Trumps besluit om Amerikaanse troepen uit Syrië terug te trekken krijgt veel kritiek. Amerika’s vijanden zien het goedkeurend aan

President Trump heeft besloten om de 2000 personen sterke Amerikaanse troepenmacht binnen 30 dagen terug te trekken uit Syrië. Volgens Trump is IS verslagen en kunnen daarom de Amerikaanse commando’s Syrië verlaten. Op deze beslissing komt van vele kanten kritiek. Het ministerie van Defensie en Buitenlandse Zaken, en de hoogste militairen zijn niet geconsulteerd door Trump en werden onaangenaam verrast door dit besluit. Vooral omdat IS weliswaar verslagen is, maar nog niet geëlimineerd, zoals ook Danny Yatom het voormalige hoofd van de Israëlische Mossad zegt. Assad, Putin, Erdogan en de Iraanse ayatollahs profiteren.

Het is een raadsel met wie Trump dit besproken heeft. Hij levert Syrië over aan de Russische Federatie en zijn vijand Iran. Hoe bizar is het om het uitschakelen van de ene vijand (IS) over te laten aan de andere vijand (Iran)? Het besluit beschadigt het vertrouwen in de VS. Bij de Koerdische bondgenoten die samen met de Amerikaanse troepen vechten in Noord-Syrië, bij de Franse en Britse strijdkrachten ter plekke en bij Israël dat ziet dat aartsvijand Iran vrij op kan rukken in Syrië door het vacuüm dat Amerikanen zullen achterlaten.

Er is maar één plausibele verklaring voor Trumps besluit, namelijk het zoeken van een afleiding voor zijn binnenlandse problemen en het creëeren van chaos. De vraag die dit besluit afroept is wat er nog meer voor nodig is om Trump af te zetten omdat hij een immens gevaar vormt voor de nationale veiligheid van zijn land. Mogelijk kan het door druk van de Senaat nog worden afgezwakt. Die keurt dit in overgrote meerderheid af.

Paul Cliteur ziet secularisering als beste antwoord op problemen van het Midden-Oosten

IMG-RPJ-54459

‘Obama, Cameron, Ban Ki-moon, al deze leiders zeggen dat dit conflict niet om godsdienst gaat. Daar gaat het juist wel om. Onze samenleving is dusdanig geseculariseerd dat we niet snappen dat mensen bereid zijn te sterven voor hun geloof. In de zestiende en zeventiende eeuw, toen Europa werd verscheurd door godsdiensttwisten, begrepen ze dat wel. Als onze leiders dit probleem niet op een andere manier gaan aanpakken, wordt ook de 21ste eeuw een tijdperk van godsdienstoorlogen.’ Aldus de oud-voorzitter van het Humanistisch Verbond en hoogleraar Encyclopedie van de Rechtswetenschap Paul Cliteur in een interview in De Volkskrant. Hij verwijst in dit citaat naar de strijd in Syrië tussen IS en het regime van Assad.

Cliteur heeft gelijk. Er bestaat onder Westerse politici en zogenaamde ‘gematigde‘ moslims de neiging om de uitwassen van de islam af te doen als niet behorend tot de islam. Dat is een rampzalige strategie die het vinden van een oplossing uit de weg gaat. Want als iets eruitziet als islamitisch, islamitisch praat en zich op de koran beroept, dan is het islamitisch. De ontkenning tegen beter weten in heeft te maken met de opkomst van extreem-rechts en met het misverstand dat alle middelen lonen om de lieve vrede te bewaren. Bij Obama speelt mee dat Republikeinse hardliners vanaf 2007 roepen dat hij in het geheim moslim zou zijn. De intellectuele en aarzelende president neemt daarvan afstand door de islam in bescherming te nemen.

Cliteur vindt dat we secularisering en atheïsme moeten omarmen. Want ook het Westen is hypocriet door handelsbelangen voor te laten gaan: ‘In landen als Saoedi-Arabië heb je ook lieden rondlopen als Raif Badawi, de blogger die omwille van zijn kritiek op het regime gegeseld werd. Als je naar zijn idealen kijkt, is het gewoon liberalisme wat hij aanhangt. Het Westen had hem kunnen steunen en druk op de Saoedi’s kunnen leggen om hem toleranter te bejegenen. Dat is niet gedaan, omdat ons zakenleven daar te veel belangen heeft.’ Zo kunnen de Saoedies straffeloos hun jihad blijven exporteren naar Europa met de bekende ontregelende gevolgen. Omdat de EU en de VS om zakenbelangen en geopolitieke redenen geen grenzen stellen, ontstaat er geen druk op dit soort landen om zich in de richting van de rechtsstaat te ontwikkelen.

In navolging van oud-ambassadeur Koos van Dam pleit Cliteur ervoor om te praten met het regime van Assad. Het regime heeft weliswaar bloed aan de handen en meer slachtoffers gemaakt dan de islamitische terroristen van IS, maar tegelijk zijn er wel afspraken mee te maken binnen het verkeer van de diplomatie waar deze terroristen zich aan onttrekken. D66-politica Petra Stienen wijst in een opinie-artikel in NRC praten met Assad echter af en stelt dat er zoveel kapot is gemaakt dat het stadium voorbij is dat hij kan worden gerehabiliteerd. Met anderen beredeneert ze dat niet vanuit moralisme, maar vanuit ‘een pragmatische inschatting van het gebrek aan bereidwilligheid van Assad het welzijn van de Syrische bevolking voorop te zetten.

Zo kondigt zich een patstelling aan. Assads regime heeft te veel kapot gemaakt om nog door grote delen van de bevolking geaccepteerd te kunnen worden, maar biedt wel de beste kansen voor toekomstige stabilisering. Of een compromis mogelijk is door uit te gaan van de structuur van het Assad-regime en dat op te vullen met meer zakelijke en voor velen aanvaardbare personen is de vraag. Het pessimisme van Stienen schetst geen begin van een oplossing en het optimisme van Cliteur gaat makkelijk voorbij aan bestaande problemen.

Wat Cliteur beweert is pragmatisch en idealistisch tegelijk. Hij pleit voor het maken van vuile handen om erger te voorkomen met het doel om in het Midden-Oosten een nieuw, stabiel evenwicht te bereiken. Zodat de vluchtelingenstroom en de export van de jihad naar Europa afnemen. Dat meent hij eerder te kunnen bereiken door afspraken te maken met verlichte dictaturen met pan-Arabische trekken zoals die werden gepraktiseerd door Nasser in Egypte, Khadaffi in Lybië, Sadam Hoessein in Irak en de Assads in Syrië, dan met verscheurde of islamitisch-sektarisch geregeerde landen zoals het huidige Irak. Hij stelt daarbij de bescherming van de rechtsstaat boven de werking van de democratie. Het idealisme bestaat uit de secularisering die zowel een beschermende paraplu voor religies biedt als een model om ze gelijkwaardig naast elkaar te rangschikken.

Door conflicterende belangen modderen de VS en Europa door in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het is zelfs de vraag of ze wel een oplossing zouden willen als ze die de regio op zouden kunnen leggen. Botweg gezegd hebben ze profijt van de chaos en verdeeldheid om hun wapens en veiligheidsexpertise te verkopen en de handels- en oliebelangen veilig te stellen. Ook daarom ontkenden Obama en Cameron dat IS iets met de islam te maken had. Niet omdat ze dat werkelijk meenden, maar omdat ze net als zogenaamde ‘gematigde’ moslims veinzen voor een hoger doel. Het is een proces dat twee kanten moet uitwerken. Religie is een proces van ontvoogding en loskomen van strikte regels. De tragiek is dat voor de meeste politici hetzelfde geldt.

Foto: Aleppo, augustus 2016.

EU moet vluchtelingenstromen opvatten als aanval en politiek hard reageren

bl

Pappen en nathouden is de oplossing die de EU kiest voor de vluchtelingencrisis. Het probleem wordt niet aan de bron aangepakt. Dat is de oorlog in Syrië waardoor een vluchtelingenstroom richting Europa op gang kwam waarbij andere Aziaten en Balkanezen zich aansluiten op weg naar West-Europa toen bleek dat de Europese grenzen zo lek als een mandje waren. Griekenland en Italië waren moegebeukt en staakten de controle van hun grenzen. De tussenoplossing die de Europese politiek nu het hoogst haalbaar vindt bestaat uit het met Turkije een dam opwerpen om daar de stroom te stoppen. Maar Turkije schroeft de vraagprijs steeds meer op.

Vluchtelingen zijn mensen van vlees en bloed in beroerde omstandigheden op de vlucht voor oorlogsgeweld die elders recht en onderdak zoeken wat hun in het eigen land onthouden wordt. Dat recht moet zonder bedenkingen erkend worden omdat Nederland zich daartoe verplicht heeft. Maar vluchtelingen zijn ook een politiek middel. Ze worden door landen gestuurd om andere landen te verzwakken. Vanwege het humanitair-juridische aspect lijkt het een taboe om dat zo ronduit te zeggen. Zonder dat besef komt de bewustwording in het publieke debat niet verder. En breekt de politieke leiding van de EU niet uit haar cocon van rondmodderen.

Laura Starink beschrijft in een column op haar blog dat het referendum van Geen Peil een klap is in het gezicht van hervormingsgezind Oekraïne: ‘Zonder westerse steun heeft het Oekraïne van Andrej, Artjom en Lomakina geen schijn van kans. Mocht dat mensen in het welvarende Nederland niet interesseren, dan dienen zij zich te realiseren dat een failed state aan haar oostgrens wel het laatste is wat Europa op dit moment kan gebruiken. Oekraïne heeft 45 miljoen inwoners. Noem het opvang in de regio.’ Zoals Geen Peil geen idee heeft wat het behalve het najagen van publiciteit precies met het referendum over Oekraïne wil bereiken, zo weten de EU leiders evenmin wat een succesvolle buitenlandse politiek is die de EU op de lange termijn verder helpt.

Zo buitelen oorzaak en gevolg over elkaar heen. Verschijnselen die het felst oplichten worden bestreden, maar niet de oorzaak van dat oplichten. Mede omdat de tijd verspeeld is om tot een analyse te komen en die stap voor stap uit te voeren. Zoals Geen Peil niet begrijpt dat de 45 miljoen inwoners van Oekraïne een tikkende tijdbom zijn die het best ontmanteld kan worden door dit land via een associatieverdrag aan verplichtende hervormingen van de EU te binden, zo begrijpt de EU onvoldoende dat het koste wat kost de oorlogen in Syrië en Oekraïne moet stoppen. Om zo bestaande of komende vluchtelingenstromen uit te sluiten. Als het moet door interventie omdat dit een frontale aanval op de EU is. De vluchtelingen zijn een politiek middel die door tegenstanders van de EU ingezet worden om de EU te verzwakken. Dat vraagt om een hard politiek antwoord.

Foto: Schermafbeelding van tweet Bloomberg Business, 19 oktober 2015 met verwijzing naar artikel ‘Assad Move on Aleppo Raises Fears of New Refugee Exodus’. 

Hersh: Obama was niet waarheidsgetrouw over gifgasaanval Syrië

Onderzoeksjournalist Seymour Hersh publiceert zijn artikel ‘Whose sarin‘ in de London Review of Books. Hij heeft kritiek op het Syrië-beleid van president Obama. Over een aanval met gifgas die veel publiciteit kreeg en bijna tot een Amerikaanse inval leidde zegt-ie: ‘When the attack occurred al-Nusra should have been a suspect, but the administration cherry-picked intelligence to justify a strike against Assad.’ Niet het regime van Assad maar de moslimradicalen van Al-Nusra hadden de gifgasaanval uitgevoerd. Maar dat kwam Obama niet goed uit, zijn regering stelde de zaken anders voor, gaf geen openheid en verdraaide de waarheid.

In een geo-politieke analyse over de regio inclusief Turkije maakt Hersch aannemelijk dat het Westen sinds begin 2013 geen andere keuze had dan het regime van Assad te steunen omdat de gematigde opstandelingen het onderspit dolven tegenover de moslimradicalen die door Saoedi-Arabië en andere Soennitsche landen worden gesteund. Dit maakt de beweegreden van Obama om in te grijpen tegen Assad nog onverklaarbaarder. Was het die rode lijn? Hersh lijkt begripvol voor Obama, maar verwijt hem niet de waarheid te spreken.

Misleidende journalistiek in Syrische oorlog over chemische aanval

Opnieuw komt er een theorie uit de hoge hoed over de aanval met sarin in het Syrische Ghouta op 21 augustus. Deze keer luidt de beschuldiging dat rebellen van Al Qaida chemische wapens gebruikt hebben. Ze zouden het via Turkije uit Irak hebben gekregen. Tot nu toe timmeren de VS, Turkije en Frankrijk het hardst aan de weg met hun beschuldiging dat het Syrische regeringsleger op die dag chemische wapens gebruikt zou hebben. Rusland en Iran ontkennen dat het hevigst omdat ze de regering-Assad steunen. RT is een door het Kremlin gecontroleerd nieuwsmedium. Maar harde feiten die het een of het ander kunnen bewijzen ontbreken. Inlichtingenrapporten schetsten doorgaans een waarschijnlijkheid en bieden zelden 100% zekerheid.

Nu komt RT ineens met een ‘smoking gun‘ uit de hoge hoed. De commentator verwijst naar het blog van Brown Moses waarop gezegd zou worden dat uit drie filmpjes die -toevallig- op de mobiele telefoon van een gedode rebel zijn gevonden blijkt dat de rebellen, Al Qaida of de splintergroep Liwa Al-Islam de aanval van 21 augustus op Ghouta hebben uitgevoerd. Maar Brown Moses onderschrijft nergens de claim dat de aanval door de rebellen uitgevoerd is. Hij twijfelt er zelfs sterk aan. Het klopt immers allemaal te mooi. De filmpjes lijken eerder speciaal in scène te zijn gezet om de rebellen te beschuldigen. Daarom pleiten ze de rebellen juist vrij.

Rond 1 september kwam er ook een theorie naar buiten dat de rebellen via Saoedi-Arabië en prins Bandar bin Sultan chemische wapens kregen. Dat werd via journalist Dale Gavlak naar Mint Press News gelekt. Met de opzet dat meer officiële media als RT het konden oppikken om de twijfel verder te zaaien. Opnieuw leek in de oorlogsmist de waarheid het eerste slachtoffer te zijn dat in de oorlog sneuvelde. In een posting constateerde ik: ‘Wat waar is valt nu niet na te gaan. Ook het verhaal van Dale Gavlak kan een afleiding zijn.‘ Hetzelfde geldt nu voor Brown Moses, maar vooral RT dat deze keer wel heel opvallend afdaalt naar journalistiek van een bedenkelijk niveau. Maar ook wat de Amerikanen en Fransen in hun inlichtingenrapporten beweren is giswerk.

BM

Foto: Schermafbeelding uit een van de drie videos die Brown Moses in handen heeft gekregen waarop de chemische aanval van de rebellen op 21 augustus te zien zou zijn; rechtsom geroteerd. Idiot proof door opvallend veel strijdvlaggen en ‘Allah Akbar’ kreten. Zelfde video ook op LiveLeak.

Alan Grayson: Militair-industrieel complex profiteert van Amerikaanse aanval in Syrië

398px-Alan_Grayson_high_res

De Democratische afgevaardigde uit Florida Alan Grayson steunt een militaire aanval op Syrië niet. Zelfs niet als de Syrische regering chemische wapens gebruikte in Ghouta. Grayson ziet een kloof tussen de bevolking die geen behoefte heeft om de politieman-van-de-wereld te spelen en het establishment dat dat wel wil. Een recente ABC-poll ondersteunt zijn claim. Zo’n zestig procent van de Amerikanen is tegen ingrijpen in Syrië.

Feitelijk wil niemand ten oorlog trekken. Echter op een categorie na. Alan Grayson memoreert dat een bepaald element van de samenleving profiteert van ingrijpen in het Midden-Oosten. Namelijk de producenten van wapens: ‘Nobody wants this except the military-industrial complex.’ President Eisenhower muntte deze term en waarschuwde er in 1961 in z’n afscheidsspeech voor. Hij had een vooruitziende blik die meer dan 50 jaar later nog steeds akelig relevant is. En gedeeld wordt door liberals en libertariansThe Perpetual War bestaat dankzij de hechte vermenging van overheid en bedrijfsleven. Straks opnieuw in het theater: Syria, The War.

Foto: Alan Grayson, 2009.

Obama meent dat Syrië geen Irak of Afghanistan wordt. Sure?

Hoe kan president Obama zo dom zijn? Het gaat er nog niet eens om dat-ie meent buiten de VN om in Syrië ten oorlog te mogen trekken. Nu allerlei landen afhaken. Noam Chomsky noemt dat een oorlogsmisdaad. Van Nobelprijswinnaar van de Vrede en politieman-van-de-wereld tot oorlogsmisdadiger zijn flinke stappen. Het gaat erom dat president Obama Amerikaans ingrijpen in de Syrië voorstelt als een eenzijdige actie die proportioneel, begrensd en zonder inzet van grondtroepen is. Dat zijn land volledig in de hand kan hebben.

‘Het is niet Irak of Afghanistan’, zegt Obama. Maar-ie vergeet dat Irak of Afghanistan door de VS vooraf ook niet werd ingeschat als Irak of Afghanistan. In die zin is er vooraf nooit een Irak of Afghanistan. Of Vietnam dat pas achteraf Vietnam bleek. Iran en Hezbollah steunen het Syrische regime van Assad en zullen bij een aanval op hun manier antwoorden. Asymmetrisch, vanuit hun middelen en mogelijkheden. Niet onder het vuur van Amerikaanse kruisraketten en vliegtuigen op het slagveld. Maar elders. Niet zoals Obama het nu voorstelt. Wat wordt dan z’n uitleg? Er is een laffe daad gepleegd in een Westerse hoofdstad, Qatar, Turkije of Saoedi-Arabië. Dan echoën zijn woorden lang na dat de inzet proportioneel en begrensd was. He did it his way. 

Selectieve verontwaardiging van Kerry en Rasmussen over chemische wapens

Is historisch besef lang houdbaar? Een generatie? Bij politici waarschijnlijk nog korter. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry en voormalig activist tegen de Vietnam-oorlog veroordeelde onlangs in een verklaring het gebruik van chemische wapens. Hij wees naar de Syrische regering. Alsof het gebruik ervan over een grens gaat die zelden overschreden wordt. Nog in 2004 gebruikte het Amerikaanse leger in het Iraakse Fallujah witte fosfor tegen opstandelingen. Het Amerikaanse leger heeft het gebruik ervan toegegeven. Eerder ontkende de VS witte fosfor tegen mensen ingezet te hebben. Maar het onderscheid als rookbom, brandbom of doelwitmarkering met de blootstelling die tot de dood leidt valt niet goed te maken.

De Deense secretaris-generaal van de NAVO Anders Fogh Rasmussen is er zeker van dat de Syrische regering chemische wapens heeft gebruikt. Hij vindt daarom dat de internationale gemeenschap moet reageren met een korte, doelgerichte militaire operatie. Voor de NAVO ziet-ie geen rol weggelegd. Uitblijven van een reactie zou volgens Rasmussen een ‘gevaarlijk signaal richting dictators’ zijn dat ‘de wereld’ niet krachtig reageert.

Rasmussen wil vermijden dat chemische wapens in de toekomst worden gebruikt. De secretaris-generaal gaat niet over het verleden. Maar de Vietnam oorlog zou hem leren dat z’n verontwaardiging over het gebruik van chemische wapens selectief is. De VS gebruikten 76 miljoen liter van het ontbladeringsmiddel Agent Orange. Volgens de laagste schattingen zijn honderdduizenden mensen erdoor gedood of verminkt. Nog eens honderdduizenden zijn gehandicapt of hebben gezondheidsproblemen opgelopen. Het Vietnamese Rode kruis schat deze laatste groep zelfs op 1 miljoen mensen. Vooral Kerry zou zich er bewust van moeten zijn dat het land dat-ie vertegenwoordigt de afgelopen decennia massaler dan in Syrië het geval is chemische wapens tegen burgers heeft ingezet. Het zou hem bescheiden moeten maken niet zo’n hoge toon aan te slaan. Zijn verontwaardiging is selectief en dient een politiek doel. De dubbele standaard van de VS is onverteerbaar.

A_vietnamese_Professor_is_pictured_with_a_group_of_handicapped_children

Foto: Professor Nguyen Thi Ngoc Phuong met gehandicapte Vietnamese kinderen, de meeste slachtoffers van Agent Orange. December 2004.

Saoedisch-Amerikaans complot in Syrische burgeroorlog? Wie weet

Mideast-Syria_Muha1-e1377263904358

Update 22 september 2013: McClatchy geeft de pogingen weer die Dale Gavlak heeft gedaan om zich van het op Mint Press News gepubliceerde nieuws te distantiëren. AP-medewerkster Gavlak meent dat haar naam onterecht aan de publicatie is verbonden. Ze heeft wel zijdelings meegewerkt aan het artikel door te helpen met de vertaling, maar is niet ter plekke geweest of heeft getuigen gesproken. Mint Press News verklaart de reactie van Gavlak als gevolg van de druk om de lezing die de schuld bij de rebellen legt in te trekken. 

Het gezegde luidt dat het eerste slachtoffer dat in een oorlog sneuvelt de waarheid is. Gevoegd bij politici in het politieke bedrijf die waarheid niet als doel maar als middel voor hun machtspositie zien sneuvelt bij politici die op oorlog zinnen de waarheid nog voordat de oorlog gestart is. Nu is er de schuldvraag over de Syrische gifgasaanval. De regering-Obama meende te weten dat de regering-Assad dit op z’n geweten had. Maar omdat het geen harde bewijzen overlegde bleef deze aantijging een mening en werd geen feit. Door z’n aarzelend optreden maakte president Obama zichtbaar dat-ie speelbal van facties is die op hem inpraten.

De waarheid van oorlog is in mist gehuld. Oorlogsmist is een term van militair strateeg Carl von Clausewitz: ‘Oorlog is het gebied van onzekerheid, driekwart van die dingen waarop het handelen in de oorlog gebaseerd is, is in de mist van een meer of minder grote onzekerheid gehuld. Het eerste wat hier nodig is een scherpe geest, om de waarheid met zijn oordeel te doorgronden.‘ Deze uitspraak geldt niet alleen voor elk 19de eeuws slagveld dat met barrières doorsneden wordt zodat overzicht per definitie onmogelijk is. Daar helpen geen moderne communicatiemiddelen aan, die voornamelijk het rangschikken achteraf vergemakkelijken.

Mint Press News komt met het nieuws dat de Syrische opstandelingen op aangeven van Saoedi-Arabië onlangs de gifgasaanval in de voorstad Ghouta hebben uitgevoerd. Zonder dat de strijders wisten dat ze chemische wapens in handen hadden. Het artikel is geschreven door de gerespecteerde journaliste Dale Gavlak in samenwerking met Yahya Ababneh die ter plekke was. De laatste sprak met ooggetuigen. De sleutelzin is: ‘Many believe that certain rebels received chemical weapons via the Saudi intelligence chief, Prince Bandar bin Sultan, and were responsible for carrying out the dealing gas attack.‘ Hoe kunnen we dat nu checken?

In de analyse volgen de complottheorieën elkaar op. De soennietische Saoediërs zijn trouwe bondgenoten van de VS en zouden er op gebrand zijn om de sjiietisch-Alevitische president Assad omver te werpen. Daartoe zou prins Bandar bin Sultan met medeweten van de Amerikanen de in Syrië vechtende rebellen van geld en wapens hebben voorzien. Het sluitstuk van z’n inmenging zou het ‘insteken’ van het bewijs zijn dat het regime-Assad gifgas tegen de conservatief-soennietische inwoners van de voorstad Ghouta had gebruikt.

Omdat Assad notabene onder het oog van de VN-inspecteurs geen belang bij de gifgasaanval had, opent de uitleg een ander spoor. Het verklaart stellig onwaarschijnlijkheden, maar mogelijk worden ze gebruikt om de zaak te compliceren. Russen, Iraniërs en Syrische regering hebben belang bij zo’n verklaring. Onbegrijpelijk is dat het spoor zo makkelijk naar prins Bandar bin Sultan leidt. De aarzelingen in de VS en het VK krijgen er wel een basis door. De VS voorzien van een excuus om in de Syrische burgeroorlog in te grijpen is weer in lijn met wat in 2003 in Irak gebeurde. Westers ingrijpen had de luchtmacht en zware infrastructuur van de Syrische krijgsmacht een kopje kleiner kunnen maken. Zodat het machtsevenwicht naar de opstandelingen had kunnen verschuiven. Wat waar is valt nu niet na te gaan. Ook het verhaal van Dale Gavlak kan een afleiding zijn.

Foto: Slachtoffers die bij de gifgasaanval in Ghouta werden begraven. 21 augustus 2013.

Adonis: een Syrische dichter pleit voor scheiding van kerk en staat

De Syrische dichter Adonis, ofwel Ali Ahmad Sa’id woont in Parijs. Hij heeft er geen vertrouwen in dat Arabische landen de moderniteit binnentreden. In zijn ogen is de voorwaarde daarvoor de scheiding van kerk en staat. Door de toenemende macht van de politieke islam in de Arabische wereld raakt dat doel steeds verder uit zicht. Adonis gaat verder dan andere critici door de schuld voor de stagnatie in de Arabische wereld niet te leggen bij het kolonialisme, het Westen of Israël maar bij de Arabische staten zelf. Daarom is-ie niet onomstreden. En moet-ie als vele Arabische intellectuelen uitwijken naar Europa. Hun vlucht tekent zijn gelijk.

Adonis die is genaturaliseerd tot Libanees staatsburger voelt niets voor de Syrische regering van Assad en evenmin voor de opstandelingen die de macht willen overnemen. Syrië schiet daar niets mee op. Adonis is een vertegenwoordiger uit een Arabisch land die past in de liberale democratie. Beide kanten in de Syrische oorlog wijken daar vanaf. Daarom werken pogingen in Europa om de Syrische rebellen te bewapenen averechts. Humanitaire hulp kan jammergenoeg niet op zijn plek komen. Er valt niets anders te doen dan afwachten.

Op 11 juni zond Het Uur van de Wolf over Adonis het portret ‘Het verdwenen land‘ van John Albert Jansen uit. In een toelichting zegt de regisseur dat Adonis voor velen een icoon is, ‘voor al die intellectuelen maar ook gewone mensen van Arabische komaf die over de hele wereld verspreid leven, van Parijs en Londen tot Toronto en Amsterdam. Deze mensen, het zijn er miljoenen, hebben zich onttrokken aan het juk van fundamentalisme, moskee en imam. Ze zijn allemaal individuen gebleven, en ze hebben zich nooit verenigd.

Het zijn gewone democraten in een seculiere samenleving, ooit gevlucht voor de dwang van de gemeenschap en het toenemende fundamentalisme. (..) De tragiek van onze bestuurders is dan ook dat ze, als ze de dialoog met Arabische immigranten aangingen, dat altijd met de georganiseerden deden, bijvoorbeeld een trotskistische arbeiderspartij, of Milli Görüş-achtigen, of fundamentalistische en fascistoïde groeperingen. Dus niet met de individuele mensen die gevlucht zijn voor de dwang van de moskee, en die tot hun schrik moesten ervaren dat de bestuurders in een buitenwijk van Parijs of Amsterdam-West zich inlieten met die groeperingen waarvoor zij nu juist gevlucht waren.’ Zijn het dan toch de dichters die de waarheid spreken?

Maysalun3

Foto: Generaal Henri Gouraud inspecteert per paard de Franse troepen in het Syrische Maysalun. 24 juli 1920. Syrië was toen een Frans mandaat.