Motie ‘Behoud Rotter­damse signatuur Wereld­museum’ wordt niet uitgevoerd en Rotterdamse politiek onderneemt geen stappen om dat te veranderen

Schermafbeelding van deel vacatureNationaal Museum van Wereldculturen: Stagiair(e)‘op Culturele Vacatures, 24 mei 2023.

Een vacature voor een stagiair(e) bij het NMVW (Nationaal Museum voor Wereldculturen) in de vestiging Museum Volkenkunde Leiden doet opvallende uitspraken die iets laten doorschemeren over de bedoelingen van het NMVW. Namelijk de integratie van het Wereldmuseum in het NMVW. In de vacature wordt gesproken over ‘onze 4 musea‘ die sterker in de markt moeten worden gezet.

Op die integratie, synchronisatie of gelijkschakeling duidt ook een persbericht van maart 2023 van het NMVW waarin het zegt de naam Wereldmuseum voor de vier musea te gaan gebruiken. Hoe kan dat als het Wereldmuseum geen fusiepartner, maar een zelfstandig Rotterdams museum met eigen identiteit is? Hoe kan het dat het NMVW een naam leent van een museum dat geen fusiepartner is?

Een verklaring is dat het Wereldmuseum geen fusiepartner van het NMVW is en het personeel daarom niet in de ondernemingsraad van het NMVW is vertegenwoordigd. Evenmin heeft het Wereldmuseum een PVT (personeelsvertegenwoordiging) waarin het personeel zich kan uitspreken of in overleg kan gaan met de directie van het NMVW. Evenmin heeft het Wereldmuseum een directeur of locatiehoofd die de belangen van het Wereldmuseum binnen het NMVW behartigt.

Dat houdt in dat het Wereldmuseum én het personeel binnen het NMVW niet vertegenwoordigd zijn. Het Wereldmuseum functioneert in een niemandsland zonder rechten. Niets of niemand kan binnen het NMVW het belang van het Wereldmuseum verdedigen.

Het klopt dat er tussen het NMVW en het Wereldmuseum sinds mei 2017 officieel samenwerking bestaat. Maar niet meer dan dat. In het persberichtToekomst voor het Wereldmuseum Rotterdam; door unieke samenwerking met het Nationaal Museum van Wereldculturen‘ uit najaar 2016 met de handtekeningen van de toenmalige directeur van het NMVW Stijn Schoonderwoerd en de toenmalige interim-directeur van het Wereldmuseum Jan Willem Sieburgh staat dat beschreven:

Schermafbeelding van deel gezamenlijk persbericht van Wereldmuseum en de drie musea van het NMVW in najaar 2016.

Voor de duidelijkheid NMVW en Wereldmuseum zeggen in een persbericht uit najaar 2016 over de samenwerking vanaf 1 mei 2017: ‘Het Wereldmuseum blijft een zelfstandig Rotterdams museum, maar gaat zeer nauw samenwerken met het NMVW (…). Door deze samenwerking kan het Wereldmuseum, met behoud van eigen identiteit, gebruik maken van de expertise en het netwerk van het Nationaal Museum van Wereldculturen.

De begrippen waar het om draait zijn: ‘een zelfstandig Rotterdams museum‘ en ‘behoud van eigen identiteit‘. Dat is in 2016 door de toenmalige directie van het NMVW toegezegd. Maar de praktijk is dat sinds de tentoonstelling POWERMASK! (2017-18) het Wereldmuseum geen unieke tentoonstellingen meer mag produceren van het NMVW. Dat verbiedt de directie van het NMVW. Door het NMVW worden afspraken over de zelfstandigheid en identiteit van het Wereldmuseum niet nagekomen.

Dat het Wereldmuseum van het NMVW niet zelfstandig mag en kan opereren blijkt ook uit de tekst van de vacature: ‘NMVW en WMR hebben eenzelfde directie, managementteam en Raad van Toezicht en ook andere werkzaamheden en diensten worden centraal voor alle musea uitgevoerd.’

In een met steun van PvdD, SP, GroenLinks, Nida, PvdA en D66 aangenomen motie uit november 2016 van de Partij voor de Dieren werd de zelfstandige Rotterdamse signatuur van het Wereldmuseum officieel vastgelegd: ‘een Rotterdams karakter behouden blijft en het WM, binnen de samenwerking, de mogelijkheid behoudt om unieke tentoonstellingen te blijven produceren‘. Die motie is bindend voor de Rotterdamse politiek:

Schermafbeelding van een door de PvdD ingediende en aangenomen motieBehoud Rotter­damse signatuur Wereld­museum‘ in de Rotterdamse gemeenteraad, 24 november 2016.

Het is niet voor het eerst dat in de publieke opinie wordt geconstateerd dat het Wereldmuseum geen zelfstandig Rotterdams museum met een eigen identiteit is dat geen eigen unieke tentoonstellingen meer mag produceren. Maar de Rotterdamse politiek gaat niet in overleg met de directie van het NMVW over de vraag waarom de inhoud van de motieBehoud Rotter­damse signatuur Wereld­museum‘ uit november 2016 niet wordt uitgevoerd. Men zou verwachten dat de Rotterdamse politiek de zelfstandigheid van het Rotterdamse Wereldmuseum behartigt. Dat is niet zo.

Dat is opvallend omdat Rotterdam het NMVW jaarlijks 5 miljoen euro betaalt en daarmee een politiek drukmiddel heeft om het NMVW in beweging te brengen. Waarom de Rotterdamse politiek in deze zaak niet handelt is lastig te begrijpen. Denkbaar is dat in raad en gemeentebestuur een stilzwijgende afspraak bestaat die luidt dat de zaak bevroren moet worden omdat het Wereldmuseum jaarlijks niet meer dan 5 miljoen euro mag kosten.

Maar dan neemt de Rotterdamse raad zichzelf niet serieus en handelt het bestuurlijk onzorgvuldig omdat het weet en gewaarschuwd is door derden dat de motie ‘Behoud Rotter­damse signatuur Wereld­museum‘ niet wordt uitgevoerd. Als de raad niet meer staat voor deze motie, dan staat het evenmin nog voor zichzelf als bestuurlijk zorgvuldig.

NMvW zoekt vlucht vooruit met toe-eigening van naam ‘Wereldmuseum’ en ontmoediging van de broeders van het Afrika Museum

Persfoto naamsverandering van het NMvW op perspresentatie op 28 maart 2023. Foto: Rick Mandoemg

Het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW), ofwel de museumkoepel zoals het zichzelf noemt, laat zien hoe men eenheid suggereert in een samenwerkingsverband dat die eenheid niet heeft. Op 28 maart 2023 heeft het in een bijeenkomst en persbericht aangekondigd dat het na de zomer van 2023 samengaat onder één noemer, namelijk die van Wereldmuseum.

Dat is minder vanzelfsprekend en betamelijk dan het lijkt. Want hiermee eigent de NMvW zich de naam of het merk van het Wereldmuseum toe. Kan dat zomaar?

Het NMvW is sinds 2014 een fusie van drie musea. Te weten het Tropenmuseum Amsterdam, Museum Volkenkunde Leiden en het Afrika Museum Berg en Dal. Het Wereldmuseum Rotterdam is nooit als partner tot de fusie toegetreden, maar werkt wel samen met de drie fusiepartners van het NMvW.

Het behoud van de Rotterdamse signatuur was voor de Rotterdamse gemeenteraad een voorwaarde voor instemming met de samenwerking met het NMvW en de jaarlijkse subsidie van € 5 miljoen. In een persbericht uit 2016 beloofde het NMvW dat het Wereldmuseum ‘een zelfstandig Rotterdams museum‘ zou blijven.

Door de jaren heen is dat profiel steeds fletser en minder Rotterdams geworden. De zelfstandigheid werd uitgekleed. De gelijkschakeling van en de goocheltruc met de naam Wereldmuseum lijkt een volgende stap in de integratie van het Wereldmuseum in het NMvW. Dat is een eenwording die niet zo genoemd mag worden, maar indirect toch wel zo wordt genoemd. Vraag is hoe de Rotterdamse gemeenteraad over deze integratie denkt die onomwonden in tegenspraak is met de afspraken uit 2016.

Het kiezen van de naam Wereldmuseum brengt het huidige Wereldmuseum Rotterdam dat als enige van de vier over de eigen naam gaat kosmetisch dichter bij het fusieverband NMvW. Het fusieverband eigent zich de naam toe waar het geen eigenaar van is. Hoe dat zit volgens de verhoudingen binnen het samenwerkingsverband en het merkenrecht is een kluif voor juristen.

Het fusieverband is overigens niet stabiel. Het Afrika Museum heeft in maart 2022 in een persbericht aangekondigd dat het wegens onvrede met het beleid van het management van de NMvW per 1 januari 2025 uit het fusieverband stapt. Daarna heeft het NMvW dat recht heeft op een deel van de collectie van het Afrika Museum aangekondigd in de buurt van Nijmegen een nieuw Afrika Museum op te starten dat concurreert met het Afrika Museum van de broeders van de Congregatie van de Heilige Geest.

Over de toekomstige naam van het Afrika Museum van het NMvW bestaat onzekerheid. Het NMvW presenteert het nu als ‘Wereldmuseum Berg en Dal’, maar uit een artikel in de Gelderlander blijkt dat een journalist blijkbaar heeft begrepen dat de nieuwe naam ‘Wereldmuseum bij Nijmegen’ wordt. Journalist Herman Wissink is er zeker van: ‘De toevoeging Berg en Dal wordt niet gebruikt.’ Maar dat is in strijd met de perspresentatie van het NMvW op 28 maart 2023 waar de toevoeging ‘Berg en Dal‘ wel degelijk wordt gebruikt.  

Wat Wissink zegt is logisch omdat vanaf 2025 het contract van het NMvW met het Afrika Museum door de Congregatie is opgezegd en het onwaarschijnlijk is dat het Afrika Museum van het NMvW ook in Berg en Dal zal worden gevestigd. Mogelijk verandert het NMvW de naam van deze vestiging na de zomer als de nieuwe naamgeving en huisstijl worden geïntroduceerd. En het NMvW een nieuwe locatie voor haar Afrika Museum heeft gevonden.

Er is nog geen zekerheid over de vraag wie de overheidssubsidie van het Afrika Museum mee mag nemen. Maar gezien de goede verhoudingen van het NMvW met het ministerie van OCW en het zo goed als negeren van de broeders van de Congregatie die een plek aan tafel bij dat ministerie geweigerd wordt gaat dat deel van de subsidie die het NMvW nu voor het Afrika Museum vangt zeer waarschijnlijk naar het NMvW.

Het oprichten van dat nieuwe museum door het NMvW lijkt een tweeledig doel te hebben. Het onderbrengen van dat deel van de collectie van het huidige Afrika Museum dat toevalt aan het NMvW en een claim op dat deel van de overheidssubsidie dat nu geoormerkt is voor het huidige Afrika Museum (stand 2016: € 1.590.000).

Een en ander betekent dat de museumkoepel NMvW op dit moment jaarlijks zo’n € 6.6 miljoen overheidssubsidie ontvangt voor het Wereldmuseum én het Afrika Museum. In de basisinfrastructuur 2017-2020 ontving het NMvW jaarlijks € 10.144.545. Met de Rotterdamse subsidie voor het Wereldmuseum telt dat op tot een subsidiebedrag van € 15.144.545 per jaar. Ter vergelijking, het Rijksmuseum ontvangt jaarlijks € 6.518.198 overheidssubsidie (stand: 2020).

De naam ‘Wereldmuseum Berg en Dal’ die het NMvW gisteren presenteerde kan ook nog anders opgevat worden. Het laat weten dat een organisatie niet investeert in een naam die na zo’n 15 maanden weer verdwijnt. Daarom kan de toevoeging ‘Berg en Dal‘ opgevat worden als intimidatie van de broeders die het signaal geeft dat het de Congregatie financieel en politiek nooit zal lukken om vanaf 2025 een zelfstandig Afrika Museum van de grond te tillen en te exploiteren.

De naamgeving ‘Wereldmuseum‘ van het NMvW trekt het Rotterdamse Wereldmuseum dichter tegen de borst en geeft door de toevoeging ‘Berg en Dal‘ aan de huidige locatie van het Afrika Museum het signaal af dat het huidige Afrika Museum plus collectie plus gebouwen met actieve tegenwerking door het ministerie van OCW van de Congregatie alsnog toevalt aan het NMvW.

De aanmatigende houding van het management van het NMvW is vooralsnog kosmetisch, een sprong in de leegte, die op termijn echter succesvol kan uitpakken als betrokkenen als de Rotterdamse politiek en de Congregatie van de Heilige Geest dit laten passeren of wegens gebrek aan middelen of interesse niet weten te verhinderen.

OCW wil geen aandacht voor eigen rol bij Afrika Museum en NMVW

Schermafbeelding van deel vacatureOnline Marketeer‘ van het NMVW op Jobs by Workable. Geplaatst op 1 april 2022.

I. Wat het belang van publiciteit en marketing is voor het NMVW (Nationaal Museum van Wereldculturen) valt uit een vacature voor een ‘Online Marketeer’ af te lezen.

In de vacature zegt het NMVW over zichzelf: ‘Momenteel zijn wij van de sector Publiek & Partners sterk aan het groeien binnen het team Digitale Communicatie & Online en zijn wij eraan toe om een nieuwe stap te zetten. Ben jij de nieuwe allround Online Marketeer die de handen uit de mouwen steekt om onze tentoonstellingen, evenementen en digitale content via onze verschillende online kanalen bekend te maken onder onze doelgroepen?‘.

Opvallend is de opmerking over ‘de emailmarketing van de vier musea‘. Tot nu toe deed het NMVW het in de publiciteit voorkomen dat het Wereldmuseum theoretisch een autonome rol had. Dat was in lijn met een motie van de Rotterdamse raad die voor samenwerking van het Wereldmuseum met het NMVW als voorwaarde een Rotterdamse signatuur van het Wereldmuseum eiste. Dat was gekoppeld aan de financiering. In 2016 beloofde het NMVW in een persbericht dat het Wereldmuseum ‘een zelfstandig Rotterdams museum‘ zou blijven. Hetzelfde geldt voor het Afrika Museum dat evenmin een eigen signatuur wordt gegund door het management van het NMVW. Maar dat was wel toegezegd.

II. De schijn van autonomie wordt door het NMVW in de vacature losgelaten en komt naar buiten. Dat is in strijd met genoemde Rotterdamse motie. De vacature benadrukt het belang van de centrale sturing vanuit het NMVW. Dat is er een teken van dat het management van het NMVW de autonomie van de vier musea niet belangrijk acht.

Dat raakt behalve aan de ondergeschikte rol van het Wereldmuseum ook aan die van het Afrika Museum. Verschil is dat het Wereldmuseum geen officiële fusiepartner is en het Afrika Museum wel. De vacature ondersteunt indirect de kritiek van de paters en broeders van de Congregatie dat het Afrika Museum binnen de koepel van het NMVW geen eigen rol kan spelen. In dit verband is het ook belangrijk om te vermelden dat de vier musea geen eigen directeur of locatiehoofd hebben die genoemde autonomie kan waarborgen.

Die autonomie bestaat alleen in een papieren werkelijkheid die het NMVW met actieve medewerking van de Directie Erfgoed en Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in stand houdt. Het NMVW en OCW zijn mentaal verstrengeld.

III. In een commentaar van 13 februari 2022 formuleerde ik de bezwaren tegen het NMVW als volgt: ‘1) een inhoudelijke koers die bestaat uit weinig aandacht voor kunstobjecten en dominantie van ‘een maatschappelijke programmering‘; 2) populisme in de marketing en de programmering; 3) aanhaken bij politiek activisme om identiteit leidend te laten zijn in de marketing en programmering en 4) een achtergestelde positie en een flets profiel van het Wereldmuseum in de koepel het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW).‘ Wat geldt voor het Wereldmuseum geldt ook voor het Afrika Museum.  

Het NMVW gebruikt in de eigen publiciteit en in interviews met de managers altijd mooie woorden waarvan het weet dat die politiek goed liggen bij ministerie, politiek en media en waarvan het ook weet dat ze abstract en niet toetsbaar zijn. Kortom, vrijblijvend.

Daar komt het NMVW nu al jaren mee weg. Critici binnen de organisatie worden gemaand om te zwijgen of worden eruit gewerkt. De doofpot blijft gesloten. Het gevaar voor het management van het NMVW is dat het overmoedig wordt. Daar lijkt deze vacature een teken van te zijn. Zijdelings.

IV. Media prikken niet door het laagje vernis van politiek correcte linksigheid met praatjes over wereldburgerschap en dekolonisatie van het NMVW én de verstrengeling van OCW en NMVW waarin de instandhouding van de jaarlijkse overheidssubsidie van meer dan 10 miljoen euro centraal staat én het gebrek aan museaal professionalisme van het NMVW.

Media gaan tot nu toe niet op zoek naar de werkelijke gang van zaken bij het NMVW. Media laten zich met een kluitje in het riet sturen.

V. Het Afrika Museum plukt daar nu de wrange vruchten van. Dat gaat zelfs zover dat de Directie Erfgoed en Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Afrika Museum uitsluit van een open gesprek over subsidie en meent dat het het belang van het NMVW moet dienen, terwijl het notabene claimt dat het onpartijdig is. Wat de adviserende rol van de Raad voor Cultuur dan nog kan zijn is onduidelijk.

De komedie die het directoraat van OCW in dit dossier speelt is grotesk. Het wil de eigen rol uit de publiciteit houden. Die is sturend is en gaat verder dan het scheppen van voorwaarden voor musea uit de museumsector. Vandaar dit commentaar dat opteert voor transparantie over het NMVW en de rol van OCW in deze kwestie.

Vooruit Nederlandse media, laat je niet om de tuin leiden door het NMVW en de Directie Erfgoed en Kunsten van het Ministerie van OCW en ga uit op onderzoek. Vooruit woordvoerders cultuur in de Tweede Kamer, duik in dit dossier en stel vragen aan de bewindslieden van OCW.

Nogmaals het Afrika Museum en het disfunctioneren van het NMvW

Huize Ooster Meerwijk (uit 1932): een tehuis voor alleenstaande heren, gerund door de fam. Mulder; vanaf begin jaren 50 Huis van de Paters van de Congregatie van de Heilige Geest , waar vanaf 1954 Afrikaanse voorwerpen werden tentoongesteld (het begin van het Afrika Museum), 1925. Reproductie van een ansichtkaart. Collectie: Fotocollectie Regionaal Archief Nijmegen.

Update 5 september 2022: Het NMvW is de Liberace van de Nederlandse museumsector. Het wordt in de eigen sector niet serieus genomen, maar bij media, politiek, ministerie en in de publieke opinie wel. Het NMvW heeft een goede politieke lobby en veel medewerkers publiciteit. Door politieke dwarsverbanden erbij te halen die niks met de museale praktijk te maken hebben probeert het MNvW de eigen professionele museale gebreken te verhullen.

Het lijkt er sterk op dat die lobby succesvol is geweest bij de leiding van het geschiedenisprogramma Andere Tijden en regisseur Paul Ruigrok. Op z’n best kun je zeggen dat de uitzending die op 5 september 2022 werd uitgezonden op NPO2 onevenwichtig was. Op z’n slechts kun je zeggen dat die uitzending een politiek doel had: het uit de wind houden van het NMvW. Hoe dan ook was de uitzending onbegrijpelijk over het Afrika Museum omdat de basale informatie niet werd gegeven.

Journalistiek handelde Andere Tijden bedenkelijk omdat broeders met verstand van zaken over het Afrika Museum, zoals adviseur Carel Verdonschot de eindmontage niet hebben gehaald. Terwijl er uitgebreid met hen is gesproken. Een missionaris die van toeten noch blazen wist over de recente ontwikkelingen van het museum en de controverse met de NMvW maakte Andere Tijden tot een soort woordvoerder hierover. Is dat nou zorgvuldige journalistiek die beide partijen eerlijk aan het woord laat?

Het is jammer dat Andere Tijden met deze uitzending op twee stoelen tegelijk wilde gaan zitten, maar uiteindelijk tussen twee stoelen met een klap op de grond belandde. De verhalen van de oud-missionarissen waren ontroerend en oprecht. Dat had de enige focus van dit programma moeten zijn. Waarom werd het Afrika Museum er bijgehaald terwijl dat afgeraffeld moest worden en de informatie die tot uitleg en begrip had kunnen leiden in de montage was gesneuveld? Gemiste kans, Andere Tijden.

Gisteren 17 maart 2022 vroeg een journalist van de regionale pers in Gelderland wat mijn relatie was met het Afrika Museum. Hij zocht contact met me naar aanleiding van mijn commentaarAfrika Museum stapt per januari 2025 uit het NMvW en zou geen rijkssubsidie meer ontvangen. Hoe logisch is dat?‘ van 2 maart 2022 over het Afrika Museum waarin ik kritisch was op het NMvW (Nationaal Museum van Wereldculturen). Ik antwoordde hem per e-mail het volgende:

Met het Afrika Museum heb ik geen relatie. Ik heb nooit met een huidig of voormalig betrokkene of medewerker direct contact gehad. 

Het Afrika Museum is tot 1 januari 2025 fusiepartner van het NMvW. Op deze koepel van volkenkundige musea heb ik kritiek. 

Dat ontstond toen ik me vanaf 2012 inzette voor het Wereldmuseum in Rotterdam toen directeur Stanley Bremer daar de scepter zwaaide. Ik had toen contact met medewerkers, museummensen en politici over de in mijn ogen ongewenste koers van dit museum. Ik werkte met andere burgers samen in enkele publieksacties om dit onderwerp hoog op de agenda te plaatsen. Dat was uiteindelijk succesvol. Die stukken over het Wereldmuseum zijn op mijn blog na te lezen. 

In 2017 werd het Wereldmuseum een ’samenwerkingspartner’ van het NMvW. Dat was een politiek haalbare oplossing die voor dit museum om allerlei redenen niet ideaal bleek te zijn. Stuitend was in mijn ogen het gebrek aan professionalisme van het NMvW en het niet werken volgens de geldende museale normen op het gebied van beheer en brandveiligheid. De stukken met kritiek op het NMvW zijn op mijn blog na te lezen. 

Het verbazingwekkende was naar mijn idee dat binnen de museumsector dat gebrek aan professionalisme van het NMvW bekend was en breed gedeeld werd, maar toch niet doordrong tot de publieke opinie. Integendeel, het management van het NMvW bleef mooie sier maken in de media en de politiek. Ook de media beten niet door, begrepen niet waar het NMvW voor stond of lieten zich misleiden door het politieke sausje dat het management naar buiten bracht. Ik kon er niet anders in zien dan een Potemkin-façade van een slecht geleid museum dat politiek de wind mee had, maar achter de schermen slecht presteerde.

Dat uitte zich in het Wereldmuseum in een afhankelijkheid van het NMvW zoals niet was afgesproken. Dat ging in tegen de beloften van Rotterdamse raad en college om het Wereldmuseum een Rotterdamse signatuur te laten behouden. Maar op de fractievoorzitter van de plaatselijke PvdD na was er geen enkele Rotterdamse bestuurder die het NMvW en het Rotterdamse college aan deze afspraak wilde houden. 

Een waterscheiding was ‘POWERMASK’ (2017-18) dat voorlopig de laatste tentoonstelling oude stijl in het Wereldmuseum was waarin de kunstobjecten centraal stonden voordat het NMvW met populisme, behaagzucht en politiek gewenste geluiden dit museum overnam. Dus tegen de afspraken over de Rotterdamse signatuur in. Zie: 

Deze uitweiding verklaart hoe ik uiteindelijk bij het Afrika Museum uitkwam. Eerder vanuit het directief opereren van het NMvW, dan vanuit het Afrika Museum zelf. Ik herkende in het persbericht van de Spiritijnen en Carel Verdonschot wat ik wist over het Wereldmuseum en over de populistische weg die naar mijn idee het NMvW was ingeslagen. 

Het gaat in deze e-mail te ver om te specificeren waarom ik zo kritisch ben op het vorige en huidige management van het NMvW. Maar ik neem aan dat ik u in een  rode lijn heb duidelijk gemaakt wat mijn grieven zijn tegen het management van het NMvW. Het valt in de blogposts daarover na te lezen. 

Personeel dringt in ‘Rapportage grensoverschrijdend gedrag Museum de Fundatie’ aan op vertrek directeur en Raad van Toezicht

Wobbe Alkema, Diepzeefiguren (1947). Drukwerk. Collectie: De Fundatie Collectie.

Als de (kunst)journalistiek het oppakt, dan is er de komende dagen media-aandacht voor Museum de Fundatie in Zwolle. Want medewerkers en oud-medewerkers hebben het stuk ‘Rapportage grensoverschrijdend gedrag Museum de Fundatie‘ (11 maart 2022) van binnen uit naar buiten gebracht waarin ze de angstcultuur van het museum en wat ze zien als het falen van directeur Ralph Keuning, plaatsvervangend directeur Sarah Voss en de Raad van Toezicht met voorzitter Roger van Boxtel (sinds 2015) beschrijven. Daarnaast is er interim zakelijk directeur Rob Zuidema die hoewel goedwillend de kennis, kunde en tijd zou missen om een verschil te maken. Zie bij reacties voor integrale tekst van de Rapportage.

Volgens deze personeelsleden zouden Keuning, Voss en de gehele Raad van Toezicht af moeten treden. Keuning is in dit verhaal de kwade genius die de medewerkers al jaren intimideert en onheus bejegent, Voss een meeloper van de directeur en de Raad van Toezicht een orgaan dat goedpraat en nalatig handelen door de directeur niet te corrigeren onder het tapijt veegt en nu volhoudt dat de situatie nog te repareren valt. Een onafhankelijk onderzoek dat in opdracht van de Raad van Toezicht najaar 2021 werd verricht maakte het niet openbaar, zodat (en opdat) het personeel niet geïnformeerd werd en daar voor de zoveelste keer een bewijs in zag dat het in haar klachten niet serieus genomen wordt.

In een reconstructie van de gebeurtenissen beschrijft de Rapportage hoe een jarenlange angstcultuur binnen het museum en een wegkijkcultuur van de Raad van Toezicht, en dan in het bijzonder voorzitter Roger van Boxtel, tot de huidige situatie hebben geleid. Dat wegkijken resulteert in verzwijgen en in de doofpot stoppen.

Een en ander doet denken aan het Wereldmuseum onder directeur Stanley Bremer. Meelopers werden bevorderd en inhoudelijk sterke medewerkers ontslagen. Het gevolg is dat Museum de Fundatie nu geen enkele conservator meer heeft.

Een oplossing om de impasse te doorbreken zou kunnen zijn om de eind 2021 versterkte Rekenkamercommissie Zwolle in opdracht van de gemeenteraad een onderzoek te laten verrichten naar het vermeende falen van directie en Raad van Toezicht en een uitweg uit de impasse te schetsen. Zoals de Rotterdamse Rekenkamer in 2015 deed naar het opereren van het Wereldmuseum.

Uitzonderlijk is dat Museum de Fundatie via de Hannema de Stuers Fundatie eigenaar is van de eigen collectie, maar niet van de gebouwen. Van de gemeente Zwolle krijgt het museum subsidie. Uit een bericht uit 2005 in de Stentor blijkt dat het toen ook al rommelde bij het museum. Toen vooral in de relatie met gemeente Zwolle en provincie Overijssel. De Rapportage stelt vast dat de angstcultuur onder de vorige directeur ook al bestond. Die geschiedenis verklaart waarom een directieve directeur die naar buiten toe relatieve continuïteit en rust biedt zolang zijn gang kon gaan, politieke steun kreeg en zelfs nu nog de hand boven het hoofd wordt gehouden.

De meldingen van het personeel zijn anoniem. Dat is niet sterk. De kwestie blijft daarom steken in een patstelling tussen Raad van Toezicht en personeel. Dat is zowel voor het personeel als het museum geen duurzame situatie. Artikelen van van De Stentor van 22 januari 2022 en RTV Oost van 23 februari 2022 schetsten de grieven van het personeel, maar leken onvoldoende om het Zwolse establishment in beweging te brengen.

Of de Rapportage dat wel bewerkstelligt is de vraag. En de hoop van personeel en oud-personeel dat het beste voorheeft met Zwolle en Museum de Fundatie.

Het Wereldmuseum heeft geen Rotterdams karakter, geen Rotterdams profiel en geen eigen identiteit. Dat is in strijd met de afspraken. De Rotterdamse politiek ziet het, maar handelt niet

In het Wereldmuseum te Rotterdam is tot en met 27 maart 2022 de tentoonstelling ‘What a Genderful World’ te zien. Uit een toelichting blijkt dat de tentoonstellingsmakers als hoger doel zien ‘dat mensen zelf bepalen wie ze zijn’. Dat staat haaks op het idee dat de mens een sociaal wezen is dat door de omgeving wordt gevormd. Het Wereldmuseum heeft de laatste twee weken tot nu toe op haar YouTube-kanaal zes video’s van 1 minuut met ‘Jamaal’ geplaatst die op straat mensen interviewt (Voxpop) over identiteit en gender.

In de tentoonstelling en de video’s met ‘Jamaal’ komen op z’n best allerlei misverstanden en op z’n slechtst bewust gemaakte foute keuzes samen. Ze komen op het volgende neer: 1) een inhoudelijke koers die bestaat uit weinig aandacht voor kunstobjecten en dominantie van ‘een maatschappelijke programmering‘; 2) populisme in de marketing en de programmering; 3) aanhaken bij politiek activisme om identiteit leidend te laten zijn in de marketing en programmering en 4) een achtergestelde positie en een flets profiel van het Wereldmuseum in de koepel het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW). In 2016 beloofde het NMVW in een persbericht dat het Wereldmuseum ‘een zelfstandig Rotterdams museum‘ zou blijven.

Het onderliggende, niet opgeloste probleem dat zich manifesteert in het huidige populisme van het NMvW is een brutale ontkenning van het niet uitvoeren van de in november 2016 in de Rotterdamse gemeenteraad aangenomen motie ‘Behoud Rotterdamse signatuur Wereldmuseum’ van de Partij voor de Dieren. Hiermee heeft de raad zich gecommitteerd aan ‘een Rotterdams karakter’ en ‘Het Rotterdamse profiel van het Wereldmuseum als onderdeel van de samenwerkende musea’.

Het Wereldmuseum lijkt de laatste jaren in een niemandsland beland te zijn tussen gelatenheid van de Rotterdamse raad die beseft dat de motie over de Rotterdamse signatuur niet wordt uitgevoerd, maar daar geen gevolgen aan verbindt, en een management van het NMvW dat het als haar opdracht ziet om ‘maatschappelijke’ verhalen te vertellen over wereldburgerschap, kolonialisme en identiteit. Deze abstractie die vervliegt in vaagheid en schimmigheid staat haaks op het vertellen van het concrete Rotterdamse verhaal. Essentieel is dat de door het NMvW aan het Wereldmuseum gegeven afspraak nageleefd wordt en de Rotterdamse politiek dat controleert. Maar dat gebeurt niet.

De ontwikkelingen richting populisme en abstractie van het NMvW verhouden zich slecht tot de motie over het Rotterdams karakter en het Rotterdamse profiel van het Wereldmuseum en het persbericht van het NMvW dat stelt dat het Wereldmuseum ‘een zelfstandig Rotterdams museum’ blijft.

Het is populisme van het management van het NMvW om kunstobjecten ten koste van een politiek doel in de mal van een ‘maatschappelijk’ verhaal te willen dwingen. Kunst laat zich daar per definitie niet toe dwingen. Zoals er geen katholiek voetbal bestaat, is er evenmin sprake van zwarte kunst of gender kunst. Wel van goede en slechte of relevante en niet-relevante kunst.

Het wordt er ronduit beschamend op als in genoemde video’s met ‘Jamaal’ het debat over identiteit het volledig overneemt. Er is geen enkele verwijzing naar de tentoonstelling ‘What a Genderful World‘. Laat staan naar Rotterdam. ‘Jamaal’ krijgt van het management van het NMvW alle ruimte om de boel op te leuken met deze als cabaretesk bedoelde video’s die niet oppervlakkiger en vluchtiger hadden kunnen zijn. Dat dit gebeurt valt deze ingehuurde acteur niet te verwijten, maar wel het management van het NMvW dat het communicatie- en tentoonstellingsbeleid formuleert.

Het NMvW negeert niet alleen de Rotterdamse signatuur van het Wereldmuseum, maar stuurt het in de marketing en programmering ook nog eens richting simplisme, populisme en politiek activisme. Dat is een serieus museum onwaardig. De eenduidigheid van het multiculturalisme strandt in koekoek éénzang waar steeds opnieuw hetzelfde voorgeprogrammeerde verhaal wordt verteld en interne pluriformiteit door het management niet wordt toegestaan.

Niet de identiteit van de geïnterviewden op straat of in een tentoonstelling dient ter discussie te staan, maar de identiteit van het Wereldmuseum. Want als we het dan toch over identiteit moeten hebben, dan geeft het persbericht uit 2016 de duidelijkheid die nu is vervaagd en waar geen van de betrokkenen uit 2016 zich nog sterk voor lijkt te willen maken: ‘het Wereldmuseum, met behoud van eigen identiteit‘.

Waar is de toekomst van het Wereldmuseum gebleven? Het is de hoogste tijd dat Rotterdamse raad en gemeentebestuur zich daar opnieuw helder over uitspreken. Rotterdam betaalt het NMvW jaarlijks 5 miljoen euro. Het is de vraag wat Rotterdam daar aan Rotterdams profiel voor terugkrijgt. Het antwoord is: niets.

Antwoord aan Henk Slechte. Rotterdam moet meer ambitie tonen dan het fuseren van musea

Schermafbeelding van deel artikelFuseer drie Rotterdamse musea en verhuis naar Maritiem‘ van Henk Slechte in NRC, 1 juli 2021.

I. Ik moet even kauwen op het opinie-artikel van Henk Slechte (oud-hoofd collecties van het Maritiem Museum) in NRC. Het bevat aardige aanzetten, maar is onvoldragen in de uitwerking. Het is ook de vraag of het combineren van drie musea past bij de ambitie van de tweede stad van Nederland. Want hoe dan ook is dat vaandelvlucht waarbij de museumsector van Rotterdam inlevert en de aftocht blaast.

Slechte stelt voor om drie verwante thematische musea samen te voegen: het stadsmuseum, het Wereldmuseum en het Maritiem Museum. Hij stelt voor om die instelling te vestigen in het grote, centraal gelegen pand van het Maritiem Museum aan de Leuvehaven.

II. Slechte lijkt de musea niet te waarderen op hun situatie nu, maar achterom te kijken en verkeerd in te schatten. Anders is zijn opmerking niet te verklaren als hij over het Wereldmuseum zegt dat het eerder kritiek kreeg vanwege de commerciële koers. Dat is allang een omgeslagen bladzijde en niet meer relevant voor de huidige situatie.

Directeur Stanley Bremer is al sinds april 2015 verdwenen en het Wereldmuseum is praktisch geen zelfstandig, Rotterdams museum meer, maar sinds eind 2016 losjes opgenomen in het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW). Het is niet meer de commerciële koers van Bremer, maar de politiek-populistische koers van het NMvW waaronder het Wereldmuseum nu lijdt.

Die ideologisering is vermoedelijk nog lastiger te bestrijden in de publieke opinie dan de duidelijke disfunctionerende vercommercialisering van het Wereldmuseum onder Bremer die velen op de been bracht. Want alleen de radicaal-rechtse partijen van toen steunden Bremer, terwijl de centrum-linkse coalitie van nu er met de hand op de knip vrede mee heeft dat het linksige MNvW vanuit Amsterdam de koers van het Wereldmuseum bepaalt.

De koers van het NMvW bestaat eruit dat kunst en kunstobjecten ondergeschikt zijn aan een vage linksige politieke ideologie. Het NMvW laat zich kennen door een gebrek aan professionalisme in de uitvoering en laat het Wereldmuseum daarom onder zijn mogelijkheden presteren. De door de raad in 2016 in een motie geëiste Rotterdamse signatuur van het Wereldmuseum is vijf jaar later een papieren werkelijkheid geworden.

Slechte zou gelijk hebben als hij zou beweren dat het Wereldmuseum uit de omarming van het NMvW moet worden bevrijd om haar Rotterdamse signatuur te herwinnen, maar het helpt wel als hij daarbij zijn feiten actualiseert en niet vanuit een situatie van zes jaar terug redeneert en nieuwe problemen ongenoemd laat.

III. Opvallend aan de opinie van Slechte is dat hij het landverhuizersmusuem dat Wim Pijbes namens de Stichting Droom en Daad in de Fenix loods realiseert buiten beschouwing laat. Wie een plan voor een nieuwe structuur uitwerkt kan dat niet ongenoemd laten. Thematisch werkt Droom en Daad in dat nieuwe museum samen met Stadsarchief Rotterdam, Maritiem Museum, Museum Rotterdam, Nederlands Fotomuseum en Wereldmuseum.

Behalve dat landverhuizersmuseum noemt Slechte evenmin andere belangrijke Rotterdamse musea, zoals het Nederlands Fotomuseum, de Kunsthal Rotterdam en de presentatie-instellingen TENT en Kunstinstituut Melly.

IV. Maar het grootste bezwaar tegen Slechtes voorstel is het gebrek aan ambitie dat het toont. Is dat de ambitie die past bij de tweede stad van Nederland en de grootse havenstad van Europa? Slechte gaat mee in de realiteit die de Rotterdamse politiek schept door de museumsector stiefmoederlijk te bedelen. Terwijl Amsterdam daarin investeert, staat Rotterdam op de rem van de museumsector. Het politieke gekissebis over de verbouwing van Museum Boijmans is exemplarisch en beschamend.

Rotterdam verdient goede musea die op zichzelf kunnen bestaan en bestaansrecht hebben. Wat de gemeente aan deze musea vooral kan bieden is goede en goedkope huisvesting. Er staan genoeg geschikte gebouwen leeg die musea kunnen huisvesten. Maar daartoe moet de wil van college en gemeenteraad aanwezig zijn. Mede door de scherpe rechts-links tweedeling in de stadspolitiek ontbreekt die wil tot nu toe in Rotterdam omdat musea tot strijdpunten worden gemaakt. Het voorstel van Slechte is het paard achter de wagen spannen door mee te gaan in het gebrek aan ambitie en goede wil van college en raad. Rotterdam verdient meer.

Raad van Toezicht van het NMVW moet zich alsnog bezinnen op de toekomst. Het oude beleid is mislukt, gedateerd en dood als een pier

Positief nieuws voor het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW): algemeen directeur Stijn Schoonderwoerd vertrekt naar Nationale Opera & Ballet waar hij per 1 februari 2021 algemeen directeur wordt. Dat geeft zicht op een nieuwe koers, op een herformulering weg van het populisme en de politieke correctheid die tijdens Schoonderwoerds directoraat (2012-2021) werden doorgevoerd. Met als gevolg dat het NMVW afgelopen jaren in coma is geraakt.

De musea van het NMVW moeten weer echte musea worden waar met plezier professioneel gewerkt worden en het om de kunst gaat. Nu zijn het locaties waar het amateuristisch handelen van goedwillenden de boventoon voert. Bij een herstart moeten op belangrijke functies weer kundige museumprofessionals benoemd worden.

Schoonderwoerds vertrek geeft dus ruimte aan museumprofessionals en professioneel handelen bij het NMVW waar het de afgelopen jaren zo aan heeft ontbroken. Het NMVW moet uit de ivoren toeren afdalen en weer met de voeten in de museale modder gaan staan. Dat dit de afgelopen jaren zo slecht is doorgedrongen tot de publieke opinie is grotendeels de Nederlandse kunstjournalistiek te verwijten. Ze kunnen geweten hebben wat er aan schortte, maar hebben er geen verslag van gedaan. Of de Raad van Toezicht het inzicht, de daadkracht, de geesteshouding en de ambitie heeft om zich fundamenteel te bezinnen op een nieuwe koers is de hamvraag.

Het is onduidelijk welke constructie de Raad van Toezicht voor de toekomst als gewenst ziet. De koepelformule van vier musea, te weten Tropemmuseum, Afrika Museum, Museum Volkenkunde en Wereldmuseum (dat er losjes aan is verbonden) is topzwaar en leeghoofdig en lijkt uitgewerkt. Gewenst is een formule waarbij de vier musea autonomie hebben en vanuit hun eigen collectie autonoom tentoonstellingen kunnen maken. Dat kan dan aangestuurd worden door een locatiedirecteur of hoofdconservator.

Een teken aan de wand dat de huidige koers wordt voortgezet is de benoeming van Wayne Modest tot inhoudelijk directeur, aldus een bericht van het Tropenmuseum. Volgens Schoonderwoerd is door de benoeming van Modest de ‘continuïteit in de directie na mijn vertrek verzekerd. Ik vertrek dan ook met een gerust hart, in de wetenschap dat met Wayne als inhoudelijk directeur ons beleid wordt voortgezet.’ Hiermee verklaart Schoonderwoerd Modest tot bijwagen van zichzelf. Het is nog maar de vraag of Modest dat echt is. Schoonderwoerd heeft echter gelijk als hij beweert dat het huidige beleid eruit bestaat dat Modest en hij weinig tot niks van kunst weten. Het is bedenkelijk genoeg dat iemand met zo’n profiel inhoudelijk directeur van een kunstmuseum kan worden. Zijn profiel sluit eerder aan bij de functie van een leidinggevende  van een theoretisch-wetenschappelijk bureau als toeleverancier voor een museum.

Het is ronduit potsierlijk als Schoonderwoerd in het interview met Trouw zegt dat kunstmusea de agenda van het NMVW overnemen: ‘Met tevredenheid stel ik vast dat nu andere musea ook de thema’s overnemen die hoog op onze agenda stonden. Ook kunstmusea wijden nu volop aandacht aan ons koloniale verleden.’ Dit schouderklopje dat Schoonderwoerd zichzelf geeft is niet alleen protserig en pocherig, maar ook naast de waarheid. Als andere musea dezelfde agenda volgen wil dat niet zeggen dat dit door het NMVW is geïnitieerd. Het valt eerder te verwachten dat het op enig moment ‘in de lucht hing’ of dat er een gemeenschappelijk bron is waar het NMVW ook van heeft ‘geleend’.

Indien de voortzetting van het oude beleid uitgerekend dat is wat niet moet gebeuren en een nieuwe algemeen directeur ook niet wil dat dat gebeurt, loopt Schoonderwoerd met de tegelijk late en voortijdige benoeming van Modest zijn opvolger voor de voeten. Dat is van Schoonderwoerd niet netjes en van de Raad van Toezicht niet verstandig. De Raad van Toezicht had hier op z’n minst een bredere visie op moeten ontwikkelen en daar naar moeten handelen. Dat doet het niet. Dat baart zorgen. De Raad van Toezicht had een rustperiode moeten inlassen na Schoonderwoerds vertrek om zich te bezinnen op de toekomst. Onder meer over het optimale beleid dat niet meer bij 2012 maar bij 2021 past. Het heeft vooralsnog die kans voorbij laten gaan, maar kan dat alsnog corrigeren.

Voorstelbaar is een constructie met een algemeen/zakelijk directeur (belangenbehartiging, marketing, fondsenwerving en financiën); een directeur van het wetenschappelijk bureau en de nevenprogrammering met lezingen en publicaties ed. (Modest) en locatiehoofden voor de vier musea die in volle autonomie en met een eigen budget de kunst en de museale onderdelen (presentatie, collectie, registratie) voor hun rekening nemen.

Een bijzondere positie neemt het Wereldmuseum in. De laatste spectaculaire tentoonstelling was Powermask van conservator Alexandra van Dongen en gastconservator Walter Van Beirendonck. Zie hier voor mijn commentaar uit 2017 over deze tentoonstelling. De twee ‘Rotterdamse’ leden in de Raad van Toezicht (Patricia de Weichs de Wenne en Liane van der Linden) kunnen hun kans grijpen om te eisen dat de onder Schoonderwoerd verwaarloosde Rotterdamse signatuur van het Wereldmuseum dat in een motie in de Rotterdamse gemeenteraad als voorwaarde voor financiële steun aan de koepel is gesteld serieus wordt genomen. Het herstel van de Rotterdamse signatuur kunnen ze als eis aan de nieuwe algemeen directeur stellen. De vergroting van de autonomie van de vier afzonderlijke musea met elk een locatiedirecteur of hoofdconservator als hoofd zou dat bezwaar wegnemen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHet Museum van Wereldculturen voelt zich weer springlevend. ‘Anderen nemen onze agenda over’ in Trouw, 5 januari 2021.

Rotterdamse coalitie stelt voor steun in te trekken voor Museum Rotterdam in huidige vorm. Het volgt het advies van de RRKC

Stadsmuseum Museum Rotterdam dreigt eind dit jaar de deuren te moeten sluiten vanwege een negatief advies van de RRKC dat door cultuurwethouder Said Kasmi (D66) wordt overgenomen. Dit voorstel wordt pas definitief als de raad het goedkeurt. Enkele maanden terug bezocht ik het Timmerhuis waar het museum is gevestigd. Het is een naargeestige, ondermaatse plek die niet alleen niet past bij de tweede stad van het land, maar ook de objecten geen gepaste klimatisering (op enkele vitrines na), context en sfeer kan bieden.

RRKC en Kasmi draaien het om als ze zeggen dat deze neergang het museum te verwijten valt. Integendeel, Museum Rotterdam is er tegen haar zin en onder protest naar toe moeten verhuizen en wordt dat door RRKC en deze D66-wethouder nu achteraf verweten. Dat is de omgekeerde wereld. Er kwam van allerlei kanten protest op het advies van de RRKC. Wie nadenkt beseft dat wat nu gebeurt een aangekondigde ramp is en de Rotterdamse politiek te verwijten valt. Kasmi schuift zijn verantwoordelijkheid en die van zijn voorgangers af.

Over het advies van de RRKC schreef ik in juni 2020 een commentaar en schatte het in als onevenwichtig: ‘Het zou kunnen dat er een gemeentelijk beleid is om Museum Rotterdam langzaam naar de rand te schuiven. Het is de vraag hoe autonoom leden van het college en raadsleden van de coalitiepartijen handelen en wat hun relatie is tot hogere beleidsambtenaren van Culturele Zaken of de RRKC. De laatsten winnen aan macht als ze lang zitten en een dossier beheersen. Een wethouder Cultuur die laag in de pikorde staat en doorgaans geen lid is van een van de leidende partijen in een college is inwisselbaar. De RRKC lijkt verder te gaan dan haar mandaat toestaat. Deels zal dat zijn omdat de politiek zich terugtrekt, deels is dat bewuste expansie van de RRKC. Het wekt verbazing dat de Rotterdamse politiek toestaat dat voorzitter Jacob van der Goot nog steeds in functie is ondanks het feit dat hij eerst in de RvT van het Wereldmuseum zat en later in de RRKC adviseerde over het Wereldmuseum en vanwege het merkwaardig politiek getinte, negatieve advies van de RRKC in 2015 over het Collectiegebouw (Depot) van Boijmans. De RRKC is gepolitiseerd en lijkt niet schoon aan de haak. 

Dat wethouder Kasmi dit advies van de RRKC overneemt toont vooral aan hoe weinig bewegingsruimte hij heeft en wie er achter de schermen aan de touwtjes trekken. Een half miljoen euro voor een kwartiermaker die het wiel dat al rijdt opnieuw uit moet vinden is het lachwekkende hoogtepunt van de teloorgang van de soap rond Museum Rotterdam. In Rotterdam klinkt in refrein tussen RRKC en coalitie: ‘niet poetsen, maar lullen’.

Waarom krijgt in NRC de tentoonstelling Remix Rotterdam in het Rotterdamse Wereldmuseum niet de aandacht die het verdient?

Daar gaan we weer. Deze keer in het artikelHet Wereldmuseum is weer open, nu met meer verhalen en perspectieven’ in NRC. Een verslaggever vraagt niet door en laat zich knollen voor citroenen verkopen. Het Wereldmuseum is er sterk in om selectief informatie te geven aan media die blijkbaar verslaggevers sturen die onvoldoende geïnformeerd zijn om geen gemankeerd verhaal op te schrijven. Zo wordt het echte verhaal over het Wereldmuseum en de koepel NMVW die er de beleidslijnen uitzet ook deze keer niet in de media verteld.

Het Wereldmuseum opent na een jarenlange verbouwing. Het hele gebouw is eindelijk brandveilig verklaard. Stapsgewijze openstelling die gecertificeerd is door de veiligheidsbranche bestaat niet voor wie beseft wat de veiligheid van een gebouw is, wat voor risico’s een verbouwing in een in gebruik zijnd gebouw inhouden en hoe branden kunnen uitslaan. De verslaggever gaat mee in de misleiding van het Wereldmuseum. Bij een geïnformeerde journalist zou dat de vraag oproepen hoe het dan het afgelopen jaar zat met de veiligheid van de gepresenteerde tentoonstellingen. Zoals Dossier Indië met kostbare, originele afdrukken van foto’s.

Deze vraag wordt niet gesteld door Dominique van Varsseveld die niet in het colofon van NRC wordt genoemd als correspondent Rotterdam of lid van de kunstredactie. Waarom stuurt NRC niet iemand met verstand van zaken naar het Wereldmuseum? De recente geschiedenis van dit museum geeft er toch alle aanleiding toe om te kijken of de aan de Rotterdamse raad gedane beloften over de Rotterdamse signatuur worden nagekomen.

Het artikel noemt terloops de tentoonstelling Remix Rotterdam zonder te vertellen dat dit een samenwerking van het Wereldmuseum met Museum Boijmans Van Beuningen is die gesteund wordt door de Stichting Droom en Daad. NRC noemt Boijmans niet eens. Dat is een omissie in een artikel over een tentoonstelling in een Rotterdams museum dat in 2016 door de politiek opgeroepen werd om een Rotterdams karakter te behouden.

In de publiciteit heeft het Wereldmuseum, of liever gezegd de top van koepel NMVW Remix Rotterdam stelselmatig genegeerd of minimale aandacht gegeven. Wat voor psychische gesteldheid is dat? Klopt het vermoeden dat het NMVW in zichzelf gekeerd is en zich geen raad weet met presentaties die het niet kan controleren? Dus in dit geval een tentoonstelling met bruiklenen van Museum Boijmans die gecureerd is door conservator Alexandra van Dongen namens dit museum en conservator Wouter Welling namens het NMVW.

Remix Rotterdam zou een jaar geleden op 1 oktober 2019 opengaan. Dat werd vooraf spaarzaam in de publiciteit van het Wereldmuseum gemeld. Maar Remix Rotterdam ging niet open op 1 oktober 2019. Waarom niet? Het Wereldmuseum gaf er toen geen uitleg over en doet dat nu nog steeds niet. NRC geeft evenmin duidelijkheid en blijft hangen in een oppervlakkige beschouwing over wat haar op de mouw wordt gespeld.

Dit artikel van NRC kent vooral verliezers: de lezers van NRC die onvolledig geïnformeerd worden en het politiek correcte frame opgelegd krijgen van het Wereldmuseum, en het sturende NMVW dat zich laat kennen als organisatie die er aan de top moeite mee heeft om een normale relatie aan te gaan met collega-musea.

NB: Zie hier een commentaar van oktober 2017 (vanaf vierde alinea) voor een nadere omschrijving van mijn kritiek op het beleid van het NMVW in relatie tot het Wereldmuseum.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelHet Wereldmuseum is weer open, nu met meer verhalen en perspectieven’ van Dominique van Varsseveld in NRC, 9 september 2020.

Foto 2: Schermafbeelding uit september 2019 van aankondiging Remix Rotterdam op site Wereldmuseum.nl. .