian conviction with which he provokes a reaction.

President Trump may therefore be criticized for political reasons for marketing his religious beliefs.

On top of that comes the responsibility of the believers themselves. Just as Muslims in Islam nations are asked to speak out about Islamist fundamentalists who hijack Islam, the same can be asked of Christians in the US if it appears that Christian fundamentalists and evangelicals with Trump as political foreman hijack their faith.

That is the case in the US. The Christian faith has been hijacked by Trump and the racicals who use it for their populist, nationalist and conservative agenda. Critics as religious scientist Reza Aslan even speak of a cult led by guru Trump in which all balance, opposing power and dialogue have been silenced.

With the caveat that within the same election cycle these white, masculine, conservative evangelicals were first the group that it was most likely would claim that a politician’s ethics mattered, whereas this is now the group that is most likely to it says the ethics of a politician does not matter.

It depends on the personal circumstances, the political color and the personal ambition and courage how a Christian responds to the hijacking of his faith by Trump and the white, conservative, male evangelicals. These religious leaders usually lead major religious, commercial organizations whose main goal is to make a profit. They are not only politically and “mentally” linked to Trump, but also economically.

Pete Buttigieg himself has a long background as a professing Anglican who is a member of the Episcopal Church. It is indicative of the low level of American politics and the unwanted expansion of the faith into the public domain that a debate is emerging about this. It is unclear whether Buttigieg responds to Trump and the evangelicals because of his political ambitions or because of his own personal faith.

But it doesn’t really matter. That Buttigieg reacts is defensible. It cannot be that Trump can address anyone to belief or conviction and, for political-electoral reasons, knows how to win over white, conservative evangelicals with impunity. Without getting any response in the public domain. When Trump externalizes his faith, he evokes the reaction about himself and his evangelical sycophants.

It is high time for US Christians to reclaim their faith from the hands of the would-be believers who hijacked it for political and commercial purposes. Without a response, they hand over their faith to the modern Philistines.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelEvangelicals Are Hypocrites for Supporting Trump, Democratic Candidate Says’ van Michael Foust op Christian Headlines, 8 april 2019.

Nederlands kabinet geeft voorkeur aan handelsbelangen boven de bestrijding van de radicale islam. In Algerije is dat anders

Wie het Frans of Arabisch niet verstaat, kan toch uit de beelden afleiden wat er aan de hand is. De Algerijnse minister van Religieuze Zaken en Waqf  Mohamed Aïssa verklaart de oorlog aan het Saoedische Wahabisme en het islamitisch fundamentalisme. Islamitische geestelijken omringen hem. Aïssa meent onder verwijzing naar de Saoedische islamgeleerde Sheik Ibn El-Otheimine (1929-2001) dat hedendaagse salafisten niet de ware betekenis hanteren. Salafisme zou een verwijzing zijn naar het pad dat de profeet, zijn volgelingen en voorgangers volgden, maar hieruit zou niets afgeleid kunnen worden over het persoonlijke pad van moslims voor nu: ‘Echter, salafiya adopteren als een persoonlijk pad en het gebruiken van andere moslims met een tegengestelde mening, of sterker nog als een partizanenpad, is volledig in tegenspraak met salafiya zelf’. Dit gaat om de interpretatie en beeldvorming van het salafisme en wie erover het laatste woord kan claimen.

Of het klopt wat Aïssa zegt is niet de kern. Het gaat erom dat een Algerijnse minister het met stilzwijgende instemming van islamitische geestelijken nodig acht om zich tegen de fundamentalistische islam uit Saoedi-Arabië te keren en hij denkt die met eigen wapens te kunnen bestrijden. Dit geeft aan dat de stromingenstrijd in de (Soennitische) islam in een nieuwe fase is beland. De radicale islam wordt de voet dwarsgezet.

Dit staat in schril contrast met de conclusie van RTLZ-journalist Roderick Veelo. In een commentaar hekelt hij de lakse opstelling van de Nederlandse regering over de import van de radicale islam uit Saoedi-Arabië. Achtereenvolgende kabinetten met onder meer VVD, PvdA, CDA en D66  zouden dat jarenlang vanwege handelsbelangen hebben verzwegen of zelfs ontkend. Door onderzoeksjournalistiek van Nieuwsuur en NRC en tegen de zin van het kabinet in is de financiering van radicale moskeeën alsnog naar buiten gekomen. Veelo concludeert: ‘De situatie is absurd: we hebben de handen vol aan het deradicaliseren van jonge moslims en tegelijkertijd houdt de overheid er een geheime achteringang op na voor de radicale islam. Die geheime afspraken zijn ondraaglijk. Net als de wegkijkers, de langslapers en de lakse bestuurders die de samenleving opzadelen met de import van nog meer religieuze intolerantie.’ In landen als Algerije wordt de urgentie beseft van het terugdringen van de radicale islam omdat het een strijd om de macht is. Maar de Nederlandse regering daartegenover beseft die urgentie niet en maakt die ondergeschikt aan het eigen handelsbelang.

Cenk Uygur en Reza Aslan over religie, ideologie, fundamentalisme, neo atheïsme en media

Een debat tussen Reza Aslan en Cenk Uygur waarbij vele onderwerpen aan bod komen. Aslan was afgelopen week in het nieuws omdat CNN zijn documentaireserie annuleerde vanwege een kritische tweet over Trump.

Is de islam van alle religies de slechtste? Daar lijkt het niet op. Beeldvorming in de media cultiveert echter wel dit beeld. Religies zijn door mensen gemaakt en worden door geen enkele gelovige naar de letter gevolgd, daar zijn Aslan en Uygur het over eens. Religies verschillen volgens Aslan niet van andere systemen zoals nationalisme, socialisme etc. Uygur is het op dit aspect oneens met Aslan. Waarom zou een gelovige uit vrije wil een religie volgen uit een heilig boek dat voor de helft bestaat uit uitspraken die het navolgen niet waard zijn? In zijn antwoord benadrukt Aslan het sociale aspect van religie. Uygur met zijn eigen ‘tekenssyteem’ zou door niemand begrepen worden. Opvallend is dat Aslan religie een ideologie noemt. Zoals Wilders de islam.

Mijn kritiek op Aslan is dat hij ook daar relativeert waar hij zou kunnen onderscheiden: Mijn reactie bij de video: ‘But the relativism and semiotics of Reza Aslan is exhausting. He also seeks abstraction where he could find concreteness and detailing. For instance in calling all the ideologies equal.’ Ik ben het wel weer eens met Aslan als hij zegt dat een christen die zich ‘christen’ noemen of een moslim ‘moslim’ dat is. Religies proberen altijd afstand te nemen van eigen radicalen, maar ze zijn onlosmakelijk met betreffende religie verbonden.

Zie elders mijn commentaar over de reden van de kritiek op de islam van populisten. En ‘neo atheisten’ als Sam Harris. Dat is deels een afleiding om sociaal-economische aspecten (machtsdeling, het grote geld in de politiek, inkomensongelijkheid, belastingontwijking, sociale rechtvaardigheid) niet centraal te zetten en aan te pakken. Dat is de relevante politieke verwijzing die onder dit belangwekkende en onderhoudende gesprek van Aslan en Uygur ligt. Islamkritiek is uiteindelijk een excuus om echte machtsverhoudingen te helpen verhullen.

Westerse overheden moeten islamhervormers als Tarek Fatah steunen. Ze bieden een weg tussen islamisme en populisme

De Canadees-Pakistaanse schrijver Tarak Fatah is een islamitische hervormer en mensenrechtenactivist. Hij komt op voor zijn geloof, maar heeft het niet zo op regimes en geestelijken die volgens hem zijn geloof kapen en een slechte naam bezorgen. Als progressieve denker heeft hij evenmin een goed woord over voor politici die de islam in bescherming nemen en de hervorming ervan helpen blokkeren. Legendarisch is zijn terechtwijzing van de liberale senator Grant Mitchell in 2014 in een hoorzitting in de Canadese senaat. Ook een woordenwisseling uit lijfsbehoud omdat hervormingsgezinde moslims die te ver van de hoofdstroom afdwalen dat met hun leven kunnen bekopen. Schrijnend dat een liberale senator daar de aanstichter van was.

Volgens Tarek Fatah is in de kern de islam een religie als alle andere geloven, maar is het wel diepgaand gecorrumpeerd. En dat al meer dan 1400 jaar lang. Zo wordt voor aanvang van het vrijdaggebed wereldwijd opgeroepen om de ongelovigen te verslaan. Dat is geen oproep die past bij een geloof dat over zichzelf verkondigt vredelievend en tolerant te zijn. Want op die manier is het dat niet. De islam volgt een merkwaardige agenda en heeft raakvlakken met het (pseudo-)populisme van Wilders, Trump of Le Pen. ‘De islamisten en de populisten zitten in hetzelfde schuitje: ze vinden die moderne, open wereld maar moeilijk te vatten’, zo zei de Duitse neoconservatieve historicus Paul Nolte in 2016 een interview met Trouw. Zie hier mijn commentaar over populisten en islamisten die de moderniteit niet bij kunnen benen.

Interessant aan hervormers als Fatah die de moderne wereld omarmd hebben -en pleiten voor het secularisme waar een hervormde islam een plek kan vinden- maar ook Ziauddin Sardar, Salim Mansur of de in 2010 overleden Nasr Abu Zayd is dat ze een middenweg vinden tussen het actieve islamisme of de afwachtende islam, en het populisme dat de islam en migratie gebruikt om zich tegen af te zetten. Tien jaar geleden werd de Turkse president Erdogan door progressieve knuffelaars als Frans Timmermans op het schild gehesen als iemand die in Turkije bezig was een soort islam-democratie te ontwikkelen. Dat idee is pijnlijk doorgeprikt.

Voor iedereen die niet mee wil gaan in de naïviteit -of het politieke opportunisme- van Timmermans of Grant Mitchell en de islamhaat van Wilders, Trump, Marine Le Pen en Oost-Europese leiders is het goed om te weten dat er een derde weg is: de hervormingsgezinde islam die zich zonder politieke en gecorrumpeerde agenda als geloof probleemloos kan voegen in het secularisme. Dus de nationale rechtsstaat. Westerse overheden zouden hervormers als Tarik Fatah meer moeten steunen dan ze nu doen. Trouwens niet te verwarren met   valse profeten als Tariq Ramadan die de moderniteit naar de islam willen brengen, maar niet de islam naar de moderniteit en het secularisme. Als overheden de financiële en politieke steun die nu naar islamistische landen als Saoedie-Arabië stroomt om zouden leiden naar vertegenwoordigers van de hervormingsgezinde  islam, dan zou dat iedereen enorm van dienst zijn. Op de islamisten en de populisten na. Dat er niet gekozen wordt voor zo’n voor de hand liggende oplossing geeft te denken over het inzicht van westerse overheden.

Waarom verlaten leerlingen islamitische school As-Siddieq zaal bij dansoptreden? Hoe kan de overheid optreden tegen segregatie?

De reacties op een incident tijdens de debatbattle met basisscholen ‘Discussiëren kun je leren‘ in De Balie in Amsterdam zijn uiteenlopend. Het Parool besteedt er in een bericht aandacht aan. Leerlingen van de islamitische school As-Siddieq verlieten tijdens muzikale intermezzo’s de zaal omdat ze ‘van hun geloof niet naar dans kijken en muziek [mogen] luisteren’, zo verklaarde een leerlinge. Kinderen van andere scholen met een islamitische achtergrond bleven tijdens de muzikale onderdelen in de zaal of dansten mee op het podium. Een deel van de islamitische kinderen meent dus dat kijken naar dans en luisteren naar muziek niet mag van hun geloof, terwijl een ander deel meent dat dat goed samengaat met een islamtisch geloof. Er is dus geen eensluidende islamitische opvatting over wat mag in verband met kijken naar dans en luisteren naar muziek.

Het Parool: ‘Natuurlijk, we hebben wel eens gehoord dat zang en dans niet passen binnen fundamentalistische interpretaties van de islam, maar gebeurt dat niet alleen in streng-gelovige landen? Was dit een vleugje Saoedi-Arabië in Amsterdam? Een bewijs van segregatie?’ De meningen van deskundigen die de krant peilt zijn overwegend afwijzend in de vorm van segregatie die de leiding van de islamitische basisschool As-Siddieq hun leerlingen oplegt. Organisator van het debat Chantal Deken zegt dat ze in overleg met de school tot deze oplossing ­was gekomen ‘die geen afbreuk doet aan de inhoud van het programma’. Maar het is de vraag of de segregatie de leerlingen van As-Siddieq dient en of een organisatie daar aan mee moet werken.

VVD-raadslid Samira Bouchibti vindt het niet normaal wat er gebeurd is: ‘Deze school sluit zich af. Zo ontstaat een enclave in de samenleving. We moeten normen stellen. Ik ga hierover vragen stellen aan het college. De gemeente moet in gesprek met deze scholen.’ Wethouder Onderwijs Simone Kukenheim (D66) zegt: ‘De gemeente gaat het gesprek aan met alle scholen in de stad. En dan vragen wij ook door.’ Maar welke sancties de overheid heeft om scholen die zich afsluiten bij de les te trekken en de leerlingen van die scholen te onttrekken aan het gezag van fundamentalistische ouders of schoolbesturen is ongewis. De uitspraak dat ‘de gemeente in gesprek blijft met deze scholen’, klinkt defensief en verre van krachtdadig en initiatiefrijk.

Woordvoerder Jamila Zemouri van de Stichting ­Islamitische Scholen ­Amsterdam waar As-Siddieq toe behoort meent dat van segregatie geen sprake is omdat de school er ‘juist voor gekozen heeft om wel deel te nemen aan het debat’. Zemouri: ‘Muziek is niet verboden in de islam, maar meestal doen ­jongens en meisjes dit gescheiden. Wij bereiden onze leerlingen voor om deel uit te maken van de samenleving en het is de keuze van het kind wat het wel en niet doet.’ Deze uitspraak suggereert dat de school de verantwoordelijkheid bij de leerlingen legt en dat de schoolleiding de leerlingen vrijlaat in hun keuze. Het valt moeilijk in te zien hoe deze bewering klopt over kinderen van maximaal 12 jaar oud. Wat Zemouri precies bedoelt met de uitspraak dat ‘jongens en meisjes muziek gescheiden’ doen is de vraag. Deze verklaring maakt het er eerder kwalijker op dan het al leek. Er lijkt sprake van een dubbele apartheid. Namelijk die tussen jongens en meisjes binnen de islam en tussen islamitische scholen en niet-islamitische scholen. De uitleg van As-Siddieq klinkt zonderling.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelLeerlingen islamitische school verlaten zaal bij dansoptreden’ van Michiel Couzy in Het Parool, 15 april 2017.

Staat Utrechtse raad toe dat Pius X Willibrordkerk koopt?

Een artikel van Gidi Pols in de Volkskrant over de bestemming van de neogotische Willibrordkerk roept de vraag op wat het vrijzinnig-progressieve Utrechtse gemeentebestuur (GroenLinks, VVD, D66 en SP) bezielt om in te stemmen met de verkoop van deze kerk aan een ultra-conservatieve katholieke vereniging Pius X (SSPX). De opzet is dat SSPX de schulden overneemt en zo een meerderheid in de stichting van eigenaren krijgt. En het dus voor het zeggen krijgt. Het is onduidelijk hoe groot het overnamebedrag is, maar het zal liggen rond de 1,65 miljoen euro. Dat is de schuld die resteert bij twee restauratiefondsen. De kerk is sinds 1976 een rijksmonument. Volgens de Volkskrant beslist de gemeenteraad eind juni of de verkoop door kan gaan.

De kerk is nu in gebruik bij vrijwilligersstichting Culturele Evenementen Sint-Willibrordkerk. Deze seculiere monumentenstichting heeft als doel het gebouw als sacrale kerk en monument open te houden. Gebruikers zijn een stichting die culturele evenementen organiseert en het aan de RK-Kerk verbonden apostolaat dat er missen houdt. De kerk werd met 8,5 miljoen euro subsidie van Rijk en Europese Commissie gerestaureerd. De kerk wordt beschouwd als belangrijk cultureel erfgoed. Sinds mei 2016 gebruikt de SSPX de kerk elke zondag voor de eredienst. Maar een heiligdom is het niet. Dat wil SSPX bereiken met de aankoop. In 2014 ontstond ophef over de reeks theatervoorstellingen De Uitvaart van theatermaker Dries Verhoeven. In een persbericht protesteerde gebruiker St. Willibrord Apostolaat tegen de voorstellingen omdat ze ‘ontegenzeggelijk een ontwijdend karakter’ zouden hebben. De voorgenomen verkoop valt niet los te zien van de ophef in 2014. 

Volgens de Volkskrant vrezen de vrijwilligers dat als SSPX het voor het zeggen krijgt het gebouw een gesloten karakter zal krijgen. Het is daarom een overweging voor de Utrechtse raadsleden om goed na te denken over het voorstel van de gemeenteraad voor verkoop aan SSPX. De in het Utrechtse centrum gelegen Willibrordkerk heeft een toeristische en culturele bestemming die bij verkoop aan SSPX onder druk kan komen te staan.

Essentieel is niet dat SSPX een ultra-conservatieve katholieke stroming is die in gewapende vrede met het Vaticaan leeft. Het is niet aan het openbaar bestuur om een onderscheid te maken tussen gematigde en extremistische religieuze stromingen. Het gaat erom dat een culturele bestemming geprivatiseerd dreigt te worden en praktisch onttrokken zal gaan worden aan de publieke ruimte. Het gaat erom of de Utrechtse raadsleden daar mee in willen stemmen. Willen ze hun stad toegankelijk houden of in de verkoop doen aan de hoogste bieder? Volgen ze het college dat redeneert vanuit het economisch belang of kijken ze verder?

Foto: Still uit het videoverslag van ‘Het Enfant Terrible’ door Thorsten Alofs op 22 mei 2014 in de St. Willibrordkerk te Utrecht.

Controversiële kunst van Glen Strock

Wat te denken van controversiële kunst? Is er goeie en slechte controversiële kunst? Doet het ertoe wat het verbeeldt? Neem nou de muurschildering van Glen Strock op een overheidsgebouw in Sante Fe, New Mexico. Gemaakt als onderdeel van het Teen Court programma dat jongeren (12-17 jaar) een alternatieve straf geeft en probeert te resocialiseren. Maaar critici beweren dat Strock kolonialisme en de onderdrukking van de inheemse bevolking verheerlijkt, aldus een bericht van KRQE News. Toen de overheidsdienst die opdracht voor de schildering had gegeven kwam om een deel ervan wit te wassen verhinderde Strock dat. Het wordt er nog raadselachtiger op door een video waaruit blijkt dat Strock een tamelijk fundamentalistische pastoor van de Pecos Valley Cowboy Church is. KRQE News laat die kant van Strock ongenoemd. Wie is nou de echte vandaal?