
Nederlandse politiek houdt niet van avontuur en timmert liever een regeerakkoord dicht om achterdocht te bezweren dan iets open te laten. Vandaar dat de economische crisis onwelkom komt voor onze politiek. Niet zozeer omdat het budgetten onder druk zet, maar omdat het de logica van eigen regels doorkruist.
Deze houding verklaart de afkeer van inspraak. Niet omdat de burger geen eigen stem gegund zou worden, maar omdat het het fijngeregelde regelspel doorkruist. Regels zijn instrumenten van de Nederlandse politicus, zonder dat kan-ie niet opereren. Onze politieke trapezewerkers werken niet zonder net. Bang om zonder afspraken te komen en diep te vallen.
Dit verklaart de afkeer voor Geert Wilders en Jan Marijnissen. Niet vanwege hun politieke standpunten, maar vanwege het feit dat SP en PVV de interne afspraken en het Haagse regelspel anders spelen. Zij zetten afspraken op scherp door improvisaties en interventies, en zijn lastiger te paaien met een functie in het openbaar bestuur.
Door de smalle marges in het parlement lijkt het er deze keer anders toe te gaan. Maar da’s gezichtsbedrog. Het gedoogakkoord tussen VVD, CDA en PVV werkt volgens de oude logica waaraan alle partijen zich nauwgezet houden. Verschil is dat de PVV zich losser opstelt en het beeld geeft de samenwerking elk moment op te kunnen zeggen.
Media zijn uit hetzelfde hout gesneden en putten uit hetzelfde reservoir. Een programma over politiek wordt voorbesproken, uitonderhandeld en ontdaan van het onverwachte. Vanwege deze gedeelde mentaliteit passen media en politiek bij elkaar in voorspelbaarheid. Nederlandse televisieprogramma’s zijn even dichtgetimmerd als regeerakkoorden.
Vraag is of de afwijzing van politieke hervorming door de middenpartijen en het laten vallen van dit onderwerp door D66 ook volgens deze wetmatigheid van voorgekauwde afspraken en dichtgetimmerde akkoorden begrepen moet worden. Ofwel, zijn het minder de inhoudelijke bezwaren die politieke hervormingen blokkeren dan het machtsdenken van de politieke partijen zelf?
Waar gaat het bewaken van het eigen bestaan over in inflexibiliteit, in omwil om nog op de omgeving te willen reageren? In Europees verband is de Nederlandse politiek rigide in het afwijzen van vormen van directe democratie en geeft het geen inhoudelijke argumenten die het uitblijven van hervormingen billijken.
Paradox is dat middenpartijen bij zeldzame discussies over inspraak naar het spookbeeld van Geert Wilders of Henk Westbroek verwijzen. Omdat ze op de burger reageren worden ze populistisch genoemd. De politiek suggereert het beter te weten omdat het huidige systeem ontsporingen zou voorkomen. De misleiding is dat het politieke systeem zelf de ontsporing is geworden. Te groot om te zien.
Daarbij komt dat de politiek over zichzelf oordeelt. De vraag hoe de politiek presteert wordt nooit gesteld en angstvallig vermeden. Evaluaties van niet gehaalde doelen ontbreken. Perspectieven veranderen met verwijzing naar veranderde omstandigheden. Da’s altijd goed. Hierdoor vergeet iedereen hoe onwaarachtig en inflexibel het huidige systeem is. En nooit in de kern gecorrigeerd wordt.
Partijen zoals de SP en de PVV die er belang bij hadden om te morrelen hadden er meer werk van kunnen maken. Maar na een aanloopfase met kritiek hebben ze eieren voor hun geld gekozen. Da’s de wetmatigheid van het systeem. Daarom kan een doorbraak niet vanuit de politiek zelf komen. Het smoort eigen kritiek en blijft in zichzelf besloten.
Door inflexibiliteit, onwil tot verandering, onzekerheid over de ideale afstand tussen burger en instituties, de door Den Haag en Hilversum stilgezette beeldvorming over de politiek, minachting voor burgerinitiatieven en afwijzing van hervormingen van het systeem heeft de politiek elk vertrouwen van de burger verloren. Het systeem zit op slot.
Foto: Het grote oude slot van deze deur blijft gesloten
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...