Stedelijk Museum Schiedam is het redden waard. Zit generieke steun aan de hele museumsector dat in de weg?

Stedelijk Museum Schiedam worstelt met oplopende kosten. Zoals energielasten die in 2023 drie keer over de kop gaan, van 83.000 naar 250.000 euro. Ook de huur wordt in 2023 door de gemeente Schiedam verhoogd.

Directeur Anne de Haij vraagt om compensatie van de overheden. Ze zet voorzichtig druk op de ketel: ‘Het zou dan denkbaar zijn, ik vind het gewoon bijna moeilijk om uit te spreken, maar dat wij bijvoorbeeld alle objecten en de kunst uit het museum moeten halen. De verwarming en de installaties uit en even dicht. Dat is echt het laatste waar ik naartoe wil. Ik hoop dat we daarover snel het gesprek aangaan op het stadhuis. Is dit wat we met elkaar willen?

Kleinere en middelgrote musea zoals het Stedelijk Museum Schiedam hebben tijdens de corona-pandemie ingeteerd op hun reserves. Het vlees is van de botten. Bij de minste tegenwind, zoals oplopende energielasten, dreigen musea om te vallen. Daar bovenop komen nog eens teruglopende bezoekcijfers, zodat de inkomsten afnemen.

Vraag is hoe erg het is als musea om economische redenen moeten sluiten. Dat verschilt per museum. Sommige kunnen gemist worden omdat ze geen bijzondere collectie of een interessant tentoonstellingsprogramma hebben. Net als bij de lokale voetbalclub of vroeger de symfonieorkesten speelt echter de trots van de lokale politiek om een museum open te houden.

Hoewel die trots afneemt als het veel kost en er politieke partijen zijn die om zich te kunnen profileren musea om partijpolitieke redenen als ‘elitair’ kenschetsen. In Zoetermeer draaide in 2022 een radicaal-rechtse coalitie het gemeentelijk museum De Voorde de nek om.

Het lijkt een taboe om de vraag te stellen of er niet te veel musea in Nederland zijn. Het lijkt ook een taboe om een museum dat slecht functioneert te sluiten. Het debat erover kan jammergenoeg niet meer onbeschroomd gevoerd worden door het sentiment van rechts (van VVD tot PVV en FVD) dat musea en kunst als linkse hobby voorstelt. Zo verdwijnt de kans op nuancering.

Zou de vraag die overheden, politiek en museumsector zich moeten stellen niet moeten zijn of Nederland 470 musea nodig heeft. Is er wel of niet sprake van overbelasting wat betreft totale financiële steun aan musea en het potentiaal aan bezoekers? Het is jammer om zo’n vraag uitsluitend door professionele bureaus als Berenschot te laten beantwoorden omdat dan oplossing en verantwoordelijkheid gescheiden worden.

Branchevereniging de Museumvereniging zegt in een verklaring van 21 oktober 2022: ‘De Museumvereniging doet namens ruim 470 musea een beroep op overheden en politici om in  deze uitzonderlijke tijd maatwerk te leveren in de vorm van energiecompensatie. Zo kunnen we de collectie Nederland nu én in de toekomst blijven tonen. Want in musea kun je niet zomaar de verwarming lager zetten met collecties die klimaatbeheersing vereisen.’

De Museumvereniging kan als belangenbehartiger niet anders dan vragen om zo’n generieke maatregel die opkomt voor rijp en groen, geschikt en ongeschikt. Dat is nu eenmaal haar taak en beleidsruimte. De Museumvereniging wordt gegijzeld door de eigen doelstelling. Daarmee is de Museumvereniging niet in staat om belangeloos de vraag te beantwoorden wat de optimale voorwaarden zijn om de levensvatbaarheid van zoveel mogelijk musea te garanderen.

De generieke coronasteun (TOZO en ander gelden) van de afgelopen jaren leert dat veel bedrijven en instellingen op de been werden gehouden die zonder steun vanwege slecht functioneren waren omgevallen. Dat is de makke van generieke steun.

Dat alles geldt overigens niet voor Stedelijk Museum Schiedam dat een waardevol museum is dat het verdient om te bestaan. Regionaal en landelijk voorziet het in een behoefte, onder meer door de focus op tekenkunst.

Laat het besef indalen bij overheden en Museumvereniging dat generieke steun aan musea de specifieke, gerichte steun in de weg zit. Dat is het taboe dat door bestuurlijke beperking en schroom; mentale, politieke kramp; lokale trots; onvoldoende durf om de museumsector vanuit een macro-economisch standpunt te benaderen niet geslecht kan worden. Voorlopig, hopelijk.

Kerk in VS aanbidt een wapen, de AR-15. Dat kan omdat God de grootste samenzweringstheorie is die dat wettigt

Schermafbeelding van deel artikelA gun church that glorifies the AR-15 and is led by the son of the ‘Moonies’ church founder has been making alliances with far-right figures‘ in Business Insider, 30 oktober 2021.

Met godsdienst kun je alle kanten op. De goede of slechte, vredelievende of oorlogszuchtige kant. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Daarom is godsdienst zo hybride, zo verhullend, zo raadselachtig. Je kunt nooit voorspellen welke kant het opgaat. Dat kan in de richting van het theedrinken zijn, maar evengoed wordt het bommengooien in naam van God. Op welke kant de medaille landt als die in de lucht wordt gegooid is nooit op voorhand duidelijk.

In het vroegere land van de onbegrensde mogelijkheden, de VS, zijn vele uiteenlopende kerkgenootschappen. Dat loopt van progressief en vredelievend tot extreem-rechts en agressief. In het Trump-tijdperk lijken de laatsten aan de winnende hand, maar op termijn lijken vooral jongeren zich af te keren van religie die zo verstrengeld is geraakt met de rechtse politiek. In Turkije waar president Erdogan het land lijkt te islamiseren keren jongeren zich af van de islam. In de VS vindt eenzelfde soort proces plaats van het rechtse christendom dat verknoopt is geraakt met politiek en commercie. Godsdienst wordt een sterfhuis voor ouderen.

In Pennsylvania is er de zogenaamde AR-15 kerk van predikant Sean Moon waar de semi-automatische AR-15 wordt aanbeden. Hij is de zoon dominee Sun Myung Moon, de zelfbenoemde Messias die de controversiële Unification Church oprichtte. De appel valt blijkbaar in de familie Moon niet ver van de boom. Ook voor de VS is dit kerkgenootschap bizar. Vooral omdat er zo openlijk wordt gekozen voor het rechts-extremisme en de strijdbaarheid met wapens.

Dit bericht van Business Insider over de AR-15 kerk van Sean Moon onderbouwt een uitspraak van de Deense acteur Mads Mikkelsen over godsdienst. In NRC wordt hij in een recensie van ‘Riders of Justice‘ van regisseur Anders Thomas Jensen sprekend opgevoerd. De film gaat over een complottheorie.

Mikkelsen: ‘Mensen vinden in alles zin en betekenis, ook als dat volledig onduidelijk is. Volgens mij is de grootste en meest legitieme samenzweringstheorie God: die kan je zonder spoor van bewijs opvoeren als reden voor alles. In een neerstortend vliegtuig zitten geen atheïsten‘.

Mikkelsen wijst op een maatschappelijk taboe om de gevestigde godsdiensten te noemen wat ze in de kern zijn: samenzwering- of complottheorieën. Het is een raadsel waarom van complotdenken beschuldigde opinieleiders als Willem Engel, Thierry Baudet, Janet Ossebaard, Karel van Wolferen, Sven-Ake Hulleman, Arnold Karskens en talloze anderen zich niet verdedigen door naar de grootste samenzweringstheorieën uit de geschiedenis van de mensheid te wijzen. Namelijk godsdiensten als christendom en islam die met hun annexatie- en oorlogszucht vele doden op hun geweten hebben.

Die verwijzing zou de politieke en juridische druk relativeren en gedeeltelijk wegnemen. Welke advocaat durft het aan om bij een volgend proces tegen een vermeende complotdenker de verdediging aldus te beginnen: ‘Edelachtbare, mijn cliënt ligt onder druk en wordt van alles beschuldigd, maar dat is peanuts vergeleken bij wat de gevestigde godsdiensten in eeuwen hebben aangericht. Dat pleit mijn client niet vrij, maar het plaatst de beschuldiging in perspectief. Er is sprake van rechtsongelijkheid als grote religieuze organisaties die zijn gebouwd op complotdenken en samenzweringstheorieën met hun God buiten schot blijven en mijn cliënt wordt aangepakt. Dat kan niet. Het is van tweeën één. Of mijn client wordt vrijgesproken of de gevestigde godsdiensten worden van hetzelfde beschuldigd als waarvan mijn cliënt wordt beschuldigd. Het is aan de maatschappij om daar een besluit over te nemen. Ik wacht het af‘.

Plannen voor museum van feministische, controversiële kunstenaar Judy Chicago in Belen, New Mexico zonder haar controversiële werk

Het is even zoeken wat de controverse in dit item is over de controversiële kunstenaar Judy Chicago (1939). Het gaat om de voorgenomen opening van een museum in Belen, New Mexico, VS met haar werk. De gemeenteraad strubbelt tegen vanwege haar oudere werk. De aap komt uit de mouw in de toelichting van KRQE: ‘Some of Chicago’s well-known pieces have been considered controversial. She’s known to showcase intimate female body parts to advocate for feminist social causes.’ Daar gaat het dus om, het tonen van werk met ‘intieme vrouwelijke lichaamsdelen’. Maar wie de fotogalerij op haar website bekijkt vindt nauwelijks (nog) dit soort controversieel werk dat storend expliciet of niet-gestileerd is terug. Het past niet in de selectie. Het museum dat in de kunstruimte van Chicago en haar partner Donald Woodman ingericht wordt zal geen controversieel werk van Chicago tonen. De vrijheid van expressie is gegarandeerd tot aan de hoek. Netjes. 

Foto: ‘Judy Chicago, Cock and Cunt Play from Womanhouse, 1972, written by Judy Chicago, performed by Faith Wilding and Jan Lester. Photo courtesy of Through the Flower archives housed at the Penn State University Archives.’

Beschaafd radicalisme van Ralph Posset in Museum Oirschot

Update 2 september 2016: In een opinie-artikel voor TPO suggereert Ralph Posset dat de recensie van kunstcriticus Rob Schoonen in het ED over zijn tentoonstelling in Oirschot door hem georkestreerd is. Schoonen wordt als drankzuchtig en makkelijk beïnvloedbaar  voorgesteld. Posset meent dat hij ‘Een middelmatige kunstenaar’ is ‘die zowel goede als slechte pers heeft gekregen. Een kleurloos typetjes. Precies zoals alle andere kunstenaars.’ Maar dat laatste is nog maar helemaal de vraag. Hoe middelmatig is Posset? 

Update 4 maart 2015: Ralph Posset pikt de kritische recensie door journalist Rob Schoonen van het ED over zijn tentoonstelling in Museum Kruysenhuis niet. Volgens Omroep Brabant gaat Posset aangifte doen. Hij ziet in de recensie broodroof. Is Posset van de pot gerukt? Want als hij gelijk krijgt dan maakt dat elke kritische recensie praktisch onmogelijk. In een eerste reactie zegt Rob Schoonen dat Posset met zijn beschuldiging ‘alleen maar op publiciteit uit is’. Of Posset met het dreigen met aangifte tegen Schoonen positieve publiciteit genereert is de vraag. Zie bij reacties voor de recensie van Rob Schoonen en een videoverslag van het ED. 

Aldus Bossche kunstenaar Ralph Posset in februari 2014. Een jaar later opgepakt door Museum Kruysenhuis Oirschot waar Posset van 1 maart tot 7 april een solo heeft: ‘Mythe’. In een toelichting zegt Mark van de Voort: ‘De meeste kunstenaars kiezen veilig voor een hoogstpersoonlijk, hermetisch oeuvre, maar een enkeling gooit de kont tegen de maatschappelijke krib en zet alle regels van het betamelijke opzij. De taboedoorprikkende kunst van kunstenaar Ralph David Posset schrijnt, zet je voortdurend op het verkeerde been en laat je mild grimlachen. Een lucide flirt met provocatie maar de kunstenaar zal je nooit direct kwetsen.’

Het is een dubbele boodschap van Museum Kruysenhuis door Posset te afficheren als taboedoorbrekend, maar dat tegelijk klein te maken door hem speels en niet kwetsend te noemen. Dat lijkt eerder een politieke dan een kunsthistorische opstelling. Posset ziet zichzelf als de ontregelaar die ontwricht en op een radicale wijze over grenzen zegt te gaan, maar in eigen ogen volgens anderen nooit extreem wordt en kwetst. Posset is de kunstenaar die zijn taart eet zonder dat deze in zijn maag verdwijnt. Hij is de duivelskunstenaar die poseert als radicaal, maar toch door allen als geschikt geaccepteerd wil worden. Posset ruilt een radicale opstelling uit tegen acceptatie waardoor de vraag ontstaat hoe radicaal Posset in de kern eigenlijk is.

Het geaccepteerde radicalisme van Ralph Posset treft buiten de muren van de kunstwereld desondanks doel. Omroep Brabant: ‘Ondertussen is er ophef ontstaan over de expositie. Zo krijgt bestuursvoorzitter Han Smits van Museum Kruysenhuis mails van verschillende christelijke organisaties waarin ze schrijven dat ze zich beledigd voelen door de kunst. Ook zag hij op Twitter voorbij komen dat christelijke organisaties oproepen tot protest bij de expositie.’ Een beschaafde storm in een fijn glas water. Smits meent dat er volgens hem ook discussie moet kunnen plaatsvinden over het geloof: ‘Als je niet meer kunt discussiëren, bestaat het geloof niet meer’. Is het trouwens niet eerder andersom? Smits meent dat iedereen na de aanslagen bij Charlie Hebdo de vrijheid van meningsuiting moet respecteren. Wat voor kunst dat oplevert blijft vooralsnog onbeantwoord.

Het echte taboe is de vraag of integratie wel gewenst is. Over islam

10484478_333534336805849_4066131387593506673_o

Een column van Mieke van Stigt over integratie van moslims en de Rot toch op-toespraak van burgemeester Ahmed Aboutaleb op Sociale Vraagstukken roept aardige reacties op. HPAK verwijst naar bovenstaand citaat van de voormalige sterke man van Singapore Lee Kuan Yew: ‘I think we were progressing very nicely until the surge of Islam came … I would say today, we can integrate all religions and races except Islam’. Lee kreeg er kritiek op. Een reactie uit Indonesië zegt: ‘Funny, if you say the same thing in Europe, you will be crucified.’

Dat klopt. Iemand die in Europa over de islam beweert dat deze niet te integreren valt wordt eerder gekruisigd dan gestenigd. Spreekwoordelijk dan. Niet de moslims zelf ondernemen actie ondernemen om degene die dit zegt hard aan te pakken. Vooral autochtonen eigenen zich de uitspraak toe. Ze maken zich tot eigenaar van de opmerking die ze tot taboe verklaren, zoals Van Stigt in sociotaal zegt. Zij ontkent de verantwoordelijkheid van degenen die hier kunnen integreren: ‘Rot toch op’ is niet de oplossing, maar juist het probleem’.

Lee en Van Stigt trekken hun conclusies te makkelijk. Als de praktijk van Singapore in de jaren ’70 en ’80 (vdve) uitwijst dat moslims niet te integeren waren wil dat niet zeggen dat dat ook in andere landen en voor andere perioden zo is. Want over welk deel van de diverse islam hebben we het eigenlijk? Van Stigt gaat te makkelijk voorbij aan de onwil van moeilijk te integreren moslims die te makkelijk naar externe factoren wijzen, maar nooit eens goed de hand in eigen boezem steken. Dat taboe is hun bijdrage aan de integratie.

De standpunten van Lee en Van Stigt dienen prima om in het integratiedebat de grenzen ervan af te bakenen. Dat gaat verder dan gangbare verhalen over succesvolle moslimmeisjes in het onderwijs of jongere generaties die minder kleurenblind zijn en makkelijker met elkaar omgaan. Eronder ligt de vraag of minderheidsgroepen altijd kunnen integreren, en vooral: ten koste van wat. Dus of menging in een samenleving die nog lang niet geïndividualiseerd is wel altijd gewenst is. Dat leidt tot het tussenstapje dat discriminatie die dient als groepsbinding niet per definitie negatief opgevat moet worden. Integratie of sociale cohesie kan een valkuil zijn die meer kapot maakt dan ons lief is. Dat ter discussie stellen is het echte taboe. In Europa, in 2015.

Foto: Uitspraak van Lee Kuan Yew in zijn boek ‘Hard Truths’ (2011)

Installatie Exhibit B onmogelijk gemaakt in Londen. Intolerantie?

Installatie Exhibit B van de Zuid-Afrikaanse theatermaker Brett Bailey in The Barbican werd onlangs gesloten wegens vermeend racisme. Of liever gezegd, een protest van 200 demonstranten noodzaakte sluiting dat de Barbican veroordeelde. Het werk thematiseert het tentoonstellen tijdens de 19de en 20ste eeuw van zwarte mensen voor het amusement van blanken. Een toelichting zegt erover: ‘a human installation that charts the colonial histories of various European countries during the nineteenth and twentieth centuries when scientists formulated pseudo-scientific racial theories that continue to warp perceptions with horrific consequences.

Wat weegt zwaarder, de vrijheid van expressie die bekritiseerd, maar niet verhinderd mag worden? Of de onaanvaardbaarheid van de reconstructie van een racistische situatie die tot nieuw racisme leidt omdat het de zwarten opnieuw tot objecten reduceert? The Barbican stelt zich op het standpunt dat de demonstranten het recht hebben om te protesteren, maar op een geweldloze wijze hun kritiek hadden moeten uiten zonder de tentoonstelling te verhinderen. Dat deden ze niet, zodat nu in de beeldvorming het beeld van een intolerante minderheid beklijft die zelfs niet het debat wenst aan te gaan met kritiek. Hoe dan ook geeft de sluiting van Exhibit B in Londen de Zuid-Afrikanen een nieuwe blik in de spiegel, zoals uit het studiogesprek blijkt.

Deze kwestie doet denken aan de ontvangst van ‘Het vuil, de stad en de dood’ van Rainer Werner Fassbinder waarin de rijke jood A. optreedt. Loek Zonneveld zegt: ‘Die geschiedenis is overbeladen met woede, verdriet, protest, pleidooien voor én tegen het stuk, affiniteiten, extreme sympathiëen en zo mogelijk nog extremere antipathiëen. Voornaamste effect: het Fassbinderstuk is in Duitsland en in Nederland van de toneelplanken weg-gedemonstreerd. In Duitsland mag het nog altijd niet worden gespeeld. Kern van het vooroordeel, of zo u wilt het verwijt tegen het stuk: het zou antisemitisch zijn.’ Zonneveld somt op dat zo’n reactie voortkomt uit het misverstand dat een kunstwerk reduceert tot politiek. Want het beschrijven van een taboe is nodig om dat taboe te problematiseren: ‘Als de kunstenaar die deze taal opschrijft vervolgens wordt vereenzelvigd met de kwaadaardige teksten van deze antisemieten, dan wordt hij in feite monddood gemaakt. Hij mag dan namelijk nooit meer kwaadaardige personages met boosaardige teksten opvoeren. Met terugwerkende kracht kunnen we dan ongeveer tachtig procent van de wereldliteratuur op de vuilnisbelt gooien.

Exhibit B at the Barbican, London, September 2014

Foto: Onderdeel van de installatie Exhibit B van Brett Bailey.

Dierenleed, taboe, taxidermie en aandacht: een hele kunst

Op 17 december is het Wright Brothers Day. Ter nagedachtenis aan de eerste vlucht van Orville en Wilbur Wright op 17 december 1903. De Arnhemse kunstenaar Bart Jansen viert het op zijn manier. Met steun van RCtechnics maakte hij in mei 2012 zijn Orvillecopter bestaande uit een opgezette kat, gegoten polyester en een Quadcopter. Bij de preparatie hielp de museumwinkel.com uit Nijmegen. Koop daar een opgezette vos voor 275 euro, een halsband cotinga voor 1750 euro of een Schotse sneeuwhoen voor 199 euro.

Uit de Gelderlander blijkt dat Bart Jansen ‘via de sociale media een lawine van negatieve reacties gehad‘ heeft op de Orvillecopter. Hij zou er z’n eigen opgezette kat ‘Orville’ voor gebruikt hebben. De kritiek komt volgens het bericht van ‘antidierenleedstrijders en dierenliefhebbers’ die Jansen als dierenbeul zien. Maar hij ontzenuwt de kritiek door erop te wijzen dat-ie alleen dode dieren voor zijn werk gebruikt. In 2004 kreeg Tinkebell kritiek uit dezelfde hoek toen ze een tasje maakte van haar gestorven kat Pinkeltje. En haar naam gemaakt was. Kunstenaars die met dode dieren werken kunnen publiciteit verwachten. Dat staat vooraf vast. 

Racisme komt niet alleen van blanken. Omslag in denken gevraagd

Bewustwording over racisme is goed. Racisme deugt niet. Het dient te bestreden worden. Maar wat is racisme? Ik ben het eens met het filmpje. Wat de vrouw doet kan niet door de beugel. Mooi dat ze op haar neus kijkt. Maar waarom wordt in dit soort filmpjes racisme doorgaans gereduceerd tot blank tegen de rest? Da’s niet het echte, of in elk geval niet het hele verhaal over racisme. Da’s het luie, makkelijke verhaal dat niet past bij een multicultuur waar minderheden met elkaar binnen dezelfde samenleving leven. Onder dezelfde grondwet.

Waarom zit er op de plek van de blanke vrouw nooit eens een moslim die zich racistisch gedraagt tegenover de neger? Of een hindoe die neerbuigend doet tegenover een moslim? Of een Chinees tegenover een Japanner of Tibetaan? Of een soenniet tegenover de sjiietische, alevitische of Ahmadi-moslim? De belijdende moslim die in Nederland de afvallige moslim dwingt net te doen alsof-ie nog gelooft wordt onvoldoende beschermd door de overheid. Al is het door permanente voorlichting. De overheid stopt bij oude waarheden als een koe.

Racisme is een lastig onderwerp dat het verdient om verder te gaan dan het zwart-wit denken van de blanke racist. Onze samenleving met uitsluitend minderheden verdient een blik die de verscheidenheid aan racisme eerlijk registreert. Dat loopt van alle groepen naar alle groepen. Dit filmpje bevestigt een stomme onwaarheid, namelijk dat racisme onder niet-blanken nauwelijks voorkomt. Daarom oogt het zo gedateerd. Zo van een voorbije fase. Het schiet z’n doel voorbij doordat het allerlei groepen die zich racistisch gedragen niet op de korrel neemt en aanspreekt op hun gedrag. Daar is de samenleving onderhand wel klaar voor. En klaar mee.

Jap

Foto: Inheemse Aino of Utari in Hokkaido, Japan. Circa 1890-1900. Deze aloude autochtone minderheid werd pas eind 20ste eeuw door de Japanse overheid officieel erkend en van rechten voorzien. Credits: Okinawa Soba.

Korte film ‘Premier’ online. Homoseksualiteit als taboe

Een korte film van de 19-jarige Jens Rensdijk. Vandaag online beschikbaar gesteld door ‘Jear Productions‘ na winst in het 48 Hour Film Project in Rotterdam. Een uit de VS overgewaaide competitie die al sinds 2001 bestaat. Makers krijgen een genre, personage, rekwisiet en dialoog toegewezen en moeten ermee binnen 48 uur een film maken. Raymi Sambo speelt de rol van de homoseksuele premier die in het volgen van zijn liefde tegengewerkt wordt door medewerkers en partijtop. ‘Premier‘ gaat door naar de finale in New Orleans. In ons land vindt in 2013 de competitie ook plaats in Amsterdam, Breda, Leeuwarden, Nijmegen en Utrecht.

Het verhaal roept associaties op met de persoonlijke omstandigheden van premier Mark Rutte. Hoewel het ongefundeerd is om te veronderstellen dat het leven dat ‘Premier‘ schetst veel gelijkenis vertoont met het leven van de premier suggereert het intussen overeenkomsten. Zelfs als die er niet zijn, zal een Nederlandse kijker die toch in het achterhoofd construeren. Bij een internationale of Amerikaanse jury speelt dat niet. Dat werpt de film terug op zichzelf. Hopelijk is het goede spel van Raymi Sambo en het ‘gedurfde’ onderwerp van homoseksualiteit voldoende voor een goede klassering. Met de enige vrouw als de dader. Dat dan weer wel.

Gezien de beperkingen heeft Rensdijk gekozen voor de afwisseling tussen lange en korte shots. Dit zorgt voor vertraging en dramatisering van de handeling. En rustpunten. Dit is een beslissing die goed uitpakt. Het 48 Hour concept is op te vatten als vakantie van of voorbereiding op het echte werk. Als een nieuwe stap tussen eindexamenfilm en ‘bioscoopfilm met echt budget‘ voor filmmakers. Vergelijkbaar met de ‘24 Hour Plays‘ voor theatermakers en de oneminutes videos voor kunstenaars. Ook als competisering van onze samenleving.

taboe

Foto: Vertellen meisjes elkaar een seksueel taboe?

SS-VA pakt flink uit op Aalster carnaval. En wordt zelf ingepakt

549417_345642958875338_663190085_n

Carnaval in Aalst. De Oost-Vlaamse stad van priester Adolf Daens en schrijver Louis-Paul Boon. En nu ook van de ‘SS-VA‘ rel die de Bulgaarse directeur-generaal van de Unesco Irina Bokova tot de uitspraak brengt dat de Holocaust niet gebanaliseerd mag worden. Ook niet voor het aankaarten van een lokale, politieke kwestie. Het carnaval van Aalst is opgenomen als immaterieel cultureel erfgoed op de Unesco-lijst. Mevrouw Bokova zegt gechoqueerd te zijn door wat er in de carnavalsoptocht gebeurde en spreekt van een onaanvaardbare daad die een belediging is voor de nagedachtenis van de 6 miljoen Joden die gedood zijn tijdens de Holocaust.

Carnavalsvereniging Eftepië deed verkleed als SS-ers mee. Een met ‘E. de Waar’ ondertekende verklaring op Facebook spreekt over een misverstand: ‘De link met de jaren 30 hebben we gelegd omdat hier in Aalst de NVA het voorstel gelanceerd zou hebben om alle franstalige boeken uit de Bibliotheek te halen. Dit doet ons (Eftepië) nogal aan 10 mei 1933 doet denken, wanneer de NSDAP aanhangers op de Opernplatz 25000 boeken over ongewenste onderwerpen of van ongewenste auteurs hebben verbrand.’ De Weer legitimeert het optreden door te verwijzen naar een toespraak van koning Albert die verwees naar een jaren ’30 klimaat.

De Aaltse burgemeester Christoph D’Haese is lid van de N-VA van Bart De Wever en probeert de kwestie niet groot te maken. Hij betreurt de kwestie, wijst op het goede verloop en merkt tegelijkertijd op dat van de 3500 deelnemers aan het carnaval er slechts zes behoorden tot de ‘SS-VA’. Context is dat er niks verboden werd.

Directeur-generaal Bokova van de Unesco heeft gelijk dat de Holocaust niet gebanaliseerd mag worden. Het is echter twijfelachtig of dat uit het optreden van Eftepië opgemaakt kan worden. Uit de beelden blijken ze dat niet specifiek aan de orde te stellen, hoewel er verwijzingen naar de vernietingskampen waren: Zyklon en een goederenwagen. Maar geen hakenkruizen. In navolging van koning Albert verwijst Eftepië naar de jaren ’30, terwijl de ‘Endlösung der Judenfrage’ pas in 1941 begon. Verschillende fases in de nazi-dictatuur. Het verwijt dat de SS vermenselijkt wordt zou eerder hout snijden. Dat trof ook de film Der Untergang met Bruno Ganz als een menselijke en bij vlagen tierende Hitler. Fijnzinnig is Eftepië niet, kwaadwillend evenmin. Domweg naïef.

624_341_517d3a0ddf882ae9873041fba1e7ff62-1360778930

Foto 1: Gefotoshopte Affiche van Eftepië met bekende N-VA’ers; SS-VA voor het beeld van priester Daens in Aalst, 2013.

Foto 2: Eftepië als SS-VA tijdens de carnavalsoptocht in Aalst, februari 2013. Credits: Belga.