Een schip in de haven van Varna (1921-1930)

Agop Mantigyan, Varna, de Poort; Schepen in de haven, 1921-1930. Collectie: Regionale bibliotheek PENCHO SLAVEIKOV, Varna

Deze foto toont de haven van het Bulgaarse Varna, in de jaren 1920. Mensen, of liever gezegd heren op de kade kijken naar fotograaf Mantigyan. Uit zijn naam af te leiden waarschijnlijk een Armeniër.

Hij is ook op doorreis naar of van een haven aan de Zwarte Zee of gevestigd in Bulgarije. Wellicht na 1915 gevlucht uit Turkije. We weten het niet, maar kleuren zo het verleden in. Nu zo’n 100 jaar geleden en in verschijningsvorm een vreemd continent dat we nauwelijks nog herkennen.

Kan een foto van een tijd die men niet heeft gekend weemoedig maken? Ik weet het niet. In mijn jonge jaren had ik in mijn ouderlijk huis zo’n 10 jaar een kamer met zicht op een Zeeuwse haven en de Westerschelde. Continu voeren boten langs. Is het daarom dat ik me nog steeds aangetrokken voel door dit soort foto’s van schepen? Het zal wel.

Zoals zo vaak, zeg je dan, zegt dat meer over de beschouwer dan over het object. Zo is het nou eenmaal. Observaties, recensies en analyses zijn verre van objectief. Ze zijn niet onbevangen. Dat we het beseffen.

Facebook krijgt kritiek omdat het in een beleidswijziging voortaan desinformatie van politieke advertenties toestaat

Algemeen directeur van Facebook Mark Zuckerberg hield op 17 oktober een lezing op de Georgetown University waarin hij betoogde dat politieke advertenties uitgesloten worden van factchecking. Dat betekent dat iemand als president Trump in de campagne van 2020 miljoenen dollars kan besteden aan aantoonbaar misleidende advertenties zonder dat Facebook ingrijpt. Dit is afwijkend van het beleid dat het bedrijf tot nu toe had om misleidende, politieke advertenties na controle door onafhankelijk factcheckers uit te sluiten. De Democratische presidentskandidaat Elizabeth Warren sprak in drie tweets haar zorg uit over die ontwikkeling:

De onderliggende vraag is wat Facebook voor een bedrijf is, een technisch, sociale media of een journalistiek bedrijf (= news business). In 2017 riep Media Matters Mark Zuckerberg uit tot de ‘misinformer‘ van het jaar 2017. De multinational die steeds weer beterschap belooft in het opkrikken van het journalistieke gehalte, het minimale doet om er mee door te kunnen door uitsluitend  het verwijderen van fake accounts, maar uiteindelijk te weinig levert. Facebook neemt onvoldoende journalistieke verantwoordelijkheid van een nieuws organisatie en wil daar onvoldoende op aangesproken worden. Facebook is de top verspreider van nepnieuws.

Waarom is de aanpak van nepnieuws zo moeizaam? Is het probleem van nepnieuws te groot om doelmatig aan te pakken of is de aanpak van Facebook te halfslachtig en onvoldoende? Of is het allebei waar? We kennen onderhand talloze analyses van deskundigen over de kwalijke rol van desinformatie en nepnieuws, zoals van Clingendael-deskundige Danny Pronk die voor de VPRO het probleem uiteenzet. Maar toch. We horen dit al zeker sinds 2016, maar de aanpak lijkt nog steeds onvoldoende. Van een probleem dat allang niet meer nieuw is, maar door velen nog op het niveau van bewustwording wordt gepresenteerd. Men zou toch in redelijkheid mogen verwachten dat nou eindelijk eens een doelmatige tegenstrategie wordt ontwikkeld en uitgevoerd.

Niet dus. Vanwaar dit gebrek aan vooruitgang en een doelmatige aanpak? Laat de duiding voortaan daar op focussen, namelijk op concrete tegenmaatregelen om de westerse democratie te beschermen. Herhaling van zetten is aardig, maar bewustwording bij opinieleiders en publiek is intussen voldoende aanwezig. Pleiters moeten de volgende stap zetten om overheden en bedrijven als Facebook tot doelmatig handelen te dwingen.

In een artikel voor Politico dat een opsomming van stagnatie en gemiste kansen geeft, citeert Mark Scott de voormalige Europarlementariër van D66 Marietje Schaake over digitale veiligheid: ‘Wetgevers hebben de bal laten vallen, we staan pas aan het begin van het begrijpen van de uitdagingen voor liberale democratieën.’ Waarom zijn drie kostbare jaren verloren gegaan door inertie? Waar blijft het Deltaplan om dit aan te pakken?

Dit debat waar Facebook makkelijk kan wegkomen heeft de gevestigde journalistiek deels aan zichzelf te wijten. Het heeft te maken met de obsessie van de journalistiek op neutraliteit die de meer belangrijke norm van objectiviteit beschadigt. Het ‘enerzijds – anderzijds’, ofwel hoor en wederhoor van de klassieke journalistieke code schiet tekort indien het tegenover een portie waarheid een even grote portie onwaarheid en leugens zet. De spanning tussen ‘eerbied voor de waarheid’ en ‘het recht op faire commentaar en kritiek’ staan in de gevallen van nepnieuws en desinformatie op gespannen voet met elkaar. De vraag is of dit niet ontaardt in naïviteit en nog houdbaar is als de mate van desinformatie via politieke advertenties de sociale media overspoelt. Het kan niet de opzet van journalistiek zijn die zegt te gaan voor de feiten en de waarheid om onwaarheid te verspreiden. Zo beredeneerd is de reactie van Facebooks Monika Bickert in gesprek met CNN’s Anderson Cooper in mei 2019 zelfs in dubbel opzicht tekortschietend en onjuist. Zij ontkent zowel dat Facebook een journalistieke organisatie is die inzet op objectiviteit en het nastreven van de waarheid aan de hand van de feiten als dat Facebook een organisatie is die onvooringenomen hoeft te zijn. Anything goes in haar optiek. Zo kan Facebook verwijzen naar de vrijheid van meningsuiting, zonder in te hoeven grijpen en de journalistieke verantwoordelijkheid van een nieuwsorganisatie te hoeven nemen. Het moment nadert dat het niet anders kan dan dat Facebook door de eigen inertie door het congres opgeknipt wordt omdat het achter de feiten blijft aanhollen en om commerciële redenen het eigen karakter van een nieuwsorganisatie ontkent.

Foto: Tweets van Elizabeth Warren, 18 oktober 2019.

Irritant gebrek aan vooruitgang bij aanpak nepnieuws. Facebook ondersteunt verspreiding van gemanipuleerde video Nancy Pelosi

Een vice-president van Facebook Monica Bickert ontkent in een gesprek met CNNs Anderson Cooper dat haar organisatie draait om nieuws en ‘in the news business’ is. Aanleiding is een gemanipuleerde video van Huisvoorzitter Nancy Pelosi waarin het lijkt alsof ze dronken of verzwakt is. Bickert kan niet goed uitleggen waarom Facebook de video niet verwijdert. Haar kanttekening dat er een waarschuwing bijgeplaatst wordt is onwaarachtig omdat Facebook pas tot actie overging nadat de Washington Post op de manipulatie gewezen had. Facebook ondersteunt zo de strategie van de Republikeinen voor 2020: gemanipuleerde berichten om de opponenten te verzwakken. Facebook blijft in gebreke en treedt nog steeds onvoldoende op tegen nepnieuws.

Waarom is de aanpak van nepnieuws zo moeizaam? Is het probleem van nepnieuws te groot om doelmatig aan te pakken of is de aanpak van de techbedrijven als Facebook te halfslachtig en onvoldoende? Of is het allebei waar? We kennen onderhand talloze analyses van deskundigen over de kwalijke rol van desinformatie en nepnieuws, zoals van Clingendael-deskundige Danny Pronk die voor de VPRO het probleem uiteenzet. Maar toch. We horen dit al zeker sinds 2016, maar de aanpak lijkt nog steeds onvoldoende. Van een probleem dat allang niet meer nieuw is, maar door velen nog op het niveau van bewustwording wordt gepresenteerd. Men zou toch in redelijkheid mogen verwachten dat tegen de strategie van de Republikeinse partij, de Russische Federatie of andere actoren nou eindelijk eens een doelmatige tegenstrategie wordt ontwikkeld en uitgevoerd.

Niet dus. Vanwaar dit gebrek aan vooruitgang en een doelmatige aanpak? Laat de duiding voortaan daar op focussen, namelijk op concrete tegenmaatregelen om de westerse democratie te beschermen. Herhaling van zetten is aardig, maar bewustwording bij opinieleiders en publiek is intussen voldoende aanwezig. Analisten moeten ook een volgende stap zetten om overheden en techbedrijven tot doelmatig handelen te dwingen.

In een artikel voor Politico dat een opsomming van stagnatie en gemiste kansen geeft, citeert Mark Scott de aftredende Europarlementariër van D66 Marietje Schaake over digitale veiligheid: ‘Wetgevers hebben de bal laten vallen, we staan pas aan het begin van het begrijpen van de uitdagingen voor liberale democratieën.’ Waarom zijn drie kostbare jaren verloren gegaan door inertie? Waar blijft het Deltaplan om dit aan te pakken?

Cenk Uygur van TYT gaat een stap verder en wijst in onderstaande video (na 12’ 50’’) op de obsessie van de journalistiek op neutraliteit die de meer belangrijke norm van objectiviteit beschadigt. Het ‘enerzijds – anderzijds’, ofwel hoor en wederhoor van de klassieke journalistieke code schiet tekort indien het tegenover een portie waarheid een even grote portie onwaarheid en leugens zet. De spanning tussen ‘eerbied voor de waarheid’ en ‘het recht op faire commentaar en kritiek’ staan in de gevallen van nepnieuws en desinformatie op gespannen voet met elkaar. Ook nog eens in een hooghartige houding van ‘dit zijn de normen van de journalistiek’ en ‘zo doen we het al jaren’. De vraag is of dit niet ontaardt in naïviteit en nog houdbaar is als de mate van desinformatie de (sociale) media overspoelt. Want het kan niet de opzet van journalistiek die gaat voor de feiten en de waarheid om onwaarheid te verspreiden. Zo beredeneerd is de reactie van Facebooks Monica Bickert zelfs in dubbel opzicht tekortschietend en onjuist. Zij ontkent zowel dat Facebook een journalistieke organisatie is die inzet op objectiviteit en het nastreven van de waarheid aan de hand van de feiten als dat Facebook een organisatie is die onvooringenomen hoeft te zijn. Anything goes in haar optiek.

Waarom keurt AD-hoofdredacteur Nijenhuis het goed? Wierd Duk peilt ‘de stemming’, maar selecteert populistisch gedachtengoed

Wierd Duk mag voor het AD van zijn hoofdredactie als verslaggever de vinger aan de pols houden van het ongenoegen in de samenleving en het populisme. Het AD geeft er de titel aan mee ‘Wierd Duk peilt de stemming’. Dat doet hij vasthoudend en gedreven, maar ook ogenschijnlijk met vermenging van een eigen agenda. Duk is een activistische journalist, maar zonder dat het AD of Duk zelf daar volledige openheid over geven. Dat is een gemiste kans. Het blijft ongenoemd en daarom kan het verwarring scheppen waarom hij de stemming peilt. Gaat Duk het land af om willekeurig (‘at random’) signalen op te vangen en daar verslag van te doen of worden de signalen geselecteerd om ze in de mal van de bestaande mening van Duk te gieten?

Een antwoord geeft vandaag een artikel in AD en de eenzijdige selectie van de geïnterviewden. Duk beperkt zich tot usual suspects die door Nederlandse rechts-nationalistische media aan elkaar doorgegeven worden en uitsluitend het rechts-populistische verhaal vertellen. Duk voert onder meer de Hongaars-Nederlandse hoogleraar László Marácz op die met zijn pro-Kremlin en anti-EU meningen bekend is van Café Weltschmerz, de Oekraïens/Russisch-Nederlandse Jelena Plotnikova die tijdens het Oekraïne-referendum steevast werd opgevoerd als ‘Oekraïens’ wat onder meer voormalig SP’er Harry van Bommel op kritiek van The New York Times kwam te staan en de Pools-Nederlandse wiskundelerares Monika Jakubowska (40) uit Bergen op Zoom.

In het artikel van Duk komen EU-scepticisme, pro-Putin relativering, pleidooi voor de natiestaat, islamkritiek, immigratievrees, mediakritiek en het verwijt van een zwak opererende overheid samen. Dit zijn niet toevallig de elementen die altijd terugkomen in Duks stukken en die tot het rechts-populistische taaleigen behoren. Dit roept de vraag op of Duk werkelijk interesse heeft en begerig is om de stemming van Nederland in al zijn diversiteit te peilen of dat hij vooraf stemmingen selecteert die bij zijn rechts-populistische mening passen.

Er bestaat geen twijfel over dat Duk in dit type artikelen niet ‘de stemming’ van Nederland peilt, maar slechts ‘een stemming’ die niet toevallig samenvalt met zijn eigen stemming. Duk preekt voor eigen parochie en krijgt daarvoor ruimte van de AD-hoofdredactie. Dat mag en Duks politieke mening kan uiteraard klinken in de media. Hij is geen slechte journalist en is het waard om gehoord te worden. Maar het AD gaat de fout in en doet aan misleiding als het een uitgesproken politieke mening van een activistische journalist zonder context en disclaimer presenteert als onpartijdig, onbevooroordeeld en min of meer willekeurig tot stand gekomen.

Het zou hoofdredacteur Hans Nijenhuis en de eindredactie van het AD sieren als ze Duks artikelen voortaan presenteren wat ze werkelijk zijn. Namelijk een onverbloemde promotie van het rechts-populistische gedachtengoed. Dan kan Nijenhuis gelijk kijken of het bovenstaande citaat niet discriminerend is en of Duk dat ongefilterd in de krant had moeten zetten. Het kan best dat moslimmigranten die naar Europa vluchten door slecht onderwijs in hun thuisland een slechte opleiding hebben genoten en weinig kennis hebben opgedaan, maar het verwijt dat ze ‘vaak een laag IQ’ zouden hebben klinkt akelig discriminerend en onzinnig.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelWierd Duk peilt de stemming: ‘Weinig vaderlandsliefde in Nederland’’ van Wierd Duk in het AD, 13 mei 2017.

Nieuwsuur verwoordt kritiek op sociale media. Is het onafhankelijk en open genoeg om geloofwaardig te zijn in die rol?

Nieuwsuur gaat in op een onderzoek over sociale media. Aanleiding is een boek over ‘populist political communication’ dat in juni 2016 bij Routledge verscheen met hoogleraar Claes de Vreese als medeauteur. Nieuwsuur is niet positief. In een toelichting noemt het de keerzijde van sociale media: ‘Door vooral nieuws te lezen dat past bij je eigen wereldbeeld, kun je terechtkomen in een wereld van je eigen gelijk. En als iedereen dat doet, ligt polarisatie op de loer.’ Hoe geloofwaardig is het dat Nieuwsuur als deel van de gevestigde media en vertegenwoordiger van de status quo kritisch is op media die zich keren tegen de traditionele media? Methodologisch is dit van het niveau ‘de slager keurt z’n eigen vlees’ of ‘WC-Eend beveelt WC-Eend aan’.

Nieuwsuur maakt een fout als het meent verslag te kunnen doen over politieke communicatie en (sociale) media vanuit een neutrale, onafhankelijke en ongebonden positie. Het is te nuffig en te naïef gedacht als het meent dat dat impliciet verantwoord kan worden door het bestaan van een redactiestatuut dat journalistieke onafhankelijkheid garandeert. En dient als panacee voor objectiviteit. Nieuwsuur zou dit soort kritiek beter voor zijn door de eigen positie in de verslaggeving tot uitgangspunt te maken. In plaats van de poging om die eigen positie weg te moffelen. Nieuwsuur neemt de rol van objectieve waarnemer aan, maar zou moeten beseffen dat het dat per definitie niet kan zijn omdat het onderdeel van het systeem is. Zelfs als het zich daar tegen verzet en er afstand van wenst te nemen is het ondanks zichzelf nog een verdediger van de status quo.

Nieuwsuur dient extra voorzichtig te zijn met kritiek op sociale media. Des te meer omdat het in dit item vooral de negatieve kanten ervan benadrukt. Weliswaar zegt het dat ‘de toename van nieuwsconsumptie via sociale media samengaat met een laag vertrouwen in de ‘traditionele’ media en tweederde van de Nederlandse bevolking weinig of geen vertrouwen in de pers heeft, zoals uit recente cijfers van het CBS blijkt’. Maar het gaat er  vervolgens niet op in waarom dat vertrouwen in de traditionele media laag is en geeft ruimschoots baan aan kritiek op en tekortkomingen van sociale media. Nieuwsuur vergeet het verband te noemen dat bestaat tussen het wantrouwen in de traditionele media en het vertrouwen in de sociale media.

Kritiek van traditionele media op sociale media is gemakzuchtig als het niet tegelijk de eigen tekortkomingen noemt. Kijkers maken de afweging tussen een en ander. Dat soort kritiek geeft een onvolledig beeld van het functioneren van traditionele media als media als Nieuwsuur menen de eigen tekortkomingen buiten beeld te kunnen houden in de mening dat kijkers dat niet beseffen. Het aanschurken tegen de politieke macht en de afhankelijkheid van economische macht is nu eenmaal een onlosmakelijk onderdeel van traditionele media.

In de video gaan Mike Papantonio en Cliff Schechter in op de Amerikaanse situatie van corporate media die gestuurd worden door het bedrijfsleven. Zodat onrecht en wantoestanden die door onderzoeksjournalisten zijn uitgezocht door deze media niet genoemd worden omdat dat niet in het belang van de bedrijven is die de media bezitten. Ze verhinderen dat met hun economische macht. Zover is het gelukkig nog niet in Nederland. Maar Nederland moet wel alert blijven dat deze situatie niet ontstaat. Want Nederland is er niet per definitie onschendbaar voor. Een eerste stap om dat te verhinderen of dat proces te vertragen is de bewustwording bij de traditionele media dat de eigen positie verre van ongebonden is. Om broadcasting zolang mogelijk in stand te houden en een zo breed mogelijk publiek te binden lijkt het een betere strategie om hierover transparant te zijn en niet net te doen alsof traditionele media vanuit een volstrekt neutrale, onafhankelijke en ongebonden positie handelen. Deze valse pretentie jaagt het publiek nog sneller weg naar sociale media.

Cenk Uygur is boos over het spel van objectiviteit dat gevestigde media spelen

Het is spijtig dat de kritiek van The Young Turks komt, en niet van de gevestigde media. Dat roept imners de reactie op ‘daar komt hij weer’. De essentie is juist dat de gevestigde media gekleurd zijn en niet objectief verslag doen. Op wellicht een verdwaalde columnist na. En daarom nooit met dit soort kritiek komen die Cenk Uygur in zijn boosheid en verontwaardiging en ook wel een pose van bekaaidheid hier te berde brengt. Deze media kleuren de werkelijkheid bij en als ze daarop aangesproken ontkennen ze dat. Dat maakt hun handelen niet alleen opgetuigd (‘rigged’), maar ook vals en onwaarachtig. Vertegenwoordigers van de gevestigde media spelen zo het spel dat ze objectief en onpartijdig zijn, terwijl ze verduiveld goed beseffen dat dat niet zo is.

Valt hier iets voor Nederland af te leiden? Ongetwijfeld, want ook hier functioneren gevestigde media op het snijvlak van commercie en journalistiek. Alleen houden ze beter de schijn op objectief te zijn. Maar dat zijn ze evenmin als hun Amerikaanse vakgenoten. Het is er trouwens geen kwestie van dat journalisten niet objectief zijn, maar ze kunnen dat niet zijn omdat ze moeten functioneren in een systeem dat dat niet is. De gevestigde media schurken per definitie behaagziek aan tegen het establishment en nemen daarvan de gedachtenwereld, agenda en wijze van argumenteren over. Lichtpuntjes zijn de nieuwe media die in een andere machtssfeer opereren, maar vaak weer tekortkomen aan professionaliteit en continuiteit. Media als The Young Turks die journalistieke kwaliteit combineren met publieksbereik en activisme ontbreken vooralsnog in Nederland.

Debat LSE over Brexit en de werking van de media op de politiek. Met kritiek van Applebaum op de NOS

Een paneldiscussie van de London School of Economics and Political Science (LSE) van 29 april 2016 probeert duidelijkheid te scheppen over de media-aandacht voor het Britse referendum op 23 juni. De LSE komt in de aanloop naar het referendum met een serie video’s waarin uiteenlopende feiten worden behandeld. Hoe goed wordt het Britse publiek geïnformeerd? Ook de coverage door de media van andere referenda zoals het Franse referendum over de Europese grondwet in 2005 komt aan de orde. Consensus is dat de macht van de Britse media in de afgelopen 20 jaar weliswaar is afgenomen, maar dat ze -als totaal- nog steeds op een goede en pluriforme wijze verslag doen van de belangrijkste politieke en maatschappelijke ontwikkelingen.

Voor Nederlanders wordt het interessant als Anne Applebaum (na 28’ 36’’) een betoog houdt over het volledig verdwijnen van de gevestigde media in vooral Oost-Europese landen. Dat heeft tot gevolg dat er ruimte komt voor de opkomst van versplinterde politieke stromingen waaronder extremistische partijen en het ontstaan van complottheorieën. Eerder in de discussie (na 9’09’’) wees Applebaum op de rol van sociale media. Volgens haar leidt dat tot een nieuwe apartheid van de ‘fact free getto’s’ waar groeperingen niet meer met elkaar communiceren, maar in een virtuele wereld het eigen gelijk bevestigen. In The Sunday Show van 8 mei 2016 van Hromadske TV (na 26’ 28’’) herhaalt Applebaum haar analyse over de crisis van Westerse media -inclusief de sociale media die tot versplintering en apartheid aanzetten- die leidt tot een Westerse politieke crisis.

Applebaum ziet de objectieve en gezaghebbende BBC als verklaring voor het verschil in functioneren van de media in het Verenigd Koninkrijk met die in andere landen. De BBC legt in haar optiek als referentie een ‘kern’ in het functioneren van de media dat het idee van objectiviteit levensvatbaar en prominent aanwezig houdt. Zonder Nederlandse media, zoals de NOS met naam te noemen verwijst Anne Applebaum naar het recente Nederlandse Oekraïne-referendum waar zo’n centrumkracht ontbrak en daarom het media-debat over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne objectiviteit miste. En kan toegevoegd worden, daarom nooit het gewenste kwalitatieve niveau haalde en de kiezers onvoldoende informeerde. Door Nederland met Polen als voorbeeld te noemen van landen die een krachtige BBC missen die het mediadebat ‘op niveau houdt’ wijst Applebaum de gevestigde Nederlandse media en vooral de NOS opnieuw op hun gebrekkig functioneren.

Kudlow bazelt over Snowden, Rusland en dient journalistiek niet

De pertinente waarheid van Larry Kudlow zegt alles over de stand van zaken van de Amerikaanse gevestigde media. Die is bedroevend en heeft niets met journalistiek te maken die zich op de feiten baseert. Het gelijk waarop Kudlow zich beroept is potsierlijk. Simplisme en achterlijkheid zijn niet aan grenzen gebonden.

Niet alleen zijn analyse zit ernaast, ook de basale feiten kloppen niet. Zo zijn de VS praktisch niet met Rusland in oorlog, zo heeft Snowden niemand in gevaar gebracht door de artikelen die journalisten baseerden op de documenten waarvan Snowden hen voorzag en zo heeft de Amerikaanse regering bevestigd dat er geen aanleiding is om te vermoeden dat Snowden geheimen heeft gelekt naar de Russen. De parmantige Kudlow die overkomt als een pseudo-politicus dient zich te schamen voor zijn gebrek aan professionaliteit. Tijd dat-ie zijn verantwoordelijkheid neemt en met z’n praatjes het Amerikaanse publiek niet langer onzin verkoopt.

Vervalste BBC Video roept vragen op over berichtgeving

De BBC is betrapt in de verslaggeving over Syrië. Het neemt een loopje met de feiten. Het legt dr. Rola Hallam de ene keer iets anders in de mond dan de andere keer. Achter het masker dat suggereert dat zij spreekt. Maar da’s de vraag. Wordt haar eenmaal of tweemaal iets in de mond gelegd? Mogelijk heeft ze zelfs beide keren iets heel anders gezegd. De mensenrechtenactivist en Britse oud-ambassadeur Craig Murray spreekt over ‘onweerlegbaar bewijs van een prachtig stukje vervalsing door de BBC (‘Irrefutable evidence of a stunning bit of fakery’). Deze vervalsing roept de vraag op hoe de beelden over de Syrische oorlog gemanipuleerd worden. Wat kunnen we van de berichtgeving uit Syrië nog geloven als de getuigenissen vervalst worden?

Murray zet de twee verschillende versies achter elkaar:
1 ) “..It’s just absolute chaos and carnage here, erm we’ve had a massive influx of what looks like serious burns, er seems like it must be some sort of chemical weapon, I’m not really sure..”
2) “..It’s just absolute chaos and carnage here, erm we’ve had a massive influx of what looks like serious burns, er seems like it must be some sort of, I’m not really sure, maybe napalm, something similar to that..”

Amerikaanse nieuwsmedia zijn er voor de afleiding: Larry Kudlow

De gevestigde Amerikaanse pers is niet op zoek naar de waarheid, maar naar een plek in de schaduw van de macht. Bovenstaand fragment van de Kudlow Report van CNBC geeft inzicht hoe de Amerikaanse kijkers een schijnwereld van behoudende snit wordt voorgezet. Da’s geen journalistiek die aspecten vanuit verschillende kanten belicht, maar politiek activisme met een vooropgezet doel. Het noemt Edward Snowden zonder onderbouwing een crimineel. Tegen deze kretologie is het lastig opboksen. Nog niet eens om de waarheid te vertellen, maar om een journalistiek te krijgen die uitspraken verantwoordt en feiten wil laten spreken.

Zo vergeet Larry Kudlow te zeggen dat de VS geen uitleveringsverdrag met Rusland heeft en dat de VS zich zelf niet houdt aan uitleveringsverzoeken van andere landen. Zoals nog onlangs het geval Robert Sheldon Lady duidelijk maakte in een dubieuze samenwerking tussen de VS en Panama. Niet alleen is deze dubbele standaard van de regering-Obama schijnheilig, het goedpraten ervan door de gevestigde media is schokkend. Deze media gaan voorbij aan het goed informeren van het publiek dat bewust onwetend gehouden wordt.

Zelfs iemand met een radicale blik op de wereld als Kudlow zou de feiten moeten laten spreken. Maar dat doet-ie niet. Aangenomen dat-ie de feiten kent. Met z’n gespeelde bravour van de alleswetende wijze laat-ie zich inspireren door het beeld  van resolute politici die knopen doorhakken en niet terugdeinzen voor ferme uitspraken. Niet nieuwsgierigheid en willen weten, maar prediken en beïnvloeden staan voorop. Wat resteert is een combinatie van amusement en misleiding van de kijker. Het heeft niks met echte journalistiek te maken.

Waarom dit voorbeeld? Voor het volgen van de Amerikaanse politiek richt ik me op maatschappij-kritische bronnen die niet aan partijen gebonden zijn. Vaak online-nieuwsmedia die marginaal gedistribueerd worden. Zoals Democracy Now!, The Young Turks, The Real News, McClatchy, Common Dreams, Firedoglake, wired, Counterpunch of The Guardian. Naast de gevestigde media bepalen ze mijn blik op de VS. Ik weet dat ze in de media een minderheid uitmaken die nauwelijks tot Amerikaanse huiskamers doordringt. Larry Kudlow en zijn vakbroeders bij gevestigde media doen dat wel. Ze vormen het beeld dat kijkers in arren moede consumeren.

Het is goed om te beseffen dat overal ter wereld de onthullingen van Edward Snowden hun weerslag hebben gevonden in de gevestigde media. Behalve in de VS. Daar zijn media instrumenten die de zakelijke belangen van conglomeraten behartigen. In samenwerking met de zittende regering. In gehypte, continue retoriek.