Oorlog in Oekraïne slaat om in terrorisme. Volgen de media dat?

oko

Een nieuwe escalatie aan het zuidelijk front in Oekraïne. De pro-Russische rebellen beschieten een woonwijk van de strategische belangrijke havenplaats Marioepol met 27 doden tot gevolg. De raketten kwamen uit het Oosten. Dat valt niet langer oorlog of burgeroorlog te noemen vanwege het ontbreken van een militair doel. Het is gewoon terrorisme. De opstelling van de westerse journalistiek om het beestje niet bij de naam te noemen is merkwaardig in deze oorlog. Het staat steeds meer uit het lood met de werkelijkheid. Wanneer is een vrijheidsstrijder een vrijheidsstrijder, een rebel een rebel en een terrorist een terrorist? Wanneer moeten journalisten zich bedienen van het ene of andere begrip? Het lijkt alsof verslaggevers de verandering van de strijd niet tot zich door laten dringen. Of een eenmaal ingenomen begripskader niet meer aan kunnen passen.

Toen het conflict in Oekraïne vorig jaar begon was het correct te praten over rebellen of separatisten. Allerlei ontevredenen verzetten zich tegen de centrale macht in Kiev. Onder wie politiek geïnspireerden, idealisten en criminelen die hun kans schoon zagen met het verjagen van het gezag. Zonder dat ze altijd de eenheidsstaat Oekraïne verwierpen of zich geen Oekraïners zouden voelen. Sindsdien is de rebellie van de opportunisten of ontevredenen door het Kremlin omgevormd tot een beroepsleger dat met ondersteuning van onderdelen van het Russische leger die de ruggengraat vormen in dienst van Rusland opereert. Losse elementen en criminelen worden tot de orde geroepen, teruggestuurd naar Rusland of geëlimineerd. Separatisme is niet langer de focus omdat Rusland het gebied niet wil inlijven, en het besef bestaat dat het niet op eigen benen kan staan.

De door de ‘pro-Russische rebellen’ gepleegde aanslagen van de laatste weken op de bus in Volnovakha, de trolleybus in Donetsk en deze raketaanval in Marioepol zijn het begin van een nieuwe escalatie. Rusland is niet te stoppen en wordt ook niet gestopt omdat president Putin door het bezit van nucleaire wapens vooraf weet dat hij altijd een tandje meer meer kan escaleren dan Oekraïne. Dat in 1994 bij ondertekening van het Boedapester Memorandum haar nucleair arsenaal inleverde en toen de garantie van de VS, Rusland en het VK kreeg van soevereiniteit en territoriale integriteit. Niet dus. Die fout betalen de burgers van Oekraïne nu duur. Hun aarde wordt verschroeid zonder dat er nog iets tegen te doen valt. Verandert dat straks als de bommen op Riga, Tallinn, Vilnius of Berlijn vallen? We zullen zien hoe westerse journalisten dan schrijven.

Foto: Tweet van Olaf Koens, 24 januari 2015.

Je suis Volnovakha. Westerse media houden afstand

10930181_815244901848336_7842216554027859949_n

Oekraïners proberen niet alleen economisch en politiek aan te haken bij West-Europa, maar ook publicitair. Het ‘Je suis Charlie’ wordt hun ‘Je suis Volnovakha’ in de hoop dat het als een tweede MH17 herkend wordt door de publieke opinie in Europa. De kwestie gaat om de grove beschieting van het Buhas checkpoint dat een minibus in Volnovakha in de regio Donetsk met een voltreffer raakte. Volgens informatie van Dmitry Tymchuk vanuit het door pro-Russen gecontroleerde Dokuchajevsk. De OVSE bevestigt in een dagrapport dat het om GRAD-raketten ging. Er vielen tot nu toe 12 doden bij. Evenveel als bij de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs.

De Russische propaganda probeert onzekerheid te zaaien. Maar lukt daar steeds minder goed in. Een van de dwaalsporen is dat het zou niet om GRAD-raketten gaan, maar om door Oekraïne geactiveerde mijnen. Of door onder een valse naam een pro-Russische actrice te presenteren die in de bus gezeten zou hebben en verklaart dat het om een lokale beschieting zou gaan. Maar vergeefs, die waarheid wordt ontmaskerd. Wie deze vermenging van feit en verzinsel ziet vraagt zich vooral af waarom deze propaganda zo dom is om de conclusie van de OVSE-missie tegen te spreken. Hoopt het op een publiek dat door de bomen het bos niet meer ziet? Voor Rusland geldt: daar is elk tegengeluid gesmoord dus maakt het niet uit wat er gezegd wordt.

Wie de westerse media heeft gevolgd sinds deze beschieting van de bus op 13 januari weet dat journalisten  zich identificeren met het leed van Charlie Hebdo in Parijs. Daarna verslag doen van de doden in Verviers en de dreigingen in hun hoofdsteden. Voor doden door terroristen in Nigeria, Syrië, Pakistan of het Europese Volnovaha weten deze media zich minder te interesseren. Oekraïners proberen hun leed te agenderen door aandacht te vragen. Voorlopig vergeefs. Begint het andere leed op nieuwsredacties in Amsterdam, Londen, New York of Berlijn pas bij 50 doden? Daar wordt aan gewerkt, naar schatting zijn er nu zo’n 7000  Russische militairen in Oost-Oekraïne en vallen er elke dag burgerslachtoffers. Zonder dat westerse media er nog veel aandacht aan besteden. Voor media geldt dat je in het frame moet passen. Anders kun je het vergeten.

Foto: Je suis Volnovaha.

Reportage over Russia Today vraagt om een vervolg

Human en VPRO vertoonden gisteren in de reeks ‘Argos Medialogica’ de reportage ‘De Wereld volgens Russia Today’. Deze Russische nieuwszender zendt sinds 2005 uit, maar raakte vanaf 2008 bij de inval van Russische troepen in Georgië in opspraak. De reportage gaat in op de werkwijze van RT -zoals de zender tegenwoordig heet- en de directe en indirecte wijze van censuur. Kritiek op Rusland is per definitie uit den boze. Vele journalisten hielden het voor gezien omdat ze zich niet meer met de werkwijze van RT konden verenigen.

De reportage legt RT langs een journalistieke meetlat. Begrijpelijk omdat het over medialogica gaat. Zo wordt het vooral een opzienbarende reportage met medewerking van journalisten als belangrijkste getuigen over het afnemende journalistieke gehalte. Dat mist echter de ware doelstelling van RT die niet zozeer te maken heeft met journalistiek, het overtuigen van een westers publiek of het verspreiden van een relativerend idee dat er geen waarheid bestaat en niets voor zeker aangenomen kan worden. Zelfs feiten als uitgangspunt voor journalistiek zijn niet meer zeker bij RT, zodat uiteindelijk straffeloos alles beweerd kan worden. De vrees bestaat dat andere zenders dit concept van feitenvrije journalistiek in de toekomst zullen overnemen.

RT gaat verder en dat laat deze reportage liggen. Wellicht iets voor een vervolgaflevering over de integratie van RT en andere Russische zenders als Sputnik of LifeNews met de politiek en het veiligheidssyteem. Want RT is als publicitaire tak van de Russische oorlogsmachine geïntegreerd in het Russische leger. Zoals sinds voorjaar 2014 blijkt uit de betrokkenheid van RT bij de Russisch-Oekraïense oorlog. Op de grond volgt RT in real time de oorlogshandelingen ter plekke en is bij een aanval vaak al aanwezig voordat deze begint. In de studio wordt dat dan politiek opgetuigd, ter verwarring of ter afleiding door in te zoomen op een detail en dat door herhaling groot te maken. Dat gebeurt uiterst vakkundig en de paradox is dat men diep en breed geïnformeerd moet zijn en mediawijsheid dient te bezitten om te doorzien waar RT exact tekortschiet.

Rusland: propaganda in strijd met vrijheid van meningsuiting. Dus?

Aan propaganda hebben nieuwsconsumenten weinig nieuws. Aan de orde is de vraag of de EU een Russisch-talige nieuwszender moet oprichten om Russische propaganda te counteren. Letland en Litouwen voelen zich kwetsbaar vanwege de Russische propaganda -die geen verlengde van de politiek is maar een integraal onderdeel ervan- en pleiten ervoor. In Rusland worden kritische nieuwzenders in snel tempo afgesloten, ze wijken in een andere vorm uit naar internet zoals Newsweek opsomt. De Russische onderminister van Buitenlandse Zaken Aleksei Meshkov vindt oprichting van een Russisch-talige zender door de EU een slecht idee omdat het in strijd zou zijn met de vrijheid van meningsuiting, aldus het Russische persbureau TASS.

Meshkov heeft gelijk. Propaganda vertekent de werkelijkheid voor politieke doeleinden. Rusland lanceert in hoog tempo onder ter beschikking stelling van honderden miljoenen dollars nieuwszenders zoals RT en Sputnik die specifiek op Europese landen zijn gericht en in diverse Europese talen uitzenden. Ze zijn in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Goed dat een Russische bewindsman dat nu eens in het openbaar zegt.

Godfroid weet oorlog in Oekraïne nauwelijks te duiden

nos

Vanavond deed-ie het opnieuw, tijdens het acht uur-journaal de NOS-correspondent in Oekraïne David Jan Godfroid, spreken over de burgeroorlog: natuurlijk die burgeroorlog in het oosten van het land die gaat door. Welke burgeroorlog? Spreken over burgeroorlog negeert het feit dat het al sinds maart 2014 oorlog tussen Oekraïne en de Russische Federatie is met duizenden doden tot gevolg. Onder wie honderden, mogelijk duizenden Russsiche militairen. Hoe kunnen Russische militairen sneuvelen in een Oekraïense burgeroorlog?

De berichtgeving in Westerse media over Oekraïne raakt aan het absurde. Ik pieker er al maanden over waarom Amerikaanse progressieve online media als Democracy Now! dat zo voorbeeldig is in het bekritiseren van president Obama -en dat meen ik serieus- diezelfde kritiek niet op kunnen brengen als het om president Putin gaat. Wat doet het? Het geeft de proxy-Kremlin hoogleraar Stephen Cohen en regelmatig RT-gast alle ruimte om zijn desinformatie te geven. Het zogenaamd progressieve The Guardian en iemand als onderzoeksjournalist Glenn Greenwald lijken door hun terechte kritiek op Obama en de opbouw van de Amerikaanse controlestaat geen mentale ruimte meer om Putin kritisch te bejegenen. Op z’n best negeren ze zijn Oekraïne-beleid en op z’n slechtst praten ze het goed vanuit hun dualistische houding tegenover Obama.

Een en ander verklaart waarom de NOS zo vlak is over de oorlog in Oekraïne en het bij het verkeerde eind heeft. Doorgaans oriënteren NOS-verslaggevers zich op de NYT, WP, The Guardian of andere beeldbepalende westerse media om hun mening te vormen. Of: zich een mening aan te meten. Omdat NOS-journalisten David Jan Godroid en Gert Jan Dennekamp elk analytisch talent ontberen en weinig politiek inzicht hebben houden ze zich per definitie op de vlakte als het om duiding gaat. Ze verschuilen zich in nietszeggendheid achter hun in Hilversum bijgespijkerde valkuil van hoor en wederhoor wat hun als idee van evenwichtige journalistiek is bijgebracht. Omdat om genoemde redenen westerse media niet nuttig zijn om meningen aan te dragen missen ze richting en kunnen ze niks anders doen dan langs de problemen heen praten. Of onzin verkopen.

Als ik deze NOS-journalisten hoor, kan ik hun domheid niet aanhoren. Onbegrijpelijk is het waarom ze niet vervangen worden. Zo sluit bij gebrek aan talent, durf of ruggengraat het Nederlandse journaille meer de ogen voor de realiteit in het huidige Rusland dan wenselijk is en de nieuwsconsument verdient. Hoofdredacteur NOS Nieuws Marcel Gelauff, treedt eens op. Het is de hoogste tijd voor vervanging van Godfroid en Dennekamp.

Foto: Schermafbeelding van ‘NOS Journaal 27 oktober 2014 20:00u’ met David jan Godfroid, 27 oktober 2014.

Propaganda door manipulatie. Wat weten we zeker over oorlog?

montage007-4

Waarschijnlijk moeten we oorlogsfoto’s nooit vertrouwen’ zegt kulichik in een artikel over falsificaties in de Soviet-Unie. ‘Waarschijnlijk’ is een te grote slag om de arm. Oorlogsfoto’s moeten we niet vertrouwen. Het bewijs dat het om falsificaties gaat kan trouwens ook weer vervalst zijn. Zodat we niets meer zeker weten.

Falsificaties zijn onderdeel van propaganda met als doel de zaak van de tegenstander onhoudbaar te maken. Door associaties wordt geprobeerd een beeld te creëren van een vijand met een niet te rechtvaardigen zaak. De manipulator claimt door manipulatie zelf de orde en bewaker van de vrede te zijn. De ander wordt via de media gepresenteerd als de chaos, de verstoorder van stabiliteit. Het maakt niet uit wie wie is. Iedereen kan beelden manipuleren, er is geen enkele garantie dat er niet gemanipuleerd wordt. Media zijn onderdeel van de strijd. Nieuwsconsumenten hoeven echter hun oordeel niet op te schorten in het besef dat er met beelden even gemeen gestreden wordt als op het slagveld. Ze moeten zich wel goed bewust zijn van de manipulatie.

Om ons als kritische nieuwsconsument scherp te houden en niet klakkeloos de leugens van de ene of andere partij over een oorlog of conflict over te laten nemen hier als voorbeeld falsificaties uit de koker van de propagandadienst van de Soviet-Unie. Het principe van manipulatie is in 70 jaar niets veranderd. Wees alert. 

montage007-10

Foto’s: Uit ‘Photo Manipulations in the USSR’, 2012 door kulichik.

Naar Damascus: geknoei, bederf en manipulatie van media

mideast-syria_acos

In 2006 werkte ik zijdelings mee aan het ontrafelen van Qanagate op een Engelse site. Eurokritisch van snit, maar daar ging het me niet om. Hier staat het eindverslag onder de titel ‘The Corruption of the Media‘. Het draaide om een Israëlische luchtaanval op 30 juli 2006 op het Libanese dorp Qana. Er waren vele slachtoffers. Wat daarna gebeurde interesseerde me omdat het over schijn en wezen ging. Konden media de waarheid achterhalen in een reeks van gebeurtenissen vol onduidelijkheden? Westerse persbureau’s voelden de druk om verslag te doen, maar wisten dat ze gemanipuleerd werden. Zowel door het Israëlische leger als Hezbollah. De reconstructie maakte duidelijk dat lijken verplaatst of zelfs toegevoegd waren om het leed te benadrukken.

SYRIA-CRISIS/

Nu is er in de gasaanval met chemische wapens in de conservatief-soennitische voorstad Ghouta van de Syrische hoofdstad Damascus die onder controle van de ‘rebellen‘ staat en omsingeld is door het Syrische leger. Beelden van rijen kinderlijken gaan de wereld over. Maar wie heeft ze daar neergelegd en hoe weten we dat de media die ons deze beelden voorzetten niet gemanipuleerd worden? Welke waarheid vertellen de beelden? Welke marge kan journalistiek tolereren zonder het verslag kapot te maken met slagen om de arm?

Dat velen waaronder kinderen slachtoffer zijn van een gifgasaanval van vermoedelijk het Syrische leger leidt geen twijfel. Dit is een schending van het humanitair oorlogsrecht die veroordeeld moet worden. Het had niet mogen gebeuren. Maar we moeten beseffen dat de beelden wapens zijn in een strijd. Ze kunnen dienen om de VS of Europa tot inmenging te dwingen. Of in andere gevallen weer afstand te laten nemen. De media worden onderdeel van de strijd en moeten daarmee uit de voeten. Nieuwsconsumenten hoeven echter hun eigen oordeel niet op te schorten in het besef dat er met beelden even gemeen gestreden wordt als op het slagveld.

SYRIA-CONFLICT

Foto 1: Kinderlijken op een rij in Ghouta, Damascus. 21 augustus 2013.

Foto 2: Kinderlijken die gedood zouden zijn bij de gifgasaanval in Ghouta, Damascus. 21 augustus 2013. Credits: Reuters/ Mohammed Abdullah.

Foto 3: Omwikkkelde kinderlijken op een rij in de voorstad Ghouta in Damascus vrijgegeven door Shaam News Network. 21 augustus 2013. Credits: AFP/ Daya Al-Deen.

Westerse media zitten in de zak van China en zwijgen

Chris Chappell weet hoe het zit met de New York Times. De krant die financieel de eindjes aan elkaar knoopt. Het economisch sterke China neem een aandeel in Amerikaanse media. En raadt wat er dan gebeurt? De media matigen hun toon tegenover China. Volgens Chappell vindt in het rijk van het midden de grootste schending van de mensenrechten uit de 21ste eeuw plaats. Een eeuw die notabene nog maar 12 jaar gevorderd is. Het zwijgen van de Times zou een smerig geheim zijn. Westerse media zwijgen. En u weet, wie zwijgt stemt toe.

Als het klopt wat Chappell zegt komt dit wegkijken dan als verrassing? Nee. Kritische volgers van het nieuws beseffen dat nieuws gekocht wordt. Daarom zitten politiek en media voortdurend bij elkaar op schoot. Waar media afstand zouden moeten bewaren. Cynisme is nog het meest ontnuchterend omdat het ons voorgoed wegleidt van het zicht op een betere wereld. Naar een verloren land zonder perspectief. Soms zijn kennis en bewustwording nadelen die niet opwegen tegen verwachting en hoop. Zalig zijn de kinderlijken van geest.

VS leveren Sánchez de Lozada niet uit aan Bolivia

President Obama en zijn Democratische regering verlenen de Boliviaanse Gonzalo Sánchez de Lozada op diens verzoek asiel in de VS. De Amerikanen weigeren de voormalige pro-Amerikaanse president uit te leveren aan Bolivia dat om z’n uitlevering vraagt. Sánchez de Lozada wordt ervan verdacht vanwege de gaswinning in 2003 regeringstroepen op indianen van de Aymara minderheid te hebben laten schieten. Er vielen in dat jaar tientallen doden. Bolivia wil Sánchez de Lozada in La Paz terecht laten staan. Hij woont sinds 2003 in de VS en onttrekt zich met medewerking van de opeenvolgende Amerikaanse regeringen aan elke rechtsgang.

Glenn Greenwald wijst in zijn column voor the Guardian op ongerijmdheden. De regering Obama weigert op formele gronden de uitlevering van Sánchez de Lozada aan Bolivia. Zodat niet onderzocht kan worden wat zijn betrokkenheid bij de schietpartijen in 2003 is. Geen bijzonder nieuws dat Amerikanen hun bondgenoten beschermen. Greenwald wijst ook op de betrokkenheid van incrowd Democraten als James Carville, Stan Greenberg en Bob Shrum die de onpopulaire president in de campagne van 2002 hielpen. Hun betrokkenheid bij de weigering om Sánchez de Lozada uit te leveren aan Bolivia is onzeker, maar wijst in ieder geval op informele contacten binnen de Democratische partij die van invloed kunnen zijn geweest op de asielaanvraag.

De parallell tussen deze zaak en de beslissing van Ecuador om Julian Assange asiel te verlenen dringt zich op. Assange vreest via Zweden aan de VS uitgeleverd te worden en daar geen eerlijk proces te krijgen. Sánchez de Lozada vreest hetzelfde in Bolivia. Stemmen in de westerse politiek en media die verontwaardigd waren over het besluit van de Ecuadoriaanse president Rafael Correa zwijgen nu president Barack Obama hetzelfde doet. Media laten zich corrumperen. Vraag is wie de rechtsstaat meer geweld aandoet: Ecuador of de VS. Verschil is dat Ecuador het asiel voor Assange intrekt als Zweden een eerlijk proces garandeert zonder uitlevering aan de VS, terwijl de VS Gonzalo Sánchez de Lozada op geen enkele wijze voor de rechter willen laten verschijnen.

Versplinterd Syrië laat de toeschouwer verdeeld achter

‘Het Syrische volk zal ook deze turbulente tijden overwinnen. Syrië is in haar jonge geschiedenis eerder en meermaals door moeilijke en uitdagende periodes gegaan en is er altijd sterker uitgekomen. Een van de steunpilaren van dit succes was steeds de solidariteit tussen het Syrische volk. De criminelen die nu een spoor van vernieling achterlaten zullen op het gepaste tijdstip door het Syrische volk ter verantwoording worden geroepen voor hun misdaden.’  Aldus de conclusie van een analyse uit 2011 van Kris Janssen uit Antwerpen.

Janssen stuurt zijn ‘Een analyse van de gebeurtenissen in Syrië‘ naar de onafhankelijkheid claimende ‘Mediawerkgroep Syrië‘. In oktober 2011 besteedde ik aandacht aan deze Mediawerkgroep die nieuwsbron is op de site van de Syrian Friendship AssociationEen document door WikiLeaks geopenbaard -de ‘Syria Files‘- geeft aan dat Janssen een Engelse vertaling van zijn analyse op 11 december 2011 naar de Syrische minister van Informatie, Adnan Hassan Mahmoud stuurt. Janssen zegt uit te kijken naar toekomstige samenwerking.

De conclusie van Janssen is achterhaald. Kenmerk van de Syrische oorlog is dat er geen winnaars zijn, maar alleen verliezers. Syrië komt niet sterker uit het huidige conflict, maar raakt versplinterd en verzwakt. Criminelen zitten overal. Dat zijn de jihadisten die de fotograaf Jeroen Oerlemans ontvoerden die uiteindelijk werd bevrijd door strijders van het Vrije Syrische Leger. Het eerste noemt de Mediawerkgroep Syrië, het laatste niet. Dat zijn de troepen van Assad die steden bombarderen. Da’s het Vrije Syrische Leger dat ook burgerslachtoffers maakt. Wie gaat al die groepen ter verantwoording roepen? Als ze het al overleven.

In Syrië bestaat geen waarheid of makkelijke oplossing. Wat media ook beweren in hun ongetwijfeld gemeend streven om verslag te doen van een situatie met zicht op eenheid, innerlijke kracht en onderscheid tussen goed en kwaad. Dat ontbreekt echter. Het moet eerst erger worden voordat het beter wordt. De toeschouwer kan zich niet identificeren met een strijd zonder perspectief en hoop. Door die versplintering kunnen media en mediawerkgroepen zich bewijzen door dat ontbreken van focus als focus te nemen. Anders werkt niet.

Foto: Syrië voert “oorlog tegen de media”, 2011