IJzeren Regel van Instituties toegepast op Nederlandse politieke partijen

plate05

Jon Schwartz verwijst in een artikel op The Intercept waarin hij de kritiek van de presidentskandidaat voor de Democraten Bernie Sanders op president Obama verwoordt op de door hemzelf gemunte term Iron Law of Institutions. Te mooi om te vertalen: ‘The people who control institutions care first and foremost about their power within the institution rather than the power of the institution itself. Thus, they would rather the institution “fail” while they remain in power within the institution than for the institution to “succeed” if that requires them to lose power within the institution.’ Een echte wet is het niet omdat het niet weerlegbaar is, maar een regel die politici ‘stuurt’ is de IJzeren Regel van Instituties wel. Omdat politieke leiders makkelijk partijen naar hun hand kunnen zetten is deze regel manifester in de politiek dan in andere organisaties.

Schwartz muntte zijn Iron Law in kritiek op de leiders van de Democratische partij die progressieve kiezers buiten de deur hielden. En zo hun eigen macht consolideerden door bewust geen verbreding te zoeken van de macht. Wat hun invloed had doen verwateren. Barack Obama is er een sprekend voorbeeld van. Of Nancy Pelosi en Hillary Clinton. De IJzeren Regel voor Instituties is er een waarschuwing voor dat de zittingstermijn van politici beperkt moet worden. Want hoe groter de mogelijkheid wordt hun eigenbelang op te bouwen, hoe groter de kans is dat ze het partijbelang ondergeschikt maken aan hun eigen positie binnen de partij.

Wie zijn Nederlandse politici die hun positie binnen de partij boven het partijbelang stellen? Dat kan op twee manieren. Door de onweerlegbare claim op een hoge functie waartegen geen interne oppositie mogelijk is of door het bijsturen van de programmatische koers waarbij de leider de partij zijn of haar politieke kleur oplegt.

Leiders van politieke partijen op wie de IJzeren Regel van Instituties van toepassing is omdat ze te lang de macht in handen wilden houden -tot na hun uiterste houdbaarheidsdatum- en daarbij hun partij schaadden door deze te laten onderpresteren lijken op het eerste gezicht Jan Marijnissen (SP), Ruud Lubbers (CDA) en Wim Kok (PvdA) of in het verleden leiders als Abraham Kuyper (ARP), Hendrik Colijn (ARP), Hendrik ‘Boer’ Koekoek (Boerenpartij) of Paul de Groot (CPN). Het vraagt nader wetenschappelijk onderzoek om de begrippen te omschrijven en instrumenten te ontwikkelen om de IJzeren Regel van Instituties voor politieke partijen en partijleiders te meten. Een uitdaging voor studies politicologie om dit journalistieke begrip te integreren.

Foto: Illustratie van Gustave Doré in Paradise Lost (1667) van John Milton met ondertitel ‘Thir summons call’d From every Band and squared Regiment By place or choice the worthiest;’ (ofwel: Better to reign in Hell, than serve in Heaven). 

Rapport: Lobby Nederlandse banken is niet transparant

bankofthefuture03

Sinds 1 oktober 2008 is er in Nederland 95,19 miljard euro overheidsgeld naar banken gevloeid om zieke banken overeind te houden. Deels stroomt dat geld terug naar de belastingbelastingbetaler als banken weer gezond zijn. Maar vermoed wordt dat de Nederlandse belastingbetaler zo’n 20 miljard euro toelegt op de steun aan binnen- en buitenlandse banken. Waarheden van de ministers Bos en De Jager dat Nederland winst zou maken op de leningen aan Griekenland zijn niet bewaarheid. Op leningen aan Nederlandse banken derft Nederland volgens minister Dijsselbloem miljarden euro’s aan renteverlies en dividendinkomsten. Positief is dat Nederland voor 2008 de economie heeft aangejaagd. Maar ten koste van wat?

De EU werkt langzaam, maar gestaag aan de sanering van Europese banken in een bankenunie. Dat hangt samen met het overdragen van soevereiniteit van afzonderlijke natiestaten naar de supranationale EU of een Europese Centrale Bank. ‘Nooit meer‘ is het motto dat overheden nooit meer in een situatie terechtkomen dat ze door banken gechanteerd kunnen worden. De kiezer die ook belastingbetaler is volgt met tegenzin, maar dat kan zo maar veranderen. Opknippen van banken die niet langer ‘too big to fail’ zijn hoort bij de plannen.

Probleem is niet de politiek of de toezichthouders, maar de conservatieve, machtige, hardleerse, volkomen in zichzelf gekeerde en moreel volledig ontspoorde bankensector. Het heeft jarenlang kunnen gokken met overheidsgeld en is daar even gewend aan geraakt als een luxejunk aan cocaïne. Aan de kick, de winst, de roekeloosheid en lak hebben aan afspraken. Lastig voor bankiers om af te kicken van hun slechte gewoonten.

De meerderheid van de consumentenactiviteiten is solide en betrouwbaar. Gevaar schuilt in de combinatie van een consumentenbank met activiteiten van een zakenbank dat zich vertaalt in allerlei vormen van fraude en risicovol gedrag. Dat moet stoppen, maar stopt niet. Deels omdat topbankiers de eigen handel niet begrijpen, deels omdat ze nog steeds vertrouwen op overheidssteun bij verlies. Want door lobbyen en plaatsing van eigen mensen op politieke topposities hebben ze weten te verzekeren dat hun macht ongebroken is.

Signaal voor de hardleersheid van Nederlandse banken is het rapport ‘Taking Lobbying Public‘ van the Centre for Research on Multinational Corporations (SOMO). Hier is onder meer een Nederlandse samenvatting in te zien die concludeert dat banken effectieve hervormingen van de sector blokkeren: ‘De aandacht voor de financiële sector van het algemene publiek, politici, media en maatschappelijke organisaties is na de crisis sterk toegenomen. De intensivering van het debat heeft echter ook geleid tot meer lobbyactiviteiten van banken. Aangezien banken veelal lobbyen op intransparante wijze, is er onvoldoende ruimte voor een open debat en blijft het risico van regulatory capture aanwezig. Volgens velen zijn de banken nu, vijf jaar na het begin van de financiële crisis, nog steeds in staat om noodzakelijke hervormingen te blokkeren.

Regulatory capture‘ wil zeggen dat de regulering overgenomen wordt door de sector ‘en gebruikt voor het eigenbelang van deze private spelers, zelfs ten koste van het algemeen belang.’ Ontluisterend is het aldus geschetste gedrag van de bankensector en teleurstellend is het optreden van de Nederlandse politiek om de sector effectieve hervormingen op te leggen, politieke druk van de banken te neutraliseren en lobbypraktijken aan banden te leggen. De kamerleden Henk Nijboer en Lea Bouwmeester (PvdA) hebben gisteren kamervragen gesteld aan de ministers Dijsselbloem en Plasterk over het ontbreken van transparantie van de lobbypraktijken van Nederlandse banken. Ze vragen onder meer wanneer er een ‘lobbyparagraaf’ aan wetsvoorstellen wordt toegevoegd om de belangenbehartiging en inbreng van onder meer de bankensector inzichtelijk te maken.

Foto: Bank of the Future, Oklahoma City. Credits: Allison Meier

De elite verraadt de burgers: petitie tegen de graaicultuur

graai

Sjors van Beek is een petitie gestart om het graaien tegen te gaan. In een opiniestuk hekelt-ie de graaicultuur en legt z’n initiatief uit. Het heeft met z’n persoonlijke situatie te maken. Van Beek hangt z’n zorgen op aan de gang van zaken bij multinational Wolters Kluwer waar-ie onlangs als journalist is ontslagen omdat het blad Binnenlands Bestuur waarvoor-ie werkte ‘te weinig winst maakte‘. Topbestuurder Nancy McKinstry van Wolters incasseerde in haar eentje ruim 6,5 miljoen euro. De verhoudingen zijn zoek, aldus Van Beek. Teken hier.

Dit steekt omdat politieke partijen onvoldoende optreden. Hoewel ze niet over alles wat te zeggen hebben is het ook niet zo dat ze niets te zeggen hebben. Maar waar ze op de arbeidsmarkt wel op kunnen treden laten ze het afweten. Dan kiezen gevestigde politieke partijen steevast tegen het belang van werknemers. Ofwel, ze leggen prioriteiten die in het belang van bedrijven, de ‘economie’ en topbestuurders zijn. Maar zoals een oude Duitse wijsheid zegt: ‘Gemeinnutz geht vor Eigennutz’. Het algemeen belang gaat voor eigenbelang. Aan de hand daarvan zou de Nederlandse politiek beleid moeten maken. Rijnlands, weg van het cowboy-kapitalisme.

Vanuit de Amerikaanse situatie die (nog) onvergelijkbaar is met de Nederlandse, maar er toch steeds meer overeenkomsten mee heeft proberen Chris Hedges en Paul Jay voor The Real News te achterhalen hoe het komt dat zwakkeren en kwetsbaren machteloos zijn en door de politieke partijen in de steek zijn gelaten. De Nederlandse situatie is niet zo zwart-wit als de Amerikaanse, maar Nederland moet oppassen de VS niet achterna te gaan. Hedges hoopt op een beweging van onderop die via stakingen en protesten de machtelozen weer een stem geeft. Het tekenen van de petitie zorgt niet voor de oplossing, maar geeft de Nederlandse politieke partijen wel het signaal dat ze op moeten passen om de volksgunst te verliezen. Een overheid staat in dienst van de burgers, niet in dienst van het bedrijfsleven. Dat kan niet genoeg onderstreept worden.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Stop het graaien‘. 23 juli 2013.

Het glazen plafond in het publieke debat

Met ongenoegen bekijk ik al jaren het publieke debat in Nederland. Wat me niet bevalt wist ik niet precies, maar dat het me niet bevalt weet ik wel. Ik zie geen frisheid, sprankeling en heerlijke dwarsheid. Het is voorspelbaar en defensief. Sinds kort weet ik het. Het zijn kruimels verzuiling die ons door identificatie en groepsvorming de toegang tot de moderne tijd ontzeggen.

Burgemeester Bloomberg van New York verwoordde het onlangs zoals geen openbaar bestuurder van Nederland doet. Hij zegt dat iedereen moet kunnen zeggen wat-ie wil, zonder dat anderen het daar mee eens zijn. Da’s vrijheid van meningsuiting die pas betekenis krijgt als een opponent ruimhartig aan het woord gelaten wordt. Zo hoort het.

Zet dat tegenover de politieke, journalistieke en sociale bovenlaag van Nederland die lippendienst bewijst aan de meningsuiting. Ze zegt voor te zijn, maar stelt vervolgens zoveel voorwaarden van fatsoen, moraal, religieuze pacificatie, sociale vrede en economisch belang dat een grondrecht oneigenlijk afgebroken wordt. Wat steekt is niet de bekommernis om fatsoen, maar het valse beroep erop.

Beperkingen aan de meningsuiting bestaan. Dat begint bij aanzetten tot geweld en discriminatie van personen of een groep. Het gaat over een grens als de aangesprokene niet als gelijkwaardige deelnemer kan antwoorden. Na fysieke beschadiging of geestelijke vernedering is dat onmogelijk. Oftewel, beledigen mag, maar het bestaan en de motivatie van anderen in twijfel trekken is ontoelaatbaar.

Waar maak ik me druk over? Het gaat me niet om de schijnheiligheid van degenen die vanuit de coulissen hun eigenbelang verdedigen. Of om een weemakende moraliteit van kleinburgerlijke snit. Of om religie die in het publieke debat extra politieke en juridische bescherming geniet. Of om de drijfjacht in de bossen. Het gaat me om de democratische orde. Wat inhoudt dat we elkaar binnen spelregels accepteren.

Burgemeester Bloomberg begrijpt beter dan onze spraakmakende gemeente dat een debat noodzakelijk is voor de weerbaarheid van de democratie. Anders dreigen we te vervallen in autoriteit die vrijheden inperkt. Het valse beroep op fatsoen, moraal en beschaving om maar niet alles te zeggen leidt tot zelfcensuur. Tot zwijgen dat haaks staat op het idee van een open samenleving.

Wat te doen? Restjes verzuiling dienen opgeruimd te worden. Zodat het polderland in de moderniteit kan treden. Het glazen plafond van moralisme en beschaving, religiositeit, politieke consensus, sociale vrede en economisch eigenbelang perkte het publieke debat decennialang in omdat het gelijk liep met belangen die doorgaans verborgen bleven.

We kunnen beter terugvallen op fatsoen dat uit onszelf komt. Dat niet door externe krachten wordt opgelegd en het debat vertroebelt. Opzet is om de ander weer recht in de ogen te kijken. Ook bij zakelijke onenigheid. Zonder tussenkomst van woordvoerders die verwoorden en verwarren. Die zelfs onze identificatie voor hun rekening willen nemen. Pas als we onszelf zijn kunnen we coalities smeden.

Het is onze burgerplicht om de roep om openheid te concretiseren. Door meer deelnemers aan de inrichting van de samenleving en meer gebruikers van het vrije woord kan het glazen plafond doorbroken worden. Da’s een langlopend project. Het begint met het besef om zonder moralisme vrij te denken. De valse schijn moet aan diggelen.

Foto: Glaskoepel, Galeries Lafayette, Parijs.