Bordesfoto

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 10 mei 2011.

Kabinet Biesheuvel I (6 juli 1971 – 9 augustus 1972).

Neem een staatshoofd, een kabinet en een bordes en er is een bordesfoto. Dat klinkt makkelijker dan het is. Wie staat waar? Moet iedereen dezelfde kant opkijken? Hoe gaat men gekleed en gekapt? Mag men praten of moet men zwijgen? Waar laat men de handen? De bordesfoto is een traditie die spelenderwijze is uitgevonden.

De eerste bordesfoto staat op naam van het kabinet Biesheuvel, dat er van 1971 tot 1973 zat. Wat opvalt is dat niet Juliana, maar Biesheuvel in het midden staat. Mooie Barend, zoals zijn bijnaam was, staat er pontificaal bij en overstijgt onze koningin.

De kleding van de ministers varieert van tweedelig tot driedelig. Volgens het KNMI was het op 6 juli 1971 iets boven de 20 graden. Het is licht bewolkt en zomerpakken hangen nog in de mottenballen.

Uit alles blijkt dat de regie ontbreekt. Men weet nog niet hoe het moet. De bordesfoto hinkt vooruit op de beeldcultuur. Nog geen kleur, maar toch geen sepia meer. De tijdgeest scharniert. Biesheuvel kijkt het pad af en aan de rechterkant is het twee keer drukker dan links. Op de tweede rij kijkt men minder tevreden dan op de druk bezette voorste rij.

Handen kennen drie basishoudingen. Van Agt breviert en lijkt met een elastiekje te frummelen. Juliana en Geertsema sluiten zich daarbij aan, waarbij de laatste zijn buikje probeert te verhullen. De rest is verdeeld in langszij en achterlangs. Biesheuvel laat ze maar hangen en kijkt nogmaals het paleispad af. Komt er ooit een einde aan?

Een verkiezingsfoto straalt overtuiging uit. Dat ontbreekt hier. Macht wordt betrapt in een eerste stap op weg naar een nieuwe gewoonte. Goed is dat het perspectief licht omhoog wijst. Zo moet de macht uitgebeeld worden. Zo hoort het.

Een fundamenteel punt van kritiek op de bordesfoto als genre is van staatkundige aard. Merkwaardig dat het kabinet op bezoek gaat bij de koningin. Hoe leuk bedoeld ook, een principieel bezwaar is dat het de rol van de politiek ondergraaft.

Als voor het maken van een regeringsfoto de koningin niet naar het parlement kan komen, hoeft het kabinet nog niet naar de koningin te gaan. Totdat het staatshoofd geen rol meer in de regering heeft, zou het passender zijn om de uitgevonden traditie van de bordesfoto los te laten. Hoewel er veel aan af te lezen valt.

Advertentie

Toenemende aansporing aan de politiek om de Nederlandse monarchie te moderniseren en de kosten ervan omlaag te brengen

Hoogleraar staatsrecht Paul Bovend’Eert doet in een artikel in het AD interessante uitspraken over de modernisering van de monarchie. Aanleiding is de vakantie van de koning en zijn gezin in Griekenland. Hij kreeg daar kritiek op omdat het inging tegen de coronamaatregelen van het kabinet. Modernisering die overigens maar niet wil doorzetten omdat de wil van de politieke partijen daartoe lijkt tee ontbreken. Waarom is onduidelijk omdat koning Willem-Alexander zich in het verleden positief heeft uitgesproken over modernisering. Ofschoon het kan dat de koning in het openbaar wat anders zegt dan achter de schermen.

In het AD worden de standpunten van hoogleraar Bovend’Eert over de monarchie aldus geparafraseerd:

Dat lijkt een prima model voor modernisering. Het is aan de politiek om nu eindelijk eens door te pakken. De Nederlandse monarchie behoort volgens onderzoek uit 2009 van de Gentse hoogleraar Herman Matthijs tot de duurste van Europa. Dat is buiten proportie omdat Nederland een klein land is. Wat de kosten van de Nederlandse monarchie precies zijn valt lastig te zeggen, omdat het niet in het belang van de monarchie is om de kosten openbaar te maken. Openbaarmaking gebeurt tot nu toe niet, maar die transparantie is wel nodig.

Modernisering van de Nederlandse monarchie zou zowel de kosten zichtbaar moeten maken als het budget voor het koninklijk huis verkleinen tot een aanvaardbaar, lager niveau. Als vervolgens Willem-Alexander er de brui aan geeft omdat hij vindt dat hij te weinig geld uit de staatskas ontvangt, dan kan van Nederland een Republiek gemaakt worden. Zoals het al eerder in haar glorietijd van 1588 tot 1795 was. Dát is de identiteit van Nederland. Nederland is niet afhankelijk van een koning en zijn familie. Nederland is meer dan dat.

Foto’s: Schermafbeelding van delen van het artikelGoed mogelijk dat Oranjes er geen zin meer in hebben als ze minder geld krijgen‘ van Jeroen Schmale in het AD, 21 oktober 2020.

Waarom is er geen breed debat over afschaffing van de monarchie?

Morgen 27 april is het Koningsdag. In de supermarkten is extra bier ingeslagen. De continuïteit en kwaliteit van de Nederlandse monarchie is een mythe. Zoals elke mythe komt het niet overeen met de realiteit. Eeuwenlang is het verhaal bijgeslepen en verdraaid om de natie te bouwen. Zo’n broodjeaapverhaal over Oranje kan desondanks werken. Soms hebben volkeren een leugentje om bestwil nodig om zich te verenigen.

Maar een mythe kan uitgewerkt raken. De positie van Oranje lijkt sterker dan die is. Principieel tegenargument is dat erfopvolging in tegenspraak met de volkssoevereiniteit is. Het is discriminatie dat een burger nooit staatshoofd kan worden. Traditioneel wordt het beeld uitgedragen dat Oranje al eeuwenlang op twee pijlers rust: het grauw en de pluimstrijkers die de kern van de macht trachten te bereiken. De calculerende burger neemt de monarchie op de koop toe en staat er vrij onverschillig tegenover. Op een kleine minderheid na.

Aan de andere kant voert een kleine minderheid campagne tegen de monarchie. Zo zegt blogger Kevin Levie in een opinie-artikel voor Het Parool dat Amsterdam Koningsdag moet afschaffen. Hij hoopt ermee een debat over de afschaffing van de monarchie te starten. Levie geeft als reden dat Amsterdam een progressieve stad is. En: ‘Die monarchie is niet alleen archaïsch en ondemocratisch, maar kost ons jaarlijks ook bakken met geld: 345 miljoen, becijferde het Republikeins Genootschap deze week. (…)  Treurig genoeg wordt juist in het vooruitstrevende Amsterdam jaarlijks ’s lands grootste en meest ontspoorde feestje ter ere van het koningshuis gevierd. Dit feestje wordt (…)  zelden of nooit politiek ter discussie gesteld. Het is hoog tijd om dat wél te doen: want als Amsterdam de eerste stad is die Zwarte Piet in de ban doet, waarom zouden we dan niet ook voorop kunnen lopen in het verwerpen van de achterhaalde monarchie?’ Als inwoner van het niet minder progressieve Utrecht hoop ik dat dit debat ook in de Domstad gevoerd wordt. Met als eerste inzet het afschaffen van Koningsdag zoals die nu gevierd wordt, als opzet naar de afschaffing van de monarchie.

Oranje is geen waakhond, maar een jachthond die zelf in de bossen op wild jaagt. Die de broekriem niet wilde aanhalen, terwijl iedereen gekort werd. De koning weerspiegelt onze tegenstrijdigheid en verdeeldheid. Hij is welvarend en denkt geloofwaardig namens minder daadkrachtigen en sociaal zwakkeren te spreken. Het gaat er niet om dat de koning geen geschikte vent is, maar dat monarchie Nederland steeds slechter past. Omdat er een taboe ligt op het debat erover kan een maatschappelijk debat erover niet plaatsvinden. Dat is jammer.

Constitutionele toetsing doet recht aan het vertrouwen in de integriteit van de Nederlandse rechtspraak, betoogde Femke Halsema in 2002 in haar Initiatiefwet over de toetsing aan de Grondwet. Wellicht is zij de nieuwe burgemeester van Amsterdam. Integriteit is de essentie, de staalconstructie die het gebouw stevigheid biedt. Of een koning, president, komiek of filmster op de troon mag zitten is ondergeschikt. Instituties doen ertoe. Als een natie uit nostalgie of traditie haar cohesie en identiteit denkt te kunnen versterken door Oranje dan moet dat mogelijk zijn. Het helpt niet als een debat erover door de politiek en de gevestigde media wordt geblokkeerd zodat we niet weten wat de Nederlanders werkelijk denken over de afschaffing van de monarchie.

Foto: ‘Picking oranges’, 1902. Collectie: Library of Congress.

Petitie: geen regering met partijpolitici, maar met burgers. Kan dat?

pet

Initiator van petities.nl Reinder Rustema gooit de knuppel in het hoenderhok. Hij pleit voor een regering van burgers. Geen premier Mark Rutte meer die proestend problemen weglacht. Of de wegduikende minister Ronald Plasterk die als geen ander achter de feiten weet aan te lopen. Rustema wil de politieke partijen niet afschaffen. Partijen blijven het in de Eerste en Tweede Kamer voor het zeggen houden. Hoe de burgerregering dan aansluit bij het parlement en er steun krijgt is het raadsel van deze petitie. Hoe kan een burgerregering functioneren zonder parlementaire meerderheid? Het is even onwerkbaar als deze petitie, maar kunnen de bestaande landelijke politieke partijen dan niet beter gewoon definitief afgeschaft worden? Een verademing, geen VVD, geen PvdA, geen PVV, geen D66, geen christelijke partijen. Een burgerregering is zo gek nog niet.

rr

Foto 1: Schermafbeelding van petitie Burgerregering.

Foto 2: Schermafbeelding van homepage Democratic Challenge met Reinder Rustema. Met aankondiging van Democratic Challenge Festival op 5 oktober in Amersfoort.

Kritiek Greenwald op anti-democratische Britse monarchie

Natuurlijk is monarchie flauwekul. Maar operette kan leuk zijn. En mensen amuseren. Dan heeft monarchie een functie. Het moet niet te serieus genomen worden. Het kan fout gaan in de vermenging van ernst en luim. Het is of het een of het ander. Dus laat monarchie amusement of macht zijn. Maar niet allebei tegelijk.

De Nederlandse monarchie heeft weinig formele macht, maar veel informele macht. Dat ligt niet alleen aan de hermelijnvlooien, gladstrijkers, jaknikkers en hielenlikkers die zich in een geconditioneerde reflex als konijnen naar een lichtbak op de monarchie richten. De monarchie verdedigt ook het eigenbelang. De politiek probeert de macht van de monarchie langzaam af te breken. Modernisering wordt dat genoemd. 

In een kritisch stuk voor The Intercept gaat de Braziliaans-Amerikaanse onderzoeksjournalist, advocaat en activist Glenn Greenwald helemaal los in zijn kritiek op de Britse maatschappij die hij als uitermate archaïsch ervaart. Dit in reactie op de afwikkeling van het protest van zijn partner David Miranda die in augustus 2013 bij een overstap negen uur op de luchthaven Heathrow werd ondervraagd. Greenwalds achterliggende kritiek is de dubbelzinnigheid van het Britse en Amerikaanse establishment dat het berispend opneemt voor niet-westerse journalisten en dissidenten in verre landen, maar de eigen journalisten al gauw als terroristen of medeplichtigen (accomplices) aan terrorisme brandmerkt. Hij beschrijft de Britse politiek cultuur als volgt:

The political elite of that country cling desperately to 17th century feudal traditions. Grown adults who have been elected or appointed to nothing run around with a straight face insisting that they be called “Lord” and “Baroness” and other grandiose hereditary titles of the landed gentry. They bow and curtsey to a “Queen”, who lives in a “palace”, and they call her sons “Prince”. They embrace a wide range of conceits and rituals of a long-ago collapsed empire. The wig-wearing presiding judge who issued this morning’s ruling equating journalism with terrorism is addressed as “Lord Justice Laws” (he can be seen here).

None of this behavior bears any relationship to actual reality: it’s as though the elite political class of an entire nation somehow got stuck in an adolescent medieval fantasy game. But the political principles of monarchy, hereditary entitlement, rigid class stratification, and feudal entitlement embedded in all of this play-acting clearly shape the repressive mentality and reverence for state authority which Her Majesty’s Government produces. That journalism disliked by the state can be actually deemed not just a crime but “terrorism” seems a natural by-product of this type of warped elite mindset, as does the fact that much of the British press led the way in demanding that the Guardian’s journalism be criminalized (not unlike how many members of the American media have become the most devoted defenders of the NSA and have taken the lead in demonizing the journalistic transparency brought to that and other government agencies).

Poster - Duck Soup_03

Foto: Poster Duck Soup (1933) van Le McCarey met de Marx Brothers in Freedonia.

Opstelten onzorgvuldig in praatje over veiligheid. Hij ziet gezamenlijke inspanning politie en beveiligingsbranche

Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie stelt dat de nationale staat de veiligheid niet in haar eentje kan realiseren. Daar is een gezamenlijk inspanning met het bedrijfsleven voor nodig. En ook de burger. Opstelten verwijst niet naar afzonderlijke inspanningen van overheid, bedrijfsleven en burger met een gezamenlijk doel -het garanderen van een veilige samenleving- maar naar een gezamenlijke inspanning. Ivo Opstelten vindt dat publieke taken uitbesteed kunnen worden aan het bedrijfsleven, hij vindt dat een goede zaak: ‘Publieke taken zitten niet vastgeklonken aan publieke uitvoering‘. Hij vindt dat de samenwerking tussen beveiligingsbranche en politie nog ‘kan en moet groeien‘. Opstelten zet in op doelmatigheid en rendement van de veiligheid. Door de kwaliteiten, bevoegdheden en kennis van beveilingsbranche en politie naast elkaar te zetten suggereert de minister dat een en ander uitwisselbaar is. Hij stelt daarbij niet de kwaliteit van de beveiliger als voorwaarde, maar het vertrouwen van de burger in de beveiliger. Een norm die ruimte laat om af te wijken van de norm.

Wat voor commentaar verdient dit praatje van Opstelten? Onder beperking kan samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. Doel van de overheid is om de burger te dienen. De overheid moet via kabinet en parlement daarover verantwoording afleggen aan de burger. Doel van het bedrijfsleven is afwijkend: winst, het eigen voortbestaan en behoud van maatschappelijke acceptatie. Bedenkelijk is daarom dat Opstelten spreekt over een gezamenlijke inspanning van staat en bedrijfsleven. Die kan er per definitie niet zijn. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van bedrijfsleven en overheid lopen daarvoor teveel uiteen. Ze dienen juist gescheiden te blijven omdat de burger wel het kabinet, maar niet het bedrijfsleven ter verantwoording kan roepen. Het zou correcter zijn als Opstelten sprak over afzonderlijke inspanningen van politie, beveiligingsbranche en burger met een gezamenlijk doel: een veilige samenleving. Veiligheid begint bij bestuurlijke zorgvuldigheid.

VPB_Opstelten

Foto: Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie spreekt tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Nederlandse Veiligheidsbranche, 16 januari 2013.

Waarom laat Rosenthal de uitspraken van Santorum over euthanasie onweersproken?

Uri Rosenthal weet alles van crises. Hij creeërt ze aan de lopende band sinds-ie aan het roer van Buitenlandse Zaken staat. De man van de theorie heeft weinig met de praktijk. Velen beschouwen hem als de zwakste minister. Zo komt Rosenthal samen met Hillary Clinton op voor internetvrijheid, maar evenals zijn Amerikaanse collega is-ie selectief in de toepassing ervan. Het dient als politiek drukmiddel, maar niet om werkelijk de informatievrijheid te vergroten. Ambtenaren op zijn ministerie worden gemuilkorfd op internet.

PvdA’er Frans Timmermans stelt kamervragen over het uitblijven van een reactie op de uitspraken van Rick Santorum over euthanasie in Nederland. Volgens een bericht op een blog van de New York Times waarnaar Timmermans verwijst weigert de Nederlandse ambassade in Washington te reageren op ‘de leugenachtige aantijgingen‘ van Republikeins presidentskadidaat Santorum. Ze berokkenen Nederland reputatieschade.

Artsenorganisatie KNMG zet in een reactie de leugens van Rick Santorum recht. De KNMG stuurde tevens een brief naar de voorzitter van de American Medical Association (AMA) om deze organisatie van informatie te voorzien ‘om waar nodig onjuiste opvattingen te corrigeren‘. De Nederlandse ambassade laat dat alles na.

Het onderneemt geen actie omdat volgens woordvoerster Carla Bundy  de Nederlandse regering liever niet in een Amerikaanse politieke campagne ingrijpt. Dat betekent dat Amerikaanse presidentskandidaten leugens over Nederland mogen verspreiden die door de Nederlandse regering niet worden rechtgezet. Dit standpunt is echter geen staande praktijk. Herhaaldelijk zoeken Nederlandse ambassades de publiciteit om iets toe te lichten, uit te leggen of recht te zetten. Minister Rosenthal heeft uit te leggen waarom-ie niets onderneemt.

Foto: Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal

Aan juryrapport Machiavelliprijs aan Máxima schrijft het hof mee

Onder de kop ‘Stop met dat geknipmes voor het koningshuis‘ plaatste de NRC een stuk van redacteur Frank Vermeulen over de toekenning van de Machiavelliprijs 2011 aan Máxima Zorreguieta. Als bestuurslid van de Stichting Machiavelli stelt Vermeulen op aangeven van voorzitter Marja Wagenaar dat het juryrapport na overleg met RVD en hof tot stand kwam. Máxima Zorreguieta wordt geprezen in een juryrapport waaraan RVD en hof hebben meegeschreven. De RVD ontkent dit overigens. De gang van zaken was reden voor Vermeulen om zich uit het bestuur van de stichting terug te trekken. Het juryrapport is hier op de site te vinden.

Weekblad HP/De Tijd reageert onder de kop ‘Wees geen onderdaan, wees krant!‘ op het NRC-artikel. Het verwijt de NRC dat het bericht wordt weggemoffeld op p.15 zonder dat er een nieuwsbericht of verwijzing naar is gemaakt. Volgens het weekblad onbegrijpelijk omdat het een primeur betreft over de inmenging van RVD en hof in zowel juryrapport als gang van zaken rond de uitreiking van de Machiavelliprijs.

Frank Vermeulen wijst op koningskramp, ‘in de ondergeschikte betekenis van dat woord’. Volgens hem krijgen koninklijke personages door deze onderdanige houding een verkeerd beeld van Nederland en de Nederlanders. Dit is mogelijk de verklaring waarom Máxima Zorreguieta de Nederlandse identiteit nooit heeft kunnen vinden. Knipmessen in haar omgeving gedragen zich vreemd en niet zoals het Nederlanders betaamt.

Maar het gaat verder dan misplaatste onderdanigheid van onderdanige onderdanen. Want Vermeulen geeft ook aan dat hof en RVD de regie over de prijs overnamen. Hij zegt met zoveel woorden dat de prijs werd gekaapt door RVD en hof. Geen misselijke beschuldiging. Met andere woorden, onderdanen worden ook tegen hun zin in een onderdanige positie gedwongen. Het is kiezen of delen. Of weglopen zoals Vermeulen doet en niet meewerken aan het verdraaien en verfraaien door het hof. Of slikken en kiezen voor onderdanigheid.

Een tussenweg is gewenst. Voorwaarde is de introductie van een ceremonieel koningschap. Zodat hof en RVD inbinden en burgers zelfbewust kunnen zijn. Continuïteit en kwaliteit van de Nederlandse monarchie is een mythe. Vermeulen citeert uit het rapport: het Koningshuis wordt ondersteund ‘door een omvangrijk apparaat dat er alles aan doet om de positie van de Troon te bewaken en bestendigen. Rijksvoorlichtingsdienst en hofhouding hebben er meer dan een dagtaak aan om de Koninklijke Familie zo goed mogelijk over het voetlicht te krijgen (..)’. De Nederlandse bevolking kan zich redelijk redden zonder het Koningshuis. We mogen het alleen niet weten.

Foto: Jorge Zorreguieta, koningin Beatrix en Máxima Zorreguieta voorafgaand aan de doopplechtigheid van prinses Ariane in de Kloosterkerk in Den Haag, 2007.

Raad wijst verkoop door musea om economische redenen af

In het advies ‘Geen erfgoed in de etalage‘ veroordeelt de Raad voor Cultuur de verkoop op 28 juni bij Christie’s door museumgoudA van The Schoolboys van Marlene Dumas. De Raad wil herhaling voorkomen en pleit daarom voor een strikte naleving van de ‘Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten’ (LAMO). Dit houdt in dat objecten of verzamelingen altijd eerst aan collega-musea moeten worden aangeboden.

MuseumgoudA had zich niet aan deze gedragsregels gehouden en was om economische redenen zonder overleg met collega-musea rechtstreeks naar de veiling gestapt. Vraag is of het bestaan van het museum op het spel stond of dat het Goudse gemeentebestuur oneigenlijke argumenten gebruikte om te bezuinigen. Bij het Rotterdamse Wereldmuseum dreigt hetzelfde, het wil de Afrika-collectie verkopen. Staatssecretaris Zijlstra veroordeelde dat begin september al in kamervragen van SP’er van Dijk.

Zelfregulering lijkt niet te werken omdat musea geen weerstand kunnen bieden aan de druk van overheden die musea dwingen de gedragsregels van de sector te overtreden. Het advies kan niet los worden gezien van de ledenvergadering van de NMV komende maandag. De nieuwe voorzitter van de Raad voor Cultuur Joop Daalmeijer vraagt om een stop aan de uitverkoop zoals museumgoudA die in praktijk bracht. Zijn opmerking dat-ie niks ziet in een royement wijst op gemaakte afspraken in de zin dat museumgoudA zich disciplineert. Onhandig van Daalmeijer is trouwens dat-ie zich daar in de media over uitspreekt omdat-ie er niet over gaat.

Eigen toekomst voor Libië is een luchtspiegeling

Hoe moet het verder met Libië? Zelfs het einde van kolonel Kadaffi is in nevelen gehuld. Vertegenwoordigers van de National Transitional Council (NTC) spreken elkaar tegen. Premier Mahmoud Jibril’s verklaring dat Kadaffi gedood is in een kruisvuur wordt weersproken door de Amerikaans-Libische woordvoerder Waheed Burshan. Deze wijst erop dat er geen verklaring is voor de dood van de dictator. Daarom rekent-ie op een onderzoek. Uitkomst zou volgens de speciale VN-rapporteur buitengerechtelijke executies Christof Heyns op een oorlogsmisdaad kunnen wijzen. Er staat een bonus van 1,7 miljoen dollar op het hoofd van Kadaffi.

Het perspectief voor Libië is somber. Om te beginnen is er de NTC met Jibril. Da’s geen eenheid, maar een dynamisch evenwicht van uiteenlopende belangen. Volgens afspraak zal geen enkel NTC-lid een positie in een nieuwe regering in mogen nemen. Jibril heeft om critici tevreden te stellen vermoedelijk onder druk zijn vertrek al aangekondigd uit de regering. Daarmee is-ie overigens nog niet weg. Of alle leden hem daarin volgen is de vraag. Tussentijdse herschikkingen kunnen tot interpretatieverschillen daarover leiden.

Met de vijandelijkheden zo goed als over moeten de militaire commandanten van de NTC terug in hun hok. Maar ze lijken moeite te hebben ondergeschikt te zijn aan de politieke leiding. Gewend om fris van de lever te spreken. Ook over niet-militaire zaken. Militair hebben ze weinig klaargespeeld. Geen wonder wegens de omstandigheden. Hun bravour is groter dan hun deskundigheid. Zelfs voor een rol in een nieuw leger. Het zijn de geallieerden die met hun oppermachtige luchtmacht Kadaffi’s krijgsmacht hebben ontmanteld.

De strijd op het slagveld is niet los te zien van de strijd om de economisch belangen. Gas en olie zijn de inzet. Jibril werd al in maart 2011 door president Sarkozy ontvangen. En daarna door Britten en Amerikanen. Jibril was eerder betrokken bij Libya Vision. Uit een door WikiLeaks gelekt telegram uit januari 2010 blijkt dat-ie zich pro-Amerikaans opstelt. Vanwege haar afzijdige opstelling verkeert Libië’s grootste handelspartner Italië in een slechte uitgangspositieEnergie-adviseurs van Wood Mackenzie vermoeden dat het drie jaar duurt voordat de olieproductie weer op vooroorlogs niveau is. Voor de gasproductie duurt dat slechts drie maanden.

Libië staat voor de keuze of het voor Westerse en andere buitenlandse investeringen kiest. En zich overlevert aan het bedrijfsleven. Eigen middelen en mensen ontbreken. Het volk eist brood en vrijheid. Het hoogst haalbare is een liberale democratie met autocratische trekjes. Minder slecht dan de oude corruptie in de regio.

De voortekenen zijn slecht. Binnen de beperkingen bestaat de hoop dat er na verkiezingen in juni 2012 een regering komt die de geledingen van het volk vertegenwoordigt, een begin maakt met het schrijven van een grondwet met rechtsgelijkheid voor allen en het opbouwen van een democratie. De uitspraak van NTC-leider Moestafa Abdel Jalil dat de sharia de basis voor de rechtsstaat maakt sluit aan bij het conservatief-islamitisch karakter van Libië. De kans wordt echter gemist de burgers zich daar over uit te laten spreken.

Foto: Regulus’ reis naar Carthago. Mozaïek in het Leptis Magna Archeologisch Museum in Khoms, Libië