Kunstuitleen Utrecht haakt af voor tijdelijke exploitatie Oud Amelisweerd. College onderzoekt versoepeling randvoorwaarden

Het Utrechtse college blijft worstelen met het vinden van een exploitant voor landhuis Oud Amelisweerd. Dit rijksmonument met antiek Chinees behang is eigendom van Utrecht. In 2018 ging de Stichting Museum Oud Amelisweerd failliet. Daarna ging het gemeentebestuur op zoek naar een tijdelijke huurder voor hooguit twee jaar. Volgens het gemeentebestuur is dat in afwachting van een definitieve exploitant die aangewezen zal worden na een procedure waarin voor het eerst dieper ingegaan wordt op de mogelijkheden en optimale bestemming van het landhuis. Een museale bestemming lijkt op dit moment nog steeds het uitgangspunt.

De beoogde tijdelijke exploitant, de Kunstuitleen Utrecht heeft definitief afgezegd vanwege de hoge kosten en logistieke beperkingen van het landhuis. Dat blijkt uit een brief van 12 maart 2019 van wethouder Anke Klein aan de gemeenteraad. Ook de tweede kandidaat, de LOA-groep van ex-vrijwilligers van het voormalige Museum Oud Amelisweerd trekt zich terug vanwege de voorwaarden die als te beperkend worden ervaren.

De brief concludeert: ‘Dit betekent dat uit de selectieprocedure zoals gestart in november, geen tijdelijke huurder naar voren is gekomen. Wij ronden deze procedure nu af. Wij hebben besloten om op dit moment voor het pand een actieve leegstandsbeheerder aan te stellen. Deze beheerder krijgt de opdracht om maatschappelijke initiatieven via pop-up activiteiten te faciliteren, waardoor beperkte openstelling voor het publiek mogelijk blijft.’ De LOA-groep wordt nadrukkelijk uitgenodigd om activiteiten te organiseren.

Wethouder Klein en Culturele Zaken van de gemeente Utrecht hebben besloten om voor het rijksmonument een beheerder aan te stellen die de opdracht krijgt ‘om maatschappelijke initiatieven via pop-up activiteiten te faciliteren’. Wat dat programmatisch en praktisch betekent is onduidelijk. Uit de brief blijkt dat een subsidie van € 75.000 en gederfde huurinkomsten van € 30.000 (inclusief lagere service- en facilitaire kosten) leiden tot een kostenplaatje van totaal € 105.000 per jaar. Over programmering of de inhoudelijk voorwaarden voor openstelling laat de brief zich niet uit. Het gaat uitsluitend om de toelichting van een bestuurlijke procedure.

Het venijn van de brief zit in de staart als het zegt: ‘Tijdens de periode van actief leegstandsbeheer gaan wij door met het onderzoek naar mogelijke aanpassingen aan het pand en/of het bestemmingsplan zodat de gebruiksmogelijkheden van het pand worden vergroot en de kansen op het vinden van een definitieve gebruiker toenemen.’ Wat die aanpassingen inhouden is onduidelijk. Des te meer omdat de gemeente Utrecht in het verleden het casco en het interieur al optimaal, om niet te zeggen voorbeeldig heeft hersteld en de Stichting MOA het landhuis daarna museaal optimaal heeft ingericht. Ofwel, de gebruiksmogelijkheden van het pand zijn al optimaal en kunnen niet meer vergroot worden. Het enige wat deze passage kan betekenen is dat er door het Utrechtse gemeentebestuur bij de RCE (Rijksdienst Cultureel Erfgoed) toestemming wordt gezocht om het antieke Chinese behang uit dit rijksmonument te verwijderen en elders onder te brengen. Of als dit een brug te ver is omdat het immers om een rijksmonument gaat waarvan het interieur onlosmakelijk onderdeel is om de voorwaarden voor het klimaatsysteem zodanig te versoepelen zodat door minder goede conservering en bescherming van het antieke Chinese behang de exploitatie goedkoper en makkelijker wordt.

Het idee is dan dat een exploitant makkelijker te vinden is. In een commentaar van 20 februari 2019 zei ik: ‘Er is sinds 2010 niets veranderd in het denken over cultureel erfgoed. Het enige motief voor een beslissing over de verhuizing van het Chinese behang is politiek. Anders gezegd, de deskundigen op het gebied van erfgoed zullen niet anders dan in 2010 denken, namelijk dat het historisch behang ‘in situ’ de waarde ervan optimaal dient. Maar de bestuurders van toen die dat idee ondersteunden worden wellicht met terugwerkende kracht overruled door de bestuurders van nu die beseffen dat de randvoorwaarden voor een middelgroot museum in een landhuis met kwetsbaar antiek behang zeer lastig, om niet te zeggen onmogelijk zijn.

Wat toont deze brief aan en welke richting valt eruit te lezen? Het lijkt duidelijk dat het Utrechtse college zich acht jaar na 2011 nog steeds niet goed raad weet met de bestemming van Oud Amelisweerd. Zelfs het vinden van een tijdelijke exploitant lukt niet, zoals het afhaken van de Kunstuitleen Utrecht aantoont. Het college lijkt in te zetten op versoepeling van de voorwaarden, hoewel dat lastig is omdat de gebruikersmogelijkheden onlosmakelijk aan dit rijksmonument en de museale inrichting ervan zijn verbonden. Dat is de weg die een vorig Utrechts gemeentebestuur in 2012 ondanks herhaalde en ernstige waarschuwingen voor de te zware randvoorwaarden en door forse investeringen willen en wetens heeft ingezet. Als het bestuurlijk zorgvuldig wil handelen, dan kan het huidige college daar om economische redenen niet eenzijdig afstand van nemen.

Positief is dat de brief aangeeft na te denken over de toekomst van Oud Amelisweerd en ‘de kaders voor de permanente invulling vóór de zomer’ voor te leggen aan de raad. Dan kan eindelijk het inhoudelijk debat in de raad starten over welk soort museum voor deze kwetsbare en excentrieke plek haalbaar en gewenst is.

Foto’s: Schermafbeelding van briefRaadsbrief Selectie tijdelijke exploitatie Landhuis Oud Amelisweerd afgerond’ van wethouder Anke Klein aan de gemeenteraad van Utrecht, 12 maart 2019.

Wethouder Utrecht zegt onderzoek toe om antiek Chinees behang uit landhuis Oud-Amelisweerd te verwijderen. Is dat realistisch?

Op 23 januari 2019 stelde het Utrechtse raadslid Ellen Bijsterbosch (D66) raadsvragen aan wethouder Anke Klein (D66) over landhuis Oud-Amelisweerd waarbij ze vroeg om te verkennen of het antieke Chinese behang verwijderd kan worden om elders ondergebracht te worden. Op 19 februari 2019 heeft Klein geantwoord.

Het antwoord van de wethouder bevat een raadselachtige passage als het beweert: ‘De keuze voor dit klimaatsysteem is vier jaar geleden expliciet gemaakt met de komst van MOA.’ Dat is 2015, terwijl het MOA officieel op 21 maart 2014 opende nadat het na een verbouwing geschikt was gemaakt voor een museale bestemming. In jaarrekening 2013 van het MOA valt te lezen: ‘In 2013 is verder gewerkt aan de restauratie en herbestemming van landhuis Oud Amelisweerd tot MOA IMuseum Oud Amelisweerd’ en ‘Eind november werd de voltooiing van de restauratie van het Chinees behang gevierd met een feestelijk programma’. In november 2013 werd de voltooiing van de restauratie van het Chinees behang feestelijk gevierd, terwijl wethouder Klein in haar antwoord aan Ellen Bijsterbosch beweert dat pas in 2015 ‘expliciet’ werd gekozen voor het principe van ‘conservation heating’. Het MOA ontving al in maart 2014 bezoekers.

Uit de haalbaarheidsstudie De Weg der Weegen valt af te leiden dat al eind 2010 bekend was dat in voorjaar 2011 waarschijnlijk een klimaatinstallatie zou worden geïnstalleerd volgens het principe van ‘conservation heating’. Het draait om dit beginsel van ‘conservation heating’ (dat in het antwoord ‘conservational heating’ wordt genoemd) waarover ik in een commentaar van 13 december 2010 het onderstaande schreef en wat in het citaat precies bedoeld wordt met ‘expliciet’. Als dat een term is die bedoelt te zeggen dat formeel-bestuurlijk pas in 2015 gekozen werd voor een klimaatsysteem dat uitging van het principe van ‘conservation heating’ dan is het gebruik ervan in het antwoord verwarrend omdat het de suggestie wekt dat voor 2015 dat principe niet werd gevolgd of uitgangspunt zou zijn voor het klimaatsysteem. Maar als randvoorwaarde was ‘conservation heating’ vanaf 2010 publiekelijk bekend voor de klimaatbeheersing in het landhuis.

In haar antwoord zegt wethouder Klein bereid te zijn om de verhuizing van het antieke Chinese behang naar een andere locatie te onderzoeken en daar ook in gesprek over te zullen gaan met het Centraal Museum. Wat zo’n onderzoek precies betekent en omvat is onduidelijk, maar zou kunnen bestaan uit het administratief raadplegen van een publicatie van het RCE over historisch papierbehang dat zegt: ‘Oud behang versterkt de beleving van authenticiteit in het interi­eur van een historisch gebouw. Sommige behangsels zijn inmid­dels uiterst zeldzaam. Behang verschaft bovendien kennis van het soort vertrek en de inrichting, de modernisering ervan, de heer­sende mode, en de persoonlijke smaak en financiële draagkracht van de bewoners.

Er is sinds 2010 niets veranderd in het denken over cultureel erfgoed. Het enige motief voor een beslissing over de verhuizing van het Chinese behang is politiek. Anders gezegd, de deskundigen op het gebied van erfgoed zullen niet anders dan in 2010 denken, namelijk dat het historisch behang ‘in situ’ de waarde ervan optimaal dient. Maar de bestuurders van toen die dat idee ondersteunden worden wellicht met terugwerkende kracht overruled door de bestuurders van nu die beseffen dat de randvoorwaarden voor een middelgroot museum in een landhuis met kwetsbaar antiek behang zeer lastig, om niet te zeggen onmogelijk zijn.

De Stichtse politiek is in 2011 met de keuze voor exploitant Stichting MOA voor Oud-Amelisweerd een doodlopende weg ingeslagen en lijkt nu pas tot het volle besef te komen wat dat inhoudt. Het bezint zich nu op een list. Maar het is een merkwaardige list die bedrieglijk aanvoelt als het met veel expertise, energie, geld en betrokkenheid gerestaureerde antieke Chinese behang alsnog zou moeten verhuizen naar een andere locatie. Waarom is die beslissing niet in 2011 genomen en in de haalbaarheidsstudie van 2010 voorgesteld? Maar die haalbaarheidsstudie kiest juist expliciet voor behoud: ‘De aanwezigheid van de antieke (Chinese) behangsels vormt een belangrijke factor waarmee rekening moet worden gehouden in het gebruik. Het behang is onlosmakelijk verbonden met het landhuis en dient goed geconserveerd en beschermd te worden (ook tegen extra licht en warmte van lampen). De verantwoordelijkheid en deskundigheid ten aanzien hiervan ligt hier bij het Centraal Museum. De behangsels hebben een hoge, onvervangbare educatieve en esthetische waarde. Ze zeggen iets over de plek waar ze definitief zijn geplaatst, te weten het park, het bos en het huis.

Foto 1: Schermafbeelding van deel BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN 2019, NUMMER 13 door wethouder Anke Klein, gemeenteraad Utrecht, 19 februari 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel commentaarOnderzoek Armando Museum roept vragen op’ van George Knight, 13 december 2010.

Elleboogkerk mogelijk weer museum. Amersfoortse logica

interieur 22 mei 2012-1

Amersfoort worstelt met de Elleboogkerk die op 22 oktober 2007 door brand zwaar beschadigd werd. En nu zo goed als herbouwd is. Het Armando Museum was er gevestigd. In 2010 verbreekt het college eenzijdig de in 1998 met Armando en zijn ex-vrouw Tony de Meijere afgesloten prestatieovereenkomst. Zie RIB 2010-136. Voorzitter van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn is not amused. Hij beschouwt het handelen van het college als onbehoorlijk bestuur. Om er vanaf te zijn en het leed af te kopen besluit de raad onder veel protest het Armando Museum een bruidsschat van 1 miljoen euro mee te geven voor een doorstart buiten Amersfoort. Van een leien dakje gaat de besluitvorming niet. Zo beticht de Amersfoortse PvdA het college van misleiding.

Het Armando Museum moest op zoek naar een andere locatie en liet het oog vallen op rijksmonument Oud-Amelisweerd. Bezit van de gemeente Utrecht in Bunnik. Volgens critici een ongeschikte en te dure locatie die een gezonde exploitatie zo goed als onmogelijk maakt. Cultuurkoepel Amersfoort-in-C en de organisatie van het Armando Museum gingen vanaf 2010 met verkenningen en haalbaarheidsonderzoeken aan de slag. Dat resulteerde in een door alle partijen minimaal gesteunde variant voor een museum onder de naam ‘Museum Oud-Amelisweerd‘ met een bredere doelstelling dan het tonen van de Armando Collectie. Ook toen was al voorzienbaar dat dit moest gebeuren in een teruggaande economie en bij krimpend sponsoraanbod. Het museum is nog steeds niet regulier geopend. De keuze voor het Armando Museum is niet onbetwist. Zelfs bestuurlijk onzuiver omdat de Utrechtse politiek met kennis van belangenverstrengeling tussen de directeur van beheerder Centraal Museum en de beoogde directeur met de keuze voor het Armando Museum instemde.

Amersfoort heeft een museumbeleid dat wispelturig oogt. De bestuurlijke lijn van de colleges sinds 2010 is moeilijk te herkennen. Het kan samengevat worden als ‘van incident naar incident’. Amersfoort betaalde een miljoen voor een museum dat het de gemeentegrenzen over joeg met als gevolg dat het Armando Museum in een te ruim en luxe jasje zit. Amersfoort gaat nu mogelijk opnieuw geld besteden aan een museum in de Elleboogkerk. In elk geval als het aan Amersfoort-in-C ligt. Dat gaat het komende half jaar een plan voor een museum uitwerken. Het college kijkt de kat uit de boom. Het zegt voor een culturele bestemming te voelen.

Foto: Herbouw Elleboogkerk. Credits: Wil Groenhuisen.

Utrecht geen Culturele Hoofdstad: Trust The Future Create Your City

MG_0068

In november 2010 was het volgende te lezen in de rapportage haalbaarheidsonderzoek ‘De Wegh der Weegen‘ over rijksmonument Oud-Amelisweerd te Bunnik: ‘De vestiging van het Armando Museum in Oud Amelisweerd is een belangrijke bijdrage aan de ambities van Utrecht in het licht van de Vrede van Utrecht in 2013 en Utrecht Culturele Hoofdstad van Europa in 2018.’ Nu blijkt dat Utrecht van de vijf kandidaten samen met Den Haag niet doorgaat naar de tweede ronde. Eindhoven, Maastricht en Leeuwarden gaan wel door.

Uit hun reacties blijkt dat Utrechtse verantwoordelijken het verlies nog niet hebben verwerkt. Wethouder Cultuur Frits Lintmeijer is onnavolgbaar: ‘Laat ik om te beginnen zeggen dat Utrecht een – zo niet dé – Europese stad van kennis en cultuur blijft. Met en zonder de titel culturele hoofdstad.’ Waarschijnlijk is-ie de enige die Utrecht nu ‘dé Europese stad van kennis en cultuur’ noemt. Gedeputeerde Mariëtte Pennarts is even onnavolgbaar: ‘Ik betreur het oordeel van de jury, maar constateer tegelijkertijd dat werken aan het bidbook heel veel energie en ideeën heeft opgeleverd hoe stad en regio cultuur kunnen inzetten bij hun toekomstige ontwikkeling. We gaan het merken dat 2000 mensen hebben meegewerkt aan het Utrechtse bidbook.

Er hebben dus maar liefst 2000 mensen aan een bidbook gewerkt dat deels verspilde moeite is. De kosten van het projectbureau en de onkostenvergoedingen hadden ook anders besteed kunnen worden. Bij een andere prioritering. Alle energie, kosten en ideeën hadden directer op de kunstenaars gericht kunnen worden. Zonder tussenschakel van projectbureau en stadspromotie waarvan nu blijkt dat de plannen en presentaties van het Utrechtse bidbook onvoldoende gewaardeerd werden. Volgens RTV Utrecht heeft Utrecht al 1,2 miljoen euro aan promotie voor de Culturele Hoofdstad 2018 uitgegeven. Een deel van de middelen had naar de reguliere cultuurbegroting kunnen stromen met zicht op betere resultaten. En een betere beeldvorming van de stad.

Behalve de plannen over Utrecht Culturele Hoofdstad 2018 zijn nu ook argumenten en onderbouwingen over Oud-Amelisweerd doorgeprikt. De bestuurlijke behandeling heeft uitgewezen dat het primair een onroerend goed project was en dat de bestemming daaraan ondergeschikt werd. Het tonen van ambities is goed als het realistisch gebeurt, dat kan iets of iemand boven zichzelf doen uitstijgen. Maar als ambities als argument dienen om projecten te realiseren dat komt de politiek terecht in het domein van het wensdenken. De Utrechtse raad moet die ambities nog maar eens evalueren om er lering uit te trekken voor de toekomst.

PS: Op 30 november vierde CBK Utrecht de slotavond. Door het intrekken van overheidssubsidie gaat het dicht. ‘Tussen het gesloten wereldbeeld van BAK en het gebrek aan focus van het Centraal Museum wist het een perfecte middenweg te vinden. Ook interessant voor een breed publiek‘. Zie ‘CBK Utrecht verdwijnt om politieke redenen‘.

Foto: Promotie Utrecht Culturele Hoofdstad 2018: ‘Trust The Future Create Your City‘.

Essentie om inhoud te vinden in museumplannen Utrecht en Amersfoort is tot mislukken gedoemd

In het in juni 2012 in opdracht van het Amersfoortse college gemaakte rapport ‘De Kiemkracht van Amersfoort’ adviseert voormalig Rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed Fons Asselbergs om de Elleboogkerk en Museum Flehite ondergronds met elkaar te verbinden. Dat ziet-ie als kansrijke, eerste optie. De Elleboogkerk zou dan voor moderne kunst van 1850 tot 1950 gebruikt kunnen worden. De onderdoorgang wordt ook expositieruimte. Museum Flehite plus Elleboogkerk krijgen de naam Museum Amersfoort.

Het concentreert zich dan op de hoofdlijnen ‘cultuurhistorie (inclusief Amersfoortse oude kunst) en moderne beeldende kunst‘. In de taakverdeling neemt kunsthal KAdE de internationale hedendaagse kunst voor de rekening. Vraag is waar in Amersfoort de kunst van 1950 tot 1962 een plek vindt. Bij genoemde taakverdeling tussen KAdE en Museum Amersfoort zal het gat tussen 1950 en de hedendaagse kunst met de jaren groeien.

Op 22 oktober 2007 werd de Elleboogkerk door brand verwoest. Het Armando Museum was er gevestigd. Ondanks een convenant, afspraken en toezeggingen aan de toenmalige beheerder Amersfoort in C besliste het college vanwege economische tegenvallers dat het Armando Museum niet terug kon keren naar de Elleboogkerk. Na een moeizame besluitvorming, scepsis van de hele raad over de onderbouwing van de plannen en een bruidsschat van 1 miljoen is de Armando Collectie in 2012 naar Oud-Amelisweerd verhuisd.

Op 21 juni 2012 nam het Utrechtse college bij monde van wethouder Lintmeijer de motie 55: ‘Armando zonder overheidsgeld‘ over. Hier staat in dat de gemeente via huur, de bijdrage in de exploitatie of hoe dan ook geen cent subsidie verleent aan Museum Oud-Amelisweerd. Tevens zegde Lintmeijer aan VVD-raadslid Jesper Rijpma toe de opbouw van de meerjarige kostprijsdekkende (ook: marktconform) huur aan de raad te verstrekken. Uit gesprekken buiten de raad bleek me dat aan twee instanties hier advies over gevraagd werd. En rond 1 oktober de gegevens verstrekt zouden worden aan de raad. Da’s openbaar nog steeds niet gebeurd.

Wat leren we ervan? Exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd kan zonder reserve de kleinste tegenslag niet opvangen. Een raad ziet het aan, gaat met een exploitant in zee die onmiskenbaar bedrijfseconomisch zwak is en houdt de hand op de knip. Amersfoort krijgt een advies waarvoor tientallen gesprekken gevoerd zijn met als uitkomst ondergronds bouwen in een historische binnenstad. De moderne kunst moet naar de Elleboogkerk, terwijl het Amersfoortse college in 2010 de Armando Collectie de kerk uitdreef omdat het geld op zou zijn. Logica in de cultuurpolitiek is soms ver te zoeken. Wereldvreemdheid is echter ruim voorradig. Als het niet zo triest was, dan zou er voor een kunstliefhebber heel wat te lachen zijn om dit absurdisme.

Knelpunten van Museum Oud-Amelisweerd met Armando Collectie

Het college van Utrecht voegt aan de beschikbaarstelling van een krediet voor landhuis Oud-Amelisweerd en het Koetshuis de voorwaarde toe dat Stichting Museum Oud-Amelisweerd beoogd exploitant is. Het motiveert dit door de claim dat de exploitant bijdraagt aan de kosten. Deze vallen echter weg tegen de meerkosten. Ze ontstaan namelijk door publieksopenstelling en een opgevoerd bedrijfsmodel van een museum met 40.000 bezoekers en de aanpassing van het Koetshuis. Het openstaande cascoherstel van het Koetshuis begroot de gemeente op 948.014 euro, en dat van het landhuis op 541.116 euro. Omdat het Koetshuis losstaat van de restauratie van landhuis Oud-Amelisweerd, voegt de beoogde exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd niets toe aan inkomsten die geen extra kosten zijn. Wat zijn de knelpunten van de beoogde exploitant?

1. Zowel in de Utrechtse raad als in de publiciteit bestaat verwarring over naam en doelstelling van beoogd Museum Oud-Amelisweerd. Dit komt mede door de Amersfoortse bruidsschat van 1 miljoen euro voor het Armando Museum Bureau dat veel publiciteit kreeg. In de marketing zorgt dit voor een verwarrend beeld.

2. Voor een museum dat het moet hebben van marketing is een jaarlijks budget (vanaf 2014) voor Marketing en Communicatie van 27.500 euro, ofwel 5% aan de lage kant. Free publicity is onvoldoende omdat er drie producten (Armando, Chinees behang, landgoed/historie) ‘verkocht’ moeten worden. Dat vergt eigen actie.

3. Beheer van Oud-Amelisweerd kost menskracht. Dit omvat taken van onderhoud, administratie en beveiliging die nu door de gemeente worden betaald. Dit vraagt om aanstelling van een huismeester, naast of in combinatie met rondleiders, een tentoonstellingsbouwer, een projectmedewerker, een administrateur en een directeur. Beheer lijkt onvoldoende begroot in de 233.000 euro personeelskosten (2014). Tim Schipper (SP) wees in de Commissie M&S al op de naar zijn mening te lage inschatting van de schoonmaakkosten.

4. De directie is afkomstig van het Armando Museum in Amersfoort en niet geselecteerd voor Museum Oud-Amelisweerd dat anders van aard en karakter is. Er was geen procedure met keuze uit meerdere kandidaten.

5. De jaarlijkse kosten voor de Armando Collectie van 50.000 euro in het depot Pot vormen 10% van de lasten. In de overeenkomst rond de bruidsschat zijn deze lasten door de gemeente Amersfoort overgedragen aan de Stichting MOA. Bij ongewijzigde omstandigheden lopen deze kosten in 10 jaar op tot 500.000 euro. Da’s de helft van de bruidsschat die tevens moet dienen om een basis onder de exploitatie te leggen. Na Armando’s overlijden wordt een aantal stukken aan de Collectie toegevoegd zodat de depotkosten mogelijk stijgen.

6. De entreeprijs van 9 of 12,50 euro (rondleiding bel-etage) zal bezoekers afschrikken en voor goedkopere bestemmingen doen kiezen. Los van de elasticiteit zorgt een korting met eenderde van de prijs voor 50.000 euro minder inkomsten (2014). De onderbouwing taxeert dat 3 tot 4% van de bezoekers aan de landgoederen het museum bezoekt. Dit is een slag in de lucht. Daarbij bouwt het voort op kwantitatieve gegevens van de recreatie die ook al ruwe schattingen zijn die niet zozeer door tellingen maar extrapolaties ontstonden.

7. Inkomsten van de entreegelden zijn gemaximaliseerd omdat er vanwege het cultureel erfgoed voorwaarden zijn gesteld aan het maximale aantal bezoekers dat tegelijk naar binnen mag. Ofwel, een tegenvallende dag met weinig bezoek of een vorstdag kan niet gecompenseerd worden door een topdag met extra veel bezoek. Of bijvoorbeeld een museumweekend of -nacht die bij andere musea duizenden bezoekers per dag trekt.

8. Oud-Amelisweerd is een zomerverblijf met ongeveer 40 vorstdagen per jaar die een onaangenaam lage temperatuur voor bezoekers opleveren. De keuze voor ‘conservation heating‘ beperkt het bijverwarmen. Stichting MOA kiest om economische redenen voor openstelling van het museum gedurende het hele jaar.

9. De meeste fondsen die Amersfoort-in-C geworven heeft voor het toenmalige Armando Museum in Amersfoort zijn meerdere jaren terug toegezegd. Sommige zelfs nog voor de herbouw in de Elleboogkerk. In de Commissie M&S wees Jesper Rijpma (VVD) erop dat het hoofdsponsor BMC tegenzit en het aannemelijk is dat deze de sponsoring stopt. Door de crisis zijn vooruitzichten voor cultuursponsoring sowieso versomberd.

10. De restauratie en aanpassing van het Koetshuis moet zorgvuldig gebeuren omdat het ook een gebouw met culturele waarde betreft. Dit kan tot vertraging in de openstelling van Museum Oud-Amelisweerd leiden.

11. Uit onderzoeken blijkt dat de luchtvochtigheid van Oud-Amelisweerd een grotere variatie heeft dan de standaardnorm voor musea toestaat. Dit houdt in dat kwetsbare objecten door de keuze voor ‘conservation heating‘-klimaatbeheersing niet tentoongesteld kunnen worden. Zoals de oudere schilderijen van Armando uit de jaren ’60. Waarmee de exclusiviteit van het Museum Oud-Amelisweerd afneemt als topstukken niet getoond kunnen worden. Elk museum dat om bruiklenen gevraagd wordt zal een degelijk klimaatplan eisen.

Foto: Armando – Zwarte wand met autobanden op de Nultentoonstelling in het Stedelijk Museum, Amsterdam, 9-25 maart 1962. Credits: Oscar van Alphen

Wethouder Lintmeijer loopt risico door Oud-Amelisweerd

Na het AD op 17 februari is De Volkskrant op 22 februari de tweede landelijke krant die kritische aandacht besteedt aan de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd. Jammergenoeg worden oude misverstanden niet verklaard, maar juist bevestigd. Feit dat het stukje verschijnt is daarom het grootste nieuws. Niet wat er staat. Onbedoeld problematiseert het de stand van zaken in de Nederlandse journalistiek.

Charlotte Hulsman schetst de toenemende kritiek in de Utrechtse raad. Zij noemt de onlogische combinatie van Armando en Oud-Amelisweerd en de optimistische inschatting van bezoekersaantallen, maar laat het wantrouwen jegens onderbouwing van het ondernemingsplan en gezonde exploitatie ongenoemd. Zoals dat in de voltallige Amersfoortse raad is geuit. Hulsman laat eveneens na de aangescherpte voorwaarden te noemen.

Welke misverstanden worden bevestigd? Wethouder Lintmeijer komt voor de zoveelste keer met de foute bewering dat het landhuis al twintig jaar leegstaat. Zijn vermenging van oorzaak en gevolg lijkt steeds meer op kwade opzet. Sinds 1990 wordt Oud-Amelisweerd beheerd door het Centraal Museum met de bedoeling het te ontsluiten. Maar door een grootschalige restauratie kon het huis niet optimaal opengesteld worden. Toen de rigoureuze ingrepen tenslotte achter de rug waren kwam ‘toevallig‘ het Armando Museum langs.

Lintmeijer stelt over de belangenverstrengeling en liefdesrelatie tussen directeur Jacobs van het Centraal Museum en Ploum van het Armando Museum dat Jacobs hem dat meteen gemeld heeft. Als dit betekent dat Jacobs dit in zijn eerste gesprek met Lintmeijer na de bestuursopdracht deed, dan pleit dit Jacobs vrij. Maar het zadelt de wethouder met problemen op. Vraag is of een meerderheid van de raad dit wil onderzoeken.

Lintmeijers opmerking dat-ie het voorstel van Jacobs voor het Armando Museum ‘puur zakelijk‘ heeft beoordeeld is irrelevant. Evenals het feit dat-ie Jacobs uit werkgroepen heeft gehaald. Wat trouwens de vraag oproept of Jacobs de belangen van zijn museum nog optimaal kon behartigen. Hoofdtaak van een directeur. MaarZelfs als Oud-Amelisweerd de beste optie zou zijn en beide partners op afstand gezet zouden zijn was er al een ethische code doorbroken in de eerste fase en zouden de plannen afgebroken moeten worden. 

Lintmeijer ziet Museum Oud-Amelisweerd met de Armando Collectie als een gegeven paard, vanwege ‘de enorme zak geld die is meegegeven voor de exploitatie‘. Hij probeert hiermee twee zwakheden in zijn betoog te verhullen: 1) de exploitatie bevat volop onrealistische aannames en is niet rooskleurig, zeker niet vanaf 2016; 2) haalbaarheid van de bestemming gaat boven noodzaak en inhoudelijke toetsing. Lintmeijer weigert het paard in de bek te kijken en staat dat anderen evenmin toe. Zijn opmerking dat de huisvesting van de Armando Collectie een gegeven is zou een zelfbewuste raad aan het denken moeten zetten. Wie beslist?

Toevoeging: Een overzicht van de inventarisatie van knelpunten van de huisvesting van de Armando Collectie in rijksmonument Oud-Amelisweerd is hier te lezen. Intussen geeft het Amersfoortse college Fons Asselbergs opdracht om een bestemming te zoeken voor vier ‘culturele iconen‘, waaronder de herbouwde Elleboogkerk.

Foto: Artikel ‘Rauwe kunst in antieke ruimte’ van Charlotte Hulsman in De Volkskrant van 22 februari 2012

Toon Gispen stelt kritische vragen over Oud-Amelisweerd

Toon Gispen is oud-cultuurwethouder van Utrecht voor Leefbaar. In 2005 moest-ie aftreden omdat-ie de raad onvoldoende had geïnformeerd over het depot van het Centraal Museum. Daarvoor was-ie in tijdnood gekomen bij de benoeming van een nieuwe museumdirecteur en had Pauline Terreehorst aangezocht. Zonder screening werd dat geen succes, in 2008 werd ze gedwongen op te stappen. Toch had Gispen hart voor het museum, hoewel anderen hem een rat zonder hart noemden. Zo zijn soms de mores binnen politieke partijen.

Hoe dan ook, op een Utrechtse nieuwssite bij een filmpje met Yvonne Ploum, het hoofd van het Armando Museum Bureau, reageert ‘Toon Gispen’ op iemand die de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd een goed streven vindt dat wel wat mag kosten. Ik neem aan dat hier de oud-wethouder spreekt.

Hij zegt op 8 juli 2011: Waren we toen gek of zijn we het nu? Jaren lang kon er alleen bij hoge uitzondering een evenement in Amelisweerd worden georganiseerd. Alleen al het het conserveren van het wereldberoemde bijzondere Chinese behang stond dat volgens experts in de weg. Of was dat achteraf bekeken, een onjuist standpunt en waren we toen eigenlijk een beetje gek? Of was het volstrekt juist en laten wij met het Armando-concept een structurele aantasting van dit fraaie stukje cultureel erfgoed toe? Zijn wij knettergek?

‘Toon Gispen’ schetst de spanning tussen conserveren en presenteren die in elk kunstmuseum bestaat. Het Centraal Museum was sinds 1990 de beheerder van landhuis Oud-Amelisweerd. Waarbij de afdeling ‘Collectie’ het accent legt op behoud, en de tentoonstellingsmakers en de marketeers op het bereik. Omdat een directie vaak overhelt naar de presentatie omdat dit direct scoort ontstaat dan een dynamisch evenwicht in het nadeel van het behoud. Maar in een werkend museum blijft conservering een van de hoofdtaken. Daarom worden de grenzen die een ingewerkte staf van de afdeling ‘Collectie’ aangeeft uiteindelijk altijd erkend. Schoorvoetend.

In het ontbreken van dat dynamische evenwicht schuilt het gevaar van een Museum Oud-Amelisweerd. Want zo’n museum heeft geen vaste staf deskundigen op het gebied van conservering en behoud. Het is zelfs de vraag of in de vaste staf ervaren kunsthistorici opgenomen zullen worden. Dat hangt mede af van het feit of het huidige hoofd van het Armando Museum Bureau past in het profiel van een directeur voor het Museum Oud-Amelisweerd. Projectmedewerkers kunnen dat dynamische evenwicht niet tot stand brengen. Gezien de lastige financiële situatie moet een nieuw museum energie stoppen in presentatie, marketing en publiciteit.

Mijn antwoord aan ‘Toon Gispen’ is: Omdat de restauratie vanaf 1990 in volle gang was, waren er beperkingen aan de presentatie van kunstvoorwerpen. Restauratie maakt kwetsbaar door werk in uitvoering. Omdat Oud-Amelisweerd gebouwd is als zomerverblijf en ’s winters koud is vonden presentaties meestal ‘s zomers plaats. Voor objecten en bezoekers. Kunsthistorici zijn nu naar de marge gedrongen. Hun mening staat genoteerd maar vormt in een Museum Oud-Amelisweerd niet langer een dynamisch evenwicht met degenen die presenteren. Da’s ongewenst. De beste garantie om knettergekte te voorkomen is de aanstelling van een allround kunsthistoricus als directeur met kennis van en verwantschap met het conserveren van oude kunst. 

Foto: 2000, Een overnachting op Oud-Amelisweerd; project van Sarkis en Berry Visser.

Wethouder Lintmeijer verdraait waarheid over Oud-Amelisweerd

In het verslag van de begroting Commissie Mens & Samenleving van de Utrechtse gemeenteraad op 24 en 26 oktober suggereert cultuurwethouder Frits Lintmeijer dat landhuis Oud-Amelisweerd 20 jaar op slot zit (p.48): Het college wil graag dat oud-Amelisweerd een functie krijgt. Het is zonde dat een gebouw met daarin een kostbare collectie, 20 jaar op slot zit. Hier wordt een gebouw niet beter door. Spreker zou graag zien dat de museale functie van dit gebouw weer vorm en inhoud krijgt. Om deze reden wordt het pand opgeknapt en geschikt gemaakt voor een grotere bezoekersstroom. Het verslag kwam op 18 november beschikbaar.

Lintmeijer heeft het mis, want Oud-Amelisweerd is sinds 1990 toen het onder beheer van het Centraal Museum kwam niet op slot gegaan, maar juist geopend. Door kleinschalige presentaties, rondleidingen en eettafels. Tegelijk vond er een grondige restauratie plaats die wetenschappelijk onderzoek vereiste. Zijn bewering ‘Om deze reden wordt het pand opgeknapt en geschikt gemaakt voor een grotere bezoekersstroom’ is onjuist. Oud-Amelisweerd wordt niet geschikt gemaakt voor een grotere bezoekersstroom, maar gerestaureerd. Hoewel meer bezoek uiteindelijk een gevolg kan zijn was dat niet de reden voor de restauratie.

Het valt een wethouder niet kwalijk te nemen dat-ie niet alle details kent, hoewel-ie hiermee de raadsleden verkeerd informeert en op het verkeerde been zet. De wethouder kan de recente geschiedenis van Oud-Amelisweerd uit eigen ervaring niet kennen. Ongelukkig is dat informanten hem verkeerd inlichten. Hoewel het mogelijk is dat de wethouder goed geïnformeerd is door ambtenaren van beheerder Centraal Museum of Culturele Zaken en slecht luistert. Maar da’s niet logisch. Want waarom zou hij in het openbaar de waarheid geweld aandoen? Daarom valt de verkeerde voorstelling van zaken voornamelijk zijn ambtenaren te verwijten.

Is het erg? Ja, want Lintmeijer bouwt zijn argumentatie op deze verkeerde voorstelling van zaken. Met voorbijgaan aan de restauratie en de kleinschalige openstelling gedurende 20 jaar redeneert-ie dat Oud-Amelisweerd nu gegund moet worden aan het Armando Museum. Lintmeijer heeft directeur Edwin Jacobs van het Centraal Museum vorig jaar een bestuursopdracht gegeven om een bestemming te zoeken voor Oud-Amelisweerd. Jacobs kwam vervolgens uit bij zijn partner Yvonne Ploum van het Armando Museum. Dat probeert Lintmeijer tegen beter weten in nu recht te praten door in commissie de waarheid te verdraaien.

Foto: Zomerverblijf Oud-Amelisweerd, Bunnik

Verhuizing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd in 10 raadsels

Het ontbreken van een solide financieel plan lijkt nog het enige beletsel voor een nieuw op te richten Museum Oud-Amelisweerd. Het geeft de voorstanders tot dan toe een objectief feit in handen om een slecht onderbouwd project alsnog af te blazen. Tegenstanders die zich zorgen maken over het draagvlak van de cultuur zullen opgelucht adem halen dat een slecht beredeneerd project de cultuurhaters geen extra munitie geeft. Voorstanders hebben een zware verantwoordelijkheid die breder is dan bezuinigingen en politiek.

Tragiek van de voorgenomen verhuizing van het Armando Museum naar het Bunnikse rijksmonument Oud-Amelisweerd is dat inhoudelijke overwegingen niet voorop staan. ‘Geef ons een kans‘ is het argument van de directeur van het Armando Museum Bureau. Waarom die kans gegeven moet worden blijft onduidelijk. Iedereen wil wel zo’n kans hebben. De noodzaak van de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd is nooit aangetoond. Logisch omdat het om meerdere redenen niet voor de hand ligt.

Raadsel 1. Zo is het landhuis oorspronkelijk gebouwd als zomerverblijf. In de zomer heerlijk koel, maar in de winter ijskoud. Een binnentemperatuur van 8 graden lijkt volgens onderzoek van de TU Eindhoven haalbaar. Toch is de vuistregel van conservation heating van monumentale panden dat de binnentemperatuur nooit meer dan 5 graden boven de buitentemperatuur kan worden gebracht. Een winter telt gemiddeld meer dan 50 vorstdagen. Het landhuis werd sinds 1990 beheerd door het Centraal Museum. Activiteiten werden doorgaans niet in de winter gehouden. Openstelling gedurende het hele jaar ligt dan ook niet voor de hand.

Raadsel 2. Oud-Amelisweerd is een inmiddels mooi gerestaureerd 18de eeuws landhuis met onschatbare waarde voor ons culturele erfgoed. Het eveneens 18de eeuwse antieke Chinese behang op de beletage is uniek. Een museum met jaarlijks 40.000 bezoekers is geen logische bestemming voor een kwetsbaar rijksmonument. Ook de bovenste verdiepingen zijn bijzonder en vragen om voortdurende zorg en toezicht. Daarbij komt dat het landhuis geen inhoudelijk verband met het werk van Armando kent. De keuze voor een kleinschalig museum op het gebied van natuur, landgoederen,  behang of Chinoiserie ligt meer voor de hand.

Raadsel 3. Uit de RIB 2011-103 van de gemeente Amersfoort blijkt dat de investeringen om tot een functionerend museum te komen minimaal 4 miljoen euro bedragen. De gemeente Utrecht stopt er 1.660.000 euro in. Onduidelijk is of dit laatste bedrag cash geld of productsubsidie is. Sowieso resteert er na een lobbycampagne van het Armando Museum Bureau en Amersfoort-in-C een tekort van zo’n 750.000 euro.

Raadsel 4. Uit de RIB 2011-103 blijkt tevens dat de exploitatie aan eigen inkomsten voor 2013 uitgaat van een dekkingspercentage van iets onder de 50% en in 2016 van zo’n 60%. Da’s voor een beginnend museum een rooskleurig ondernemingsplan. Inkomsten van de horeca is de kurk waarop alles drijft. Maar daarachter zit het zelfstandige bedrijf De Veldkeuken dat als huurder een directe overeenkomst met de gemeente Utrecht heeft. Verder zijn er nog de ‘bijdragen derden’ van 200.000 euro per jaar. Da’s onrealistisch hoog. En tot 2014 zijn de lasten van de huisvesting 22.000 euro. Als inrichtingsjaren weggeschreven. Utrecht zegt geen cent aan de exploitatie te zullen bijdragen, maar met zo’n niet marktconforme huurprijs kan het Utrechtse college moeilijk volhouden via de huur geen verdekte bijdrage aan de exploitatie te leveren.

Raadsel 5. Bijlage 2 bij de RIB 2011-103 geeft een inventarisatielijst van de kerncollectie Armando. De eerste 21 werken zijn bezit van de gemeente Amersfoort en hebben een verzekeringswaarde van 710.000 euro. Het overgrote deel bestaat uit de bruikleencollectie van Armando en de Armando Stichting. Da’s een langdurige bruikleen, maar geen eigendom. Wat opvalt is dat het geen museale collectie betreft omdat het geen overzicht geeft van Armando’s ontwikkeling. De latere jaren zijn oververtegenwoordigd. Voor een overzicht zal het museum bruiklenen uit de jaren’ 50, ’60 en ’70 bij andere musea moeten aanvragen. Dat is niet ongebruikelijk maar verzwakt het argument dat een apart museum laat zien wat elders niet te zien is.

Raadsel 6. Bijlage 1 bij de RIB 2011-103 geeft een door Armando ondertekende verklaring over de schenking van mw. De Meijere van haar collectie van 343 werken aan het Kröller-Müller Museum. Dat verklaart wellicht het handelen van mw. De Meijere en Armando, maar niet dat van de gemeente Amersfoort. In antwoord op vragen van Marlien de Kruif (PvdA) over de raamovereenkomst van 15 januari 1998 vergeet het Amersfoortse college de eigen verantwoordelijkheid: ‘Voor het verplaatsen van de Armando collectie naar Utrecht zal in ieder geval een overeenkomst moeten worden gesloten met de strekking dat alle bij de overeenkomsten uit 1998 betrokken partijen ermee instemmen dat de Armando collectie niet meer in Amersfoort maar in Utrecht wordt geëxposeerd.’ Het is echter Amersfoort dat eenzijdig de overeenkomst heeft opgezegd. De schenking van mw. De Meijere aan Kröller-Müller Museum is daar slechts een gevolg van.

Raadsel 7. In een interview stelt mw. Ploum over de complicaties van de raamovereenkomst: ‘Even werd overwogen om niet akkoord te gaan met het collegebesluit en te wijzen op de contracten en afspraken die er lagen.’ Da’s een interessante constatering die een wereld van interpretaties opent. In juli 2010 betichtte toenmalig voorzitter van A-in-C Gerard de Kleijn het college van onbehoorlijk bestuur omdat het de afspraken over de Elleboogkerk niet nakwam. Nu suggereert mw. Ploum dat A-in-C en het Armando Museum Bureau met hun contracten en afspraken het gelijk aan hun kant hadden, maar dat gelijk juridisch niet wilde halen. Dit suggereert een uitruil. Waarin A-in-C belooft het juridisch niet op de spits te drijven en het college een ruimhartige financiële ondersteuning toezegt. Inclusief de bruidsschat van 1 miljoen.

Raadsel 8. In hetzelfde interview zegt mw. Ploum: We wisten dat de gemeente Utrecht bezig was met de openstelling van Oud-Amelisweerd. Wij gingen ons afvragen of wij die bestemming konden invullen. Dit is geschiedvervalsing. Oud-Amelisweerd wordt sinds 1990 beheerd door het Centraal Museum en is altijd opengesteld geweest voor rondleidingen, kleine presentatie (o.a. Sarkis, Brethouwer, De Vriendt) en de zogenaamde tables d’hôte. Logischerwijze stond de openstelling tijdens drukke werkzaamheden van de restauratie op een laag pitje, maar sinds 1990 is Oud-Amelisweerd open voor publiek. Wie het Chinese behang wilde zien, heeft het kunnen zien.

Raadsel 9. Los van het verkeerde beeld dat mw. Ploum over de openstelling geeft is het merkwaardig waarom dan het Armando Museum alleen in aanmerking kwam. Juist op het moment dat de restauratie zo goed als afgerond is en Utrecht uit kon gaan kijken naar een huurder. Er is nooit een openbare aanbesteding geweest. Evenmin konden culturele of andere instellingen bij Utrecht pitchen om hun zaak te bepleiten. Dat was uitsluitend aan het Armando Museum voorbehouden. Als A-in-C en het Armando Museum Bureau wisten dat Utrecht bezig was met een nieuwe huurder voor Oud-Amelisweerd dan hadden andere instellingen dat toch ook kunnen weten? Des te meer omdat duidelijk was dat de restauratie van het landhuis ten einde liep.

Raadsel 10. Het antwoord op de vorige vraag roept een vraag op over het ethisch handelen van het openbaar bestuur. Iedereen weet dat mw. Ploum de partner is van directeur Edwin Jacobs van het Centraal Museum. Deze relatie staat aan de basis van de plannen om het Armando Museum uit de brand te helpen en naar Oud-Amelisweerd te laten verhuizen. Bij zorgvuldig bestuur hadden de wethouders van Utrecht vanwege de schijn van belangenverstrengeling deze plannen nooit serieus in overweging moeten nemen. Met verwijzing naar good governance en vanwege de geloofwaardigheid van allen was het logisch geweest dat de plannen nooit verder waren gekomen dan de borreltafel. Nu beschaamt dit aspect het vertrouwen in de politiek.

Conclusie. Waarom blijft het Armando Museum niet gewoon in Amersfoort? Mooi kleinschalig en sober in de Elleboogkerk. Als Armando zo’n grote publiekstrekker is zoals het Armando Museum Bureau beweert dan moet het dat in Amersfoort waar kunnen maken. De logica van een Amersfoorts museum op Bunniks grondgebied onder leiding van de gemeente Utrecht ontgaat niet alleen u en mij, en ook steeds meer partijen in de Amersfoortse raad die de feiten leren kennen, maar onderhand elke nadenkende burger. Het draagvlak voor cultuur vraagt op dit moment om realisme en haalbaarheid. Zeker niet om projecten met een open eind.

Foto: Chinees behang met vogels en planten van omstreeks 1780