Waarom de politiek als één-partijstaat teleurstelt

De burgemeester van Amsterdam presenteert een boek van Jaap Schalekamp. Een toelichting zegt: ‘Waarom de politiek teleurstelt’ is een boek dat antwoord geeft op actuele vragen, maar dat daarbij uitgaat van patronen en structuren die het signaleert in de Nederlandse politiek van de laatste vijftig jaar. Zelfs een oud probleem als de woningnood en een nieuw probleem als de eurocrisis vinden hier een logische verklaring. 

Het gaat dus over politiek, maar niet over partijpolitiek. ‘Waarom de politiek teleurstelt’ biedt wat de titel zegt, niet meer, niet minder. (..) Het gaat dan niet over links of rechts, maar over mechanismen die daarbij een rol spelen. En ook over de vraag hoe deze kunnen worden doorbroken. Dat dit mogelijk is en hoe, wordt helder aangegeven. Deze benadering is nieuw, gebaseerd op feiten en cijfers, kritisch maar toch constructief. Het boek wil daarmee een concrete bijdrage leveren aan het stimuleren en opwaarderen van de politiek.

Omdat de oplossing voor de politiek alleen via de partijpolitiek bereikt kan worden, zal er echter nooit iets veranderen. J.W. Oerlemans schreef al in 1990 dat Nederland feitelijk opereert als een Eén-partijstaatPolitiek moet veranderen om hetzelfde te blijven. Als postmoderne hedonist schreef ik in 2010: Links faalt en rechts faalt. De hele politieke klasse faalt. De politiek blijft steken in politiek correct denken van links, opportunisme van rechts en weinig geloof in eigen kunnen van de hervormingsgezinde, vrijzinnige politiek in het centrum. De postmoderne hedonist heeft het nakijken. Zijn ongenoegen vormt een niet te laven bron om uit te putten. Het levert Jaap Schalekamp een boek op, en mij veel stof voor een blog. We zijn gezegend met onze politiek.

Durft de PvdA over de euro te gokken op een stabiele PVV?

Financieel woordvoerder van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer Ronald Plasterk is volstrekt helder en rechtlijnig. Hij spreekt zich uit in Trouw over de EU-27 top van regeringsleiders komende woensdag: Ik heb er een hard hoofd in dat het gaat lukken. De zeventien regeringsleiders hebben er een puinzooi van gemaakt. Een wazig compromis dat tegenstellingen moet verhullen zullen wij niet steunen. 

De voortekenen voor de top zijn slecht. Nationale belangen zijn groot en verhinderen een aanpak die alles overkoepelt. Daarom lukt het maar steeds niet. Economen bekijken het financieel-technisch en vinden dat de schulden van Griekenland ruimhartig gesaneerd moeten worden en het noodfonds goed gevuld moet zijn. Maar de regeringsleiders staan voor de eigen banken, de waardering van de status van hun land, het begrotingstekort of torenhoge garanties. En het parlementaire tegengeluid.

De PvdA steunde tot nu toe de plannen van het kabinet om de euro te redden. De PVV steunt het kabinet op dit dossier niet en profiteert in de peilingen van het beeld dat het in de publiciteit ophangt van luie Grieken. Tevens gaf de steun Wilders bij de Algemene Beschouwingen de mogelijkheid om PvdA-leider Job Cohen de ‘bedrijfspoedel‘ van Rutte te noemen. Dat bevatte een kern van waarheid en Cohen had er geen weerwoord op. Wat is een oppositiepartij waard die zonder enige tegenprestatie het kabinet aan een meerderheid helpt?

Als de PvdA nu haar steun intrekt heeft het kabinet geen meerderheid meer. Of de PVV moet het kabinet weer gaan steunen om de PvdA dwars te zitten. Niet onmogelijk, want er is weinig dat de PVV meer pleziert dan het dwarsbomen van de PvdA. Zelfs in de peilingen hoeft deze draai voor de PVV niet slecht uit te pakken. Het programma van de PVV is toch al een lappendeken. Wat is de winst-verlies rekening als de PVV terugkomt op  haar anti-Europa politiek? Weegt het jennen van de PvdA op tegen het verlies aan eigen geloofwaardigheid?

Deze overwegingen beperken de ruimte van de PvdA om het hard te spelen. Durven de sociaal-democraten erop te gokken dat Wilders consequent is? En durft Wilders een draai te maken? Hoe groot schat de PvdA deze kans dan weer in voordat het echt de stekker uit dit dossier trekt? Zo wordt de top van Europese regeringsleiders rechtstreeks vertaald naar het Binnenhof. Tactische spelletjes bepalen de partijpolitiek.

Foto: Geert Wilders, Mark Rutte en Maxime Verhagen op het Binnenhof, september 2010

Anonymous waarschuwt de Nederlandse TV: NOS, RTL & SBS

Er tekent zich steeds meer een tegenbeweging af die bestaat uit Anonymous, WikiLeaks en de Occupy-beweging. De rolverdeling is dat Anonymous zich concentreert op internet en media, WikiLeaks op de journalistiek en de Occupy-beweging op de politiek. De aanval op de Nederlandse televisie door Nederlandse vertegenwoordigers van Anonymous past in dat beeld. Zowel Anonymous, WikiLeaks en OWS (Occupy Wall Street) focussen nu op de media omdat ze in de publiciteit op hun deelterrein een strijd kunnen beslechten.

Het beste voorbeeld van de gebrekkige nieuwsvoorziening door NOS, RTL en SBS is de verwijzing naar Joris Demmink. Na 1’20”. Over deze hoogste ambtenaar van Justitie  doen op internet al jaren allerlei verhalen de ronde. Maar keer op keer stoppen journalisten halverwege hun onderzoek. Zodat ze niet tot de conclusie kunnen komen of Demmink nou schuldig of onschuldig is. Goede journalistiek vraagt toch meer daadkracht.

Interessant is dat Anonymous, WikiLeaks en OWS afstand tot de gevestigde politiek houden. Een onderzoekje onder OWS-demonstranten over de samenstelling van de groep toont aan dat weliswaar 27,3% zichzelf Democratisch noemt, maar 70% onafhankelijk is. Dus zonder sympathie voor een van de gevestigde partijen. Het valt te bezien of de tegenbeweging deze houding kan volhouden. Maar het lijkt de enige mogelijkheid om de politiek fundamenteel op te schudden. Meedraaien als zoveelste partij zal het systeem nooit veranderen.

Hele ketting is de zwakste schakel: Leers en Wilders

Hoe zit het nou? Vindt minister Gerd Leers van Immigratie en Asiel immigranten nou wel of niet een verrijking van de samenleving? Iedereen valt over hem heen. Alexander Pechtold spreekt premier Rutte aan op zijn rol van hoeder van het kabinet tegen de aanvallen van Wilders. Vervolgens diskwalificeert Pechtold Leers door over hem op te merken dat zijn wachtgeld als voormalig burgemeester blijkbaar zo knellend was dat-ie maar minister werd. Da’s op de man gespeeld door Pechtold en erg onaardig.

In het herfstnummer van het CDA-blad Democratische Verkenningen noemde Leers migratie een verrijking van de samenleving. Hij zegt: Dat is precies het verschil tussen mij en de PVV: de PVV ziet het als een primaire doelstelling om minder mensen naar Nederland te laten komen, voor mij is dat het niet; het zal een gevolg zijn van het gevoerde beleid. Bij Pauw & Witteman kwam Leers hierop terug door te stellen dat-ie het over kennisimmigranten had gehad.

Maar Geert Wilders twitterde in de reactie op de uitspraken van Leers in Democratische VerkenningenLeers bezigt CDA-onzinteksten over immigratie. Beetje dom. Maar PVV rekent hard af op nakomen afspraken en resultaten. Da’s ook weer onzin van Wilders. Want die resultaten blijven al lang achter bij de afspraken.

Wat worden we wijzer van zo’n discussie met Leers, Wilders, Pechtold en Rutte? Niets, behalve dat ze met hun tactische fratsen hun partijen profileren en de rest uit het oog verliezen. Wanneer krijgen we eens de politici die we echt verdienen?

Foto: Minister Leers in gesprek met een cameraploeg van Pownews. © ANP

Politiek keurt eigen vlees en vindt het normaal: Piet Hein Donner

Update 13 oktober: Volgens de NOS is het kabinet van plan om minister Donner kandidaat te stellen voor het vicepresidentschap van de Raad van State. De oppositie bij monde van PvdA-leider Cohen vraagt premier Mark Rutte om opheldering. Donner zelf doet alsof het onderwerp niet aan de orde is. 

In het discussieprogramma Buitenhof van 9 oktober stelde PvdA-leider Job Cohen dat minister van Binnenlandse zaken Piet Hein Donner geen vice-president van de Raad van State kan worden. Het is de slager die zijn eigen vlees gaat keuren, zo zegt-ie. Want bij de Raad van State zou Donner wetgeving uit het kabinet onafhankelijk moeten beoordelen. Cohen heeft gelijk, het is bizar dat het kabinet zelfs maar overweegt om Donner te benoemen in die functie. Hij wil een motie indienen die zegt dat zittende ministers niet naar de Raad van State kunnen doorstromen. De regent Donner staat overigens niet te boek als modeldemocraat.

Maar zoals Syp Wynia in een commentaar in Elsevier zegt is het een hypocriete oproep. Want nu is PvdA-er Herman Tjeenk Willink vice-president. De politicus die altijd net doet of-ie geen partijpoliticus is, maar wel dicht op de macht zit. En Wynia wijst terecht op de vele oud-politici die voor hun partij of belangengroep in het parlement zitten: Loek Hermans, Roger van Boxtel, Marleen Barth, Frank de Grave en dan vergeet-ie nog de grootste netwerker van allen: Elco Brinkman. En zijn Wouter Bos, Jan Peter Balkenende en Jack de Vries met hun kennis en Haagse contacten niet doorgestroomd naar het bedrijfsleven? Om niet te zeggen: opgekocht.

In de oproep van Cohen wreken zich twee aspecten. Nederland kent geen anti-lobby register en functies worden uitsluitend langs partijlijnen verdeeld. Zolang daarvoor geen oplossing is gevonden zullen over en weer dit soort verwijten blijven klinken tussen regering en oppositie. Als Cohen aan de macht was zou-ie zonder wroeging een PvdA-minister benoemen. Type Guusje ter Horst. De greep op de macht van de politieke partijen is de oorzaak voor wat nu met Donner dreigt te gebeuren. Dat kan opgelost worden door de machtsdeling te individualiseren. Zodat partijen aan macht inboeten. En de burger directe inspraak krijgt.

Foto: Minister van Binnenlandse Zaken Piet Hein Donner op het Binnenhof, 2010.

Boos op Wilders

Geert Wilders gebruikt in de Tweede Kamer ruwe woorden. Maar ze hebben een ironische ondertoon en een kern van waarheid. Cohen als het kefhondje, de bedrijfspoedel van Rutte. Cohen probeert dat te pareren met een vergelijking die Wilders als kleuter neerzet. Wilders betitelt Pechtold als diarree en GroenLinks als strandpartij.  Jolanda Sap probeert met een stekker trouwens iets aan te tonen, maar blijft zelf steken.

Opnieuw is Wilders de rest twee stappen voor. Met zijn provocaties bereikt-ie dat iedereen zich tegenover hem opstelt. Hij neemt afstand van alle partijen. Hun antwoord is kritiek op zijn taalgebruik. Wilders taal is scherp en over het randje, maar treft doel. Zo kan Cohen zijn steun voor het kabinet moeilijk verklaren. Fatsoen en binden alleen redden Cohen niet. Hij maakt een onmachtige indruk. Zijn uitleg helpt hem niet.

Wilders neemt een gok als-ie ook kabinetsleden belachelijk maakt. Uit het kabinet dat-ie gedoogt. CDA-er Ben Knapen is de Staatssecretaris van Sinterklaaszaken. Het CDA vindt de uitlatingen van Wilders niet prettig. Ooit de partij van Fatsoen Moet Je Doen. Alle partijen behalve de PVV gaan voor fatsoen en zijn boos. Maar vermoedelijk het meest op zichzelf omdat ze opnieuw geen weerwoord in de niet gelijklopende strijd hebben.

Foto: Wilders en Cohen bij de Algemene Beschouwingen 2011 in de Tweede Kamer; foto ANP

Politiek moet veranderen om hetzelfde te blijven


Nederlandse politiek houdt niet van avontuur en timmert liever een regeerakkoord dicht om achterdocht te bezweren dan iets open te laten. Vandaar dat de economische crisis onwelkom komt voor onze politiek. Niet zozeer omdat het budgetten onder druk zet, maar omdat het de logica van eigen regels doorkruist.

Deze houding verklaart de afkeer van inspraak. Niet omdat de burger geen eigen stem gegund zou worden, maar omdat het het fijngeregelde regelspel doorkruist. Regels zijn instrumenten van de Nederlandse politicus, zonder dat kan-ie niet opereren. Onze politieke trapezewerkers werken niet zonder net. Bang om zonder afspraken te komen en diep te vallen.

Dit verklaart de afkeer voor Geert Wilders en Jan Marijnissen. Niet vanwege hun politieke standpunten, maar vanwege het feit dat SP en PVV de interne afspraken en het Haagse regelspel anders spelen. Zij zetten afspraken op scherp door improvisaties en interventies, en zijn lastiger te paaien met een functie in het openbaar bestuur.

Door de smalle marges in het parlement lijkt het er deze keer anders toe te gaan. Maar da’s gezichtsbedrog. Het gedoogakkoord tussen VVD, CDA en PVV werkt volgens de oude logica waaraan alle partijen zich nauwgezet houden. Verschil is dat de PVV zich losser opstelt en het beeld geeft de samenwerking elk moment op te kunnen zeggen.

Media zijn uit hetzelfde hout gesneden en putten uit hetzelfde reservoir. Een programma over politiek wordt voorbesproken, uitonderhandeld en ontdaan van het onverwachte. Vanwege deze gedeelde mentaliteit passen media en politiek bij elkaar in voorspelbaarheid. Nederlandse televisieprogramma’s zijn even dichtgetimmerd als regeerakkoorden.

Vraag is of de afwijzing van politieke hervorming door de middenpartijen en het laten vallen van dit onderwerp door D66 ook volgens deze wetmatigheid van voorgekauwde afspraken en dichtgetimmerde akkoorden begrepen moet worden. Ofwel, zijn het minder de inhoudelijke bezwaren die politieke hervormingen blokkeren dan het machtsdenken van de politieke partijen zelf?

Waar gaat het bewaken van het eigen bestaan over in inflexibiliteit, in omwil om nog op de omgeving te willen reageren? In Europees verband is de Nederlandse politiek rigide in het afwijzen van vormen van directe democratie en geeft het geen inhoudelijke argumenten die het uitblijven van hervormingen billijken.

Paradox is dat middenpartijen bij zeldzame discussies over inspraak naar het spookbeeld van Geert Wilders of Henk Westbroek verwijzen. Omdat ze op de burger reageren worden ze populistisch genoemd. De politiek suggereert het beter te weten omdat het huidige systeem ontsporingen zou voorkomen. De misleiding is dat het politieke systeem zelf de ontsporing is geworden. Te groot om te zien.

Daarbij komt dat de politiek over zichzelf oordeelt. De vraag hoe de politiek presteert wordt nooit gesteld en angstvallig vermeden. Evaluaties van niet gehaalde doelen ontbreken. Perspectieven veranderen met verwijzing naar veranderde omstandigheden. Da’s altijd goed. Hierdoor vergeet iedereen hoe onwaarachtig en inflexibel het huidige systeem is. En nooit in de kern gecorrigeerd wordt.

Partijen zoals de SP en de PVV die er belang bij hadden om te morrelen hadden er meer werk van kunnen maken. Maar na een aanloopfase met kritiek hebben ze eieren voor hun geld gekozen. Da’s de wetmatigheid van het systeem. Daarom kan een doorbraak niet vanuit de politiek zelf komen. Het smoort eigen kritiek en blijft in zichzelf besloten.

Door inflexibiliteit, onwil tot verandering, onzekerheid over de ideale afstand tussen burger en instituties, de door Den Haag en Hilversum stilgezette beeldvorming over de politiek, minachting voor burgerinitiatieven en afwijzing van hervormingen van het systeem heeft de politiek elk vertrouwen van de burger verloren. Het systeem zit op slot.

Foto: Het grote oude slot van deze deur blijft gesloten

Verkiezing Eerste Kamer moet simpeler

Morgen wordt de Eerste Kamer gekozen. Men zou verwachten dat ieder van de 566 statenleden op de eigen partij stemt, maar da’s niet zo. Allerlei afspraken tussen partijen worden gemaakt om als blok zo sterk mogelijk voor de dag te komen. Zeg maar, regeringspartijen tegenover oppositie.

Het hangt erom of VVD en CDA met de gedoogpartners PVV en SGP een meerderheid van 38 zetels halen. Da’s van belang om wetsvoorstellen van het kabinet te laten passeren in de Eerste Kamer. Hoewel bijvoorbeeld D66 zegt een zakelijke oppositie te zullen voeren, trekt die afhankelijkheid van de oppositie Rutte en Verhagen niet aan.

De Eerste Kamer wordt door velen als overbodig beschouwd. Zeker als de dreigende politisering doorzet en het inlevert op de sfeer van reflectie wat haar grootste verdienste is. Toetsing van wetten zonder opgejaagd te worden is haar kracht. Als het overdoet waarmee de Tweede Kamer al bezig is wordt het minder onmisbaar. De Eerste Kamer is een door en door politieke kamer.

De procedure die leidt tot de samenstelling van de Eerste Kamer is niet van deze tijd. Het beloont bizarre afspraken en tegenstrijdigheden. Stemmen waarmee partijen niets meer kunnen doen worden doorgegeven aan bevriende partijen. Dit accentueert de blokvorming. Coalitie en oppositie rekenen zich suf over allerlei opties. De verkiezing voor de Eerste Kamer past  in de sfeer van een wedkantoor als Ladbrokes.

De aanloop naar de verkiezing van de Eerste Kamer toont dat partijen niet het beste in mensen naar boven halen. Het machtsspel zuigt energie weg die beter gestoken had kunnen worden in de opbouw van Nederland. Politici en amateur-politici geven de toch al onder vuur liggende politiek een nog slechtere naam door met zichzelf bezig te zijn. Om dat te voorkomen moeten de verkiezingen versimpeld worden.

Foto: Binnenhof, Den Haag, 1913