Wierd Duk zit klem tussen activisme en journalistiek. Hij ontkent wat hij nuanceert: ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’

We horen het van een ander, namelijk Wierd Duk van De Telegraaf. Hij maakt een artikel over ‘Marokkanen en Turken die zich als ’seculiere Nederlander’ identificeren’. Wat Duk met ‘seculiere Nederlander‘ bedoelt is onduidelijk en waarom hij de term tussen enkele aanhalingstekens zet is evenmin duidelijk. Het vermoeden bestaat dat hij doet omdat het afwijkt van het normale gebruik, zoals de Taalunie in een omschrijving uitlegt. Het is echter weinig zinvol om ex-moslims ‘seculier’ te noemen omdat ze dat niet meer of minder zijn dan moslims. Het secularisme biedt leden van alle religies en levensovertuigingen in gelijke mate dezelfde plek onder de bescherming van de rechtsstaat. Hoewel Duk het ongetwijfeld goed bedoelt en hij het opneemt voor ex-moslims, pakt zijn inaccurate apartheid negatief uit voor de acceptatie van en de bewustwording over het secularisme. In zijn duiding stelt hij ‘seculier’ gelijk aan atheïstisch. Dat is een misvatting. Het secularisme is pro-atheïstisch noch anti-religieus. Het is volkomen neutraal tegenover alle religies en levensovertuigingen.

Deze kanttekening is van belang omdat Duk een terecht punt over afsplitsing en scheuring maakt dat hem op andere wijze zelf verweten kan worden als hij een valse tegenstelling tussen religie en niet-religie binnen het secularisme introduceert. Als rechtvaardiging kan opgemerkt worden dat Duk miskleunt in commissie omdat sociale wetenschappers vaak evenmin lijken te doorgronden wat het secularisme in de kern inhoudt.

Duk constateert dat ex-moslims en niet-belijdende moslims van wie het de vraag is in hoeverre ze zijn te vereenzelvigen met de islam in de Nederlandse samenleving op een hoop worden geveegd met moslims. Een onderzoek van Advokaat en De Graaf (2001) houdt een percentage van 15% van moslims die de islam verlaten. Actualisatie van de oude cijfers is nodig om te kijken of dat percentage nog juist is en niet verder opgelopen is. ‘Vernederlandsing’, emancipatie en integratie van een deel van de moslims is hoe dan ook een feit.

Het aantal moslims wordt door het CBS sinds 2005 op 850.000 geschat. Dit aantal is vermoedelijk licht aan het dalen door de secularisatie van de tweede generatie, zoals alle religies in Nederland teruglopen in aanhang. In de schatting van het aantal belijdende moslims komt een Gronings onderzoek van Leemhuis en Blank uit 2007 tot 200.000 praktiserende moslims. Het leert dat uit dit type statistieken alles kan blijken.

Zo wordt niet alleen het aantal belijdende moslims dat Nederland telt veel te hoog ingeschat, maar worden de ex-moslims zowel door de eigen sociale omgeving als door de Nederlandse samenleving gevangen gehouden in een beeldvorming waaraan ze slechts met moeite kunnen ontsnappen. Hun identiteit als ex-moslim wordt niet ten volle geaccepteerd. Vraag is welk mechanisme die foutieve beeldvorming stuurt. Te denken valt aan betrokkenen die er belang bij hebben om het aantal moslims te hoog in te schatten en de diversiteit ervan te miskennen, zoals radicaal-rechtse partijen (PVV, FvD) en de directe opposanten ervan (D66, GroenLinks), de welzijnsindustrie die betaald wordt voor ondersteuning, conservatieve/ fundamentalistische islamorganisaties die de achterban graag groter voorstellen dan die werkelijk is. Vijandbeeld en zelfpromotie ontmoeten elkaar.

Illustratief is het citaat van de Marokkaanse-Nederlandse student Massin Ayoub Essaguiar dat Duk invoegt: ‘Ik vind dat ik vanuit mijn positie moet belichten wat ex-moslims doormaken, ook degenen die zijn gevlucht uit het Midden-Oosten. Nederland zou, net als de Verenigde Staten, Canada en Australië, een instelling moeten hebben die zich om ex-moslims bekommert.’ Volgens Essaguiar bekommert Nederland zich niet om ex-moslims, maar laat ze die in de steek. Essaguiars verklaring of Duks toevoeging is dat in Nederland ‘mensen met een islamitische achtergrond’ niet benaderd worden als individu, maar als een collectief. De eveneens Marrokaans-Nederlandse Samirrha Tarrass spitst het toe: ‘Vooral linkse politici en media hebben er een handje van om ons als collectief neer te zetten: Marokkanen zijn allemaal moslim én slachtoffer en vormen één grote familie.’ Dat komt echter niet overeen met de retoriek van de PVV die al jarenlang hamert op het vijandbeeld van ‘de Marokkanen’, waarmee moslims worden bedoeld. Het is niet constructief van Duk om dit complexe en gevoelige onderwerp te politiseren en eenzijdig te framen omdat hij hiermee een foutieve beeldvorming hoogstens vervangt door zijn eigen foutieve beeldvorming. Daar schat Nederland niks mee op in het tackelen van dit probleem van ex-moslims die maatschappelijk en politiek onvoldoende worden erkend.

De PVV en FvD zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of deze partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met beleidsmaatregelen de islamisering terug te dringen. Al is het maar in de beeldvorming. De radicaal-rechtse activistische journalist Duk onttrekt zich niet aan deze wetmatigheid en framing van identiteit als een maatschappelijk probleem.

Hoe kan dat terugdringen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe kunnen de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en mediacampagne’s die voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van de politieke filosofie van het secularisme dat onder garantie van de overheid religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel ‘De islam wordt Nederland door de strot geduwd’ van Wierd Duk in De Telegraaf, 23 mei 2019.

Foto 2: Ehsan Jami met T-shirt, 2007.

Foto 3: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims. Opgenomen in het commentaarMoslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan’ van 3 december 2012.

Advertentie

Moet zendtijd voor godsdienst etc. op de Vlaamse publieke omroep representatief zijn? Maar betrouwbare statistieken ontbreken

Op Doorbraak gaat Philip Roose in een opinie-artikel in op het besluit van de Vlaamse publiek omroep VRT om in het kader van de zogenaamde levensbeschouwelijke programma’s ‘Aan de 40 uitzendingen op Eén van verschillende godsdiensten twee islamitische vieringen toe te voegen’. De vraag die dit besluit oproept is of deze programma’s de bedoeling hebben om representatief te zijn of dat ze traditionele voorkeursposities van vooral katholieken beschermen. Door het ontbreken van betrouwbare statistische cijfers is het onduidelijk of het aantal moslims dit besluit rechtvaardigt. Daarbij komt de complicatie dat ze representatief moeten zijn voor Vlaanderen en het Vlaamse volksdeel. Zo stapelt zich onduidelijkheid op onduidelijkheid. Mijn reactie:

Als het secularisme wordt opgevat als een politieke filosofie die zegt dat alle godsdiensten en levensovertuigingen een gelijke plek behoren te hebben onder de garantie van de nationale overheid, dan past daarbij in de media wat de zendtijd betreft -mits het in lijn is met het statuut van de publieke omroep- dezelfde afweging tussen godsdiensten en levensovertuigingen.

Dat zal in de praktijk neerkomen op het terugschroeven van de aandacht voor uitingen van traditionele christelijke godsdiensten en/of christelijke organisaties die tot nu toe een voorkeurspositie innnemen. Een volgende stap is dat de tot nu toe bij de publieke omroep voor godsdiensten en levensovertuigingen gereserveerde zendtijd anders verdeeld moet gaan worden.

Het gevolg is dat betrekkelijk nieuwe godsdiensten en levensovertuigingen zoals de islam, de kerk van het vliegend spaghettimonster, de kerk van cannabis of het humanisme meer recht hebben op zendtijd. Uitgaande van een eerlijke representatie van de verschillende godsdiensten en levensovertuigingen zoals die zich in de samenleving voordoet.

Complicatie bij grote, diverse en gefragmenteerde religieuze organisaties als de islam is dat het vele verschijningsvormen kent. Waarvan sommigen binnen de geïnstitutionaliseerde islam niet worden erkend, zoals de Amiddaya of de Soefi’s. Daarnaast is er nog het zeurende conflict tussen Sjiieten en Soennieten, en dat tussen zogenaamde orthodoxe en zogenaamde gematigde moslims.

Het verdient aanbeveling dat de nationale statistieken ook binnen de islamitische organisaties een onderverdeling maken naar stroming en richting. Net zoals ze dat voor het christendom doen tussen katholieken, oud-katholieken, conservatieve katholieken (Opus Dei, Pius X), protestanten, gereformeerden, oud-gereformeerden, baptisten, lutheranen en de tientallen richtingen en stromingen die het christendom kent.

Beredeneerd vanuit de maatschappelijke representatie kan vervolgens de verdeling van de zendtijd bij de publieke omroep afgeleid worden. Probleem is dat België in tegenstelling tot Nederland geen betrouwbare cijfers heeft over het aantal moslims. Naar schatting van Jan Hertogen (http://www.npdata.be) is dat nu zo’n 7,2% van de bevolking. Of dat ook geldt voor Vlaanderen is trouwens onduidelijk.

Daarbij blijft onduidelijk hoe de vertegenwoordiging binnen de islamitische zuil precies is en hoe de verschillende islamitische stromingen en richtingen zich in België tot elkaar verhouden. Evenmin blijkt uit zo’n percentage hoeveel ‘culturele moslims’ het bevat. Dus de moslims die niet belijdend zijn of een moskee bezoeken en nauwelijks nog moslim zijn te noemen, maar zich om sociale of culturele redenen niet officieel uit laten schrijven uit het bevolkingsregister. Daarbij komt dat dit aspect van de vrijheid van godsdienst om een godsdienst te verlaten binnen de islam met taboes en verboden is omkleed en daarom de werekelijke stand van zaken niet weergeeft.

Ook is de Verbelging of Vervlaamsing van de in België wonende moslims niet in de cijfers terug te vinden. Dat is het proces van emancipatie waarbij moslims geleidelijk opgaan in de Belgische samenleving en de normen en waarden ervan verinnerlijken. Met als ultieme stap dat ze afscheid nemen van hun godsdienst en het secularisme omarmen. Juist omdat ze daar de garantie van de overheid vinden voor hun nieuw verworven positie.

Kortom, er moet nog eerst heel wat statistisch en demografisch onderzoek in België plaatsvinden voordat duidelijk is welke bevolkingsgroep met welke godsdienst of levensovertuiging bij de publieke omroep recht heeft op de daarvoor bedoelde zendtijd. Mits dat idee van evenredige vertegenwoordiging leidend is. Als voorlopige regeling is het goed voorstelbaar om vertegenwoordigers van de islamitische zuil een deel van de zendtijd in te laten vullen. Zo’n 5% van het volume ljkt redelijk en goed overeen te komen met het demografische belang van die zuil.

Maar een echte modernisering van de zendtijd gaat verder en zal om te beginnen de oude voorkeursbehandelingen voor de christelijke (katholieke) organisaties af moeten schaffen om die in lijn te brengen met de werkelijke aanhang in de samenleving.

In een land als Nederland waar meer dan de helft van de bevolking zich niet laat inspireren door godsdienst leidde dat overigens tot de vraag of die zendtijd voor godsdiensten en levensovertuigingen nog wel een taak voor de publieke omroep is. Juist door de fragmentering van de religieuze sector in vele stromingen en richtingen lijkt niet broadcasting, maar narrowcasting via sociale media de oplossing voor de steeds moeilijkere voorwaarden om aan die representativiteit te kunnen voldoen. Waarbij zoals gezegd in België het ontbreken van betrouwbare statistische cijfers over de aanhang van godsdiensten en levensovertuigingen een bijkomende complicatie is in het realiseren van een representatieve verdeling van de zendtijd voor dit soort levensbeschouwelijke programma’s bij de publieke omroep.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelGoddelijke televisie’ van Philip Roose op Doorbraak.be, 4 december 2017.

Waarom steunt PVV geen beleid dat vernederlandsing van moslims en migranten bevordert?

DDS gaat door met de promotie van FvD-kopstuk Thierry Baudet. Met zijn partij is hij sinds kort met 2 zetels in de Tweede Kamer vertegenwoordigd, maar op DDS lijkt het alsof FvD het in Den Haag voor het zeggen heeft. In een artikel beredeneert 

Dit ligt minder duidelijk dan Madureira suggereert. Er werken immers twee ontwikkelingen tegen elkaar in. Namelijk de islamisering van Nederland en de vernederlandsing van islamitische migranten of tweede of derde generatie allochtonen. Het is dus nog maar de vraag hoe de demografie over 20 jaar uitpakt. Hoe dan ook lijkt de stijging van het percentage moslims af te vlakken en nu te stabiliseren rond de 5%.

Volgens opgave van moslims zelf bedraagt in Nederland het aantal moslims 5% van de bevolking. Dat zijn er ongeveer 850.000. Maar het aantal belijdende of praktiserende moslims ligt stukken lager en werd in een Gronings onderzoek (Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid van de Rijksuniversiteit van Groningen) in 2008 ingeschat als 200.000. Hoewel het erop lijkt dat dat het moskeebezoek de afgelopen jaren is toegenomen. Maar tot welk aantal?

Er bestaan hoe dan ook onverklaarbare ongelijkheden in de statistieken. Zo wordt de islam ondanks de onderlinge verschillen en de stromingen die elkaar op leven en dood bestrijden als een groep beschouwd, terwijl er wel onderscheid wordt gemaakt tussen katholieke, gereformeerde of hervormde christenen. Dat geeft een vertekend beeld dat de islam groter maakt dan het werkelijk is. Ook worden moslims die niet praktiserend zijn grotendeels meegeteld als praktiserend, terwijl niet praktiserende christenen als ‘ongelovig’ worden gecategoriseerd.

De grotere zichtbaarheid van moslims in het straatbeeld betekent niet per definitie dat het aantal of het percentage moslims de afgelopen jaren is toegenomen. Daar moet men geen voorbarige conclusie uit trekken.

Een radicaal-rechtse partij als de PVV richtte zich tot nu toe op het beperken van de instroom van migranten uit islamitische landen. Wat overigens niet per se moslims hoeven te zijn. Bekend is het feit dat christenen vanwege hun veiligheid het Midden-Oosten verlaten en emigreren naar westerse landen. Overigens groeide het aantal niet-moslimmigranten met ongeveer 25 procent in de afgelopen tien jaar en het aantal moslimmigranten met ongeveer 15 procent.

Als de PVV doelmatig zou omgaan met de de-islamisering van Nederland dan zou het er verstandig aan doen om breder te denken. Dit kan door zich niet alleen te richten op het dichtdraaien van de kraan zodat de toestroom stopt. De PVV en andere radicaal-rechtse partijen zouden zich hard kunnen maken voor programma’s die de vernederlandsing van moslims of migranten in het algemeen bevordert. Maar dat doen ze niet. Dit roept de vraag op of radicaal-rechtse partijen het belangrijker vinden om een vijandbeeld in stand te houden of om waar mogelijk met concrete maatregelen de islamisering terug te dringen.

Hoe zou dat terugdringen kunnen gebeuren? Te denken valt aan programma’s die de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Daartoe zouden de budgetten voor onderwijs en kunst verhoogd kunnen worden. Ook valt te denken aan onderwijsprogramma’s en een mediacampagne die beter dan nu gebeurt voorlichting geven over de voordelen van de open samenleving, de Europese beschaving, de universele mensenrechten en het belang van het seculiere model dat met een garantie van de overheid alle religies en levensovertuigingen gelijk behandelt.

Het begrip ‘culturele moslims’ is in dit verband een sleutelbegrip. Dat zegt dat vele moslims niet praktiserend moslim zijn, maar vanwege de nestgeur toch geen afscheid nemen van de islam. Ze vervuilen de statistieken. Dat effect wordt nog versterkt door het conservatieve karakter van de Nederlandse islam en de ontbrekende steun van overheid en politiek om moslims die uit willen treden actief te steunen.

Radicaal-rechtse partijen als de PVV kunnen aan geloofwaardigheid buiten de eigen harde kern van sympathisanten winnen en zo hun politieke macht vergroten als ze met andere partijen op moslims en migranten gerichte programma’s op het gebied van taalverwerving, kunst en cultuur, geschiedenis, politieke filosofie en geloofsafval steunen.

Dweilen met de kraan open is in het migratie- en integratiedebat maar het halve verhaal. Maar wel het halve verhaal dat radicaal-rechtse partijen nu al jaren als een mantra herhalen zonder nog goed te beseffen wat het werkelijk betekent. Vernederlandsing van moslims of migranten is het andere helft van het verhaal dat radicaal-rechtse -maar ook andere- partijen nooit noemen. Een bijkomend effect van die vernederlandsing is dat bekeerlingen doorgaans gedrevener zijn om hun nieuwe identiteit uit te dragen. Het talent van dat soort ambassadeurs voor de open, seculiere zaak zou de Nederlandse politiek veel beter moeten benutten.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelThierry Baudet legt pijnlijk bloot: ‘Uiteindelijk komen die hoofddoekjes bij de politie er toch wel!’’ op DDS, 19 mei 2017.

‘Pleurt op’ van Rutte moet gericht zijn aan de lange arm van Ankara of Rabat

Een rechtsstatelijk geluid van historicus en NRC-columnist Zihni Özdil als reactie op het gedrag van sommige Turkse Nederlanders en het antwoord erop van premier Rutte. Özdil heeft gelijk, sinds de jaren ’70 hebben achtervolgende regeringen Turks-nationalistische organisaties legitimiteit gegeven door ermee in gesprek te gaan en overheidssubsidie te geven. Dat had nooit mogen gebeuren. Wat Rutte nu moet zeggen is ‘pleurt op’ tegen Turkse organisaties in Nederland. Niet door een verbod, maar het gesprek ermee te beëindigen.

Een liberaal als Mark Rutte zou moeten gaan voor individualisme en stoppen met groepsdenken. Want een ongewenst effect daarvan is dat het immigranten opsluit in een religie of een etniciteit en zo reduceert tot één identiteit. Vele ‘moslims’ zijn niet belijdend en hebben afscheid genomen van de islam of zijn er alleen nog mee verbonden vanwege de nestgeur. Het zijn culturele moslims, zoals vele ex-katholieken alleen nog verbonden zijn met het katholicisme vanwege de uiterlijkheden en de eigen achtergrond. Multiculturalisme is achterhaald omdat het door herzuiling de nieuwe Nederlanders apart zet. De lat moet hoger gelegd worden door te streven naar een Nederland dat alles en iedereen verenigt. Met als gevolg dat Nederland verandert.

Willen ‘moslims’ in Nederland zich onderscheiden door zich apart te zetten of willen ze de Nederlandse  gewoonten en manier van leven overnemen? Anders gezegd, worden ze uitgesloten of sluiten ze zichzelf uit? Een kwestie van de kip of het ei. Uit een onderzoek van PEW uit juli 2016 blijkt dat 42% van de Nederlanders meent dat ‘moslims’ zich willen aanpassen, terwijl 53% denkt dat ze dat niet willen. Hiermee denken de Nederlanders positiever over de wil tot integratie van ‘moslims’ dan de meeste Europeanen in dat onderzoek.

pew

De strategie van de overheid zou eruit moeten bestaan om de goedwillende ‘moslims’ geen strobreed in de weg te leggen bij hun integratie en ze actief te helpen. Ook in de beeldvorming. Met de rechtsstaat als enige referentie voor zowel burgers als overheid. Overheden moeten stoppen met het denken in groepen, religie en etniciteit en voortaan burgers als individu benaderen. Dat geldt vooral voor vrouwen uit etnische groepen die recht hebben op emancipatie en door de overheden niet overgelaten moeten worden aan de meest duistere religieuze en culturele krachten die in Nederland te veel ruimte hebben gekregen van de overheid. Overheden moeten hun gesprek met Marokkaanse of Turkse organisaties stoppen zoals Zihni Özdil bepleit. Ook dan nog blijven er ettertjes of migranten die niet begrijpen wat Nederland inhoudt en een elementair democratisch besef missen. Het zij zo. De tactiek bestaat eruit om iedereen gelijk te behandelen en leden van etnische minderheden als individu te benaderen en het belang van etniciteit en religie niet langer leidend te laten zijn.

Foto: Diagram van onderzoekMost Europeans say Muslims in their country want to be distinct’ van PEW, juli 2016.

Petitie: Ik ben moslim en vreedzaam. Stap uit de schaduw!

lb

Elke keer als er aanslagen worden gepleegd in naam van de islam ontstaat in Nederland een debat of moslims meer moeten doen dan anderen. Journaliste Tahmina Akefi die van Afghaanse oorsprong is, verklaart in een artikel voor NRC haar afzijdigheid: ‘En dit is precies de reden waarom moslims/allochtonen zich afzijdig houden. Ze worden aangesproken op daden van een terroristische organisatie waarop ze geen invloed hebben.’ Maar zij is geen moslim, dus waarom meent ze zich te moeten uitspreken  over de interne werking van de islam waardoor ze zich niet laat inspireren? Het is raadselachtig waarom NRC haar opinie weergeeft.

Iedere moslim moet voor zichzelf beslissen of hij of zij een bijzondere rol te spelen heeft in het neutraliseren van de dreiging van het terrorisme. Die rol kan niet opgelegd of afgedwongen worden. Het valt goed te begrijpen dat iemand als Tahmina Akefi die uit een moslimomgeving komt de ruimte moet hebben om bewust afstand te nemen van de islam. Want het zou ongepast zijn om haar met een omweg op te sluiten in een moslimidentiteit die ze niet heeft. Trouwens een valkuil van de  Nederlandse samenleving die vele liberale, socialistische of humanistische ex-moslims treft die steeds maar weer juist met datgene worden geconfronteerd waarvan ze zo graag afstand willen nemen. Hetzelfde lot treft nu de nieuwe vluchtelingen.

Voor degenen die zich wel laten inspireren door de islam en gaan voor Nederlandse normen en waarden is het niet zo gek zich uit te spreken over het afkeuren van geweld en het omarmen van de Nederlandse rechtsstaat.

Foto: Schermafbeelding van petitie ‘Ik ben moslim en vreedzaam’ op petities.nl.

Islam in Nederland is niet zo belangrijk. Laten we ons daar bewust van zijn

eenheidsworst

Neem vrouwendiscriminatie, een van de hoekstenen van de islam. Het woord moslima alleen al is een vorm van sexuele discriminatie. We hebben het ook niet over christina’s, boeddhista’s en hindoeïsta’s, toch?’ Aldus Michiel Hegener in de NRC van 24 augustus 2015. Hij vraagt zich af waarom de krant zoveel aandacht aan de islam besteedt. Hij ziet er geen enkele rechtvaardiging voor. Hegener: ‘Wat is het dan toch, die preoccupatie met de islam? Een mogelijkheid – ik weet dat ik me hier op glad ijs begeef – is dat het iets te maken heeft met problemen rond de islam, zoals niet willen integreren en islamitisch geïnspireerd terrorisme.’

Ik verbaas me ook al jaren over de bovenmatige aandacht voor de islam in de Nederlandse politiek en media. Ik begrijp evenmin als Hegener wat daar de reden voor is. Ik kom niet verder dan de hypothese dat bepaalde groeperingen er belang bij hebben om het belang van de islam in Nederland groter te maken dan dit feitelijk is. Dat gaat dan van de PVV die electoraal wil scoren met dit onderwerp, en de welzijnsindustrie die moslims tot slachtoffers bestempelt en zo het eigen bestaansrecht bevestigt tot de tegenstanders van de PVV die weer electoraal scoren door voor de moslims op te komen. De overdreven aandacht voor de islam in Nederland is een combinatie van luchtkasteel, schrikbeeld en spookbeeld. Het heeft een eigen werkelijkheid gecreëerd.

Hegener heeft gelijk dat het er sterk op lijkt dat de NRC onvoldoende weet hoe het zich tot de islam, de pro-islam en de anti-islam in Nederland moet verhouden. Van een liberale krant die weinig met religie heeft zou je een zuiver rechtsstatelijke invalshoek verwachten die zich niet verliest in speculaties en preoccupaties, maar feiten, mensenrechten, ontplooiing van en godsdienstvrijheid voor individuen vooropzet. Het begint al met de te hoge schatting van het aantal moslims. Ik schreef in 2011: ‘Men kan aannemen dat het aantal Nederlandse moslims tussen de 210.000 en 850.000 bedraagt. Ikzelf ga altijd uit van een schatting van 350.000 die culturele moslims zelf maken. Dit geeft vrijzinnige moslims adem en veegt ze niet op een hoop met orthodoxen en radicalen. Waarom NRC deze nuance stelselmatig mist kan onderhand geen toeval meer zijn.’

Het belangrijk maken van de islam en het stelselmatig overschatten van het aantal moslims in Nederland is geen toeval, maar onderdeel van een complex waar politiek, journalistiek en maatschappij samenkomen. Sommige van de betrokkenen hebben daar zoals gezegd belang bij omdat een omvangrijke islam hun eigen positie vergroot, maar anderen nemen die retoriek over en gaan er onnadenkend in mee. Dat leidt tot niets. De islam is kwantitatief en kwalitatief in Nederland tamelijk onbetekenend en verdient de bovenmatige aandacht niet. Het zou beter zijn als politiek en media zich bezighouden met de zaken die echt belangrijk zijn: onderwijs, arbeidsmarkt, inkomensbeleid, gezondheid, machtsdeling en godsdienstvrijheid voor allen.

Foto: Eenheidsworst, Wereldjournalisten.nl.

Moslims moeten leren dat er volgens de wet ex-moslims bestaan

Ex_muslime_flyer_RZ_pf.indd

Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens luidt: ‘Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen [accentuering GK], alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.

Abdelhakim reageert op een posting van november 2011 ‘NRC schat aantal Nederlandse moslims opnieuw te hoog in‘. Zijn woorden: ‘DEZE ONGELOVIGE IS NOOIT MOSLIM GEWEEST, EX MOSLIM BESTAAT NIET!!!‘ roepen allerlei vragen op over de vrijheid van godsdienst, het recht op afvalligheid, de islam en het debat binnen de islamitische geloofsgemeenschap. Abdelhakim kiest de korte bocht. Door zijn suggestie dat iemand als Ehsan Jami nooit moslim is geweest, gaat-ie de discussie uit de weg of-ie een moslim het recht gunt uit te treden.

De vragen gaan erom of de islam die de in Nederland wonende moslims inspireert zich kan verenigen met de nationale rechtsstaat. Of de Nederlandse islam en de Nederlandse moslims de Nederlandse grondrechten onderschrijven. Vrijheid van godsdienst kent rechten en plichten die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Het geeft de islam het recht om zich in vrijheid zonder overheidsbemoeienis als godsdienst te presenteren en gelovigen te inspireren. En het biedt de gelovigen het recht om hun vrije keuze te maken zonder onderworpen te zijn aan een religie of levensovertuiging. De overheid behoort die vrijheid voor elke Nederlandse burger actief te garanderen. Een religie die de grondrechten selectief toepast plaatst zich buiten de rechtsstaat.

Wat gelovigen vinden moeten ze onder elkaar bespreken. Het gaat om de relatie van moslims tot de grondwet zoals toenmalig leider van GroenLinks Femke Halsema in 2007 in haar toelichting om de verklaring aan het Steuncomité ex-moslims niet te tekenen omschreef: ‘Als seculier politicus wens ik mij bovendien niet te mengen in theologisch dispuut. Het maakt mij niet uit wat of waarin iemand gelooft, als hij of zij zich maar houdt aan de (grond)wet. Terecht wordt in het manifest de grondwet centraal gesteld, want daar gaat het om. (..) , zolang elke gelovige maar leeft en handelt naar de wet en de democratische rechtsstaat. (..) Datzelfde geldt voor moslims die geweld gebruiken tegen afvalligen, of die hen intimideren of bedreigen. (..)’

Gelovigen maken onder elkaar maar uit wat volgens de uitgangspunten van hun religie moet. En wat niet kan. Maar ze dienen zich aan de wet te houden. Als ze dat met velen weigeren, dan plaatsen ze hun godsdienst buiten de wet. De overheid zou assertiever dan nu op de gevolgen van die afwijzing moeten wijzen en er de sanctie van een verbod aan moeten verbinden. Want ook voor een religieuze organisatie bestaan rechten niet zonder plichten. De reactie van Abdelhakim bevat geen concrete dreiging, maar kan door ex-moslims als intimidatie opgevat worden. Het zou passend zijn als het OM serieuzer dan nu gebeurt in overweging neemt om tegen alle Abdelhakims een zaak te beginnen. In de hoop dat ze leren zich aan de (grond)wet te houden.

Foto: Campagnemateriaal van de Duitse Raad van ex-moslims.

NRC schat aantal Nederlandse moslims opnieuw te hoog in

De NRC heeft een serie De Standplaats. Deze keer staat in een 4-delige serie de Moskee El Islam in Den Haag centraal. In een kadertje staat onder ‘Moslims’: In Nederland wonen bijna een miljoen moslims. De grootste groep vormen de Turkse Nederlanders (378.000), gevolgd door de Marokkaanse Nederlanders (342.000). Vrijwel alle Marokkaanse en Turkse Nederlanders zijn moslim. Deze cijfers en de bewering kloppen niet.

De nieuwe hoofdredacteur Peter Vandermeersch probeert het, maar tegen zoveel domheid kan ook hij blijkbaar niet op. Hardnekkig sluit een deel van de NRC-redactie allochtonen keer op keer op in religie. Het ontkent de afvalligheid en secularisatie die bij de tweede generatie zeker 15% is. Of het feit dat er Syrisch-orthoxe Christenen uit Turkije in Nederland wonen. Dit is meer dan een denkfout of luiheid om de feiten juist op een rijtje te zetten. Dit is verkeerd wit en eurocentrisch denken. Een vrijzinnige krant verdient meer.

Het aantal moslims wordt door het CBS al sinds 2005 op 850.000 geschat. Dit aantal is vermoedelijk licht aan het dalen door de secularisatie van de tweede generatie, zoals alle religies in Nederland in aanhang teruglopen. In de schatting van het aantal belijdende moslims komt een Gronings onderzoek van Leemhuis en Blank uit 2007 slechts tot 210.000 actieve moslims. Het leert dat uit dit type statistieken alles kan blijken.

Men kan aannemen dat het aantal Nederlandse moslims tussen de 210.000 en 850.000 bedraagt. Ikzelf ga altijd uit van een schatting van 350.000 die culturele moslims zelf maken. Dit geeft vrijzinnige moslims adem en veegt ze niet op een hoop met orthodoxen en radicalen. Waarom NRC deze nuance stelselmatig mist kan onderhand geen toeval meer zijn. Neveneffect is dat de krant voedsel geeft aan de schrikbeelden van Wilders.

Foto: Ehsan Jami met T-shirt, 2007

Johanna en George over religie en islam 9

Deel 9 van een discussie tussen Johanna Nouri en George Knight.

George: Wat opmerkelijk! Jij verwoordt in je kritiek op mij precies mijn kritiek op jou. We denken dus over elkaar hetzelfde, namelijk dat we niet ingaan op de ander en de discussie verleggen. Terwijl ik dat niet bewust doe en ook helemaal niet dacht te doen. Ik vind dus dat ik geen antwoord van je krijg, en jij zegt nu hetzelfde over mij. Grappig, maar ook jammer.

In onze gedachtenwisseling liepen verschillende aspecten door elkaar heen en wisselde het abstractieniveau. Van breed focuste het zich uiteindelijk op Nederland en de rechtsstaat. Daar zit geen tegenstelling of ambivalentie in, maar uitsluitend een andere benaderingsvisie en perspectief. We behandelden onderwerpen als de islam wereldwijd, het gebruik van geweld, religie en pseudo-religie, etnicitiet en religie en de islam in Nederland. Voor mij was de grote lijn van onze gedachtenwisseling overigens wel duidelijk en logisch.

Je leest onvoldoende als je denkt dat een tegenstelling -of ambivalentie- te zien tussen mijn standpunt geen vraagtekens bij de democratische gezindheid van de meeste Nederlandse moslims en een bepaalde groep zich apart zet, de eigen mensen gevangen houdt en zich afsluit. Het eerste is namelijk de meerderheid en het laatste een kleine minderheid. Ik ga maar niet in op je overige punten van kritiek, die naar mijn idee eveneens door onvolledig lezen zijn ontstaan.

Ik vind het overigens jammer dat je laatste antwoord bestond uit kritiek en verwijten en je nergens boven water probeerde te krijgen waar we nou hetzelfde denken. Wat ons raakt. Dat interesseert mij. Om vanaf daar iets op te bouwen. Het is toch niet zo dat je al mijn aangrijpingspunten hebt gemist?

Ze komen er op neer dat ik de positie van de islam in Nederland graag versterkt zie. En dan gaat het niet om een islam die naar de moderniteit gebracht wordt -en zo apart blijft- maar wel om de moderniteit die naar de islam gebracht wordt. Het is jammer dat je op zo’n idee totaal niet reflecteert. Islamkritiek kan zo’n ontwikkeling helpen en moet niet gezien worden als een vraag bij het bestaansrecht, maar als een instrument van emancipatie en ontplooiing dat uitgaat van individuen. Zodat deze zich autonomer buiten de groep kunnen bewegen. Zo groeit naar mijn idee de Nederlandse islam organisch samen met de Nederlandse samenleving. Van onderop door de individuele belijdende moslims en een meerderheid aan culturele moslims die hun geloof verlaten of ver-ietsen en van bovenaan door de organisatie islam.

De positie van Nederlandse moslims gaat me aan het hart. Juist vanwege de pluriformiteit en de cohesie. Ik vind het jammer dat je niet positief kunt reageren op mijn oproep om de Nederlandse moslims en de Nederlandse rechtsstaat met elkaar te verenigen in rechten en plichten. Ik weet nu nog steeds niet hoe je daarover denkt. Vind je dat de Nederlandse islam wel of niet ondergeschikt kan zijn aan de Nederlandse rechtsstaat? Je zegt het niet. Dat zaait bij mij de twijfel wat je vindt. Of je wel of niet een uitzonderingspositie voor de Nederlandse islam bepleit.

Wat ik in het groot bij de Nederlandse islam -de organisatie met besturen en dergelijke- bespeur, zie ik in het klein bij jou. Je spreekt je namelijk niet duidelijk uit over de plek van de Nederlandse islam in de rechtsstaat. Zo bedoelde ik mijn opmerking de islam in Nederland is relatief jong en is het logisch dat de inpassing niet vanzelf gaat.. Iets relatief nieuw dient zich meer dan het bestaande en gevestigde te verklaren. Da’s een mechanisme dat overal werkt en heeft op zich niets met de islam te maken. Ik heb het nu een keer of drie geprobeerd, maar je reageert niet. Grappig en triest is dat we allebei het idee hebben om tegen een muur te praten. Een metafoor voor het cultuurverschil tussen ons?

Johanna: = Je leest onvoldoende als je denkt dat een tegenstelling -of ambivalentie- te zien tussen mijn standpunt geen vraagtekens bij de democratische gezindheid van de meeste Nederlandse moslims en een bepaalde groep zich apart zet, de eigen mensen gevangen houdt en zich afsluit. Het eerste is namelijk de meerderheid en het laatste een kleine minderheid. Ik ga maar niet in op je overige punten van kritiek, die naar mijn idee eveneens door onvolledig lezen zijn ontstaan. =
Je ambivalentie zit voor mij in het feit dat je weliswaar constateert dat het eerste een meerderheid en het laatste een minderheid is, maar daar verder niet de logische gevolgtrekking bij maakt. Je stellingname beoordeelt de meerderheid op de standpunten van de minderheid. Je pleidooi richt zich op de meerderheid die niet het gedachtegoed van de minderheid deelt.
Je ambivalentie zit tevens in het feit dat je van niveau schakelt in reactie op mijn concrete reacties op jouw teksten. Het effect daarvan is dat je mij achterlaat met de indruk dat je niet ingaat op wat ik schrijf.

= Ze komen er op neer dat ik de positie van de islam in Nederland graag versterkt zie. En dan gaat het niet om een islam die naar de moderniteit gebracht wordt -en zo apart blijft- maar wel om de moderniteit die naar de islam gebracht wordt. Het is jammer dat je op zo’n idee totaal niet reflecteert. Islamkritiek kan zo’n ontwikkeling helpen en moet niet gezien worden als een vraag bij het bestaansrecht, maar als een instrument van emancipatie en ontplooiing dat uitgaat van individuen. Zodat deze zich autonomer buiten de groep kunnen bewegen. Zo groeit naar mijn idee de Nederlandse islam organisch met de Nederlandse samenleving samen. Van onderop door de individuele belijdende moslims en een meerderheid aan culturele moslims die hun geloof verlaten of ver-ietsen en van bovenaan door de organisatie islam. =
In grote lijnen zijn we het hierover wel met elkaar eens. Alleen koppel ik daar niet de norm aan dat de islam zich pas ontwikkelt als een meerderheid van culturele moslims zijn geloof verlaat. Op mij komt dat betuttelend over, hoewel je het misschien niet zo bedoelt. Op mij komt het over als: u zult zich ontwikkelen, en wel in de richting die ik aangeef. Geen open discussie, maar een dictaat.

= Ik vind het jammer dat je niet positief kunt reageren op mijn oproep om de Nederlandse moslims en de Nederlandse rechtsstaat met elkaar te verenigen in rechten en plichten. =
Wat hier staat is dat jij van mening bent dat op dit moment ‘Nederlandse moslims’ en ‘de Nederlandse rechtsstaat’ niet met elkaar te verenigen zijn. Terwijl je tegelijkertijd schreef: “geen vraagtekens bij de democratische gezindheid van de meeste Nederlandse moslims”. Ik kan die twee uitspraken niet met elkaar rijmen, voor mij zijn ze met elkaar in tegenspraak. Vind ik dat moslims de democratische rechtsstaat moeten respecteren? Ja, zonder meer. Gelukkig doen de meesten dat ook.
Voor mij is de plek van de islam in onze Nederlandse rechtsstaat dus glashelder: de islam en de moslims dienen die rechtsstaat te onderschrijven en doen dat veelal ook. Kennelijk is dat dus het probleem niet. Wat tot de vraag leidt: wat is het probleem dan wel? Wat ik hier schrijf, schrijf ik keer op keer. Als mensen desondanks dezelfde vraag blijven herhalen, lijkt het erop dat ze me simpelweg niet vertrouwen.

= Een metafoor voor het cultuurverschil tussen ons? =
Maak dat eens concreet, waar denk je dan precies aan? Welk cultuurverschil?

George: Wat je zegt over mijn idee van een meerderheid (geen vraagtekens bij de democratische gezindheid van de meeste Nederlandse moslims) en de minderheid (een bepaalde groep zich apart zet, de eigen mensen gevangen houdt en zich afsluit) aan Nederlandse moslims kan ik niet volgen. Waarom denk je dat ik de meerderheid op het standpunt van de minderheid beoordeel? Suggereer je nou dat ik ervoor pleit dat de meerderheid het voorbeeld van de minderheid volgt? Je mag dat best constateren, maar da’s voor je eigen rekening.

Het blijkt niet uit mijn woorden en die waarde heb ik er niet in willen leggen. Het conflicteert ook met de lijn van mijn betoog. Ik ga voor openheid en emancipatie voor moslims, niet voor apartheid en uitsluiting door moslims. Overigens komt je bewering in je laatste alinea op hetzelfde neer als je zegt dat de meeste Nederlandse moslims de rechtsstaat respecteren en onderschrijven. Ik zeg niets anders.

Wat je over schakeling door mij van niveau’s zeg begrijp ik niet volledig. Maar ik kan wel invoelen dat zoiets in een tekst gebeurt. Ik dacht al je punten afgevinkt en beantwoord te hebben. Dat ervaar jij dus anders. Schrijven is soms een solitaire bezigheid en moeiijk te verstaan met communicatie.

Ik ben verheugd dat we het over de moderniteit en de islam in Nederland eens zijn. Dat van culturele moslims bedoel ik inderdaad anders. Het zou al te gek zijn dat geloofsafval als een voorwaarde van ontwikkeling wordt gezien. Ik bedoelde het als een bijverschijnsel dat je kunt verwachten bij een bepaalde fase van ontwikkeling. Maar een voorwaarde vooraf: nee, onzin uiteraard.

Ik ben eveneens verheugd dat je positief reageert op de vereniging van de islam en de rechtsstaat. Ik begrijp je irritatie als je je daarop onterecht aangesproken voelt. Maar jij begrijpt de mijne wellicht beter omdat ik maar geen antwoord dacht te krijgen. Nu wel.

Waaruit je nu weer concludeert dat ik vind dat rechtsstaat en moslims principieel niet te verenigen zijn begrijp ik niet. Ik stelde juist die vereniging als doel. In mijn ogen is het gewoon mogelijk. Waarom niet trouwens? Maar eerder zei ik ook dat het proces niet vanzelf gaat, lastig is voor een relatief nieuwe deelnemer aan de pluriformiteit die als organisatie ook nog eens verdeeld is en onder druk staat. En dat ik belemmeringen niet zozeer bij de Nederlandse moslims zie, maar bij de gemiddeld meer conservatieve Nederlandse organisatie islam. Vandaar mijn hoop dat de Nederlandse moslims volop in dit proces stappen, en voeg ik toe, de gevestigde islam meenemen op die weg.

De onderschrijving en de bekendmaking van die onderschrijving door moslims dringt bij vele niet-moslims niet door. Ik doel niet op rechts-extremisten of xenofoben, maar op de meerderheid van goedwillende Nederlanders. Die horen niets van een Nederlandse islamconferentie die ondubbelzinnig aangeeft dat islam en rechtsstaat samengaan. En dat de sharia als concurrend rechtssysteem daarmee niet aan de orde is voor Nederland.

Naar mijn idee is die kennisgeving wel degelijk het probleem. Volgens mij is er geen ander probleem. Ik denk dat je onderschat dat een relatief nieuwe deelnemer als de Nederlandse islam aan de maatschappij meer duidelijkheid over haar bedoelingen kan geven. Da’s onlosmakelijk verbonden aan het proces van integratie.

Juist nu er uit rechtse hoek verdachtmakingen richting islam blijven komen, zou de Nederlandse islam zich moeten realiseren meer transparant en open te kunnen zijn. Eerlijk gezegd verbaast dat uitblijven me in hoge mate. De vragen die ik onderaan deel 4 verwoordde houden me daarom nog steeds bezig. Jouw woorden stellen me tevreden en vind ik mooi, maar nog liever zou ik het van de moskeebesturen e.d. horen. Dan horen meer Nederlanders het. Misschien is de inschatting of het wel of niet nodig is om de Nederlandse islam nader toe te lichten wel het cultuurverschil tussen ons.

Ik teken bij je persoonlijke opmerkingen over wat je hier zoals schrijft aan dat ik je schrijven en gedachtenwereld onvoldoende ken(de) en je blog eerder nauwelijks bezocht heb. Je moet me mijn vragen dan ook niet kwalijk nemen. Die vroegen niet naar een bekende weg. Ik wist niets af van je achtergrond of je standpunten die we hierboven bespraken.

Foto: Mannen verlaten de moskee, Tunis, circa 1890

Johanna en George over religie en islam 6

Deel 6 van een discussie tussen Johanna Nouri en George Knight.

George: Bedankt voor je antwoord. Het lijkt op schaduwboksen. Je antwoordt niet altijd mij, maar iemand die ik niet ben, andere dingen zegt en achter mijn rug staat. Daar kan ik weinig mee. Waar ik concreet word over de plek van de Nederlandse islam ontwijk je me door in abstracties te gaan. Waarom willen en kunnen sommige moslims niet ondergeschikt zijn aan de Nederlandse rechtsstaat en waarom worden ze vervolgens niet gecorrigeerd en buiten de Nederlandse islam gegooid? Ik zie ook helemaal geen tweedeling tussen moslims en niet-moslims, maar eerder tussen conservatieve en moderne moslims. Je hoeft mij er niet van te overtuigen dat moslims hun plaats in Nederland hebben. En hoeveel het er uiteindelijk zijn is niet van enorm belang, maar de schatting is 350.000 belijdende moslims. Dat betekent dat de hybride de toekomst heeft. Laten we ons daarom op die verschijningsvorm richten.

Anders gezegd, je antwoord is defensief en indirect en bloeit maar niet open voor me. Het kan best aan mij en mijn onbegrip liggen. Ik viel overigens niet zozeer de islam aan, maar trachtte die met kritische vragen te begrijpen en klopte aan bij iemand die ik als een insider zag. Maar je vergeet iets. Elke religie is een machtsfactor, een maatschappelijke institutie en bevat op zijn minst ideologische elementen. Daarom is het een reductie als je over religie spreekt om het alleen over degenen te hebben die zich erdoor laten inspireren. Het zou trouwens Paus Benedictus veel kritiek schelen.

Dat gaat voorbij aan de realiteit, de positie en de sturing van vele moslims. Want ook ik wil de gefrustreerden in moslimstaten helpen. Maar daartoe moeten ze wel eerst bevrijd worden. Zowel uit de greep van de seculiere als de religieuze autoriteiten.

Welnu, is religie een ideologie? Wel waar het een religie betreft die zich politiek-maatschappelijk manifesteert. Niet waar het om een religie gaat die zich betrekkelijk naar binnen richt, nauwelijks aan machtsvorming doet en zich concentreert op zingeving. Dat komt naar mijn idee niet overeen met de islam die vergaande maatschappelijke pretenties heeft.

Resumerend denk ik dat elke religie sterke ideologische elementen bevat vanwege de geslotenheid van het stelsel, de in een lopend verhaal gebrachte vaststellingen die gebaseerd zijn op ervaringen die buiten de realiteit staan en het aanbod van een totaalpakket dat de hele samenleving pretendeert te omvatten. Anders gezegd, religie is ideologie.

Overigens vind ik evenmin dat de islam genoeg optreedt tegen pseudo-religie. Verre van dat. Het moet in de interpretatie ergens misgegaan zijn. En het morrelen aan een grondrecht zoals Wilders doet is onvergelijkbaar met het willen vervangen van de hele Nederlandse rechtsstaat. Daarom denk ik dat degenen die ergens een verregaande vorm van sharia willen invoeren ook door de moderne moslims veel beter geriposteerd moeten worden.

Johanna: Het is jammer dat je van mening bent dat ik niet jou antwoord. En dat terwijl ik inga op zo ongeveer al je overwegingen, en daarbij concrete voorbeelden en concrete personen inbreng. Ik sprak over hoe ik het huidige debat ervaar evenals de consequenties daarvan. Daar is niets abstracts aan. Des te abstracter ervaar ik jouw betoog over religie, te meer daar je dat betoog vervolgens kennelijk koppelt aan praktische consequenties voor mij als moslim. Ik constateer dat je ons gesprek niet voortzet noch ingaat op hetgeen ik schreef, maar een nieuw pad inslaat.

Voor mij is er niks abstracts aan het uitgangspunt dat mensen allen gelijk zijn voor de wet, en evenmin aan het uitgangspunt dat mensen worden beoordeeld op hun individuele woorden en daden. Verwacht niet van mij dat ik meega in een betoog dat spreekt over ´de religie’, ´de islam´ en ´de moslim´. Ik spreek ook niet over dé niet-gelovige of ´de atheist´. Dat kan ook niet, want ook daar tekent zich een grote verscheidenheid af.

Dat verschil raakt voor mij de kern. Er is voor mij geen enkele reden om mensen anders te behandelen op basis van hun geloof, tenzij dat leidt tot daden die in strijd zijn met onze wetten. Zoals er voor mij ook geen enkele reden is om aan te nemen dat moslims niet als uitgangspunt hebben om zich in ons land aan onze wetten en regels te houden en in plaats daarvan hier de shariah willen invoeren. Het is een droombeeld, of zo je wilt een nachtmerrie, die voor mij geen enkele overeenkomst heeft met de werkelijkheid. Over de werkelijkheid spreek ik in mijn reactie. Waarom jij die als abstract beoordeelt ontgaat me dan ook volledig.

Je schrijft: –En het morrelen aan een grondrecht zoals Wilders doet is onvergelijkbaar met het willen vervangen van de hele Nederlandse rechtsstaat. Daarom denk ik dat degenen die ergens een verregaande vorm van sharia willen invoeren ook door de moderne moslims veel beter geriposteerd moeten worden.

Hoezo is dat onvergelijkbaar? Wilders wil de vrijheid van godsdienst inperken, artikel 1 afschaffen, de vrijheid van onderwijs voor moslims afschaffen, het recht om hun godsdienst openbaar te beleven afschaffen, hij is voorstander van administratieve detentie. En dat zou de rechtsstaat niet in gevaar brengen? Wilders mag dan met jou wel zeggen dat hij niks tegen moslims heeft, maar zijn maatregelen raken diezelfde moslims toch wel behoorlijk hard.

Los van het feit dat ik het beeld dat wordt geschetst van de godsdienst niet deel en het voor mij niet overeenkomt met de werkelijkheid, kan ik niks met dat fictieve onderscheid tussen godsdienst en gelovigen. Want de realiteit is dat vanuit die denkbeelden mensen maatregelen voorstaan die mij raken als persoon. Waarbij ik als persoon niet eens meer in beeld ben, laat staan dat er geluisterd wordt naar wat ik, Johanna, zelf te melden heb. Zoals jij hier in mijn beleving hier ook laat zien. Dat leidt tot een zeer glibberige discussie.

George: Je hebt gelijk dat het onzinnig is om over de islam of het christendom te praten. Dat bestaat niet. Maar om de wereld te beschrijven en tot inzicht te komen is het soms nodig om te abstraheren. Met het besef dat er talloze verschijningsvormen zijn kun je naar mijn idee toch proberen om een kern te raken. Wat is de islam, wat is religie, wat is het christendom, wat is atheïsme?

Het onderscheid tussen geloof en gelovigen is niet fictief, maar bestaat in werkelijkheid. Hoewel er natuurlijk dwarsverbanden zijn en ze aan elkaar gebonden zijn. Maar om te begrijpen wat een religie precies is, moeten we een stap achteruit doen en afstand nemen om te zien wat het precies is.

Laat ik een voorbeeld geven. Er is de afgelopen jaren veel discussie geweest over de vraag of er nou wel of niet een gematigde of liberale islam bestaat. Sommigen betwijfelen dat, anderen niet. In veel gevallen wordt het bestaan ervan aangetoond door het opvoeren van moderne, liberale moslims. Die in vlees en bloed bestaan. Maar het zijn verschillende grootheden. En alhoewel een religie wordt gevormd door de gelovigen valt het toch niet helemaal samen.

Anders gezegd, je zou tot de conclusie kunnen komen dat er (steeds meer) liberale moslims zijn, maar toch nog geen liberale islam is ontstaan. En dan zie ik even af van een stroming als de Alevieten die relatief bescheiden is. Dat heeft te maken met het conservatisme van de macht die altijd achter de maatschappelijke ontwikkelingen loopt. Wellicht opent dat inzicht extra hoop voor de toekomst.

We verschillen van inzicht over de degelijkheid en veerkracht van de rechtsstaat. De rechtsstaat staat in mijn ogen stevig verankerd, de democratische instituties genieten volop vertrouwen van de bevolking en ook de PVV erkent de rechtsstaat en wil deze niet afschaffen. Maar veranderingen doorvoeren van binnenuit mag, statisch zijn de rechtsstaat en de grondwet nooit.

Ik zie juist in de deze dagen op stoom komende beweging die steeds maar weer vraagtekens zet bij de soliditeit van de rechtsstaat en de democratische orde een groter gevaar voor de stabiliteit van onze samenleving dan in een mogelijke bedreiging van de PVV en het meeglijden van CDA en VVD. Da’s in Nederland voldoende ingebed om een echt gevaar op te leveren. Maar het is uiteraard goed om alert te blijven en de ontwikkelingen te volgen.

Eigenlijk interesseert het me niet of je wel of niet moslim bent. Ik vind ook niet dat het ter zake is. Ik vermoedde het wel en maakte ook eerder de toespeling je als een insider te zien. Maar dat kan ook de islamoloog of wetenschapper zijn die zelf geen belijdend moslim is. Oftewel, ik benader je zoals ik ook de vrijzinnige, de anarchist of de christen benader. Ik zeg dat omdat dat ook betekent dat je wat je als kritiek ziet niet persoonlijk bedoeld is en niet zo moet opvatten. Het gaat me om de zaak van ons allen.

Foto: Welke feiten geloven moslims?