Bestuurlijke chaos bij museumkoepel Koninklijke Defensiemusea. Gelijkenis met NMvW

Schermafbeelding van deel artikelHet is ‘oorlog’ tussen vier militaire musea, directeur ontslagen‘ van Raymond Boere in het AD, 18 april 2024.

Weer een kwestie in de museumsector. Raymond Boere bericht er uitgebreid over in een artikel in het AD van 18 april 2024. Deze keer gaat het om de Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD) die door het Ministerie van Defensie wordt gefinancierd. De inleiding geeft de kern van het probleem aan, namelijk problemen in de organisatie:

De fusie tussen de vier belangrijkste militaire musea in Nederland is ontaard in een bestuurlijke chaos. Onderling wantrouwen, onveilige werksituaties en diverse arbeidsconflicten hebben ertoe geleid dat een voorgenomen reorganisatie tijdelijk is stilgelegd. Meerdere externe bureaus deden afgelopen maanden onderzoek na klachten van medewerkers, blijkt uit interne documenten. De algemeen directeur is na twee jaar alweer ontslagen.

Het is de vraag of het gaat om een fusie zoals Broere stelt of een samenwerkingsverband. In het jaarverslag 2021 van de SKD wordt op p. 28 gesproken van een fusie-organisatie. Dat wijst eerder op een samenwerkingsverband binnen één organisatie dan op een samenvoeging, dus fusie van de onderdelen tot één museum. De musea hebben hun eigen ‘merknaam’ behouden.

Het vervolg in het jaarverslag 2021 geeft de problemen van een samenvoeging weer: ‘.. sporen van de reorganisatie die daaraan voorafging zijn nog aanwezig. De organisatiecultuur is nog niet optimaal. Wisselingen in het managementteam hebben een ontwikkeling van de saamhorigheid tussen de vestigingen in de weg gestaan‘.

Schermafbeelding van deel artikelHet is ‘oorlog’ tussen vier militaire musea, directeur ontslagen‘ van Raymond Boere in het AD, 18 april 2024.

De ontslagen algemeen directeur is John Sijmonsbergen die op 1 januari 2022 directeur-bestuurder van de SKD werd. Hij volgde Paul van Vlijmen op die van 2014 tot 2020 het Nationaal Militair Museum in Soesterberg op de kaart zette. Sijmonsbergen wordt tijdelijk opgevolgd door de ‘ervaren bestuurder’ Marita Schreur van Custom Management die tot eind 2024 interim directeur-bestuurder wordt. Zij heeft geen specifieke museale ervaring.

Er tekent zich wat problemen in de organisatie betreft een aantal opvallende gelijkenissen af tussen de SKD met een andere museale koepel, het NMvW (Nationaal Museum van Wereldculturen). Ze zijn allebei om economische redenen in 2014 onder dwang van het kabinet opgericht. In de nasleep van de periode Halbe Zijlstra die in de kunstsector met de botte bijl zwaaide.

Zowel het NMvW als de SKD begonnen in 2014 met vier musea, maar bestaan nu niet meer uit vier musea. Het Afrika Museum stapt per 1 januari 2025 uit het samenwerkingsverband NMvW omdat het sinds 2014 de naam van het Afrika Museum verkwanseld zou hebben. Het is sinds november 2023 voor het publiek gesloten. Velen vinden dat het Wereldmuseum Rotterdam de beloofde eigen signatuur van de centrale leiding van het NMvW nooit heeft gekregen en er daarom behoefte is aan een evaluatie of dit museum wel optimaal kan renderen binnen het NMvW.

De SKD bestaan nu nog uit drie musea. Per 23 december 2023 sloot het Marechausseemuseum in Buren zijn deuren voor het publiek. Het verhaal van de Marechaussee krijgt in 2024 een nieuwe plek in het Nationaal Militair Museum in Soesterberg. 

Nog een overeenkomst is dat beide koepels een jaarbudget van meer dan 20 miljoen euro hebben en vanuit een centrale leiding worden aangestuurd. Dat komt de saamhorigheid tussen de deelnemende musea niet ten goede en bevordert de bureaucratie. De lijnen van de centrale leiding naar de musea zijn lang.

John Sijmonsbergen was in 2014 tijdens onderhandelingen over de oprichting van het NMvW de rechterhand van Stijn Schoonderwoerd die van directeur van Museum Volkenkunde Leiden zich opwerkte tot algemeen directeur van het NMvW.

Naar verluidt was Sijmonsbergen in 2014 de buurman van fotograaf Jimmy Nelson die in 2014 eerst een tentoonstelling in Museum Volkenkunde kreeg en daarna in het Afrika Museum. Toenmalig directeur van dit museum Irene Hübner weigerde de etnokitsch van Nelson te programmeren omdat dit volgens haar niet paste bij de profilering van het Afrika Museum. Dat greep Schoonderwoerd aan om haar te ontslaan.

Of Sijmonsbergen vanwege zijn betrokkenheid bij koepel NMvW in 2022 directeur kon worden van koepel SKD is de vraag. Het is denkbaar, maar ook tamelijk onbegrijpelijk omdat de sollicitatiecommissie blijkbaar niet onder de motorkap van het NMvW heeft gekeken dat verre van optimaal functioneert en museale normen niet altijd respecteert.

Net als de SKD worstelt het NMvW sinds zijn ontstaan in 2014 met weeffouten in de organisatiestructuur. Bij de SKD zijn die afgelopen jaren meer in de publiciteit gekomen dan bij het NMvW dat een assertief publiciteitsbeleid heeft dat de interne problemen succesvol aan het zicht onttrekt. De koepels worden gestut door hoge ambtenaren van de ministeries die over hun financiering gaan. Defensie bij SKD en OCW bij het NMvW.

Vraag is of die weeffouten hersteld kunnen worden. De SKD heeft er volgens een verklaring alle vertrouwen in dat dit mogelijk is. Het is te hopen dat het lek boven water komt, maar het zal een lastige klus worden omdat er een complex probleem opgelost moet worden.

Schermafbeelding van deel artikelHet is ‘oorlog’ tussen vier militaire musea, directeur ontslagen‘ van Raymond Boere in het AD, 18 april 2024.

De conclusie is dat dit soort samenwerkingsverbanden of museumkoepels lastig zijn omdat allerlei belangen onder een dak moeten worden gebracht. Dat is een zware opgave. Daarom is zo’n samenwerkingsverband kwetsbaar. Gevoegd bij een centrale algemene directie die de musea binnen het verband niet respecteert of slecht aanstuurt leidt dat tot wrijving en ongenoegen op de werkvloer. De ‘oorlog’ binnen de SKD is er een voorbeeld van.

Prietpraat van ‘corporate antropologe’ Danielle Braun over Wereldmuseum Amsterdam

Danielle Braun noemt zich corporate antropoloog, dat wil zeggen dat ze ‘helpt te zien wat er zich werkelijk afspeelt in de dynamiek van de organisatie‘. Wie googelt op ‘corporate antropoloog’ komt vooral verwijzingen naar Braun tegen.

Ze lijkt haar eigen niche in de antropologie gecreëerd te hebben. Het gaat nog verder. Braun is directeur van de Academie voor Organisatiecultuur die niet geaccrediteerd is bij de NVOA. Zoeken op ‘Academie voor Organisatiecultuur’ geeft geen resultaat.

De Academie voor Organisatiecultuur biedt onder meer de leergang Antropologische Teambegeleiding van 22 dagen die € 8.500,- kost. Er is ook de tweedaagse cursus Deep Democracy-besluiten zonder verliezers die € 850,- kost.

Danielle Braun is met haar Academie voor Organisatiecultuur klaar om ingehuurd te worden door organisaties. Maar hoe dat gebeurt is onduidelijk.

Uit de video ‘Danielle Braun – Het Wereldmuseum. Hoe je ordent, bepaalt wat je ziet’ van 23 februari 2024 blijkt niet dat het om een samenwerking van Braun met het NMvW ofwel Tropenmuseum ofwel Wereldmuseum Amsterdam gaat. Hoewel Braun dat wel suggereert. Zoeken op de site van het Wereldmuseum Amsterdam of het Research Center for Material Culture op ‘Danielle Braun’ levert geen resultaat op.

Braun heeft met haar organisatie ruimte gehuurd in het Koninklijk Instituut voor de Tropen dat losgemaakt is van het NMvW en het Tropenmuseum of Wereldmuseum Amsterdam. Vervolgens bezoeken de cursisten het nabijgelegen Tropenmuseum of Wereldmuseum. Waarom het Wereldmuseum vervolgens figureert in de titel van de video is onduidelijk.

Uit de video blijkt dat Braun een achterhaald beeld van de museumsector heeft. Zij knoopt er algemeenheden aan vast die niet specifiek voor de museumpraktijk zijn. Het lijkt alsof ze een kleuterklas toespreekt. Braun mist klaarblijkelijk specifieke kennis om over de actuele museumpraktijk iets zinnigs te zeggen. Ze bestrijdt een stroman die 30 jaar geleden al afgebrand is.

Danielle Braun suggereert dat in volkenkundige musea de objecten nog steeds regionaal gepresenteerd worden. Dat kan voorkomen, maar is uitzondering geworden. Het zijn de (kunst)objecten die centraal worden gezet. Juist het NMvW kiest een opstelling waarbij objecten tot onderdeel van een politiek verhaal worden gemaakt. Dat leidt niet tot een regionale indeling waar objecten uit Afrika, Oceanië, Azië of Amerika apart worden gepresenteerd, maar tot een thematisch verhaal. Braun kiest met het Wereldmuseum precies het verkeerde voorbeeld.

Het lijkt er sterk op dat Danielle Braun wat dit onderwerp betreft fenomenaal uit haar nek kletst. Dit roept de vraag op of ze van andere onderwerpen waar ze over praat voldoende kennis heeft. Zij gaat uit van clichés, haalt dat door de mangel van de antropologie en verstuurt facturen aan cursisten die hun goede geld besteden aan algemeenheden. Ze worden door Brauns desinformatie zelfs op het verkeerde been gezet.

Sylvia Witteman is kritisch op de culturele dekolonisatie van het NMvW/Wereldmuseum

Schermafbeelding van deel columnIn het Wereldmuseum bleek de culturele dekolonisatie in volle gang‘ van Sylvia Witteman in de Volkskrant, 12 februari 2024 (achter betaalmuur).

Een voor de Nederlandse journalistiek unieke column van VK-columniste Sylvia Witteman komt met kritiek op het NMvW/Wereldmuseum. Dat maakt de column enig in zijn soort. Ook moedig omdat het breekt met de unanimiteit in politiek en media over een NMvW/Wereldmuseum dat aan de museumnormen voldoet. Daar blijkt bij nader inzien nogal wat op af te dingen.

Uniek omdat Witteman publiekelijk benoemt wat ze in het Tropenmuseum te zien krijgt en wat ze niet te zien krijgt. Geen kunstobjecten, want die zijn volgens haar naar de depots verdwenen. Wel voorwerpen waardoor je ‘aan het denken wordt gezet‘. Alsof je alleen door Streetwear en niet door kunstobjecten aan het denken zou worden gezet.

Het Wereldmuseum/Tropenmuseum is onder de huidige en vorige leiding verbasterd tot een politiek platform waar kunstobjecten een plaatje bij een praatje zijn. Kunstobjecten worden in directiekamer en op de werkvloer niet op hun innerlijke waarde gewaardeerd.

Met het gelegenheidsargument dat kunstobjecten wel centraal staan dient het NMvW de beeldvorming. Aanleiding is de rechtszaak die de eigenaar van het Afrika Museum, de Congregatie van de Heilige Geest heeft aangespannen omdat het NMvW/Wereldmuseum delen van de collectie van het Afrika Museum claimt. Genoemde rechtszaak komt voor een drievoudige handelskamer naar verwachting voor in de zomer 2024. Het NMvW bewijst lippendienst aan kunstobjecten zonder dat het daar dat sinds 2014 in de praktijk prioriteit aan heeft gegeven.

Tekenend voor deze berekening uit eigenbelang is een uitroep in een commentaar op LinkedIn van zakelijk directeur Marieke van Bommel. Zij zegt onder verwijzing naar een positieve recensie in dezelfde Volkskrant van Marsha Bruinen over de tentoonstelling ‘In Schitterend Licht‘ in Leiden ‘Waarom een kunsttentoonstelling bij ons? Waarom niet!

Schermafbeelding van deel commentaar Marieke van Bommel op LinkedIn, 9 februari 2024.

In andere woorden zegt Van Bommel dat ze de collectie met kunstobjecten van het NMvW beschouwt als Fremdkörper, een vreemd lichaam binnen de collectie. Maken van tentoonstellingen met kunstobjecten door het NMvW acht Van Bommel uitzonderlijk. Het is scherp van Witteman dat ze dat in haar column ook constateert.

Een en ander is deels begrijpelijk omdat een volkenkundig museum een andere doelstelling heeft dan een kunstmuseum. Daar zijn kunstobjecten, kunstenaars en kunstgeschiedenis het uitgangspunt. Zonder dat de samenleving wordt buitengesloten. Dat aspect is aan de directie van het NMvW verloren gegaan. Het ‘verhaal‘ wordt in een kunstmuseum verteld aan de hand van de kunstobjecten.

De collectie van het NMvW kent prachtige kunstobjecten die nauwelijks geïntegreerd worden in tentoonstellingen. Het lijkt een mentale blokkade van de directie van het NMvW om het verhaal over de samenleving aan de hand van kunstobjecten te vertellen.

De reden voor onderwaardering van kunstobjecten door het NMvW ligt voor de hand. Omgang met kunstobjecten in een museale omgeving is lastig en vereist deskundigheid. Kunstobjecten zijn meerduidig en vloeiend van betekenis. Ze zijn lastig in één frame te stoppen. Daar onttrekken ze zich aan. Kunstobjecten vallen niet makkelijk te beheersen. Kunstobjecten zorgen voor de directie van het NMvW voor te veel ruis omdat ze de eenduidigheid van het politieke verhaal verstoren.

Kunstobjecten uit eigen NMvW-collectie zijn zo haaks komen te staan op het beleid van het NMvW. Een combinatie van gebrek aan kunsthistorische deskundigheid en eenzijdige gerichtheid op een politieke stellingname roept dat op. Kunstobjecten uit eigen collectie zijn als ze van het NMvW het depot al mogen verlaten niet meer dan zetstukken bij dat idee van een plaatje bij een praatje. Je zou dat populisme kunnen noemen. Sylvia Witteman noemt het culturele dekolonisatie.

Antwoorden op schriftelijke vragen over Wereldmuseum Rotterdam roepen vraag op wie dit museum vertegenwoordigt

Schermafbeelding van deel documentBeantwoording vragen Van der Velden over Rotterdams profiel van het Wereldmuseum‘ [24bb000184] op gemeenteraad.rotterdam.nl, 16 januari 2024.

Op 6 december 2023 stelde Ruud van der Velden namens de Partij voor de Dieren Rotterdam vragen over het Rotterdamse profiel van het Wereldmuseum. Op 7 december 2023 gaf ik in een commentaar de vragen weer die ik voorzag van enkele kanttekeningen.

Op 16 januari 2024 heeft het college de vragen beantwoord. Senior beleidsmedewerker cultuur Jeffrey van Bokkum is verantwoordelijk voor de beantwoording. Sommige antwoorden roepen de vraag op wat de expertise van Van Bokkum en zijn collega-ambtenaren is om deze vragen in eigen persoon te kunnen beantwoorden.

De antwoorden lijken hier en daar het perspectief van het NMvW weer te geven. Het is begrijpelijk dat de opsteller van de antwoorden het NMvW heeft benaderd om de feiten te checken, maar waar dat de eigen positie van de gemeente Rotterdam laat is de vraag.

In de antwoorden ontstaat een drietrapsraket die in de lucht ontploft. Er is het perspectief van het NMvW op het Wereldmuseum en er is het perspectief van de afdeling Culturele Zaken van de gemeente Rotterdam op het Wereldmuseum én het NMvW. Wat in de antwoorden ontbreekt is het perspectief van het Wereldmuseum op het Wereldmuseum.

Dat sluit aan bij de oude klacht dat het Wereldmuseum sinds 2017 binnen het NMvW geen autonomie heeft, noch een eigen directeur, locatiehoofd of Raad van Toezicht die uitsluitend de belangen van het Wereldmuseum behartigt. Terwijl de stichting Wereldmuseum Rotterdam een aparte rechtspersoon is die losstaat van de stichting NMvW.

In de kwestie van de vermeende toe-eigening van de naam ‘Wereldmuseum’ door het NMvW is er niemand binnen het NMvW of in het gesprek met het Rotterdamse college die exclusief de rechtspersoon stichting Wereldmuseum Rotterdam vertegenwoordigt.

Dat hiaat kleurt noodzakelijkerwijze de antwoorden. Dat valt Van Bokkum niet te verwijten omdat er geen exclusieve vertegenwoordiger van het Wereldmuseum is die de belangen ervan behartigt en hem van objectieve informatie over het Wereldmuseum kan voorzien. Het perspectief van het Wereldmuseum kan niet worden weergegeven omdat er niemand is die dat perspectief in de gesprekken met de gemeente Rotterdam vertegenwoordigt.

Dat manco laat zich goed herkennen in de beantwoording van de eerste vraag:

Schermafbeelding van deel documentBeantwoording vragen Van der Velden over Rotterdams profiel van het Wereldmuseum‘ [24bb000184] op gemeenteraad.rotterdam.nl, 16 januari 2024.

Het is goed dat nogmaals wordt bevestigd dat het Wereldmuseum een aparte rechtspersoon is die losstaat van de stichting NMvW. Het Wereldmuseum is geen zogenaamde fusiepartner binnen het NMvW. In veel media, zoals NRC in notabene een redactioneel commentaar, werd na de naamsverandering van de drie musea van het NMvW in oktober 2023 en na persberichten van het NMvW verondersteld dat de vier musea onder één paraplu functioneerden. Dat is onjuist. De naamsverandering voedt dat misverstand.

Dat het Wereldmuseum geen vertegenwoordiger heeft die opkomt voor de belangen van het Wereldmuseum blijkt uit het feit dat een Rotterdamse wethouder toestemming geeft aan het NMvW voor het gebruik van de naam Wereldmuseum ‘door de groep van NMVW musea‘. Hoe kan het bestuurlijk dat een wethouder hier over gaat en voorwaarden stelt aan het NMvW voor het gebruik van de naam Wereldmuseum?

Hier wreekt zich het feit dat er binnen het samenwerkingsverband niemand uitsluitend namens het Wereldmuseum optreedt. Zelfs bij een niet-geprivatiseerd museum dat grotendeels gefinancierd wordt door de gemeente die eigenaar is van gebouw en collectie is het opvallend dat er over zoiets belangrijks als de naam geen direct overleg mogelijk is met vertegenwoordigers van dat museum.

De Rotterdamse wethouder besliste in 2021 volgens de antwoorden over de naam na een gesprek met zelfstandig adviseur en interim-directeur Bart Drenthvan het Nationaal Museum voor Wereldculturen/Wereldmuseum‘. Dat roept de vraag op welke pet Drenth in 2021 droeg in zijn gesprek met wethouder Kasmi. De pet van het NMvW of de pet van het Wereldmuseum?

Het kan niet allebei tegelijk omdat stichting NMvW en stichting Wereldmuseum Rotterdam niet geheel gelijk oplopende belangen hebben. Juist in zo’n belangrijke kwestie als de toe-eigening door het NMvW van de naam ‘Wereldmuseum’ had de wethouder niet alleen moeten spreken met slager NMvW die het eigen vlees keurt. Ook nog eens vlees dat niet de volledige eigendom is van de slager.

Het antwoord op de vraag over het zich toe-eigenen van de naam ‘Wereldmuseum’ door stichting NMvW duidt op een werkelijkheid die in praktijk niet bestaat, maar waarvan wordt gesuggereerd dat die wel bestaat. Zo wordt een papieren werkelijkheid gecreëerd. De antwoorden op de vragen van Ruud van der Velden helpen daaraan mee.

Dit antwoord biedt zowel geen duidelijkheid of dieper inzicht over wat Ruud van der Velden aan de kaak stelt als dat het de indruk wekt dat het college de vragen niet onpartijdig kan beantwoorden. Dat maakt het voor politieke partijen lastig om de waarheid over een specifieke kwestie boven water te krijgen. Deze antwoorden maken duidelijk dat het instrument van de schriftelijke vragen bot aan het worden is.

Over het Collectiegebouw geeft het antwoord op vraag 12 wel inzicht in de opstelling van het college. Dus het kan anders. Uit het antwoord blijkt dat de gemeente Rotterdam het NMvW heeft verplicht om de niet-Rijkscollectie van het Wereldmuseum niet buiten Rotterdam op te slaan. Dat is een antwoord dat gebaseerd is op beleidskennis van de gemeente Rotterdam. Waar de opsteller van de antwoorden eenzijdig leunt op informatie van het NMvW wordt het vaag en verhullend.

Onvolledig artikel over Afrika Museum in Katholiek Nieuwsblad voedt misleiding

Schermafbeelding van deel artikelEen stukje Afrika in de Gelderse bossen – maar voor hoe lang nog?‘ van Jeffry Huntjens-Baetsleer in het Katholiek Nieuwsblad, 11 januari 2024.

Als zelfs het Katholiek Nieuwsblad en het KDC (Katholiek Documentatie Centrum) gebrekkig verslag doen van de perikelen rond het Afrika Museum van de Congregatie van de Heilige Geest, dan is het de vraag welke media dan wel correct verslag doen over het Afrika Museum. Laat staan dat ze zich met Afrika Museum en Congregatie identificeren. Het roept ook de vraag op hoe de Congregatie lobbyt om haar kant van de zaak in de publieke opinie te verspreiden.

Het artikel Een stukje Afrika in de Gelderse bossen – maar voor hoe lang nog? van 11 januari 2024 is geschreven door Jeffry Huntjens-Baetsleer die volgens zijn LinkedIn-profiel cultuurhistoricus is werkzaam voor het KDC van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Het artikel roept de vraag op met wie Huntjens-Baetsleer gesproken heeft over recente ontwikkelingen rond het Afrika Museum. Hij geeft belangrijke feiten verkeerd en onvolledig weer en lijkt zich niet verdiept te hebben in de actualiteit en de recente geschiedenis vanaf 2013.

Huntjens-Baetsleer geeft een historische schets van het ontstaan van het Afrika Museum met eigen inschattingen en knoopt dat krakkemikkig aan de actualiteit. Daar gaat het mis. Op welke feiten of gesprekspartners baseert hij zich?

In de kop van het artikel wordt de vraag gesteld voor hoe lang het Afrika Museum in Berg en Dal nog is te zien. In de tekst wordt niet uitgelegd dat de eigenaar in 2025 een doorstart wil maken met het Afrika Museum. Of dat lukt is mede afhankelijk van overheidssubsidie en fondsenwerving. En van media die de publieke opinie beïnvloeden.

Dit artikel in het Katholieke Nieuwsblad geeft aan hoe lastig het is voor de Congregatie om het juiste, volledige verhaal tot media en publieke opinie door te laten dringen.

Al in de tweede alinea ontspoort Huntjens-Baetsleer als hij zegt:

Schermafbeelding van deel artikelEen stukje Afrika in de Gelderse bossen – maar voor hoe lang nog?‘ van Jeffry Huntjens-Baetsleer in het Katholiek Nieuwsblad, 11 januari 2024.

Dat is onjuist en geeft aan dat de auteur het niet begrijpt. De Congregatie is eigenaar/verhuurder en heeft volgens een persbericht in een gezamenlijke vergadering met het NMvW in september 2020 aan het NMvW aangegeven dat het de overeenkomst tussen Congregatie en NMvW niet zou verlengen. Dat betekent concreet dat de huur door het NMvW afloopt op 31 december 2024. Per 2019 overwoog de Congregatie ook al om de huur op te zeggen, maar dat werd uiteindelijk op verzoek van het NMvW niet gedaan.

Huntjens-Baetsleer draait het om. In werkelijkheid heeft niet het NMvW, maar de Congregatie de overeenkomst niet verlengd of anders gezegd het contract opgezegd. Hij zit er ook nog op een andere manier naast. Het NMvW heeft in november 2023 het Afrika Museum voor het publiek gesloten, maar blijft tot 1 januari 2025 huurder en verantwoordelijk voor onderhoud en beveiliging van gebouwen, collectie, documentatie en terrein. De overeenkomst loopt nog door tot eind 2024.

Schermafbeelding van deel artikelEen stukje Afrika in de Gelderse bossen – maar voor hoe lang nog?‘ van Jeffry Huntjens-Baetsleer in het Katholiek Nieuwsblad, 11 januari 2024.

Het is inderdaad zo dat het Afrika Museum in 2014 om budgettaire redenen gedwongen werd om samen te gaan met andere musea. Te weten het Tropenmuseum en Museum Volkenkunde. Dat samengaan was een voorwaarde van de rijksoverheid voor voortzetting van overheidssubsidie. Het was de tijd van de kaalslag van het cultuurbeleid door staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD).

Het is echter niet zo dat het Afrika Museum op 1 april 2014 fuseerde met het NMvW. Het waren de drie partners Afrika Museum, Museum Volkenkunde en Tropenmuseum die op basis van gelijkheid met elkaar het NMvW vormden.

Die nuancering is van belang omdat het Afrika Museum niet passief aansloot bij het NMvW, maar in onderhandelingen met vooral toenmalig directeur van Museum Volkenkunde Stijn Schoonderwoerd, die directeur van het NMvW werd, bij machte was op te komen voor de eigen positie binnen het samenwerkingsverband.

Schoonderwoerd hield zich niet aan gemaakte afspraken. Hij werkte eerst toenmalig directeur Irene Hübner van het Afrika Museum op oneigenlijke gronden eruit (kwestie Jimmy Nelson) en respecteerde de afgesproken eigen signatuur van het Afrika Museum niet. Zoals hij dat na 2017 evenmin bij het Wereldmuseum Rotterdam zou doen.

Het centrale kantoor in Leiden had in 2014 succesvol de macht gegrepen binnen het NMvW. De inmiddels opgestapte Schoonderwoerd heeft met de keuze voor de nieuwe directeur Marieke van Bommel verzekerd dat zijn eigen vroegere beleid niet ter discussie wordt gesteld. Media werken er onbewust aan mee. Zodat de beeldvorming van het NMvW over het NMvW in stand blijft.

De journalistiek kijkt niet onder de motorkap van het NMvW. Zo kan het niet zien hoe vies de motor is, met weinig vermogen slecht presteert, pruttelt en met draadjes, blik en elastiek in elkaar zit.

Huntjens-Baetsleer is het zoveelste voorbeeld van onvolledige journalistiek over het NMvW, Congregatie en Afrika Museum. Dat is extra teleurstellend omdat het aangeeft dat de katholieke Congregatie weinig begrip krijgt van het Katholiek Nieuwsblad en een auteur van het Katholiek Documentatie Centrum.

Het is te hopen dat het Katholiek Nieuwsblad dit artikel van Jeffry Huntjens-Baetsleer laat volgen door een artikel van een eigen redacteur die de feiten over het geschil NMvW-Congregatie respecteert en de kant van het verhaal van de Congregatie én het Afrika Museum voor en na 2014 eerlijk en begripvol weergeeft.

NMvW roept twijfels op over correcte overdracht van archief Afrika Museum aan Congregatie

Schermafbeelding van ‘Onze Collectie‘ van Afrika Museum of Wereldmuseum Berg en Dal van het NMvW, 17 december 2023.

Op de site van het Afrika Museum dat het NMvW sinds oktober 2023 Wereldmuseum Berg en Dal noemt staat hierboven het volgende: ‘Op onze collectiesite kun je daarom naast de collectie van het Afrika Museum ook die van de andere drie musea bekijken. Samen bevatten deze collecties bijna 450.000 voorwerpen, 260.000 fotografische beelden en zo’n 350.000 items documentair beeldmateriaal.

Maar wie doorklikt naar ‘onze collectiesite‘ komt terecht op onderstaande pagina waar niet doorgeklikt kan worden naar de collectie van het Afrika Museum om die te bekijken. Wel naar de collecties van de musea in Amsterdam, Leiden en Rotterdam.

Schermafbeelding van deel ‘collectiesite van het NMvW, 17 december 2023.

Er bestaat dus verschil tussen de twee pagina’s op de site van het NMvW. De collectie van het Afrika Museum kan niet direct benaderd en bekeken worden, hoewel dat wel beweerd wordt.

Wat is er aan de hand? Waarom beperkt het NMvW de directe toegang tot de collectie van het Afrika Museum en geeft het er op haar site gemengde signalen over af, terwijl het nog tot 1 januari 2025 beheerder van de collectie van het Afrika Museum is?

Dat het Afrika Museum per 27 november 2023 de deuren sloot voor het publiek kan geen verklaring zijn voor deze ongelijkheid. Het NMvW is tot 1 januari 2025 huurder van het Afrika Museum en tot op die datum verantwoordelijk voor het beheer van de collectie van het Afrika Museum.

De aan het NMvW in bruikleen gegeven collectie omvat naast objecten, fotografische beelden en documentair beeldmateriaal ook het archief van de collectie. Dat is van belang voor de geschiedschrijving van het Afrika Museum.

Dat archief is het historisch geheugen van het museum van 1954 tot 2014. Op die laatste datum verhuurde de eigenaar van het Afrika Museum de gebouwen aan het NMvW en gaf het collectie, documentatie en bibliotheek in bruikleen aan het NMvW. Een en ander bleef eigendom van de eigenaar, de Congregatie van de Heilige Geest.

Het museumarchief tot 2014 is geen eigendom van het NMvW en dient per 1 januari 2025 volgens de bruikleenovereenkomst uit 2014 intact en geordend gerestitueerd te worden aan de bruikleengever.

Het NMvW vecht het eigendom van (een deel van) de collectie aan. Dat noopte de Congregatie in herfst 2023 om daar een rechtszaak over te beginnen. Maar zorgvuldig beheer van collectie en museumarchief door huurder NMvW staat los van de rechtszaak en blijft hoe dan ook gelden voor het NMvW dat als beheerder van het Afrika Museum staat geregistreerd in het Museumregister en zich aan de criteria daarvan heeft gecommiteerd. Hoe de uitspraak van de rechter ook uitpakt.

De recente geschiedenis leert dat het NMvW niet altijd zorgvuldig en volgens de museumnorm omging met de collectie van het Afrika Museum. Zo werd een plaag van houtkevers niet tijdig opgemerkt. In 2019 kreeg het NMvW kritiek van collega-musea omdat het volgens hen de veiligheid en brandveiligheid in het Wereldmuseum Rotterdam niet garandeerde.

Het is niet te hopen dat het NMvW ook zo nalatig omgaat met het museumarchief van het Afrika Museum. Daar is het zoals gezegd geen eigenaar van. Het NMvW draagt verantwoordelijkheid voor het beheer en een goede overdracht van het museumarchief tot 2014 aan de Congregatie. Probleem van de museumsector is dat er slechts toezicht achteraf bestaat op nalatige musea die een collectie of archief in bruikleen hebben.

Ook voor wetenschappelijk onderzoek is het van belang dat het museumarchief van het Afrika Museum tot 2014 intact blijft en door het NMvW correct overgedragen wordt aan de Congregatie. Erfgoedvereniging Heemschut meent dat de hutten van het buitenmuseum van het Afrika Museum aangewezen moeten worden als gemeentelijk monument omdat het Nederlands cultuurgoed is. Om dat te onderzoeken en beschrijven is een intact museumarchief een noodzakelijke voorwaarde.

Schriftelijke vragen van PvdD over Wereldmuseum Rotterdam

Onderstaande schriftelijke vragen over het Wereldmuseum heeft de Partij voor de Dieren bij monde van Ruud van der Velden ingediend bij de griffie van de Rotterdamse gemeenteraad:

– De toe-eigening van de naam Wereldmuseum door het NMvW werd hier in een commentaar van 10 november 2023 als problematisch gezien. Dat bevatte de volgende overweging:

– De Rotterdamse signatuur van het Wereldmuseum is sinds 2017 niet goed zichtbaar. Het NMvW komt de afspraken daarover niet na. De PvdD vraagt hier terecht naar omdat dit essentieel is voor het functioneren én de eigenheid van het Wereldmuseum. Nog toegevoegd zou kunnen worden of er een tussentijdse evaluatie van de samenwerking met het NMvW heeft plaatsgevonden, zoals afgesproken. Een vijfjaarlijkse evaluatie is in dit soort gevallen gebruikelijk.

– Het is bijzonder dat het Wereldmuseum dat geen partner in de zogenaamde ‘fusie’ is de personeelskosten voor de directeur(en) van het NMvW betaalt. Het Wereldmuseum maakt geen deel uit van de ‘fusie’ Tropenmuseum, Museum Volkenkunde en Afrika Museum. Wat is de logica van de afspraak uit 2017 van toenmalig directeur Stijn Schoonderwoerd om de personeelskosten van de directeur(en) op de begroting van het Wereldmuseum te laten drukken? Heeft toenmalig interim directeur Jan Willem Sieburgh van het Wereldmuseum hier in 2017 mee ingestemd?

– Tijdens het directoraat van directeur Stanley Bremer (2001-2015) is de wetenschappelijke staf van het Wereldmuseum grotendeels ontslagen. Met als gevolg dat wetenschappelijke kennis is weggelekt en dit ten koste ging van het beheer van de collectie. De tragiek is dat het NMvW vanaf 2017 deze lijn heeft doorgezet.

Het NMvW heeft Bremers beleid niet gecorrigeerd en geen conservatoren benoemd die de collectie van het Wereldmuseum beheren. Een aanvullende vraag zou kunnen zijn of de gemeentelijke Rotterdamse subsidie van meer dan 5 miljoen euro per jaar juist daar voor was bedoeld. Aanstelling van ‘eigen’ conservatoren die de collectie van het Wereldmuseum beheren zou een duidelijk teken van de Rotterdamse signatuur zijn. In plaats van betaling van beide directeuren die niets specifieks aan het Wereldmuseum toevoegen. De Rotterdamse raad zou de aanstelling van conservatoren alsnog kunnen afdwingen.

NMvW-conservator Afrika Annette Schmidt heeft geen specifieke kennis van de collectie van het Wereldmuseum. Trouwens evenmin van die van het Afrika Museum. Zij mist de kennis of de focus om die collecties naar behoren te beheren. Dat is de achtergrond van de vragen naar een experiment met studenten die de vaste conservatoren van het Wereldmuseum lijken te moeten vervangen.

– De vragen van de PvdD zijn interessant en verdienen de volle aandacht. Hopelijk vergroten ze bij het Rotterdamse gemeentebestuur én de raad de bewustwording over het Wereldmuseum. Rotterdam kan ambitie tonen en zorgen dat het Wereldmuseum beter aansluit bij de stad dan de laatste 6,5 jaar onder het management van het NMvW het geval was. College en raad zouden zich af moeten vragen of ze voor de jaarlijkse subsidie van ruim 5 miljoen euro genoeg waar voor hun geld krijgen.

Deel van de zogenaamde fusie van het NMvW is ook het Afrika Museum in Berg en Dal dat per 1 januari 2025 uit het samenwerkingsverband stapt. Een woordvoerder van het NMvW heeft recent aangegeven dat er mogelijk een platform in Nijmegen wordt opgericht dat geen museum is. Ook dat verandert de situatie binnen het NMvW die fors in beweging lijkt.

De overeenkomst tussen Wereldmuseum Rotterdam en Afrika Museum Berg en Dal binnen het NMvW is frappant. Ze zijn beide in de marge van het NMvW beland. Een eigen signatuur hebben ze ondanks beloften van toenmalig directeur Stijn Schoonderwoerd in respectievelijk 2017 en 2014 niet gekregen. De vergelijking valt buiten de strekking van de vragen van de PvdD, maar de gelijkenis tussen de twee musea die gekoloniseerd zijn door het centraal management in Leiden geeft reliëf aan de situatie waar ze tegen hun wil in zijn beland. De vergelijking geeft scherpte aan de verklaring voor hun situatie.

Woordvoerder Congregatie meent dat NMvW sinds 2014 naam Afrika Museum verkwanseld heeft

Schermafbeelding van deel artikel Afrikamuseum op eigen benen verder: ‘Naam in acht jaar verkwanseld‘van Karel de Jong op Omroep Gelderland, 24 november 2023.

Dit is voor het eerst dat de kant van het Afrika Museum in de media objectief wordt belicht en de journalist niet een (oud)-directeur of woordvoerder van het Wereldmuseum (tot oktober 2023 NMvW) napraat wat een evenwichtige verslaggeving doet ontsporen. NMvW is de historische en Wereldmuseum de actuele naam.

Daarom hulde aan Omroep Gelderland én de Congregatie van de Heilige Geest voor de bewustwording over de perikelen rond het Afrika Museum. Dat is een begin om te komen tot een evenwichtig publiek debat over deze kwestie.

Huurder van het Afrika Museum is tot 1 januari 2025 het NMvW. Eigenaar van het Afrika Museum in Berg en Dal is de Congregatie. Woordvoerder Carel Verdonschot krijgt voor het eerst de kans zijn kant van het verhaal te geven zonder dat het artikel wordt ontsierd door desinformatie.

Het informeren van de publieke opinie is een moeizame strijd voor de Congregatie vanwege alle desinformatie die het NMvW heeft verspreid. Typerend is de Wikipedia-pagina ‘Wereldmuseum Berg en Dal‘ met feiten die niet overeenkomen met de waarheid. Verdonschot maakt nu duidelijk dat de onenigheid tussen huurder en verhuurder niet alleen over de koers gaat. Dat is een te smalle blik op de kwestie. Er is meer aan de hand.

De titel laat niets te wensen over. De naam van het Afrika Museum is door het NMvW in acht jaar verkwanseld. Feitelijk negen en een half jaar, van 1 april 2014 tot eind november 2023.

Dat geeft een wrange smaak aan de situatie. De huurder heeft volgens Verdonschot de goede naam van het Afrika Museum verkwanseld. Wellicht niet moedwillig, maar door gelummel, gebrekkig beheer, grillig beleid en desinteresse.

Een verkwanselde naam slaat terug op de verhuurder die vanaf 2025 moet proberen die weer op te waarderen. Met een door het NMvW beschadigde naam moet de Congregatie aan de slag met fondsenwerving. Vanuit die positie moet het in 2024 proberen overheidssubsidie en sponsorgeld binnen te halen. Het Afrika Museum is door het wanbeheer van het NMvW op achterstand gezet.

Typerend is het bezoekersaantal van het Afrika Museum. Het NMvW stelt dat in het jaarverslag 2022 op p.3 vast op 41.202. De pretentie van toenmalig NMvW-directeur Stijn Schoonderwoerd was in 2014 100.000 jaarlijkse bezoekers. In eigen informatie beweert het NMvW dat het de afgelopen jaren gemiddeld 70.000 bezoekers had, maar in werkelijkheid lijkt dat aantal eerder in de orde van grootte van 50.000 tot 55.000 te liggen.

De vraag is dan ook of het NMvW jarenlang de juiste bezoekcijfers van het Afrika Museum heeft vermeld. Dat is van belang omdat het hiermee aan de Raad voor Cultuur een beeld van het eigen functioneren heeft gegeven.

Ik loop de observaties van Verdonschot langs die in de gevestigde media tot nu toe onvoldoende aan bod zijn gekomen.

Verdonschot kijkt verdrietig terug op de verhuur sinds 2014 aan het NMvW vanwege gebrekkig onderhoud, nonchalance en eigengereid optreden van de huurder. Dat laatste leidde onder meer tot een verbouwing zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder wat volgens afspraken nodig was. De eigengereidheid valt alleen te verklaren vanuit het idee dat het NMvW meende dat het de feitelijke eigenaar was en niet de echte eigenaar de Congregatie.

Het gebrekkig onderhoud door het NMvW blijkt uit de slechte staat waarin het buitenmuseum verkeert waarvoor het de onderhoudsplicht van zich af heeft geschoven en de uitbraak van houtkevers in de collectie in 2020 en 2021 die door nalatigheid niet tijdig werd geconstateerd. Als het NMvW volgens geldende museale normen had gewerkt, dan had dit nooit kunnen gebeuren.

Verdonschot vindt het ‘een bijzondere redenering‘ van het NMvW dat al sinds september 2020 wist dat de huurovereenkomst op 1 januari 2025 zou eindigen, dat het geen tijd had om een tentoonstellingsprogramma voor 2023/24 samen te stellen en de ontmanteling goed voor te bereiden. Het onverklaarbare is dat de kantonrechter meeging in deze redenering van het NMvW, namelijk dat het door tijdnood gedwongen in het laatste jaar niet serieus meer kon opereren. Zo wordt moedwillig verzuim van afspraken door een rechter beloond.

Er is een citaat waarin ik Verdonschot niet kan volgen als hij zegt: ‘De rijkssubsidie gaat vooralsnog naar het Wereldmuseum en Carel Verdonschot begrijpt daar niets van, zeker nu het museum in Berg en Dal voortijdig de deuren sluit: “Het probleem is dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap achter het Nationaal Museum blijft staan en niet duidelijk is waarom.

Vooralsnog‘ is het voorbehoud. Als hij hiermee de huidige cultuurperiode 2020-2024 bedoelt dan begrijp ik dat. Maar dat is een irrelevante opmerking omdat de BIS-subsidie altijd voor de volle cultuurperiode wordt verleend. Als de opmerking betekent dat de rijkssubsidie voor de komende cultuurperiode 2025-2028 naar het Wereldmuseum gaat, dan begrijp ik het niet. Dat is te fatalistisch.

Zover is het immers nog niet. Zeker niet door de politieke turbulentie in Den Haag. Hoe zal een mogelijk kabinet met de PVV of een kabinet zonder PVV maar met de rechtse VVD en NSC staan tegenover het hameren van het Wereldmuseum op begrippen als ‘wereldburgerschap‘ en ‘identiteit‘? Daar heeft rechts niks mee. Het zou wel eens kunnen zijn dat de politieke steun voor het vaag-linksige Wereldmuseum over zijn hoogtepunt heen is. Ambtenaren moeten daarin volgen.

Nu past het kabinet Rutte IV tijdens de formatie van een nieuw kabinet naar verwachting nog geruime tijd op de winkel, maar tegelijk kondigt zich al een mentaliteitsverandering af die wel eens ten gunste van de Congregatie en ten nadele van het Wereldmuseum zou kunnen uitpakken. Daarom is het te vroeg om er vanuit te gaan dat Raad voor Cultuur en WVC inzake de BIS-subsidie 2025-2028 van ongeveer 1,8 miljoen euro per jaar voor het Afrika Museum Berg en Dal automatisch ten gunste van het Wereldmuseum beslissen.

Kunst is in het NMvW ondergeschikt gemaakt aan maatschappelijk-politieke doelstellingen. Dat maakt het NMvW kwetsbaar. Als in het kabinet de politieke wind draait, dan is de kritiek niet langer dat de begrippen ‘wereldburgerschap‘ en ‘identiteit‘ te vaag zijn om getoetst te kunnen worden, maar dat ze haaks staan op waar een rechts kabinet voor staat. Dat geeft de Congregatie wellicht eindelijk de gelegenheid op een eerlijke behandeling zodat het niet langer door de top van WVC geweigerd wordt voor een gesprek.

Sluitingsdatum voor het indienen van de BIS-subsidieaanvraag voor de cultuurperiode 2025-2028 is 1 februari 2024. Verdonschot moet publiekelijk de BIS-subsidie claimen en er niet vanuit gaan dat die subsidie bij het hybride WereldLab-platform in oprichting in Nijmegen van het Wereldmuseum terechtkomt.

Het WereldLab dat geen museum wordt, maar exposities toont, kan de huidige top van WVC nu meehebben, maar de Congregatie lijkt de voorwaarden voor toekenning van de BIS-subsidie met het Afrika Museum in Berg en Dal aan haar kant te hebben. Een rechts kabinet kan de huidige politieke voorkeur van de top van WVC voor het Wereldmuseum neutraliseren. Dan kan er een eerlijke afweging op de inhoud plaatsvinden.

Omroep Gelderland voedt misinformatie over Afrika Museum. Het past in een patroon

Schermafbeelding van deel artikelAfrikamuseum’ maakt doorstart met wéér een nieuwe naam‘ van René Arendsen voor Omroep Gelderland, 18 november 2023.

De verslaggeving over het NMvW of Wereldmuseum lijkt vooral aan te tonen hoe slecht het gesteld is met de journalistiek in Nederland. 

Of het nou gaat om zogenaamde kwaliteitskranten, plaatselijke sufferdjes en alle media daartussen, de verslaggeving over het Afrika Museum onttrekt zich slechts incidenteel aan het niveau van napraten van persverklaringen en (oud)-directeuren van het NMvW. 

Er vindt bij media over dit onderwerp onvoldoende, breed onderzoek, nieuwsgaring en analyse plaats die uit de slagschaduw van het NMvW treedt. Dat resulteert telkens weer in onvolledige en onjuiste artikelen die volledig de agenda van het NMvW dienen. 

Dat is opmerkelijk omdat de onderzoeksjournalistiek in Nederland de afgelopen jaren een enorme inhaalslag heeft gemaakt. Die is onderhand op niveau. Allerlei tegels worden gelicht, maar opmerkelijk genoeg niet over het NMvW. Toch een organisatie die jaarlijks 25,789 miljoen euro aan overheidssubsidie krijgt.

Waar die slechte verslaggeving vandaan komt is de vraag. Het kan dat journalisten hierop worden gezet, terwijl ze onvoldoende kennis van dit dossier hebben. Zo kunnen ze niet doorvragen en slikken ze onwaarheden voor zoete koek. Ze laten zich om de tuin leiden.

Neemt het verslag van René Arendsen van Omroep Gelderland over het Afrika Museum dat meer misinformatie verspreidt dan een gemiddeld krantenartikel. Het artikel roept de vraag op of Arendsen voldoende kennis van zaken heeft en of redacties dit onderwerp serieus nemen.

Het is niet op voorhand duidelijk dat dit de laatste dagen van het Afrika Museum zijn. De Congregatie van de Heilige Geest kan als de voorwaarden goed zijn in 2025 een doorstart maken met het Afrika Museum. Die context noemt Arendsen niet. 

Er bestaat geen grotere organisatie met musea in Rotterdam, Leiden en Amsterdam waar het Afrika Museum in Berg en Dal deel van uitmaakt. Het Wereldmuseum in Rotterdam is geen onderdeel van die organisatie, maar er een samenwerkingspartner van. 

Dat is informeel zo sinds eind 2016 en formeel sinds 1 mei 2017. Aan die status verandert marketing met naamsveranderingen niets of persverklaringen van het NMvW die verwarring scheppen of de situatie bewust verkeerd voorstellen. 

De paters van de Congregatie sloten in 2014 uiteraard geen fusie-, huur-, en bruikleenovereenkomst met het Wereldmuseum, maar met het NMvW.

Het artikel is verwarrend over de collectie. De Nijmeegse kantonrechter heeft duidelijk gemaakt dat collectieonderdelen niet zomaar verplaatst kunnen worden voordat de rechtbank zich er in een inhoudelijke behandeling over heeft uitgesproken.

Welke collectieonderdelen ingepakt worden is onduidelijk. Het zou van het NMvW respectloos zijn als het een collectie waar het geen eigenaar van is gaat inpakken om te verplaatsen naar elders. Maar het is niet onmogelijk. Dat tekent de onbeschaamdheid van het NMvW.

Het is op een andere manier niet onduidelijk wat er gebeurt met het binnen- en buitenmuseum. Op 1 januari 2025 loopt de huurovereenkomst tussen Congregatie en NMvW af. De Congregatie heeft aangegeven een en ander te willen exploiteren. 

Het is alleen onduidelijk of de Congregatie, of een op dat moment mogelijk verzelfstandigde stichting, voldoende financiering heeft om het Afrika Museum te exploiteren. Dat is de onzekerheid. Niet de intentie van de Congregatie om gebouw en buitenmuseum te exploiteren. Die nuancering ontbreekt in het verslag.

Het WereldLab in Nijmegen dat directeur Van Bommel een ‘tussenoplossing‘ noemt, kan begrepen worden als een middel van het NMvW om de Congregatie de BIS-subsidie die geoormerkt is aan de locatie Berg en Dal in de cultuurperiode 2025-2028 te ontnemen. 

Vraag is welke positie de Raad voor Cultuur en de top van WVC nemen. Aan wie kennen ze in 2025 de BIS-subsidie van jaarlijks ongeveer 1,8 miljoen euro toe? Kiezen ze voor het NMvW of de Congregatie?

Van Bommel maakt haar zaak er niet sterker op door over een ‘tussenoplossing‘ te praten. Dat is geen museum, maar een politiek platform met exposities. Dat mist de functies van een museum, zoals collectioneren, registreren, documenteren en wetenschappelijk onderzoek. Als dat direct gekoppeld wordt aan de musea in Leiden en Amsterdam, dan vervalt de noodzaak om het WereldLab BIS-subsidie te geven. Dan wordt dat WereldLab een vehikel van het NMvW in de Randstad.

De klap op de vuurpijl van misinformatie is een uitspraak van Van Bommel die de journalist klakkeloos optekent dat bezoekers nu naar Berg en Dal moeten gaan om ‘nog één keer‘ de collectie te bekijken. Dat is niet meer dan wensdenken en beïnvloeding van de beeldvorming door Van Bommel. 

Als de Congregatie in 2025 of kort daarna het Afrika Museum in Berg en Dal heropent en de rechter de collectie van het Afrika Museum toewijst aan de Congregatie, dan kunnen bezoekers de collectie gewoon in Berg en Dal blijven zien. De presentatie op de eerste verdieping is nog door het Afrika Museum van de Congregatie ingericht en is daar nog steeds te zien. Als het NMvW die in het komende jaar niet afbreekt.

Bij dat napraten van persverklaringen van het NMvW door een journalist die zich laat misleiden door Van Bommel met haar halve waarheden zonder dat hij de kant van het verhaal van de Congregatie in zijn verslag weeft (ooit gehoord van hoor en wederhoor, Arendsen?) past maar één verzuchting: de Nederlandse journalistiek bakt er telkens niks van in de verslaggeving over het NMvW.

Die artikelen gaan niet zozeer over het NMvW of het Afrika Museum, maar over het deficit van de Nederlandse journalistiek.

NRC mist nuance door te stellen dat Wereldmuseum nu vier musea onder één paraplu heeft

Schermafbeelding van deel commentaarEen nieuwe naam getuigt van gevoel voor de tijdgeest; Cultuurfonds‘ in NRC, 10 november 2023.

NRC bakt ze bruin in het redactioneel commentaar van 10 november 2023. Het gaat om de verandering van namen van instellingen die zou getuigen van gevoel voor de tijdgeest.

De titel wordt al gelijk onderuit gehaald in het voorbeeld van het Prins Bernhard Cultuurfonds dat sinds afgelopen week Cultuurfonds heet. Volgens NRC zou de naamsverandering begrijpelijk en te laat zijn. Over welke tijdgeest gaat het in dit geval? Die van 2023, 1996 of 1936? Of lopen de tijdgeesten door elkaar heen? Maar kan er dan nog wel sprake zijn van een tijdgeest?

Kwestieus is bovenstaande passage over het NMvW dat zich sinds oktober 2023 Wereldmuseum noemt. Die naamsverandering is een rookgordijn vanwege problemen met het Wereldmuseum Rotterdam en het Afrika Museum Berg en Dal.

Het kiezen van de naam ‘Wereldmuseum’ brengt het huidige Wereldmuseum Rotterdam dat als enige van de vier musea over de eigen naam gaat kosmetisch dichter bij het fusieverband NMvW. Dat is reden voor de naamsverandering.

Het NMvW eigent zich de naam ‘Wereldmuseum’ toe waar het geen eigenaar van is. Wereldmuseum Rotterdam heeft geen eigen directie, locatiehoofd of Raad van Toezicht. Dit museum kan niet voor zichzelf opkomen binnen het NMvW omdat het afhankelijk is gemaakt van het management in Leiden. Hoe de toe-eigening van de naam ‘Wereldmuseum’ zit volgens de verhoudingen binnen het samenwerkingsverband en het merkenrecht is een kluif voor juristen.

NRC zegt resoluut dat het ‘Wereldmuseum’ vier musea onder één paraplu heeft. Wat het commentaar ermee bedoelt is onduidelijk. Feit is dat het ‘Wereldmuseum’ geen vier musea onder één paraplu heeft. Het is onjuist wat NRC beweert. NRC mist de nuance van deze naamsverandering.

Of de paraplu moet de naam alleen zijn. Een lege huls zonder inhoud. Het is een raadsel waarom NRC dit opschrijft. Welke journalist heeft dit geschreven? Wordt zo’n commentaar gefactcheckt door een afdeling factcheck? Is er bij NRC expertise in huis om dit te corrigeren? Daar lijkt het niet op.

Wereldmuseum Rotterdam is in 2016 een samenwerkingsverband met het toenmalige NMvW aangegaan. Daar betaalt de gemeente Rotterdam jaarlijks 5 miljoen euro voor. Wereldmuseum Rotterdam is nooit toegetreden tot de zogenaamde fusie die op 1 april 2014 werd gesloten tussen Museum Volkenkunde Leiden, Tropenmuseum Amsterdam en het Afrika Museum Berg en Dal.

Afrika Museum in Berg en Dal dat door een naamsverandering Wereldmuseum Berg en Dal genoemd moest gaan worden stapt per 1 januari 2025 uit de fusieovereenkomst uit 2014. Dat dit mogelijk is geeft aan dat het geen volledige juridische fusie is. Al sinds mei 2020 is publiekelijk bekend dat het Afrika Museum van plan is om de paraplu te verlaten.

Wat bedoelt NRC met vier musea onder één paraplu?

De eigenaar van het Afrika Museum heeft vanwege talloze verschillen van mening de huur aan het NMvW opgezegd. Het NMvW is voornemens om het Afrika Museum per 27 november 2023 te sluiten. De rechter doet daar vermoedelijk vandaag een uitspraak over.

Het NMvW wil een platform-achtig centrum in Nijmegen oprichten. Dat is nog niet op stel en sprong gerealiseerd als het al doorgang vindt.

Wat bedoelt NRC met vier musea onder één paraplu?

Onduidelijk is of de subsidie die aan de locatie Berg en Dal is geoormerkt in de nieuwe cultuurperiode 2025-2028 naar het Afrika Museum in Berg en Dal gaat of naar dat platform in Nijmegen. Dat platform heeft een ander profiel dan het Afrika Museum in Berg en Dal waarvoor de BIS-subsidie werd toegekend. Het valt dan ook te bezien of de motivatie van de Raad voor Cultuur waarmee de BIS-subsidie voor het Afrika Museum in de cultuurperiode 2021-2024 werd toegekend door OCW opgerekt kan worden naar de cultuurperiode 2025-2028.

Het zijn twee van de vier musea. Dat is een halve paraplu, NRC. Gelijkschakeling met de naam ‘Wereldmuseum’ moet die halvering verhullen. Daar gaat dit commentaar in NRC aan voorbij.

Van een redactioneel commentaar zou men een juiste weergave van feiten verwachten. Niet het assisteren in zaaien van verwarring over een naamsverandering die beeldvorming moet forceren. Onbegrijpelijk is dat NRC daar aan meewerkt en niet goed lijkt te beseffen wat het opschrijft. De duivel zit vaak in de details.