Zoals sommigen wellicht weten is de Singaporese rooms-katholieke aartsbisschop Willam Goh mijn favoriete geestelijke. Hij maakt gretig gebruik van sociale media en doet daar controversiële uitspraken die tegen de logica ingaan. Ik zie hem als een karikatuur van een geestelijke. Ik twijfel nog of zijn zalvende toon eerder zouteloos of zoetsappig is. Daarom mag ik graag naar zijn toespraken luisteren omdat hij het zo zichtbaar bont maakt. Goh is een fervent tegenstander van het secularisme dat hij in zijn betogen telkens weer op de hak neemt. Dat is zijn missie. Ik ben een voorstander van het secularisme dat ik opvat als een politieke filosofie waarin levensovertuigingen en godsdiensten gelijkwaardig zijn onder de nationale rechtsstaat.
Goh stelt terecht dat mensen met verschillende levensovertuigingen elkaar uitsluitend op het gebied van de rede kunnen vinden. In de wet. Maar hij heeft ongelijk als dat betekent dat gelovigen of andersdenkenden daarmee bepaald of beperkt zijn. Dat zijn ze niet. Binnen de contouren van de rechtstaat hebben ze alle ruimte om hun overtuiging te volgen. Wat ze alleen niet kunnen is de rechtstaat vervangen door hun eigen levensbeschouwelijke rechtssysteem. Dat zou de teruggang naar de Middeleeuwen inhouden of een verplaatsing naar een theocratie zoals Iran. Goh doet opnieuw zijn betoog geweld aan door neerbuigend te zijn over degenen die niet in de God van Rome geloven. Hij meent dat ze alleen de menselijke rede hebben en suggereert dat ze daarom een moreel kompas missen. Dat is kwaadsprekerij en dommigheid van William Goh.
Mensen die niet in de God van Rome geloven kunnen behalve in de menselijke rede geloven in de mensheid, de natuur of de kunst. Met zijn reductie verklaart Goh zich tot een domoor. Hij ziet een dualiteit tussen een God en een niet-God en geselt de gelovigen die aan hem zijn toevertrouwd met die valse tegenstelling. Het is triest dat William Goh niet begrijpt hoe dom hij is. De Nederlandse theoloog Harry Kuitert zei het treffend: ‘Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen.’ Ofwel, ook de God van Rome is een constructie die door mensen gemaakt is. Het is het resultaat van de menselijke rede.