Managers van RTV Noord huren columnist Willem van Reijendam niet meer in omdat hij kritiek heeft op managers

Schermafbeelding van deel columnColumn: Verdienen en waard zijn‘ van Willem van Reijendam voor RTV Noord, 12 juni 2021.

Wow, ik kan het bijna niet geloven dat managers van RTV Noord een columnist de wacht aanzeggen omdat hij kritiek heeft op het functioneren van managers. Er bestaat onderhand toch maatschappelijke overeenstemming over het feit dat de handen aan het bed, kortom de werknemers in het veld die vitale beroepen uitoefenen financieel en anderszins ondergewaardeerd worden? In combinatie met de hoge werkdruk. 

Uiteraard is een bepaald percentage managers noodzakelijk, maar de consensus is toch dat er veel overbodige managers zijn? Het blijft doorgaans echter bij mooie woorden omdat managers hun positie goed verdedigen en daarom niet makkelijk ontslagen worden. Want zij zitten zelf aan de knoppen van hun eigen personeelsbeleid en ontslaan zichzelf niet. Maar de kritiek op hun bevoorrechte positie moeten ze zich toch onderhand kunnen laten welgevallen? Of willen ze naast macht en goede arbeidsvoorwaarden ook nog maatschappelijke waardering en aanzien afdwingen? Dat laatste lijkt echter een gepasseerd station en is te veel gevraagd.

Het zal simpel gedacht zijn, maar het geld dat nodig is voor vitale beroepen kan weggehaald worden bij niet-vitale beroepen in de publieke sector en de semi-publieke sector zoals RTV Noord. Dat betreft voorlichters, marketeers, beleidsmedewerkers, projectleiders en managers. Ze zijn in grote mate misbaar. De wildgroei van dit type vage en bij nader inzien overbodige beroepen is afgelopen jaren ongekend geweest. Deze beroepen kunnen zinvol zijn en niet alle individuen hoeven ontslagen of gekort te worden in hun salaris, maar er bestaat overeenstemming over de conclusie dat een meerderheid van dit soort medewerkers in niet-vitale beroepen overbodig is. Dat vraagt om ander beleid.

Waar gaat het concreet over? De column van Willem van Reijendam van 12 juni 2021 zegt over managers:

Schermafbeelding van deel columnColumn: Verdienen en waard zijn‘ van Willem van Reijendam voor RTV Noord, 12 juni 2021.

Dit is een volkomen logische redenering. Van Reijendam herhaalt een standpunt dat maatschappelijk geaccepteerd is en sinds de COVID-19 pandemie van de afgelopen twee jaar alleen maar aan rugwind gewonnen heeft. Die redenering bestaat eruit dat geld dat nodig is voor vitale beroepen bij niet-vitale beroepen weggehaald kan worden.

Van Reijendam reflecteert hiermee op een dubbel maatschappelijk probleem. Het eerste is het bestaan van de wildgroei aan overbodige beroepen die maatschappelijk en economisch niets toevoegen aan het welzijn en de welvaart van Nederland. Het tweede bestaat eruit dat op deze analyse dat het belang van de overbodige beroepen moet worden teruggebracht niets gebeurt omdat de overbodige beroepen dat verhinderen. De kwestie Van Reijendam is een voorbeeld van managers die hun positie verdedigen en zich laten kennen als usurpator. Ofwel, personen die op een illegale wijze bevoegdheden naar zich toetrekken.

In een FB-post van 26 juni 2021 waar Bart Fm Droog me opmerkzaam op maakte zegt Van Reijendam het volgende: ‘Voor wie de wekelijkse zaterdagcolumn mist die ik al ruim zes jaar schrijf voor RTV Noord: die is door het management van deze omroep stopgezet, wegens een ‘ernstige vertrouwensbreuk. In het kort, en in mijn bewoordingen: het management voelt zich ‘geschoffeerd en gekleineerd’ door mijn column van twee weken geleden over (gebrekkige) marktwerking op de arbeidsmarkt, waarin ik vaststel dat ic-verpleegkundigen, waar grote vraag naar is, er geen geld bijkrijgen, terwijl managers, waar je de grachten mee kunt dempen, er niet op achteruit gaan.’  

Maar dan komt het en vervolgt Van Reijendam: ‘Het management van RTV Noord is vooral not amused dat ik managers vergelijk met voortwoekerende schimmel en wenst die vergelijking persoonlijk op te vatten. Het schrijft: ‘… er zijn wel fatsoensgrenzen waar wij ons aan vasthouden. Die grenzen zijn ver overschreden.’ Ik word per direct ook niet meer ingehuurd voor redactionele diensten.’

Het lijkt er inderdaad op dat er fatsoensgrenzen zijn overschreden. Maar niet door Willem van Reijendam die ik overigens niet ken, maar door de managers van RTV Noord die jammergenoeg in deze kwestie anoniem blijven en tot nu toe publiekelijk aan niets of niemand verantwoording hebben afgelegd over deze kwestie. Dat is hun macht die ze nu uitbuiten door een columnist de laan uit te sturen. Is een column in een krant of bij een omroep trouwens niet een vrijplaats waar de ruimte om een afwijkende en scherpe opinie te geven groter is dan in de reguliere verslaggeving? 

Hemeltje, als de feiten kloppen dat voor de managers Van Reijendams column voor RTV Noord de reden was om hem niet meer in te huren, dan laten ze zich van hun kinderachtige kant kennen. Dit lijkt sterk op vergelding. Blijkbaar uitsluitend omdat Van Reijendam een maatschappelijk probleem signaleert, namelijk dat de wildgroei aan overbodige beroepen nog steeds geen halt is toegeroepen. Zonder dat hij overigens iemand bij naam noemt. De managers van RTV Noord worden naar mijn idee meer beschadigd door hun reactie op Van Reijendam, dan door zijn column.

De managers van RTV Noord verschuilen zich achter hun opvatting van burgermansfatsoen die ze Van Reijendam als een norm voorhouden die hij dient te accepteren. Verwijzing naar fatsoen is altijd een zwaktebod van de zittende macht en om verschillende redenen ongelukkig. Het is een hoogst subjectief begrip waarvan de interpretatie niet bij voorbaat vaststaat. De managers van RTV Noord hebben zich echter niet onmogelijk gemaakt omdat ze fatsoensridders zouden zijn, maar omdat ze het diepste wezen van de journalistiek overduidelijk niet begrijpen. Ze kunnen niet tegen tegenspraak en hebben daarom bij een nieuwsmedium niets te zoeken.

Als Trouw nuance zoekt in inhoud, dan kan het de nuance in het begrippen- en woordgebruik niet achterwege laten

Schermafbeelding van deel artikelDe seculiere meerderheid en orthodoxe gelovigen begrijpen niks van elkaar’ in Trouw, 5 april 2021.

Trouw is een dagblad dat veel aandacht geeft aan religie. Dat gebeurt vanuit een religieus perspectief en is niet altijd als zorgvuldig te omschrijven. De framing zitten de journalistieke onpartijdigheid en het professionalisme in de weg. Trouw zit gevangen in de vooroordelen van een traditie waarin oude woorden hun betekenis hebben. In elk geval roept lezing van Trouw dat beeld bij mij op.

Neem nou bovenstaand artikel dat als kop heeft ‘De seculiere meerderheid en orthodoxe gelovigen begrijpen niks van elkaar’. Waarom kiest Trouw deze kop? Er had ook kunnen staan: ‘De gematigde en orthodoxe gelovigen begrijpen niks van elkaar’.
Het wordt en nog vreemder op als in de introductie van dit artikel staat: ‘De spanning tussen orthodoxe religieuze minderheden en de liberale meerderheid groeit.’ Wat moet onder ‘de liberale meerderheid‘ verstaan worden? Zijn dit alle niet-orthodoxe gelovigen? Omvat dit ook de sociaal-democraten, rechts-radicalen, christen-democraten en anarchisten? Trouw maakt het niet duidelijk. Dit is blijkbaar geheimtaal in de eigen kring die buitenstaanders niet kunnen ontcijferen.

Want wat wordt hier nou bedoeld met ‘liberaal’? Is dat volgens het jargon van de protestante christenen een omschrijving van vrijzinnig of onorthodox? Maar waarom scherpt Trouw dan een tweedeling tussen orthodoxe gelovigen en vrijzinnigen aan die als zodanig in de samenleving niet bestaat en laat het de niet-orthodoxe gelovigen ongenoemd?

Wat gelovigen met ‘seculier’ bedoelen is evenmin altijd duidelijk. Vaak gebruiken ze het in de minachtende betekenis ’wereldlijk’ als tegenstelling tot religieus of godsdienstig.

Dat is problematisch als ermee de politieke filosofie van het secularisme wordt bedoeld die vanuit de christelijke flanken indirect onder vuur wordt genomen. Secularisme houdt in dat alle geloven en levensovertuigingen in gelijke mate onder de nationale rechtsstaat zijn gegarandeerd. Het secularisme is niet anti-religieus of pro-‘seculier’. Het secularisme is perfect neutraal. Het secularisme is de vertaling van rechtsstatelijkheid op het gebied van geloof en levensovertuiging. Degenen die zich verzetten tegen het secularisme door dat ter discussie te stellen of verdacht te maken verzetten zich tegen de rechtsstaat. Uiteraard zien ze dat zelf anders in hun eigen belangenbehartiging.

Feit is dat vooral orthodoxe christenen ten onrechte claimen dat het secularisme anti-religieus is. Vanuit hun beperkte opvatting is dat logisch. Het heeft ermee te maken dat ze het secularisme als zodanig niet aanvaarden omdat het te beperkend zou zijn voor het in de volle breedte belijden van hun geloof. Want als geloof en samenleving één zijn, dan staat een politieke filosofie die ruimte geeft aan andere geloven en levensovertuigingen die vereniging van eigen geloof en samenleving in de weg. Voor die volle breedte van de orthodoxe christenen moeten andersdenkenden wijken, zoals dat in de moderne Nederlandse geschiedenis altijd het geval was. Dat was staande praktijk totdat in de tweede helft van de 20ste eeuw de ontkerkelijking op gang kwam met als gevolg dat nu een meerderheid van de bevolking zegt zich niet meer te laten inspireren door het geloof. Daarom wijzen deze orthodoxe christenen ook de moderniteit af.

De paradox is dat Trouw weliswaar afstand neemt van de kritiek op het secularisme dat uit orthodox christelijke hoek komt, maar geen afstand neemt van de framing en het jargon van deze orthodoxe christenen. Hiermee neemt Trouw inhoudelijk een ruimdenkende, pluriforme positie in die door het woordgebruik en het misleidend gebruik van begrippen niet past bij de inhoud, voor verwarring zorgt en haaks op de inhoud kan komen te staan. In elk geval buitenstaanders vragen zich vervolgens af hoe vorm en inhoud, ofwel formuleringen en ideologie zich tot elkaar verhouden.

Waarschijnlijk beseffen de trouwe lezers van Trouw, de doorgaans christelijke opinieleiders die Trouw artikelen leveren en de eindredacteuren van Trouw niet hoe gedateerd en verkeerd het gebruik van dit christelijk jargon is dat steeds minder past bij de inhoud. Dit jargon als relict van een oude nestgeur blijft daar bij achter en werkt verwarrend.

Mogelijk heeft het moeizame afstand nemen van dit christelijke jargon voor Trouw ermee te maken dat de conservatieve protestante media als het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad die economische en geestelijke rivalen zijn van Trouw er nog volledig in ondergedompeld zijn. Zowel in dat oude jargon als in traditionele standpunten die ermee samengaan. Dat maakt de positie van Trouw hybride. Met de pretentie om pluriformiteit van opinies te bieden zou Trouw ook voor de eigen lezers nauwkeuriger kunnen zijn door zorgvuldig om te gaan met de begrippen die zijn geworteld in het orthodoxe christendom en die in de kern een vaak stilzwijgend beeld van vijandigheid tegenover de 21ste eeuwse samenleving uitdrukken. Van dat laatste zou Trouw afstand moeten nemen.

Trouw zou er goed aan doen om in een Code alle medewerkers regels op te leggen via geformuleerde afspraken en op de hoogte te brengen van de journalistieke kernwaarden en de ideologie van Trouw. In zo’n Code kan omschreven worden wat het verstaat onder begrijpen als ’seculier’, het ’secularisme’, ‘orthodoxie’ en ‘liberaal’. Voor alle journalisten en eindredacteuren van Trouw is dan duidelijk dat het in vorm en inhoud ondubbelzinnig de rechtsstaat en het secularisme ondersteunt. Als Trouw de nuance zoekt in de inhoud, dan kan het niet achterblijven door de nuance in het woord- en begrippengebruik achterwege te laten. Dat wringt.

De Reuver is neerbuigend over het secularisme en de moderniteit

De oud-predikant en oud-bijzonder hoogleraar geschiedenis van de gereformeerde godgeleerdheid vanwege de Gereformeerde Bond Arie de Reuver schrijft in zijn columnOok crisistijd is genadetijd’ van 4 april 2020 in het Reformatorisch Dagblad geen profeet te zijn om vervolgens tot de volgende uitspraak te komen: ‘Voor het gros van de hedendaagse bevolking is het leven voorbij zodra het hart het begeeft’. De Reuver geeft zijn interpretatie van de gevolgen van het secularisme en de moderniteit: ‘De geestesblik reikt niet verder dan de einder. Omdat er met het instrument van intellect en observatie geen land daarachter te bekennen valt, is het er ook simpelweg niet. Want zekerheid kun je in alle nuchterheid alleen maar hebben over dingen die te constateren en te vatten zijn. De rest is fictie en illusie. Zo luidt de slotsom van de moderniteit.’

De Reuver gooit een hoop overhoop en overtuigt naar mijn idee niet. Laat ik het anders zeggen, ik toon vanwege de sociale cohesie, de tolerantie voor anderen en de vrijheid van godsdienst respect voor zijn christelijk-gereformeerde gedachtengoed. Ofschoon ik het daar op maatschappelijke en ontologische gronden niet mee eens ben. Maar Nederland is een pluriform land met duizenden godsdiensten, levensovertuigingen, nihilistische of sceptische stromingen waar het onvruchtbaar is om elkaar de maat te nemen en te krenken.

Voor de duidelijkheid, de meerderheid van Nederlanders zegt zich niet te laten inspireren door religie. Ik respecteer dat De Reuver in deze column in een orthodox-christelijk medium voor eigen parochie preekt en daardoor wellicht selectief en kort door de bocht opereert en in eigen groepstaal vervalt. Het is hem gegund.

Maar ik vind het ongelukkig dat het gedachtengoed dat De Reuver aanhangt hem brengt tot neerbuigendheid jegens andersdenkenden en de moderniteit. Zijn suggestie is dat het secularisme leidt tot geestesarmoede en een platte levensvisie. Blijkbaar is het belijden van zijn christendom in eigen kring niet voldoende en acht hij het nodig om zich af te zetten tegen andersdenkenden.

Waarom doet hij dat? Of uit deze opstelling blijkt dat het geloof van De Reuver niet overtuigend is en hij externe mikpunten nodig heeft om het legitimiteit en reliëf te geven waarmee hij zich in eigen kring kan waarmaken is de vraag die hij zelf het beste kan beantwoorden.

Het is niet dat De Reuver verweten hoeft te worden dat hij bewust een verkeerde interpretatie geeft van het secularisme. Het is zijn goed recht om iets niet te begrijpen of om kerkpolitieke redenen net te doen alsof hij iets niet begrijpt. Hierin staat hij als orthodoxe christen niet alleen.

Het secularisme is een politieke filosofie waarin alle godsdiensten en levensovertuigingen als gelijkwaardig worden beschouwd en door de nationale rechtsstaat gegarandeerd zijn. Het secularisme is niet pro- of anti-religieus, maar neutraal jegens alle religies en levensovertuigingen.

Het laatste jaar blijkt dat duidelijk in het publieke debat in India waar de moslims een beroep doen op het secularisme omdat ze door de nationalistisch-hindoeïstische regering van premier Moti in het nauw worden gebracht. Hij dreigt hun hun grondrechten te ontnemen.

Het secularisme biedt bescherming voor niet-dominante godsdiensten die geen staatsgodsdienst zijn of van de staat een voorkeursbehandeling krijgen. Wat De Reuver verweten kan worden is dat hij onnodig het secularisme en de aanhangers ervan tracht te kleineren. Hiermee geeft hij geen positief beeld van de stroming van het christendom die hij aanhangt.

Foto: Schermafbeelding van deel columnOok crisistijd is genadetijd’ van Dr. A. de Reuver in het Reformatorische Dagblad, 4 april 2020.

Wierd Duk zit klem tussen activisme en journalistiek. Hij ontkent wat hij nuanceert: ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’

We horen het van een ander, namelijk Wierd Duk van De Telegraaf. Hij maakt een artikel over ‘Marokkanen en Turken die zich als ’seculiere Nederlander’ identificeren’. Wat Duk met ‘seculiere Nederlander‘ bedoelt is onduidelijk en waarom hij de term tussen enkele aanhalingstekens zet is evenmin duidelijk. Het vermoeden bestaat dat hij doet omdat het afwijkt van het normale gebruik, zoals de Taalunie in een omschrijving uitlegt. Het is echter weinig zinvol om ex-moslims ‘seculier’ te noemen omdat ze dat niet meer of minder zijn dan moslims. Het secularisme biedt leden van alle religies en levensovertuigingen in gelijke mate dezelfde plek onder de bescherming van de rechtsstaat. Hoewel Duk het ongetwijfeld goed bedoelt en hij het opneemt voor ex-moslims, pakt zijn inaccurate apartheid negatief uit voor de acceptatie van en de bewustwording over het secularisme. In zijn duiding stelt hij ‘seculier’ gelijk aan atheïstisch. Dat is een misvatting. Het secularisme is pro-atheïstisch noch anti-religieus. Het is volkomen neutraal tegenover alle religies en levensovertuigingen.

Deze kanttekening is van belang omdat Duk een terecht punt over afsplitsing en scheuring maakt dat hem op andere wijze zelf verweten kan worden als hij een valse tegenstelling tussen religie en niet-religie binnen het secularisme introduceert. Als rechtvaardiging kan opgemerkt worden dat Duk miskleunt in commissie omdat sociale wetenschappers vaak evenmin lijken te doorgronden wat het secularisme in de kern inhoudt.

Duk constateert dat ex-moslims en niet-belijdende moslims van wie het de vraag is in hoeverre ze zijn te vereenzelvigen met de islam in de Nederlandse samenleving op een hoop worden geveegd met moslims. Een onderzoek van Advokaat en De Graaf (2001) houdt een percentage van 15% van moslims die de islam verlaten. Actualisatie van de oude cijfers is nodig om te kijken of dat percentage nog juist is en niet verder opgelopen is. ‘Vernederlandsing’, emancipatie en integratie van een deel van de moslims is hoe dan ook een feit.

Het aantal moslims wordt door het CBS sinds 2005 op 850.000 geschat. Dit aantal is vermoedelijk licht aan het dalen door de secularisatie van de tweede generatie, zoals alle religies in Nederland teruglopen in aanhang. In de schatting van het aantal belijdende moslims komt een Gronings onderzoek van Leemhuis en Blank uit 2007 tot 200.000 praktiserende moslims. Het leert dat uit dit type statistieken alles kan blijken.

Zo wordt niet alleen het aantal belijdende moslims dat Nederland telt veel te hoog ingeschat, maar worden de ex-moslims zowel door de eigen sociale omgeving als door de Nederlandse samenleving gevangen gehouden in een beeldvorming waaraan ze slechts met moeite kunnen ontsnappen. Hun identiteit als ex-moslim wordt niet ten volle geaccepteerd. Vraag is welk mechanisme die foutieve beeldvorming stuurt. Te denken valt aan betrokkenen die er belang bij hebben om het aantal moslims te hoog in te schatten en de diversiteit ervan te miskennen, zoals radicaal-rechtse partijen (PVV, FvD) en de directe opposanten ervan (D66, GroenLinks), de welzijnsindustrie die betaald wordt voor ondersteuning, conservatieve/ fundamentalistische islamorganisaties die de achterban graag groter voorstellen dan die werkelijk is. Vijandbeeld en zelfpromotie ontmoeten elkaar.

Illustratief is het citaat van de Marokkaanse-Nederlandse student Massin Ayoub Essaguiar dat Duk invoegt: ‘Ik vind dat ik vanuit mijn positie moet belichten wat ex-moslims doormaken, ook degenen die zijn gevlucht uit het Midden-Oosten. Nederland zou, net als de Verenigde Staten, Canada en Australië, een instelling moeten hebben die zich om ex-moslims bekommert.’ Volgens Essaguiar bekommert Nederland zich niet om ex-moslims, maar laat ze die in de steek. Essaguiars verklaring of Duks toevoeging is dat in Nederland ‘mensen met een islamitische achtergrond’ niet benaderd worden als individu, maar als een collectief. De eveneens Marrokaans-Nederlandse Samirrha Tarrass spitst het toe: ‘Vooral linkse politici en media hebben er een handje van om ons als collectief neer te zetten: Marokkanen zijn allemaal moslim én slachtoffer en vormen één grote familie.’ Dat komt echter niet overeen met de retoriek van de PVV die al jarenlang hamert op het vijandbeeld van ‘de Marokkanen’, waarmee moslims worden bedoeld. Het is niet constructief van Duk om dit complexe en gevoelige onderwerp te politiseren en eenzijdig te framen omdat hij hiermee een foutieve beeldvorming hoogstens vervangt door zijn eigen foutieve beeldvorming. Daar schat Nederland niks mee op in het tackelen van dit probleem van ex-moslims die maatschappelijk en politiek onvoldoende worden erkend.

De PVV en FvD zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of deze partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met beleidsmaatregelen de islamisering terug te dringen. Al is het maar in de beeldvorming. De radicaal-rechtse activistische journalist Duk onttrekt zich niet aan deze wetmatigheid en framing van identiteit als een maatschappelijk probleem.

Hoe kan dat terugdringen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe kunnen de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en mediacampagne’s die voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van de politieke filosofie van het secularisme dat onder garantie van de overheid religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’ van Wierd Duk in De Telegraaf, 23 mei 2019.

Foto 2: Ehsan Jami met T-shirt, 2007.

Foto 3: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims. Opgenomen in het commentaarMoslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan’ van 3 december 2012.

DDS plaatst artikel van David Neyskens over Trump. Geen slimme misleiding die overtuigt, maar domme, lachwekkende misleiding

DDS plaats een artikelHeksenjacht Trump-Rusland was onzin: geen samenzwering Trump-campagne en Rusland!’ van de Belgische David Neyskens die op het Vlaams-nationalistische Doorbraak publiceert. Al eerder gaf ik commentaar op een artikel op Doorbraak van Neyskens. Toen schreef ik onder meer: ‘Maar Neyskens bedoelt het serieus en dat maakt het absurd. Hij probeert aan te tonen dat de affaires rond president Trump niets met Trump te maken hebben. Hij klutst alles door elkaar, begrijpt de nuances en achtergronden onvoldoende en zet de lezer op het verkeerde been.’ Er is nog hoop voor de Lage Landen als de radicaal-rechtse media zulke ondermaatse artikelen plaatsen die hoogstens de eigen achterban die niets met feiten heeft weet aan te spreken. Bij het artikel plaatste ik de volgende reactie:

Dit artikel is prima satire. Het smelt van de onnauwkeurigheden, verzint alternatieve feiten en gaat voorbij aan de hoofdzaak. Het is misleiding. Maar het is geen slimme misleiding die overtuigt of aan het twijfelen brengt, maar domme misleiding die in haar tegendeel verkeert. Het artikel schiet in eigen voet en ontmaskert zichzelf als onzorgvuldig en lachwekkend.

Het artikel vergeet te noemen dat de meeste Rusland-onderzoeken inzake Trump niet door speciale aanklager Mueller, maar door aanklagers op staatsniveau worden gedaan. Die onderzoeken gaan gewoon door. Daar heeft het Witte Huis geen invloed op. Ook naar het crimineel handelen binnen de Trump organisatie (witwassen, Trump Tower in Moskou). En dan zijn er ook nog de onderzoeken in het Huis en de Senaat. Die zijn evenmin afgerond. Die in het Huis zijn nog maar sinds twee maanden opgestart.

Impeachment is een politiek proces. Met een Republikeinse meerderheid in de Senaat is dat op dit moment kansloos omdat die Trump voorlopig blijft steunen. De zwakke plek van Trump is zijn crimineel en roekeloos handelen. Dat onderzoek is een juridisch proces dat nog jaren nadat Trump in 2021 of 2025 is afgetreden doorloopt. Kortom, met het eindrapport van Mueller is er geen einde gekomen aan de druk op Trump en zijn organisatie. Mueller blijft trouwens nog verbonden aan het ministerie van Justitie en heeft zijn functie nog niet neergelegd.

Het ziet er naar uit dat Justitieminister William Barr vandaag een versie van het eindrapport naar het congres stuurt waar gevoelig zaken die met de nationale veiligheid te maken hebben zijn weggefilterd. Onlangs stemde het Huis unaniem voor de wens om een zo integraal mogelijke versie van het rapport in handen te krijgen om zelf te kunnen oordelen. Ook de Republikeinen stelden zich achter deze wens.

Het is nu nog te vroeg om te kunnen zeggen wat de inhoud van het rapport is omdat het nog niet is geopenbaard. Noch naar de congresleden, laat staan naar het publiek of de media. De naaste familieleden van Trump (Jared, Ivanka, Don jr.) zouden niet aangeklaagd worden, maar dat betekent niet dat dat in de nabije toekomst niet door een ander rechtsmacht gebeurt, zoals het SDNY. De kritiek op Mueller is dat hij in de aanpak van de naaste familie te terughoudend is geweest. De reden dat hij dit niet gedaan is lijkt drieledig. Het zou buiten zijn opdracht liggen en Trump zou hem ontslagen hebben als hij wist dat Mueller achter zijn familie aanging. De derde reden is dat Mueller door bekendmaking van feiten andere onderzoeken de munitie in handen heeft gegeven om Jared, Ivanka en Don jr. aan te pakken. Evenmin is het zeker of Trump zelf in het Mueller-rapport niet aangeklaagd wordt. Want Mueller kan dit tot het allerlaatste bewaard hebben omdat hij anders door Trump per omgaande ontslagen zou worden als was gebleken dat hij de president zou aanklagen.

Speciale aanklager Robert Mueller heeft de afgelopen 2 jaar op een professionele, beheerste en integere wijze een succesvol onderzoek gevoerd. Hij heeft vele mensen uit de omgeving van Trump aangeklaagd die vervolgens zijn veroordeelt door rechters. Mueller heeft ook Russen aangeklaagd die zich buiten de Amerikaanse jurisdictie bevinden. Zijn aanklachten die vele details bevatten lazen als verantwoording van zijn werkwijze en waren zo gedetailleerd om niet in de doofpot gestopt te kunnen worden door inmenging van Trump in het onderzoek. Dat is een succesvolle werkwijze gebleken gezien de vele veroordelingen van topmensen uit Trumps Team.

De belangrijkste effect van zijn onderzoek is dat het vele andere onderzoeken op de rails heeft gezet. De reden daarvoor is dat de opdracht van zijn onderzoek beperkt was en zich diende te beperken tot de relatie van Team Trump met het Kremlin in de campagne van 2016. Maar Trump heeft al sinds de jaren ’80 (vdve) contacten met machthebbers en criminelen (Semion Mogilevich) in de Sovjet-Unie en later de Russische Federatie. De aard en het karakter van die contact worden nu op vele plekken onderzocht. Dat is de aangekondigde ramp voor Trump. Wellicht kan hij voor even gerust slapen, maar niet voor lang, want met de aanstaande publicatie van het Mueller-rapport is de druk op Trump nog lang niet voorbij. Integendeel, de onderzoeken zullen gaandeweg steeds belangrijker worden en die aspecten onderzoeken waar Mueller vanwege zijn beperkte opdracht niet aan toe mocht komen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelHeksenjacht Trump-Rusland was onzin: geen samenzwering Trump-campagne en Rusland!’ van David Neyskens op DDS, 23 maart 2019.

De ondraaglijke lichtheid van een rechts-radicale mening op Doorbraak leidt tot desinformatie en misleiding

Preken voor eigen parochie is een principe uit de verzuiling. Maar nu de verzuiling is afgebroken is dat preken voor eigen parochie niet verdwenen. Integendeel, het lijkt door de opkomst van sociale media een succesvolle rentree te hebben gemaakt. De termen die dienen om dat te omschrijven zijn ‘bubbel’, ‘archipelisering’ en ‘ongenoegen’. We zouden leven in een post-waarheid samenleving waarin politici en opiniemakers een beroep doen op emoties en niet op de objectieve feiten. Zo wordt de eigen achterban bediend en in zekere zin afgezonderd. In die bubbel wordt ingebeukt op de mensen die zich erin bevinden. Met als gevolg dat ze radicaliseren omdat ze aangesproken worden op emoties en de feiten niet meer kunnen dienen om verbinding met andersdenkenden te leggen of die emoties te temperen. Het is het verschil tussen algemene journalistiek die de ambitie heeft om mensen niet op te sluiten in een bubbel maar door brede informatievoorziening aan de hand van de feiten zelfdenkend te maken en activistische ‘journalistiek’ die het omgekeerde beoogt.

Een gebruiker van internet weet intuïtief het verschil. Dat is een kwestie van mediawijsheid en ervaring. Als artikelen dezelfde kant opwijzen dan is er op een specifiek medium geen sprake van pluriformiteit, maar van koekoek eenzang. Er wordt hetzelfde verhaal vanuit hetzelfde perspectief verteld. Uitzonderingen daarop komen niet voor en worden niet toegestaan door de kernredactie. Er bestaan ook media die zowel niet doen aan algemene journalistieke informatievoorziening als aan beperkt politiek activisme waarbij journalistiek geen uitgangspunt met een ethische code is maar tot een schijnvertoning of vermomming is geworden dat uitsluitend als aspirine dient om de inhoud de lezer in de maag te splitsen, maar een tussenvorm kiezen.

Aanleiding is een betoog van David Neyskens op het Vlaamse rechts-nationalistische opinieplatform Doorbraak dat over de eigen werkwijze zegt: ‘Doorbraak wordt geredigeerd door een kernredactie die volgens de beginselen van de journalistieke onafhankelijkheid en betrouwbaarheid de te publiceren stukken creëert of selecteert’. Doorbraak heeft dus het stuk van Neyskens geselecteerd. Hij presenteert zich als ‘bestuurder van de denkank (GK: !) Libera! en volgt voor Doorbraak de Verenigde Staten op de voet.’ Libera! is volgens Wikipedia ‘een Vlaamse rechts-liberale denktank die ontstond in 2010 uit een fusie van de denktanks Nova Civitas (rechtervleugel van Open VLD en Cassandra (LDD).’ David Neyskens en Doorbraak zijn te situeren aan de rechterkant van het politieke spectrum, rechts van de brede liberale partijen Open VLD of VVD. In hun eigen bubbel bedienen ze met pseudo-journalistiek op een activistische wijze een rechts-radicaal publiek.

Neyskens neemt in zijn betoogVeroordeelde leugenaar moet president Trump aan de galg praten’ op zo’n ongenuanceerde manier een loopje met de waarheid dat het satire lijkt. Alleen de titel blinkt al uit door onduidelijkheid en dubbelzinnigheid. Is de suggestie ervan dat Cohen moet helpen om Trump ter dood te veroordelen? Maar Neyskens bedoelt het serieus en dat maakt het absurd. Hij probeert aan te tonen dat de affaires rond president Trump niets met Trump te maken hebben. Hij klutst alles door elkaar, begrijpt de nuances en achtergronden onvoldoende en zet de lezer op het verkeerde been. Neem alleen al een enkele zin als ‘De ware reden is dat het establishment geen outsiders tolereert die op een populaire golf mee surfen en die hun belangen zouden kunnen bedreigen.’ Zo bevat zijn betoog talloze uitspraken die óf de feiten verkeerd voorstellen óf er een foute conclusie uit trekken. Neykens lijkt echt niet te begrijpen dat president Trump bij uitstek de persoon is die de belangen van het establishment dient en symboliseert, onder meer door de belastinghervormingen van december 2017 waarvan hoofdzakelijk vermogenden en multinationals profiteren. Inclusief zijn sponsors als Sheldon Adelson of Robert Mercer die voor hun steun aan Trump als tegenprestatie belastingverlichting voor hun bedrijven kregen. Is Neyskens zo slecht geïnformeerd of is hij zover weggezakt in de fantasiewereld van zijn rechts-radicale bubbel dat hij niet eens meer beseft wat voor lariekoek hij de lezers van Doorbraak op de mouw speldt? De vraag is trouwens wat erger is. Mijn reactie bij het artikel:

Foto’s 1 en 2: Schermafbeelding van delen van artikel ‘Veroordeelde leugenaar moet president Trump aan de galg praten; Tegenstanders Trump halen alles uit de kast om president in diskrediet te brengen’ van David Neyskens en de eigen op Doorbraak reactie die nog niet definitief is geplaatst, 28 februari 2019.

Petitie ‘Stop cartoonwedstrijd over profeet Mohammed door Geert Wilders’ slaat de plank mis, is contra-productief en vraagt te veel

Op 19 augustus besteedde ik in een commentaar aandacht aan de in Pakistan op gang komende en van bovenaf georkestreerde protesten tegen de Muhammad Cartoon Contest waarvan Geert Wilders en de PVV later dit jaar de resultaten in de eigen ruimte van de Tweede Kamer willen presenteren. Tien dagen later zijn de protesten overgewaaid naar Nederland, zoals de petitieStop cartoonwedstrijd over profeet Mohammed door Geert Wilders’ verduidelijkt. Hiermee stapt de vermoedelijk Pakistaans-Nederlandse petitionaris Sohail Nawaz in het frame van Geert Wilders en ondersteunt hij diens zaak. De petitie is ongelukkig, ongewenst, overbodig, onlogisch en sterk af te raden. Het protest dient zowel de radicale islam als de radicale anti-islam.

Een godsdienst kan andersdenkenden niet haar wil opleggen. Want wat volgens de leerstellingen van een godsdienst voor de gelovigen van die godsdienst een voorwaarde of voorschrift is, is dat per definitie niet voor andersdenkenden. Dus als in dit geval binnen de islam de profeet Mohammed niet mag worden afgebeeld, dan geldt dat verbod alleen voor moslims of degenen die zich ondergeschikt achten aan de leerstellingen van de betreffende godsdienst islam. Maar voor mensen buiten de islam geldt dat verbod niet.

Evenmin worden moslims verboden opgelegd die gelden binnen andere godsdiensten dan de islam. Zoals de lijst met 613 mitswot (geboden) van het jodendom of de 613 geboden en verboden van het Christendom die in de Bijbel worden genoemd. Die gelden respectievelijk voor joden of christenen, maar niet voor moslims.

Religiekritiek is toegestaan omdat een godsdienst niet boven de wet staat. Religiekritiek helpt godsdiensten zichzelf te verklaren, uit de ivoren toren te komen en te verbinden met anderen. Religiekritiek houdt een godsdienst scherp en geeft het lucht. In Nederland is elke godsdienst of levensovertuiging ondergeschikt aan de nationale rechtsstaat. Oproepen tot geweld mag niet, maar beledigen van een godsdienst in algemene zin is toegestaan. Vooral machtige en invloedrijke wereldgodsdiensten als de islam moeten tegen een stootje kunnen. Daarnaast kennen die hun eigen agressie jegens anderen, zodat wie de bal kaatst die bal verwachten kan. Vaak is het zich beledigd voelen van gelovigen individueel bepaald. Dat is een kwestie van interpretatie. Veel beledigingen aan het adres van godsdiensten komen trouwens van concurrerende godsdiensten.

Het doet er niet toe of Wilders’ cartoonwedstrijd is bedoeld om moslims te beledigen. Dat is dan maar zo. Moslims moeten maar leren daar tegen te kunnen en mee om te gaan. De meeste in Nederland verblijvende moslims zijn overigens wijs genoeg om de provocaties van Geert Wilders, de PVV en alt-rechts te negeren.

Wat ‘de moslims’ vinden is interessant, maar ook niet meer dan dat. Als zoals de petitie stelt moslims worden geacht de integriteit en eer van hun profeet te beschermen en hoog te houden, dan hoeft dat niet door een verbod te eisen. En nogmaals, het is niet meer dan een waardevol advies voor gelovigen die zich door de islam laten inspireren. Ze kunnen daarbij niet buiten de rechtsgeldigheid en invloedssfeer van hun godsdienst gaan.

Moslims kunnen ook met humor en wijsheid reageren op Wilders’ provocaties. Door schouderophalen of door een houding die verder gaat dan het uitventen van misnoegen, de slachtofferrol en het zich beledigd voelen. Door zich als volwassen en geïntegreerde burgers van Nederland te gedragen. De miskenning voorbij.

Foto: Schermafbeelding van deel petitieStop cartoonwedstrijd over profeet Mohammed door Geert Wilders’ op Petities.nl.

Pakistaanse moslimradicalen reageren op Wilders’ Muhammad Cartoon Contest

Blasfemie of godslastering is een merkwaardig fenomeen. Het verbindt voor- en tegenstanders in intolerantie. Gelovigen redeneren volgens de dogmatiek van hun geloof, maar stoppen daar niet mee. Ze proberen hun geloof vervolgens ook anderen op te leggen. Uiteraard opgehitst door hun geestelijke leiders. Daarin gaan ze te ver. Want ze proberen de nationale rechtsstaat opzij te zetten en te vervangen door de wetten van hun godsdienst. Dat is een ongelukkige ontwikkeling omdat daardoor minder dominante godsdiensten en levensovertuigingen of andersdenkenden wettelijk, politiek en maatschappelijk in de verdrukking komen.

Hetzelfde geldt voor tegenstanders van godsdienst die dit aangrijpen om zichzelf mee te profileren. In dit geval ageert Wilders tegen de islam. Immers zijn unieke verkooppunt waarmee hij zich kan onderscheiden. Het onderwerp is een cartoonwedstrijd over Mohammed. De Mohammad Cartoon Contest is een moderne traditie bij radicaal-rechts. En als vervolgens radicale moslims zo’n tekencompetitie weer aangrijpen om te protesteren tolt de onredelijkheid tussen radicale gelovigen en radicale anti-gelovigen nog verder uit het lood.

In Pakistan lopen moslims achter banieren aan waarop wordt geprotesteerd tegen Wilders’ wedstrijd. Maar het kan ook een reprise zijn van een eerder protest jaren eerder. De heethoofdigheid, de verbolgenheid en de strategie blijven hetzelfde. Het gaat om het mobiliseren van mensenmassa’s voor politieke doeleinden. De paradox is dat in Nederland niemand meer serieus reageert op Wilders en aanslaat voor zijn tekencompetitie- ook Nederlandse moslims niet – terwijl Wilders in Pakistan wel serieus genomen wordt. Het lijkt eerder te gaan om het inzetten van volksprotest voor binnenlandse politieke doeleinden, dan dat demonstranten echt menen invloed uit te kunnen oefenen op een wedstrijdje Mohammed tekenen in Den Haag als initiatief van de PVV. De druk op de nieuwe Pakistaanse premier Imran Khan wordt opgevoerd. Via Wilders, Mohammed en Den Haag. Blasfemie is bruikbaar om mensenmassa’s op de been te krijgen en te laten figureren op sociale media.

Foto 1: Tweet, 18 augustus 2018.

Foto 2: Tweet, 18 augustus 2018.

Opnieuw de lange tenen van de islam (3). Pakistan blokkeert sites. Vanwege ‘Godslastering’ en ‘kwetsen van gevoelens van moslims’

Vandaag kreeg ik onderstaand bericht per email van WordPress waarin het aangeeft dat op last van de Pakistaanse overheid een blogpost in Pakistan wordt geblokkeerd wegens blasfemie en het kwetsen van de gevoelens van moslims ‘rond Pakistan’.  Het gaat om het commentaar ‘Humoristische tekeningen zonder humor in de islam’ van 31 juli 2012 met bovenstaande cartoon. De actie van de Pakistaanse overheidsdienst Pakistan Telecommunication Authority (PTA) bevestigt het vermoeden dat er binnen de islam weinig gevoel voor humor en tolerantie voor satire bestaat. Zie hier voor een verslag van eerdere meldingen van de PTA en de blokkade in Pakistan van delen van dit blog.

Foto: Cartoon van  Adam Zyglis in Commentaar ‘Humoristische tekeningen zonder humor in de islam’ van 31 juli 2012.

Atheïstische politiek van het Atheïstisch Verbond geeft strijdbare christenen munitie. En begrijpt niets van het secularisme

Via de petitieFemke Halsema als burgemeester’ van petitionaris Geert Hoogeveen kwam ik op de website van het Atheïstisch Verbond terecht. Overigens een prima petitie die ik graag steun. Daar publiceerde Hoogeveen een artikel. Hij presenteert zich in de petitie als voormalig GroenLinkser ‘nu aktief op gebied van atheïstische politiek’. Hij lijkt overgestapt te zijn naar de Partij van de Rede waarvan hij secretaris/penningmeester is. Ik had nog nooit van ‘atheïstische politiek’ gehoord en had geen idee wat ik me er bij voor kon stellen.

Het probleem zit in de term ‘atheïsme‘ omdat het twee tegengestelde bewegingen inhoudt. De term is ongelukkig, maar wordt wel door bijna alle Nederlanders herkend. Er bestaat dus een praktisch probleem om een betere term te introduceren. Het voorvoegsel ‘a’ neemt afstand van het ‘theïsme’ waardoor een betekenis ontstaat die inhoudt dat er geen Goden bestaan. Maar tegelijk klinkt de term zich vast aan God (theos) en laat zich in een idioom en wereldbeeld trekken waarvan het afstand wil nemen. Dat is onbruikbaar en onhandig.

De doelstellingen van het Atheïstisch Verbond borduren voort op die term ‘atheïsme’. Het gaat de fout in als het zich zegt ten doel te stellen om ‘het atheïstisch en seculier stemgeluid’ een plaats in de samenleving te geven. De gelijkstelling van atheïsme met secularisme geeft aan dat de opstellers ervan niet begrijpen wat secularisme inhoudt. Of daar een verkeerde opvatting van hebben. Omdat andere doelstellingen eruit volgen is dat essentieel. Ze suggereren dat binnen het secularisme het atheïsme een principieel andere plek inneemt dan godsdienst. Dat is niet zo. Onder de paraplu van het secularisme –een politieke filosofie die verzekert dat iemand nooit onderworpen zal worden aan religie- zijn alle religies en levensovertuigingen gelijkwaardig. Atheïsme of humanisme hebben geen streepje voor en het secularisme is niet vijandig jegens religie of een specifieke godsdienst, maar biedt elke godsdienst of levensovertuiging een gelijkwaardige plek.

Zolang dit slordig en lui denken binnen de ‘atheïstische politiek’ bestaat geeft het munitie aan religieuze organisaties om het secularisme verdacht te maken en te verwerpen. Het lijkt er sterk op dat in het Westen vooral strijdbare christenen het opgeven van hun voorkeurspositie niet kunnen accepteren ten koste van minderheden als homosexuelen of moslims die een gelijke plek onder de zon opeisen. Ze beweren dat de marginalisatie van het christendom een gevolg is van zogenaamd ‘agressief secularisme’. Afnemend belang van christelijke politieke macht lijkt echter eerder het gevolg van demografische en maatschappelijke ontwikkelingen als ontkerkelijking en individualisering. Secularisme beschermt ook de christelijke minderheid.

In feite verwerpen deze christenen niet de politieke filosofie van het secularisme, maar het opgeven van hun voorkeurspositie. Omdat ze dat laatste niet kunnen toegeven richten ze hun pijlen op het secularisme. Zo ontstaat de merkwaardige tangbeweging dat zowel christenen als een vereniging als het Atheïstisch Verbond vanuit hun strijdbaarheid een verkeerd beeld van het secularisme geven. Ik moet niks hebben van dit soort atheïstische politiek. En zeker niet alleen omdat ik de term ‘atheïsme’ ondeugdelijk en tegenstrijdig vind.

Foto: Schermafbeelding van ‘Doelstellingen van het Atheïstisch Verbond’.